<~0oor cle *""1
Algemene vergadering
298
VAN HET PLATTELAND
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
van de afdeling Zeeland van de Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen
gehouden te Goes op 8 mei 1957
Openingsrede van de Presidente.
Dames en Heren,
Als wij in deze tijd van het jaar langs dijken en
■wegen wandelen of rijden, voelen wij meer dan
anders hoe bevoorrecht wij zijn te mogen wonen
op het platteland, waar wij de wisseling der jaar
getijden van zo dichtbij kunnen beleven. Na de
winterslaap is de natuur ontwaakt en heeft zich
in haar feestkleed gestoken. Wij mogen genieten
van bloeiende bongerds, gouden koolzaadvelden,
groene akkers en weiden. Alles is vol belofte.
Maar niet altijrl gaat deze belofte in vervulling.
Toen wij verleden jaar in de eerste dagen van
mei onze algemene voorjaarsvergadering in Krui-
ningen hielden en zagen hoe het koren groeide
op de aan de zee opnieuw ontrukte akkers, ge
waagden wij ook van de belofte, die daaruit sprak.
Doch deze ging niet in vervulling. De uitzonder
lijk koude en natte zomer bedierf veel en alge
meen kon er gesproken worden van een slecht
jaar voor de landbouw. Het was de tweede ongun
stige zomer in drie jaren tijds, waarin op vele
landbouwbedrijven met verlies werd gewerkt. Voe
gen wij daarbij de daling van prijzen van ver
schillende agrarische produkten en letten wij
daarbij tevens op de gestegen kostprijs, dan is
het ons duidelijk dat de toestand er niet roos
kleurig uitziet. Wanneer het de boer slecht gaat,
ondervindt het gehele platteland daarvan de
weerslag. Het is dan ook niet te verwonderen, dat
er ongerustheid heerst en men zich allerwege af
vraagt wat er gedaan kan worden om de toestand
te verbeteren. U hebt, naar wij hopen, het laat
ste nummer van „De Plattelandsvrouw" gelezen,
waarin mevrouw EversDijkhuizen, presidente
van de afdeling Groningen van onze bond een
artikel schreef met als titel: „Spanning Onge
rustheid op het platteland. Wat doet onze.Bond
voor ons? Nu!?"
U hebt hierin kunnen lezen hoe zij daarin ver
schillende problemen, die het platteland aangaan,
behandelt. Hoe de plattelandsbevolking de door
de overheid gevolgde economische politiek in de
na-oorlogse jaren voor de agrariër als in hoge
mate onrechtvaardig aanvoelt. Bovendien vol
trekken zich veranderingen op het platteland, die
spanningen veroorzaken. Denken wij bijvoorbeeld
maar eens aan het wegzuigen van mannelijke en
vrouwelijke werkkrachten naar de industrie-cen
tra of aan de gemeenteklassificatie, waardoor het
moeilijk is goede onderwijskrachten voor ons plat
teland aan te trekken.
Het is volkomen begrijpelijk, dat vele leden zich
thans afvragen of de Bond ook iets kan doen. Wij
kunnen u de verzekering geven, dat het Hoofd
bestuur zich voortdurend met deze vraag bezig
houdt en zich beraadt op welke wijze men deze
kan beantwoorden. Er is nauw kontakt met het
K. N. L. C., er worden gegevens verzameld om, als
wij onze stem zullen laten horen, beslagen ten
ijs te komen. De leden kunnen er van overtuigd
zijn, dat zoals mevrouw Evers schrijft, de Bond
voortploegt en voortgaat op de ingeslagen weg de
belangen van het platteland te dienen.
Wij weten, dat vele vrouwen in de agrarische
bedrijven het momenteel hard hebben. Zij moe
ten niet alleen hard werken omdat hulp niet be
taald kan worden of niet te krijgen is, maar zij
zijn bovendien met de zorg belast de eindjes zo
goed mogelijk aan elkaar te knopen.
Er wordt weieens lichtvaardig gezegd: „Och, er
zijn zoveel vette jaren geweest, dus moeten de
magere daarmee maar worden opgevangen". Wie
zo spreekt, geeft zich vaak niet voldoende reken
schap, dat door de hoge en sterk progressieve be
lastingen het op de meeste bedrijven niet moge
lijk is voldoende te reserveren voor slechte jaren.
Wij spraken er reeds van, dat vooral de vrouwen
het hard te verduren hebben en zij hebben meer
dan ooit tevoren onze Bond nodig al is het slechts
éénmaal per maand met de leden van de afde
ling samen te komen, de band te voelen, die ons
allen bindt en zij het dan misschien voor korte
tijd de zorgen te vergeten en nieuwe krachten,
frisse ideeën op te doen voor de komende dagen.
Daarom is het van het grootste belang, dat de
geest in de afdelingen goed is. Laten wij steeds
voor ogen houden, dat de Bond uit afdelingen is
opgebouwd en het dus een levensbelang voor onze
organisatie is, dat de afdelingen gezond en krach
tig zijn.
Zoals wij konstateerden, wordt er in deze dagen
zo vaak de vraag gesteld: „Wat doet de Bond
voor ons, maar wij zouden nu ook een andere
vraag willen stellen en wel de volgende: „Wat
doen wij voor onze Bond?" En met dit wij, bedoel
ik niet alleen de bestuursleden van de afdelingen,
maar allen, die zich leden van de Nederlandse
Bond van Plattelandsvrouwen noemen.
Bezoeken wij b.v. regelmatig de vergaderingen?
Vragen wij ons weieens af hoe verdrietig het voor
'n bestuur is als de opkomst veel te wensen over
laat en hoe wij het geheel hiermede schaden?
Zijn wij bereid het bestuur te helpen als er een
beroep op ons wordt gedaan? Beseffen wij wel
voldoende, dat er alleen vruchtbaar gewerkt kan
worden als alle leden hun daadwerkelijke steun
geven? De Bond is uit afdelingen opgebouwd en
de afdelingen uit leden. De leden zijn dus de
kleinste cellen waaruit onze organisatie is opge
bouwd en zoals in ons eigen lichaam de miljoe
nen kleine cellen samen ons organisme voeden
en tot arbeiden in staat stellen, zo moet ook ieder
lid van onze Bond meehelpen de organisatie zo
krachtig mogelijk te maken. Dit kunnen wij ook
bereiken als wij ons inzetten nieuwe leden te wer
ven, want hoe groter het ledental, hoe krachtiger
onze stem kan klinken en kan doordringen tot
het parlement en de regeringstafel. Doen wij wer
kelijk ons best nieuwe leden te werven? Hebben
wij die moeite voor onze Bond over? Het zal U
wel duidelijk zijn, dat wij niet met de handen in
de schoot kunnen zitten nu de alarmklok over
het platteland luidt. Deze luidt niet alleen voor
de boer, maar ook voor de middenstand en ver
der voor bijna allen, die het platteland bevolken.
Wij moeten bereid zijn te strijden voor de belan
gen van onze plattelandsbevolking en dit kunnen
wij niet beter doen dan in onze Bond te dienen.
Meer dan ooit moeten wij er ons rekenschap van
geven dat wij voort moeten en tot strijden bereid.
Voor ons allen klinkt
Mensenkind voort in het wondere leven,
rust u ten strijd!
Hoort gij de leus niet al-omme geheven:
„Rust u ten strijd?"
Wee, wie er weifelend achtergebleven,
't kampen vermijdt!
Rouw kiemt uit rusten en stilstaan is sneven:
„Rust u, rust u ten strijd".
Of u de weelde der lieflijkste dreven,
't harte verblijdt,
Of er de lent' en de liefd' u omgeven:
„Rust u ten strijd!"
Kracht brengt het kampen en
sterk maakt het streven.
Mens, wie gij zijt.
Op uw banier zij de leuze geschreven
„Rust, ja rust na den strijd!"
Met de wens, dat ook deze bijeenkomst er toe
bijdragen moge onze verbondenheid te bevorde
ren, verklaar ik deze algemene vergadering voor
geopend.
Na het zingen van het bondslied werden ver
schillende huishoudelijke zaken afgehandeld. De
prov. sekretaresse mej. A. v. d. Leeden gaf in een
beknopt en duidelijk jaarverslag de voornaamste
gebeurtenissen in de afdeling Zeeland weer en
wees er op, dat het ledental in het afgelopen jaar
met 102 was gestegen tot 2150, doch dat 't ideaal
van de presidente„De vrouw van iedere Z.L.M.-er
lid van onze Bond" nog lang niet is bereikt. In
1956 werd een nieuwe afdeling opgericht en wel
te Noordwelle. Uit het financieel verslag bleek,
dat de rekening over het voorbije jaar sloot met
een batig saldo van 190,43. De begroting, inge
diend door de penningmeesteres mevr. G. Koop-
man-Klompé werd goedgekeurd.
Mej. M. de Vos uit Westkapelle bracht verslag
uit van de najaarsvergadering in Utrecht, waarna
de verkiezing van prov. bestuursleden volgde. Ter
wijl de afgevaardigden hun stembiljetten invul
den, zongen de honderden dames in de zaal on
der leiding van mej. v. d. Leeden een paar aardi
ge liedjes. Toen de stemmen geteld waren bleek,
dat alle kandidaten met algemene stemmen ge
kozen waren. Dit betekende dus, dat zij, die her
kiesbaar waren in het prov. bestuur blijven en er
voor mevrouw Jansen-Glas mevrouw v. d. Wek-
ken-v.d. Sluis in de plaats komt met als plaats
vervangster mevr. Versteeg en mevrouw Huys-
man-Griep wordt opgevolgd door mevrouw Hir-
des-Francke met als plaatsvervangster mevrouw
De Goffau de Jong.
Vervolgens konden verschillende diploma's van
de prov. handwerkwedstrijd worden uitgereikt en
was het voor Zeeland een grote eer, dat er o.a.
een eerste pfijs voor kloskant bekendgemaakt
kon worden, die gewonnen werd door mej. W.
Minderhoud uit Westkapelle.
Daarna kwam het officiële afscheid van de pre
sidente mevr. Huysman-Griep. In welgekozen
woorden dankte de vice-presidente mevr. W. van
Veen-Van Lochem de scheidende presidente voor
alles wat zij in de afgelopen vijf jaar voor de af
deling Zeeland heeft gedaan. Als aandenken
bood zij een bijzonder fraaie Walcherse gouden
strik aan, die zij meteen opspelde. Een tuil rozen
completeerde dit geschenk.
De secretaris van de Z. L. M. de heer mr. J. F. G.
Schlingemann sprak waarderende woorden na
mens zijn organisatie, waarna mevr. G. Dorst-
Vos het woord voerde en er op wees, dat de schei
dende presidente na haar strijd in de voorste ge
lederen en na vele raadselen te hebben opgelost
nu weer naar de soldaten kon terugkeren, zoals 't
soldaatje uit Wenen waar wij zojuist samen van
gezongen hadden.
In haar antwoord zeide de presidente o.m., dat
zij zeer erkentelijk was voor de woorden van
dank, die aan het adres van haar man waren ge
richt. „Als er iemand is, die in de laatste vijf jaar
offers voor de Bond heeft gebracht, dan is hij het
geweest. Ik deed het werk met liefde en enthou
siasme, dus betekende het voor mij geen offer,
maar hij moest mij telkens weer afstaan aan de
Bond. Daarom komen de dankwoorden, die van
daag tot mij gericht worden hem voor 75% toe".
Een staande ovatie, die door haar spontaniteit
ontroerend was, besloot dit officiële afscheid.
Na de middagpauze trad het kindercircus „Het
jeugdhonk" op, waar van de stampvolle zaal kos
telijk genoten heeft. Velen vonden dit nog mooier
dan een echt circus. De kinderen speelden voor
treffelijk en wij bewonderen de leiding, die dit
alles met deze kinderen bereiken kan. Zeeland
is de eerste provincie waar dit werk op verzoek
van de Herv. Jeugdraad wordt gedaan. Het was
een gelukkige gedachte van het bestuur van onze
Prov. afdeling dit kindercircus te laten optreden
en zodoende de aandacht te vestigen op het ze
genrijke werk dat door Wika Hiensch en zijn me
dewerkers wordt verricht.
Naschrift: Vermoedelijk wordt in de volgende
maand de nieuwe prov. presidente gekozen in de
eerstvolgende vergadering van het prov. bestuur.
Tot dat tijdstip wordt het presidium waargeno
men door de vice-presidente mevr. W. van Veen-
van Lochem te Oostburg.
Het atlviesbureau voor woninginrichting kreeg opdracht een voorbeeld
woning in te richten!
Ja, dat is nu heus een buitenkansje voor het
adviesbureau, dat zo maar in de schoot behoefde
te worden opgevangen. Ten eerste betekent dit,
dat het werk van de dames wordt gev/aardeerd
en ten tweede is het voor hen plezierig zich op
een grote opdracht te kunnen beraden, die het
voordeel heeft, dat zij tot nut van het algemeen
kan worden aangewend. Nu heb ik u echter nog
niet verteld waar het precies om gaat. Welnu, wij
zullen u uit de droom helpen.
In de M. D. de Grootstraat is een aantal huizen
verrezen, gebouwd door Bredero's bouwbedrijf
N.V. Nieuwe Gracht 6 te Utrecht. Een van deze
woningen wordt nu op verzoek van dit bouwbe
drijf als modelwoning ingericht en is daarna
voor het publiek te bezichtigen. Er zal voor des
kundige rondleiding worden gezorgd, zodat het
een ideale gelegenheid is om met groepen platte
landsvrouwen een excursie naar dit modelhuis te
organiseren. Goes ligt in het centrum van onze
provincie en dus kan er gemakkelijk in de mid
daguren een reisje naar onze Ganzestad worden
gemaakt. Een nuttiger uitstapje is niet spoedig
te vinden.
Nadere bijzonderheden volgen in de vrouwen
pagina van 1 juni. Wij raden de besturen van de
afdelingen van de Bond van Plattelandsvrouwen
aan nu vast een middag in juni te bespreken voor
een bezoek aan de modelwoning.
Bedenk, dat een modelwoning nog doeltreffen
der is dan een woningtentoonstelling en dat het
met 't oog op de steeds schaarser wordende huis-
huidelijke hulp noodzakelijk is, dat wij ons huis
zo praktisch mogelijk inrichten, opdat wij het
werk zelf aan kunnen zonder overbelast te raken.
KOMT ALLEN? IEDEREEN IS WELKOM
RED.