/I van de
voor Zeeland over 1956
328
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
J. VAN DE
nn in wire Inn kukslandbouwconsulent voor de
li Uil lyclloiuij ZEEUWSE EILANDEN OVER 1956
(Vervolg)'
In het jaarverslag van de Rijkslandbouwconsu-
lent voor de Zeeuwse eilanden lazen wij o.a. het
volgende over bodem en bemesting.
1. Grondonderzoek,
a. Chemisch grondonderzoek.
In totaal werden in 1956 naar het Bedrijf slabo
ratorium voor Grond- en Gewasonderzoek te Goes
5904 monsters gezonden die afkomstig waren van
de Zeeuwse eilanden.
Dit aantal kunnen we als volgt onderverdelen:
1. Normaal onderzoek (geen regionaal onderzoek)
Schouwen-Duiveland 32
Tholen en St. Philipsland 437
Noord-Beveland 224
Zuid-Beveland 783
Walcheren 98
Totaal 1574 monsters
2. Herverkaveling Walcheren 169
3. Herverkaveling Zeeland
Schouwen-Duiveland 2095
Tholen 1699
Waarde 124
Zak van Zuid-Beveland 243
Totaal
4161
Totaal 5904 monsters
Hoewel het aanvankelijk in de bedoeling lag
om in het Herverkavelingsgebied Zeeland geduren
de een periode van 5 jaar jaarlijks ca 7000 grond
monsters te nemen, blijkt nu reeds dat deze werk
zaamheden, als gevolg van de uitvoering van het
cultuurtechnische werk, hoofdzakelijk de laatste
2 a 3 jaar van de verkaveling zullen moeten plaats
vinden.
De moeilijkheden die zich hierbij voor zullen doen
ten aanzien van de capaciteit van het laboratorium
te Goes, kunnen dan ook alleen ondervangen wor
den door een regelmatige doorzending naar de an
dere laboratoria.
b. Zoutonderzoek.
Evenals voorgaande jaren vond ook nu in be
paalde gevallen een bemonstering voor zoutonderr
zoek plaats, hoewel het aantal monsters uiteraard
geringer was. In totaal werden er in 1956 door het
Bedrijfslaboratorium te Goes 120 onderzocht.
Deze monsters wareh grotendeels afkomstig van
Schouwen-Duiveland alwaar de plaatselijke rayon
assistenten de hiermee verband houdende voor
lichting verzorgden.
e. Onderzoek op bietencystenaaltje.
In totaal werden er in het seizoen 1955/1956
naar het Instituut voor Rationele Suikerproduktie
te Bergen op Zoom 1593 monsters gezonden.
Dit aantal kunnen we als volgt onderverdelen:
Schouwen-Duiveland 392
Tholen en St. Philipsland 428
Noord-Beveland 128
Zuid-Beveland 628
Walcheren 17
Totaal 1593 stuks
Maken we een indeling naar de graad van be
smetting van de onderzochte percelen, dan krijgen
we het volgende beeld:
Matig Ernstig
ziek ziek
Niet of
licht
ziek
64,8
50,4
51,6
61,0
82,4
31,9
41,6
41.4
35.5
17.6
3.3
8.0
7,0
3,5
Schouwen-Duiveland
Tholen en St. Philipsland
Noord-Beveland
Zuid-Beveland
Walcheren
2. Bemesting.
a. Algemeen,
Ten aanzien van het gebruik van mengmeststof-
fen valt duidelijk een toenemende belangstelling
waar te nemen. Dit dient zeker niet alleen te wor
den toegeschreven aan de steeds slechter worden-
de arbeidsvoorziening, doch ook de intensieve pro
paganda die hierover wordt gevoerd door de
betreffende producenten, is hieraan niet vreemd.
Het gevaar is echter, dat niet naar een rationele
bemesting wordt gestreefd in verband met een
soms wezenlijk maar meestal denkbeeldig tekort
aan arbeidskrachten.
Door op een wagen ter plaatse de enkelvoudige
meststoffen te mengen kan op het uitstrooien veel
worden bespaard, terwijl tevens voor ieder perceel
en gewas de juiste verhouding kan worden aan
gewend.
b. Kalkbemesting.
Verheugend is het dat zeer duidelijk een toene
mende belangstelling voor de aanwending van
kalkmeststoffen valt waar te nemen. Als gevolg
van het slechte weer in de nazomer moest een voor
genomen bekalking vaak worden uitgesteld. Voor
wat betreft de gezakte kalksoorten vindt meer en
meer een voorjaaröbekalking ingang in plaats van
een stoppelbekalking. De schuimaarde, die 60
van de totaal aangewende kalk uitmaakt, wordt
vrijwel altijd als stoppelbekalking aangewend.
De kalkmeststoffen die, op advies van de
R. L. V. D., in het Herverkavelingsgebied Zeeland
worden aangewend, worden gesubsidieerd. Hier
voor is normatief een bedrag per ton meststof vast
gesteld. Dit bedrag komt vrijwel overeen met 33%
van de aankoopkosten van de kalk.
Hoewel in 1956 nog slechts een bedrag van ca
5.000,is uitbetaald, mag worden verwacht dat
in de komende jaren veel gebruik van deze sub
sidiëring zal worden gemaakt.
De vraag die momenteel naar schuimaarde be
staat, heeft tot gevolg gehad, dat door de suiker
fabrieken aan de aflevering van dit produkt meer
aandacht wordt geschonken. De in het zuidwesten
aanwezige schuimaarde wordt thans ook ter plaat
se aangewend. Dit in tegenstelling tot voorgaande
jaren toen grote hoeveelheden naar het noorden
van het land werden getransporteerd.
3. Voorraadbemestingen met fosfaat.
De extra fosfaatgiften die door de Rijksdienst
voor Landbouwherstel beschikbaar zijn gesteld
voor de zwaarst afgeslagen percelen op Schouwen-
Duiveland, zullen worden aangewend aan de hand
van de gegevens van het regionale grondonderzoek.
De fosfaattoestand van de betreffende gebieden
is reeds op kaarten vastgelegd.
4. Demonstraties met drainreinigings-
apparaat.
Ook in 1956 werd in sterke mate de aandacht
gevestigd op de noodzakelijkheid van een regel
matig onderhoud en controle van de drainage.
In totaal zijn hiervoor nu 19 plasticapparaten bij
landbouwers of een combinatie van landbouwers,
in gebruik. Tevens nog een tweetal van deze appa
raten bij loonwerkers.
Door de R. L. V. D. werden in het afgelopen jaar
nog een negental demonstraties gehouden waarbij
in totaal 137 bezoekers aanwezig waren.
De pas gereedgekomen film over drainageonder-
houd valt ook bij de boeren zeer in de smaak.
5. Werkgroep Bodem en Bemesting.
Door de werkgroep Bodem en Bemesting van de
vereniging voor bedrijfsvoorlichting Oost Zuid-
Beveland werd in het afgelopen jaar 2 maal ver
gaderd. Op deze vergaderingen werden problemen
besproken die verband houden met de grondver-
werking en de keuze van de meststoffen.
Het ligt in de bedoeling om in 1957 een proefveld
met sporenelementen aan te leggen.
6. Verwerking gegevens grondonderzoek.
In het afgelopen jaar werden de resultaten van 't
regionale grondonderzoek op Walcheren (13.000
monsters) op kaarten vastgelegd.
Van het gehele ambtsgebied worden zwaarte-
kaarten samengesteld waarvan het percentage af-
slibbaar direct kan worden afgelezen. Bij eventueel
heronderzoek van de percelen kan het onderzoek
naar de granulaire samenstelling dan achterwege
worden gelaten.
&Q>H V61ISlUCj Rijksveeteelt- en Zuivelvoorlichtingsdienst
In bovengenoemd verslag, dat wij één dezer da
gen ontvingen, lazen wij o.a. het volgende:
RUNDVEE
De totale rundveestapel in Zeeland had bij de
meitelling, resp. bij de decembertelling in 1956 een
omvang van 77.906 en 82.325 stuks.
De totale melkveestapel liep t.o.v. het vorige jaar
iets terug. Ruim 25 van het aantal melk. en
kalfkoeien vindt men op Walcheren. Het aantal
melkkoeien en totaal aantal rundvee per bedrijf
per district bedraagt:
Melkkoeien Totaal
Walcheren
5.3
13.5
Tholen en St. Philipsland
4.»
12.3
Zuid-Beveland
3.6
15.--
Schou wen-D u i velan d
2.7
9.9
Oost Zeeuws-Vlaanderen
2.3
13.-
West Zeeuws-Vlaanderen
2.2
14.3
Noord-Beveland
2.1
11.3
Gemiddeld voor Zeeland
3.1
13.--
Wat betreft de melkproduktiecontröle wordt in
het rapport vermeld dat het aantal gecontroleerde
koeien toenam. Het percentage steeg van 27.3
tot 29.3
In verschillende districten is het percentage als
volgt:
Walcheren
51
Schouwen-Duiveland
36
West Zeeuws-Vlaanderen
32
Tholen en St. Philipsland
21
Zuid-Beveland
19
Oost Zeeuws-Vlaanderen
12
De kunstmatige inseminatie heeft zich ook in
1956 in gunstige zin ontwikkeld.
De resultaten in vergelijking met 1955 waren:
Aantal inseminaties
Totaal inseminaties
Efficiënte getal
Drachtige dieren
Percentage
Drachtig na le inseminasatie
Percentage
Uit deze cijfers blijkt dat het aantal eerste inse
minaties voor het eerst boven de 10.000 is gestegen.
Het percentage drachtige dieren na 1 inseminatie
ligt alleen in Tholen en West Zeeuws-Vlaanderen
nog aanmerkelijk beneden de 60
Het aantal aangevoerde dieren op de premiekeu
ringen is aanmerkelijk gestegen. Het aantal toege
kende eerste prijzen steeg van 43 in 1955 tot
45 in 1956.
1955
1956
9622
10851
14861
16742
1.72
1.69
8621
9889
89.6
91.1
5857
6715
60.9
61.9
Ook op de keuring tijdens de Z. L. M. tentoon
stelling in Domburg en tijdens de fokveedagen te
Goes, Oostburg en Zierikzee was voldoende deel
name.
Verheugend is vooral dat in drie jaar op Schou
wen-Duiveland weer een goede rundveestapel werd
opgebouwd, welke bij verdere fokkerij als basis kan
dienen.
Het onderzoek op de produktievererving van stie
ren kon belangrijk worden uitgebreid.
Zowel voor de rationalisatiebedrijven als voor
het ruilverkavelingsgebied Eede werden een aantal
stuks vee aangekocht, waarop subsidie kon worden
verleend.
VARKENS
De varkensstapel verminderde met ruim 3500
dieren of ±13%.
Het aantal fokzeugen daalde in aantal met onge
veer 100 stuks.
Het aantal leden ingeschreven bij het Varkens
stamboek voor Zeeland verminderde, evenals het
aantal ingeschreven dieren. Eind 1956 waren er in
Zeeland 4 sterzeugen.
PAARDEN
De totale paardenstapel nam af van 13.156 in 1955
tot 12.148 in 1956, of met 7%De afname was
het grootst in Noord-Beveland n.l. ruim 15 en
in Zuid-Beveland ruim 10 Ook het aantal veu
lens was minder dan het voorgaande jaar.
In het verslag wordt de veronderstelling uitge.
sproken dat het aantal paarden nog verder zal af
nemen. Op vele bedrijven gaat de mechanisatie nog
steeds door.
SCHAPEN
Het aantal schapen nam toe van 11516 in 1955 tot
12373 in 1956, of ruim 7 In West Zeeuws-Vlaan
deren was een toename met ruim 400 stuks te con
stateren. De belangstelling voor het stamboek nam
eveneens toe. De fokkerij van melkschapen nam
nog verder in betekenis af.
GEITEN
De geitenstapel nam af met ongeveer 10 het
aantal geiten aan het eind van 1956 kan pp 773
stuks getaxeerd worden.
DE MELKPRODUKTIE
De totale melkproduktie bleef op peil, hoewel de
melkveestapel iets terugliep.
50 van de melk werd aan de fabrieken ge
leverd, tegen 83 landelijk. In Zeeland wordt nog
±21% van de melk als boerenconsumptiemelk
afgeleverd.
OVERZICHT PRODUKTIE: 1940
Aantal melkkoeien (december-telling) 25.050
Melkproduktie per koe 3600 kg
Gemiddeld vetgehalte 3.35
Totale melkproduktie 90 min. kg
BESTEMMING VAN DE MELK: 1955
Voor opfok van jongvee 8 min. kg
Voor zelfverzorging 15.2 min. kg
Boerenconsumptiemelk17.8 min. kg
Afgeleverd aan fabrieken38 min. kg
1955
20.013
3950 kg
3.76
79 min. kg
1956
19.542
4050 kg
3.78%
79 min. kg
1956
7.1 min. kg
15.min. kg
16.9 min. kg
40 min. kg