van 'tBommef van cT^oten
vertr&kt uit j^eeland
327
ZATERDAG 1 JUNI 195 7.
np OEN de jonge Van Vloten zich in het laatst van de eerste wereldoorlog op het kantoor van
zijn oom, de lieer W. Kakebeeke, vestigde, was het moeilük te voorzien welke carrière deze te
Wageningen in de tuinbouwrichting afgestudeerde in de mooie, agrarische provincie Zeeland
zou maken.
Al spoedig echter bleek, dat de gaven van hoofd en hart, nodig om een leidende rol te spelen in
die typische wereld van het landbouworganisatiewezen in al zijn facetten, ruimschoots aanwezig
waren. Zo mogen wij thans, nu de heer Van Bommel van Vloten Zeeland, waar hij bijna 40 jaar
toefde, gaat verlaten, met dankbaarheid vaststellen, dat zijn loopbaan een schitterende is ge
weest en deze in vele opzichten uiterst vruchtbaar was voor de Zeeuwse boerenstand. Een boe
renstand, die hij op tal van leidinggevende plaatsen diende en die hem voor zqn werk veel
dank verschuldigd is. Het geven van leiding is een prachtig, maar moeilijk werk. De agrari
sche bedrijfstak heeft zich juist in de laatste 40 jaren op een dynamische wijze ontwikkeld.
Organisatie- en coöperatieleven zijn er opgebloeid, veelal tot zegen van platteland en boeren
stand. Deze ontwikkeling vroeg leidinggeven de figuren. Dat Zeeland zovele jaren heeft mogen
profiteren van de grote gaven, juist op het gebied van het geven van leiding, van de heer Van
Vloten, stemt, nu hij vertrekken gaat, allereerst tot dankbaarheid.
Het is in een artikel als dit, ondoenlijk alle func
ties op te noemen, die de heer Van Vloten in het
landbouworganisatieleven heeft bekleed. Wij doen
daarom maar een greep, die natuurlijk niet ge
heel willekeurig gekozen is maar enigszins is af
gestemd op onze eigen maatschappij. Al spoedig
vervulde de heer Van Vloten de functie van
secretaris van de Kring Westelijk Zuid-Beveland
van de Z. L. M. en mede hierdoor had hij een
groot aandeel in de organisatie van de landbouw
tentoonstelling, die in 1919 door de Kring te Goes
werd georganiseerd. - ezamen met de heer D. W.
Lindenbergh, die in die jaren voorzitter was, en
de heer Kranenburg vormde hij de dagelijkse lei
ding van dit evenement, dat een groot succes werd.
De bezoeken van Koningin Wilhelmina en van de
toenmalige Minister vormden hoogtepunten. De
heer Van Vloten bleef ruim 10 jaren Kringsecreta
ris en organiseerde in 1929 opnieuw met D. W.
Lindenbergh de Kringtentoonstelling.
Ook in het Gedenkboek, dat ter gelegenheid van
het 100-jarig bestaan der Z. L. M. verscheen, lezen
wij enkele malen over de heer Van Bommel van
Vloten. Zo werden in het begin der twintiger
jaren in het Bestuur van de Z. L. M. belangrijke
besprekingen gehouden over het pachtwezen. Het
rapport, dat toentertijd door een staatscommissie
werd voorbereid, gaf dit bestuur aanleiding ook in
Zeeland de stand van het pachtvraagstuk te over
zien. Er werd een studiecommissie aan het werk
gezet, waarvan de heer Van Vloten het secretariaat
vervulde. Deze commissie adviseerde in 1922 een
Zeeuws Pachtbureau op te richten, hetgeen inder
daad geschiedde.
DE CRISISJAREN.
Ook in de sombere crisisjaren stond de heer,Van
Bommel van Vloten voor de landbouw op de bres.
Hierover lezen wij in het „Gedenkboek", dat de
Landbouw Crisiswet van 1933 in het begin nog
niet afdoende werkte. De conjunctuur was de wet
geving steeds vooruit. Zeer somber waren de
vooruitzichten voor de suikerbietenteelt. De
noden hiervan werden op overtuigende wijze afge
schilderd in een grote crisisvergadering, de 16e
januari 1934 op initiatief van de Z. L. M. gehou
den. Een meer voorlichtend karakter droegen de
zeven crisisvergaderingen in december van het
zelfde jaar door de Z. L. M. in verschillende delen
van de provincie georganiseerd. Op deze verga
deringen hielden de heren Van Bommel van Vlo
ten, P. J. J. Dekker, C. Zwagerman, Ir. A. W. van
der Plassche en Ir. J. D. Dorst inleidingen om de
strekking van de crisismaatregelen uiteen te
zetten.
In 1934 werden de verschillende crisisdiensten
per provincie verenigd in één Landbouw-Crisis-
Organisatie. Van het bestuur van dit lichaam,
waarin de heer Van Vloten voor de Z. L. M. zit
ting had, werd hij de eerste voorzitter.
COÖPERATIES.
Een groot deel van de werkkracht van de thans
vertrekkende kwam ten goede aan de coöpera
tieve instellingen van de boerenstand. Mede
oprichter van de C. Z. A. V. te Wemeldinge, werd
de heer Van Vloten de eerste voorzitter van deze
instelling, die zulk een belangrijke rol zou gaan
spelen in het bestaan van de Zuid-Bevelandse boer.
Zijn grootste belangstelling ging echter uit naar
de coöperatieve suikerindustrie. Reeds spoedig
nadat hij. in Zeeland kwam werd hij tot penning
meester van de fabriek te Dinteloord benoemd.
In de twintiger jaren nam hij actief deel aan
allerlei samenwerking tussen de fabrieken Dintel
oord, de Zeeland, Roosendaal en Zevenbergen. In
die tijd valt ook de oprichting van de proefvelden
commissie, welke een voorloopster was van net
Instituut voor Rationele Suikerproductie te Ber
gen op Zoom. Deze zeer belangrijke stap werd
op initiatief van de heer Van Vloten genomen.
Een grote rol speelde hij in de totstandkoming
van de bietensteun in 1931, van de suikercontin-
gentéring in 1931 en van de bieténcontingentering
in 1934.
Als bestuurslid van de Akkerbouw Centrale be
zat hij een grote invloed. Meer en meer werd de
heer Van Vloten de leider van de politiek van
Dinteloord, waarvan hij na het overlijden van de
heer W. Kakebeeke voorzitter werd. De prachtige
ontwikkeling, die deze fabriek heeft gemaakt tot
een van de grootste en modernste van Europa, is
voor een groot deel aan hem te danken. Het finan
ciële voordcri, dat de leden van Dinteloord door
de jaren heen hebben genoten, moge een voldoe
ning zijn, nu de heer Van Vloten het voorzitter
schap heeft overgedragen aan Ir. M. A. Geuze.
Deze vindt een gezonde boerenfabriek nauw ver
enigd met de fabrieken te Roosendaal en Zeven
bergen in de V. C. S. Deze samenwerking, gevolg
van de na de tweede wereldoorlog aangegane
fusie, is misschien wel een van de belang- ~te
vruchten van het werk van de heer Van Vloten.
Aan zijn onvermoeid streven naar samenwerking
en zijn inzicht is het mede te danken, dat de sui
kerbietenteelt in Zuid-West Nederland een der
steunpilaren is geworden van het akkerbouwbe
drijf in dit deel van het land.
VEELZIJDIGE BELANGSTELLING.
De belangstelling van de heer Van Vloten is
steeds een veelzijdige geweest. Van 1931 tot 1940
en van 1944 tot 1946 was hij lid van het College
van Gedeputeerde Staten van Zeeland. Een func
tie, waarin hij de vele provinciale problemen mede
behandelde. Het vraagstuk van de polders en
waterschappen had zijn grote belangstelling. Een
probleem, dat een ieder, die zich voor Zeeland in
teresseert, steeds weer gevangen houdt.
Hij hield ijzingen voor de Zeeuwse Polder- en
Waterschapsbond. Wij herinneren ons nog goed,
hoe hij zijn ideeën over het instellen van dijkringen
aldaar verdedigde. Over de hoge waterschaps
lasten hield hij voor een gezamenlijke vergadering
van de Unie van Waterschapsbonden en de Stich
ting voor de Landbouw te Amsterdam een belang
wekkende lezing, waarin hij stelde, dat de kost
prijzen van de landbouwprodukten gebaseerd
dienden te worden op de lasten van de eigenaar
gebruiker. Een standpunt, dat thans, jaren later,
door het Landbouwschap wordt verkondigd.
Aan het bestuur van de Z. L. M. bleef de heer
Van Vloten waardevolle adviezen als lid van de
Financiële Commissie verstrekken. Dit bestuur
benoemde hem, als dank voor het vele belangrijke
werk voor de Zeeuwse boerenstand verricht, in
1954, tezamen met de heer D. W. Lindenbergh, tot
erelid.
De laatste jaren was de heer Van Vloten tevens
president-curator van de Landbouw Hogeschool te
Wageningen. Het is dit werk, dat hem thans uit
Zeeland dpet vertrekken. Door het in werking tre
den van een wijziging van de wet op het hoger
landbouwonderwijs is het collége van curatoren
met ingang van 15 mei j.l. vervangen door een be-
stuur van 8 leden. I eervolle taak van voorzitter
van dit bestuur is aan de heer Van Vloten opge
dragen.
Een woord van gelukwens met deze benoeming
paart zich aan een woord van dank voor het zegen
rijke werk in Zeeland verricht. De Z. L. M. hoopt
op haar hoogtijdagen haar erelid Van Vloten nog
menigmaal te n. jgen begroeten. Op 6 juni zal op
een receptie officieel afscheid genomen worden.
Reeds hier kan worden vermeld, dat de naam van
de heer Van Bommel van Vloten met gulden letters
in het boek van Zeelands agrarische historie ge
grild zal staan.