Tuinbouwlantaarn 335 De teelt van winterbloemkool (Brocoli) brandnetels en houtige gewassen zoals bramen y«rJiriigb«ar bü Plaatselijke Coöperatie».. Verduqt - Agenten en Jebg - Depót* LANDELIJKE WERKTUIGENDEMONSTRATIE VOOR DE FRUITTEELT P. J. van der Móere Bestrijdingsmiddelen ZATERDAG 1 JUNI 195 7. ONDER de Wij willen deze week eens stilstaan bij deze teelt, die in onze provincie en wel in het bijzon der in Walcheren dit voorjaar met zeer goede resultaten uit de bus is gekomen. Aan het einde van het teeltseizoen is door de Zeeuwse Groentetelers Vereniging een rapport opgemaakt over de resultaten die behaald zijn bij bovengenoemde teelt. Wij nemen uit dit rapport gaarne verschillende gegevens over, aangezien deze teelt steeds meer en meer in de belangstelling komt en velen reeds plannen maken om ook eens op bescheiden schaal te gaan beginnen. Allereerst wordt in het rapport een terugblik geworpen op de verschillende teeltwijzen, die goed of onjuist zijn geweest in het afgelopen seizoen. De planttijd. Geconstateerd werd, dat de plant- tijd op vele bedrijven aan de late kant was. Als de beste planttijd wordt aangenomen, de eerste twee weken van augustus. Door vele tuin ders is echter in de laatste helft van augustus ge plant. Dit late planten vond zijn oorzaak in de natte zomer, waardoor de landbouwerwten, gerst en tarwe niet eerder geruimd konden worden. Dank zij de vele regen en de vochtige grond, kon den de planten weer spoedig tot groei komen. De plantafstand. Op de meeste bedrijven was een afstand van 60 bij 60 cm aangehouden. Op sommige ook 75 bij 75 cm. De Jcoolvliegmaden. Aangezien veel tuinders niet meer bedacht waren op dit insect en er dus geen bestrijding tegen uitvoerden, was er nog al wat schade toegebracht door de koolvliegmaden. Aangezien de grond steeds vochtig was, konden de planten weer nieuwe wortels vormen, doch deze planten bleven achter en vielen in de winter of in het voorjaar toch nog weg. Het onkruid. Door de vele neerslag was er be grijpelijk veel onkruid. Op de plaatsen, waar deze niet voldoende is bestreden, heeft de grootte van de oogstbare kool hiervan nadelige gevolgen gehad. Vorstschade. Door de bijzonder zachte winter kwam er geen vorstschade in de planten voor, zodat hierdoor geen planten verloren zijn gegaan. Natte grond. Op meerdere bedrijven vielen een aantal planten weg tengevolge van de te natte grond. Op goed ontwaterde gronden zijn de plan ten zeer goed door de winter gekomen. Bemesting. Dank zij de vochtige grond kwam de kunstmest, welke in het voorjaar bij de plan ten werd gestrooid, juist op tijd ter beschikking van de planten. De oogst. Deze viel dit jaar belangrijk vroeger dan normaal, zowel voor de vroege als voor de mid- delvroege rassen. Zo werd b.v. in 1956 op 30 april nog volop kool geoogst van het vroege Z. G. V.-ras. In 1956 was de oogst echter veel later dan nor maal. In het afgelopen seizoen viel de topoogst van dit vroege ras in eind maart. Het middel- vroege ras was in 1956 oogstrijp van 9—15 mei. Dit seizoen was op 1 mei praktisch alles geoogst. De afzet. Dank zij de aanvoer van grote par tijen kon de afzet goed geregeld worden en ver liep deze bijzonder vlot. Voor zover kon worden nagegaan werd er dit jaar voor het eerst winter bloemkool aangekocht door de handel voor afzet buiten het Zeeuwse consumptiegebied. De prijs. Deze kan wel bijzonder goed worden genoemd. Men heeft prijzen gemaakt die men voordien nog nimmer heeft kunnen maken. Wan neer men de prijsnoteringen van de veiling „Wal cheren" te Middelburg, welke in het rapport wor den weergegeven inziet, dan blijkt hieruit, dat de telers van de winterbloemkool goede zaken heb ben gedaan. Het totale overzicht van de winter bloemkool, geveild in veiling „Walcheren" is als volgt kwaliteit stuks bedrag middenprijs A 39 31705 21512,— ƒ0,66 B 33 26342 10183,— ƒ0,38 C 23 18143 4044,— ƒ0,22 D 5 4260 469,- ƒ0,11 100 80450 36208,— 0,45 Vooral de grote maten kool brachten zeer hoge prijzen op. Als bijzonderheid viel nog te vermel den, dat een kist van 2 stuks kool, welke over de kop gemeten een grootte hadden van 45 cm, 1,50 per stuk opbracht. Over de financiële resultaten in 1957 zijn de telers van winterbloemkool dus wel zonder uitzon dering tevreden. Toch blijken er nog grote ver schillen te zijn in opbrengst. Er zijn telers, die aan een opbrengst van ƒ75,per are komen, maar er zijn ook telers, die 150,per are aan opbrengst hadden. Het is dus mogelijk om door een juiste teelt en werkmethode de financiële resultaten belang rijk te verhogen. Voor zijn accuratesse en vak manschap wordt men bij de teelt van winter bloemkool ruimschoots betaald. De afzet in de toekomst. Een wijs mens heeft eens de opmerking gemaakt, dat wij allen rugge lings meerijden op de wagen van de Tijd. Daar door is het ons onmogelijk te zien wat voor ons ligt. Zo is het eigenlijk ook met de afzetkansen van winterbloemkool. Dat wil echter niet zeggen, dat men de zaken maar moet nemen zoals ze komen. Op grond van vaststaande feiten en bepaalde tendenzen, die men in het leven kan waarnemen, is het toch wel mogelijk om bepaalde conclusies te trekken omtrent zaken die nog in de schoot van de toekomst verborgen liggen. Een vaststaand feit is, dat bloemkool tot de betere en veel gevraagde groente behoort, waar naar in heel Nederland gedurende de voorjaars maanden een grote vraag is. De glastuinders trachten zo vroeg mogelijk met bloemkool op de veiling te komen. De aanvoer van kasbloemkool komt steeds zo eind april/begin mei tot half mei. Daar bloemkool geen goede voorvrucht is voor kastomaten in verband met de late oogstbaarheid, mag niet verwacht worden, dat met dit produkt de landelijke vraag voorzien zal worden. Boven dien komt maar een gedeelte van de oogst in april en wordt er nog kasbloemkool geëxporteerd. Een veel groter kwantum brengen de impor teurs op de markt. Dit begint reeds in februari maart met Italiaanse bloemkool en in april met Franse bloemkool. In voorgaande jaren was er in april meestal geen grote invoer van bloemkool uit Frankrijk, daar de import door overheidsbe moeiing werd tegengegaan. Nu Frankrijk echter ook medewerker geworden is aan de vorming van de Euro-markt, zal er in de toekomst wel rekening gehouden moeten wor den met een groter import in april van Franse bloemkool. Frankrijk is echter geen goedkoop land. Onge twijfeld zullen de Nederlandse vollegrondtelers tegen een lagere prijs kunnen telen dan hun Franse collega's. Naast deze aanvoerders (kaskool en import) komen de Zeeuwse telers met hun winterbloem kool. Gezien de goede teeltuitkomsten van dit sei zoen mag verwacht worden, dat er een flinke uit breiding van deze teelt zal komen en dit niet al leen in Zeeland, doch ook in andere provincies. Door het verschijnen van het Zeeuwse produkt op de binnenlandse markt is er thans reeds bij telers in andere provincies een grote belangstel ling gewekt voor de teelt van winterbloemkool. Ondanks deze teeltuitbreiding en de te verwach ten grotere import, meent men echter, dat men niet bevreesd behoeft te zijn, dat in de toekomst, de winterbloemkool tegen afbraakprijzen verhan deld zal moeten worden. Reeds eerder is er op gewezen dat de kasbloem kool in april met hoge produktiekosten tezamen met de importbloemkool met eveneens hoge pro duktiekosten staan tegenover een grote vraag. Daarnaast is het nodig, dat op de grote onzeker heid van de teelt in ons land gewezen wordt. In een winter als die van 19561957 kon men de winterbloemkool in iedere provincie van ons land op droge grond telen. Maar hoe vaak heeft men zulk een winter? In alle vakboeken van de groenteteelt staat, dat men brocoli alleen op Walcheren kan telen en dat zelfs in dit gebied de teelt zeer onzeker is vanwege de kans op bevriezing. Wat is er van deze bewering waar en wat is er gewijzigd sinds men dit schreef? Uit de buitenlandse ervaringen blijkt, dat de teelt van winterbloemkool het beste uitgeoefend kan worden in de kustgebieden. Walcheren was wel de meest noordelijke uitloper van deze teelt. In Engeland treft men ook meer in het binnen land wel teeltcentra aan, doch men teelt daar (Advertentie.) ter bestrijding van Een product van N.V. N0URY VAN DER LANDE'S EXPLOITATIE MIJ. Deventer meest de late rassen welke pas in mei-juni oogst- baar zijn. Bovendien is de kleur van deze rassen niet zui ver wit, doch crème tot saffraan geel. Voorheen werd steeds zaad betrokken uit het buitenland. Daar de winters daar minder streng zijn dan in ons land is het te begrijpen, dat de zaaddragers niet geselecteerd zijn op die lage temperatuur welke in ons land meestal voorkomt. De winterhardheid van de geteelde kool was dan ook niet groot, zodat de teelt inderdaad ook op Walcheren zeer onzeker was. Om te kunnen beschikken over enkele voor ons land bruikbare rassen dienden dus de zaaddragers op winter hardheid te worden geselecteerd. Zo hebben de zaaddragers van het middelvroege ras, waarvan in 1956 zaad is verstrekt aan de tuinders een tem peratuur overleefd van 13° C. Dit betekent nog niet, dat de nakomelingen deze lage temperatuur ook altijd zal kunnen verdragen zonder schade. Uit ervaring is echter wel gebleken, dat de wijze waarop men de planten teelt van zeer grote in vloed is op de winterhardheid. De teler kan door zijn teeltzorgen de winterhardheid wel gunstig beïnvloeden. Wij moeten het deze week hierbij laten, doch hopen in het volgende nummer nog even terug te komen op deze teelt. Wij zullen u dan ook uit het rapport, dat is opgemaakt door de heer M. Wat- tel zijn adviezen voor een goede teelt aan u door geven. Op donderdag 6 juni a.s., van 10 tot 4 uur wordt te Hemmen (bij Zetten) in de Betuwe de jaar lijkse landelijke werktuigendemonstratie voor de fruitteelt gehouden, en wel in de uitgestrekte boomgaarden van het Van Lyndens Fonds. Deze demonstratie wordt georganiseerd door de werktuigencommissie van de Nederlandse Fruit telers Organisatie in samenwerking met het Land bouwschap. Deze gespecialiseerde demonstratie wordt dit jaar gewijd aan werktuigen voor de ziektenbestrij- ding en regeninstallaties. Aan de automatisering, het gebruik van spuit- machines zonder bedienend personeel, die dit jaar de algemene belangstelling heeft, wordt in het bijzonder aandacht geschonken. Tengevolge van de zware nachtvorstschade is er een toenemende belangstelling voor nachtvorstbestrijding door watergeven. De regeninstallaties zullen hiervoor den aangepast. Alle soorten machines en installaties, die thans in ons land aan de markt zijn zullen worden ge demonstreerd en de demonstratie zal dus een vol ledig overzicht geven van de huidige stand der mechanisatie. Behalve de nieuwste machines in de boven staande groepen is een afzonderlijk terrein inge richt, waarop door de commissie van voorberei ding enkele nieuwe machines worden gedemon streerd. Dit zijn o.a. enkele werktuigen voor grond bewerking in de bomenrij, een trekker met auto matische besturing, de kunstvogel voor spreeuwen- afweer. In de grote hal van de veiling Midden-Betuwe te Zetten (tegenover het station) is voorts een uitgebreide expositie ingericht van machines, werktuigen, materialen en grondstoffen voor fruit teelt en land- en tuinbouw. De voorlichting van de bezoekers wordt ver zorgd door medewerkers van het Instituut v.oor Tuinbouwtechniek te Wageningen zowel collec tief door middel van een geluidsinstallatie, als individueel in een speciale stand. Het station te Zetten heeft een uurdienst op Nijmegen—Arnhem en op GeldermalsenDor drecht. Vanaf het station onderhouden' kleine autobussen een pendeldienst naar het demonstra tieterrein. Bezoekers, die per auto komen vinden ruime parkeergelegenheid zowel bij hét demon stratieterrein als bij de veiling. Bezoekers, die tijd over hebben, kunnen op het proefbedrijf „Boom en Vrucht" te Resteren ieder uur een rondleiding volgen. Behalve nieuwe boom- vormen is hier zeer interessant de zeer geslaagde proef tegen nachtvorstbestrijding. (Advertentie.) Telef. 1108 200 KORTGENE Groothendel in van VAN WIERSUM, Groningen, N.V. INSECTO, Boxtel, I.C.I., Rotterdam. o.a. D.N.C., MCPA, DNPB, Dieldrin, Aldrin, Geserol, DDT, Lindaan, Parathion, Premin, Basudine, Zineb, Maneb, Koperoxychloride 50 Tomorin, enz. Rugsproeiers en Vernevelaars.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1957 | | pagina 11