Toepassing van de „Methode Ramondt" in 1957
375
DE VOORLOPIGE RESULTATEN VAN DE
MERZEKER/NGSZA KEN
De bestrijding van de
vergelingsziekte in bieten
ZATERDAG 22 JUNI 1957.
Dit jaar is er een omwenteling te bespeuren in
de methoden van aardappelverpleging. Zeer veel
aardappelverbouwers zijn van de traditionele
methode overgestapt op de z.g. „methode Ra-
mondt".
De rij enaf stand is verbreed tot minstens 65 cm.
Er werd zo ondiep mogelijk gepoot, terwijl voor de
verpleging diverse apparaturen werden aange
schaft. De uiteindelijke resultaten zullen pas bij
het rooien kunnen blijken; immers het doel is
om de aardappelen met de volautomatische zak-
kenrooiers praktisch kluitvrij in de zak te krij
gen.
De ruime toepassing van deze methode stelde
ons in de gelegenheid van vele ervaringen ken-
nns te nemen, temeer daar de omstandigheden
erg ongunstig waren, n.l. een slechte structuur
van de bouw voor en een zeer droog voorjaar. Hoe
zwaarder en stugger de grond, hoe groter de
moeilijkheden waren. We zullen de knelpunten
even de revue laten passeren:
le. In enkele gevallen kwam naar voren, dat
voorbewerken van het land in het najaar of
in de winter minder goede resultaten gaf. Dit
resulteerde in een wel erg fijn, doch te dun
pootbed, terwijl dieper eggen in feite niet mo
gelijk was. Op niet voorbewerkt land kon ge
makkelijker een wel wat grof liggend, doch
dikker pootbed bereikt word,en.
Er zal nader onderzocht moeten worden
hoe groot de invloed van deze beide metho
den is.
2e. Het ondiep poten werd soms sterk overdre
ven. Bijgevolg kwamen de knollen erg hoog
in het bed. In een kluiterig bed geeft dit
moeilijkheden daar dan de knol erg droog
komt te liggen, waardoor te langzame ont
wikkeling van wortelstelsel en stengels.
Na het terug gelijkmaken van de grond zal
de bovenkant van de poter gelijk met het
maaiveld dienen te liggen.
Liggen de knollen vlug vast, dan kan men
ook eerder gebruik maken van een eg, zo men
dit verkiest en voor zover eggen van het ge
was nodig is.
3e. Het vele malen bewerken van de bedden ver
oorzaakt op stugge zware grond soms een te
sterke luchttoetreding, waardoor het bed te
droog wordt en de ontwikkeling van de plant
in het beginstadium sterk geremd wordt.
Vooral dit voorjaar, nu de kiemen soms te
lang en te slap waren, gingen deze kiemen
soms vanwege de droogte te gronde, hetgeen
ernstige vertraging in opkomst gaf.
Op deze gronden is het wellicht het beste
zo spoedig mogelijk na het poten het bed in
zijn optimale vorm te krijgen; dus de bewer
kingen kort achter elkaar uitvoeren, mits de
grond dit toelaat. Hierdoor wordt verkregen
dat het bed en ook de poter een langere tijd
vóór opkomst rust gegund worden. De vochop-
stijging kan dan minder gehinderd door
regelmatige bewerkingen weer plaats heb
ben en er zal minder kans zijn op uitdroging
van het bed. Plm. 2 weken vóór en na op
komst wordt dan niet geschoffeld.
Ook op dit gebied is nog nader onderzoek
noodzakelijk.
Voor de lichtere gronden gelden deze pro
blemen niet of althans in veel minder mate.
4e. Op sommige zeer lichte zavelpercelen deed
het probleem zich voor van een vrij sterke
ontwikkeling van zaadonkruiden midden op
de ruggen. Normaal worden de bedden af-
geëgd en wordt er in de rijen met de hand
geschoffeld. Het met de hand schoffelen in
hoge ruggen is minder aantrekkelijk, omdat
men dan de rug vernietigt en misschien ook
gemakkelijker de planten beschadigd. Dit on
kruid is echter vrij gemakkelijk te bestrijden
door een behandeling met de onkruidegge, als
de planten plm. 10 cm hoog zijn en goed vast
staan. Bij drogend weer is na 1 2 dagen het
onkruid dood en kan er weer aangeaard wor
den. Ook wordt wel een chemische onkruid-
bestrijding toegepast met kalkstikstof of
DNC. Deze onkruidbéstrijding wordt uitge
voerd bij het opbreken van de aardappelen,
dus juist vóór opkomst. De onkruiden verke
ren dan in het kiemplantstadium. Wij had
den dit jaar op een paar proef veldjes zeer
goede resultaten met 250 kg kalkstikstof en
op andere veldjes met een bespuiting van 6
kg vernevelbare DNC met 600 liter water per
ha.
Concluderend kan gezegd worden, dat het
vooral de zware, stugge gronden zijn, die nog
moeilijkheden geven bij het vormen van een
ideaal aardappelbed en bij de eerste ontwik
keling van de moederknol. Dit was echter ook
te verwachten, immers ook bij de oude, tra
ditionele methoden had men hier altijd meer
moeilijkheden. Het zal ongetwijfeld nog veel
studie en ervaring vergen voor dit probleem
geheel beheerst wordt.
Axel, juni 1957.
A. DE REGT,
Hoofdassistent R. L. V. D.
HAGELVERZEKER1NG.
De Onderlinge Fruittelers Hagelverzekering
Maatschappij, gevestigd te Goes, hield op 18 juni
j.l. haar 8ste algemene ledenvergadering onder
voorzitterschap van de heer J. Kakebeeke uit
Wolphaartsdijk.
In zijn openingswoord moest de heer Kakebee
ke tot zijn spijt mededelen, dat de heer L. Th. Vo
gelaar om gezondheidsredenen heeft bedankt als
bestuurslid tevens voorzitter van de maatschap
pij.
Uit de jaarstukken bleek, dat in het oogstjaar
vrij veel leden hagelschade hebben geleden.
Aan 65 leden moest derhalve een schadebedrag
van niet minder dan ƒ197.913,19 worden uitbe
taald. Het verzekerde areaal bedroeg in 1956
ruim 1094 ha fruit met een bedrag van ƒ3.893.000
of gemiddeld 3.560,per ha.
Dit betekent een stijging t.o.v. 1955 met rond
130 ha en een verzekerd bedrag van 1.100.000,
Medegedeeld kon worden, dat, mede tengevolge
van de vele hagel in 1956 de belangstelling voor
het verzekeren van de fruitoogst tegen hagel
schade blijft toenemen. Ondanks het feit dat de
oogstverwachtingen in 1957 matig zijn, werd aan
voorlopige aangiften voor 1957 reeds een verze
kerd bedrag van ƒ4.000.000,overschreden.
Waar nog steeds nieuwe leden toetreden, mag
verwacht worden, dat het verzekerd bedrag in
1957 de ƒ5.000.000,dicht zal benaderen.
Bij de bestuursverkiezingen werd in de vaka
ture L. Th. Vogelaar gekozen de heer A. D. J.
Dees te Waarde. In de vakature P. Rijk, die we
gens beëindiging van het bedrijf moest bedanen,
werd als bestuurslid gekozen de heer A. Janse te
Lewedorp.
Verder werd als lid van de financiële commissie
gekozen de heren Joh. Oele te Kapelle en
C. Smits te Ovezande. De heer M. Verbeem te
O verzande werd vervolgens als taxateur herko
zen.
Tenslotte werd na uitvoerige discussie besloten
de richtlijnen aangaande de te verzekeren prijs
per kg te herzien in die zin, dat de maximale kg-
prijs met 10 cent is verhoogd. Deze maatregel
staat in verband met de geringe kg-opbrengst-
verwachtingen.
Voor kandidaatleden zal de mogelijkheid tot
toetreden voorlopig opengesteld blijven.
De vergadering was goed bezocht en zeer ge
animeerd.
de L.
Het Instituut voor Rationele Suikerproduktie en
de Plantenziektenkundige Dienst delen het volgen
de mede:
Het optreden van de vergelingsziekte in bieten
vormt een jaarlijks terugkerende schadepost voor
de bietentelers.
Hoewel de schade van jaar tot jaar en van gebied
tot gebied sterk kan verschillen, is deze in het zuid
oosten van het land gewoonlijk het grootst, zodat
een bestrijding vooral hier van economische beteke
nis zal kunnen zijn.
De vergelingsziekte wordt veroorzaakt door een
virus dat door bladluizen, voornamelijk perzik
bladluis en zwarte boneluis, wordt overgebracht.
De eerste aantasting in het veld (zg. primaire
aantasting) wordt voor een belangrijk deel ver
oorzaakt door luizen uit de bietenkuilen. Indien er
veel luizen zijn en de kuilen laat worden opge
ruimd, is de kans op primaire infectie dus groot.
De verdere verspreiding van deze primaire ver
gelingsziekte hangt af van de ontwikkeling van de
luizen in het gewas.
Een eventuele bespuiting moet er dus vooral op
zijn gericht een opbouw van de luizenpopulatie te
verhinderen. Deze bespuiting draagt daardoor een
sterk preventief karakter. Indien zich in het ge
was reeds kolonies hebben gevormd, heeft een be
strijding weinig zin meer.
De luizenvluchten zijn dit jaar vroeger dan nor
maal begonnen. Op vele percelen in het zuiden van
het land is momenteel een snelle vermeerdering
van het aantal luizen waar te nemen. Men zal dus
ernstig rekening moeten houden met de ontwikke
ling van een grote luizenpopulatie op de bietenvel
den, welke een sterke uitbreiding van de verge
lingsziekte tengevolge kan hebben.
Vooral in gebieden, waar de aantasting door ver
gelingsziekte vaak een ernstig karakter heeft, met
name O.-Brabant en Limburg, zou het dus gewenst
kunnen zijn om tot een bespuiting met systemische
middelen over te gaan.
In deze gebieden komen dan op de eerste plaats
in aanmerking de percelen, die laat gezaaid (of
overgezaaid) zijn en die waar het gewas om een
of andere reden een holle stand vertoont. Bij sterke
luisontwikkeling zal het echter gewenst zijn alle
bietenpercelen te bespuiten.
Het is niet mogelijk het juiste tijdstip van de be
strijding reeds nu aan te geven, omdat dit afhan
kelijk is van de verdere luizen-ontwikkeling: daar
om zal dit tijdstip per gebied in een radio-bericht
of door plaatselijke berichtgeving worden bekend
gemaakt. Men wachte dus met een bespuiting tot
hiertoe wordt geadviseerd.
Voor de bespuiting ter bestrijding van de verge
lingsziekte komen alleen de z.g. syStemische mid
delen in aanmerking.
Deze middelen zijn uiterst giftig voor mens en
dier. Mede daarom kan men deze middelen bij de
handel slechts verkrijgen na ondertekening van een
verklaring, welke inhoudt dat men de middelen
slechts op bieten zal gebruiken en dat men volko
men op de hoogte is van de te nemen veiligheids
maatregelen.
Men zij bij de behandeling zeer voorzichtig voor
het overwaaien van de spuitvloeistof op aangren
zende percelen.
Bespoten gewassen blijven lang giftig, zodat er
tenminste 2 tot 2 Yz maand moet verlopen tussen
de bespuiting en de oogst.
Daarom moet als uiterste datum voor het uitvoe
ren van de bespuiting met systemische middelen 15
juli worden aangehouden. Een latere bespuiting ter
bestrijding van de vergelingsziekte is bovendien
niet meer economisch verantwoord.
De te gebruiken middelen zijn:
AAsystem
Ekatin
Isölan-Pyrazoxon
Metasystox
Systox
1 1. per ha.
1 1. per ha.
1 1. per ha.
1 1. per ha.
0,5 1. per ha.
KAPELLE.
Vanaf 3 tot en met 16 juni 1957 heeft ter ge
meente-secretarie voor een ieder ter inzage gele
gen het bij raadsbesluit vastgestelde uitbreidings
plan in hoofdzaak en een herziening van het
uitbreidingsplan in onderdelen.
Gedurende zes weken na afloop van genoemde
termijn kunnen belanghebbenden die zich met
bezwaren tot de gemeenteraad hebben gewend,
bezwaren indienen bij Gedeputeerde Staten.
GROEDE.
Vanaf 4 tot en met 18 juni 1957 heeft ter ge
meente-secretarie voor een ieder ter inzage gele
gen het bij raadsbesluit vastgestelde plan tot her
ziening van het uitbreidingsplan.
Gedurende zes weken na afloop van genoemde
termijn kunnen belanghebbenden die zich met
bezwaren tot de gemeenteraad hebben gewend,
bezwaren indienen bij Gedeputeerde Staten.
Voor een goede luizenbestrijding is een voldoen
de hoeveelheid water van tenminste 800 l./ha ge
wenst. Eventueel vernevelen naar 200 l./ha is wel
mogelijk, doch men dient dan beslist een grove
druppel toe te passen.
Met nadruk zij er op gewezen dat het boven
staande uitsluitend geldt indien men een luizenbe
strijding moet uitvoeren ter bestrijding van de ver
gelingsziekte.
In bepaalde jaren kunnen de bladluizen, en dan
vnl. de zwarte boneluizen zich zodanig vermeerde
ren, dat er een directe schade aan het bietenblad
wordt veroorzaakt. De bladranden krullen om en de
bladeren krijgen een gekroesd uiterlijk. In deze
gevallen wanneer het dus gaat om de directe
zuigschade tegen te gaan kan men gebruik ma
ken van parathion en diazinon.
Nadere inlichtingen worden verstrekt door de
Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst, het Instituut
voor Rationele Suikerproduktie te Bergen op Zoom
en Plantenziektenkundige Dienst