De TUINBOUW op Schouwen-Duiveland
HET GEBRUIK VAN HET LANDBOUWTUIGPAARD
402
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
ONDERWIJS EN
VOORLICHTING.
Cultuur op duingrond.
(Foto Rijkstuinbouwconsulentschap voor Zeeland.)
op snelle afzet en dus pasten in de vervoersmoge
lijkheden van die dagen. Dit was wel de belang
rijkste reden waarom in de richting fruitteelt ge
zocht werd.
Appels, peren, pruimen en zwarte bessen konden
onder dé bestaande omstandigheden met succes
geteeld en afgezet worden. De tram vervoerde de
produkten dagelijks naar de veiling de Z. H. E. te
Rotterdam, voor zover niet ter plaatse verkocht of
geveild werd.
Het feit dat genoemde produkten een dag oud
waren alvorens verkocht te worden was geen be
zwaar.
Als tussenteelt werden de eerste jaren vaak
bonen, erwten of witlof geteeld, eveneens produk
ten, die onder de bestaande omstandigheden met
succes verhandeld konden wordend-
De grote belangstelling, die op het eiland naar
de tuinbouw uitging, was oorzaak, dat in 1928 de
Vereniging tot bevordering van het Tuinbouw-
onderwijs op Schouwen-Duiveland werd opgericht,
welke vereniging te Haamstede een Proeftuin ex
ploiteerde en een Lagere Tuinbouwschool stichtte,
welke school tot heden jaarlijks een aantal leer
lingen kon afleveren, die in een vierjarige cursus
worden voorbereid de tuinbouw te beoefenen.
Tengevolge van de ramp ging de Proeftuin der
Vereniging verloren. Met medewerking van de
Herverkaveling kwam een nieuwe vergrote Proef
tuin tot stand welke gedeeltelijk reeds ingeplant is
en in de toekomst aan de in haar gestelde ver
wachtingen hoopt te voldoen.
Ongetwijfeld hebben school en proeftuin een zeer
belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling
van de tuinbouw op het eiland.
De fruitteeltbedrijven konden in het verleden
steeds gerekend worden tot de goed verzorgde be
drijven en het wijst er op, dat dit in de toekomst
zo zal blijven.
VERNIELING EN HERSTEL.
Tengevolge van de watersnoodramp in 1953 gin
gen 240 ha boomgaard op Schouwen-Duiveland
verloren.
Met bewonderenswaardige energie hebben de
fruitkwekers hun vernielde bedrijven na de ramp
weer aangepakt en veel is al weer opnieuw inge
plant.
De Herverkaveling maakte het mogelijk de ge
schonden bedrijven te herstellen en door sanering
de kleine bedrijven te vergroten tot 5 ha. De
bedrijven worden op. de meest moderne wijze in
geplant met de best gangbare soorten van deze
tijd en geven een verjongd beeld aan de streek,
met de beste verwachtingen voor de toekomst.
Deze bedrijven lenen zich voor ver doorgevoerde
mechanisatie, waardoor een bedrijf van 5 ha, dat
gerekend wordt een gemiddelde opbrengst te kun
nen leveren van 100.000 kg fruit per jaar, door 2
arbeidskrachten verzorgd kan worden.
Wanneer in de toekomst door de Delta-werken
het eiland zijn verbindingen krijgt met het vaste
land, geeft dit door verkorting van de afstand een
nieuwe kans en mogelijkheden voor de tuinbouw
op Schouwen-Duiveland.
Er is op het eiland nog een belangrijke reserve
van voor de tuinbouw geschikte of geschikt te
maken gronden. Wetenschap en voorlichting sti
muleren mogelijkheden, waaraan in het verleden
niet werd gedacht. Proeven welke thans met be
regening worden genomen, bieden perspectieven
voor de toekomst, die zeker niet onbenut zullen
blijven en er toe kunnen bijdragen de streek te lei
den tot nieuwe en meerdere welvaart.
H. VAN TOLEDO.
Ill ANNEER men de tuinbouw op Schouwen-Dui-
II veland onder de loupe neemt, dan valt direct
op, dat de fruitteelt domineert ten opzichte
van de groenteteelt.
Dit vindt niet zijn oorzaak in het feit, dat de
gronden op Schouwen-Duiveland voor groente
teelt minder geschikt zouden zijn, doch meer in
de geschiedenis van de tuinbouw in het verleden.
De tuinbouw op Schouwen-Duiveland is behou
dens op kleine schaal voor plaatselijke behoeften,
nog jong en dateert van na de periode 1914-1918.
De toenmalige hoge landprijzen brachten vooral
de kleine grondbezitters er toe, hun bedrijven te
intensiveren en te trachten door meer arbeid op
hun kleine oppervlakten tot meerdere opbrengst
te geraken.
DE FRUITTEELT.
Speciaal in de Westhoek van Schouwen, in de
omgeving van Burgh, Haamstede en Renesse lagen
belangrijke oppervlakten, die als landbouwgron
den weinig opbrengst gaven. Het waren meest
elzenbossen, waar hakhout en beweiding de op
brengst leverden.
Door ontginning werden deze gronden geschikt
gemaakt voor tuingrond, wat, dank zij de veelal
gunstige waterhuishouding, in de regel goede resul
taten opleverde.
Door de geïsoleerde ligging van Schouwen-Dui
veland was de keuze van de cultures in die dagen
beperkt tot produkten, die niet aangewezen waren
Het gebruik van de rugnevelspuii.
(Foto Ministerie van Landbouw.)
DE TUINBOUW.
In Duiveland, speciaal rond Oosterland, ontwik
kelde zich de teelt van grove tuinbouwprodukten
op de kleine bedrijven gunstig. Vroege aardappe
len, peen, uien, bonen, witlof en meerdere produk
ten werden hier belangrijk en boden volop werk
gelegenheid op de kleinere bedrijven.
Voor snijgroenten, kropsla e.d. benevens voor
klein zacht fruit was de vervoersgelegenheid naar
de verbruikcentra over de verre afstand onvol
doende, wat wel oorzaak geweest is, dat deze teel
ten, anders dan voor plaatselijke behoeften, geen
uitbreiding ondergingen.
Glascultures, druiven- en tomatenteelt, werden
in bescheiden mate opgezet, doch werden niet noe
menswaard uitgebreid.
Deze vorm van tuinbouw werd sterk afgeremd,
toen in de dertiger jaren de crisis in land- en
tuinbouw optrad. Na die tijd is aan de glascultu
res praktisch geen uitbreiding gegeven. De laatste
jaren komt hiervoor weer meer belangstelling en
het laat zich aanzien, dat de. toekomst ook hierin
weer uitbreiding te zien zal geven. De mogelijk
heden voor de afzet van deze glasprodukten is ver
beterd door betere vervoersmogelijkheden. De
teelt van klein zacht fruit krijgt hierdoor ook
betere kansen.
DE TOESTAND VÓÓR DE RAMP.
De fruitteelt en grove groententeelt werd regel
matig uitgebreid, zodat bij de ramp in 1953 400
ha fruitteelt op Schouwen-Duive
land was, waarvan 280 ha in
de Westhoek en de rest verspreid
oyer het eiland. Speciaal rond
Zierikzee was een centrum van
fruitteelt ontstaan.
De aanplantingen bestonden
voor circa 80 uit appels, 15
peren en 5 pruimen. Er komt
in de laatste jaren op de daar
voor geschikte gronden meer be
langstelling voor de peren. De
mogelijkheid om door bodemkar-
tering de gronden te classificeren
is een belangrijke faotor bij het
vaststellen van het plantschema.
Ook een kleine groep van landbouwtuigpaarden-
fokkers zal met hun paarden en veulens aanwezig
zijn op de Z. L. M.-tentoonstelling te Zierikzee.
Het warmbloed-paard neemt nog maar een zeer
kleine plaats in op de bedrijven van de Zeeuwse
landbouwers, maar toch komt er steeds meer be-
De kroonmerrie Meibruid met haar hengstveulen
Winston van Romeo,
langstelling voor dit paard nu de tractor het zware
werk op de meeste bedrijven over heeft genomen.
Het warmbloed-paard kenmerkt zich uitermate
door zijn sober onderhoud, als fokpaard met haar
zeer hoog bevruchtingspercentage en zeer sterke
veulens bij de geboorte.
De gebruiker van dit paard, die dit in stamboek-
verband doet, is lid van de „Vereniging Landbouw-
tuigpaard-fokkerij in Nederland," afgekort V. L. N.
Dit stamboek werkt in al de provincies van Neder
land, behalve de drie noordelijke Groningen, Fries
land en Drenthe; deze drie provincies zijn onder
gebracht bij het N. W. P., Noordelijk Warmbloed
Stamboek.
Het V. L. N. erkent twee typen van paarden: het
Gelderse type en het Groningse type. In onze pro
vincie heeft het Groningse type de overhand, daar
dit paard nogal wat gewicht heeft en kalm van
temperament is, maar toch is het zeer vlot en
bijzonder werkwillig. Het Gelderse type is zeer
temperamentvol met een zeer mooie houding met
prima gangen. Het is zeer gewild bij de Landelijke
Ruiters en men ziet ze zeer veel uitkomen op
concoursen.
De belangstelling op onze bedrijven voor het
Groningse type komt voornamelijk voor op de be
drijven v/aar maar één tractor is en deze tractor
niet gebruikt wordt voor het zaaien en het ver:
plegen van de gewassen. Voor dit laatste werk is
het Groninger type uitermate geschikt.
Bij aankoop van een landbouwtuigpaard moet
vooral gelet worden op de afstamming, bruikbaar
heid en makheid) dit laatste vooral daar het land-
De twee fokmerries Meibruid en Nelli
(Groninger type) voor de zaaimachine,
bouwtuigpaard nogal temperamentvol is, speciaal
het Gelderse type.
Degenen, die belangstelling hebben voor het land
bouwtuigpaard, kunnen zich bij landbouwers, die
deze paarden dagelijks gebruiken, overtuigen van
de mogelijkheden, die dit type bij het gebruik oji
onze landbouwbedrijven biedt.
Ai J, VAN DE GRAAF.