Bedrijfseconomie Gebrs. De Jongh VERZEKERING 5 KEN 209 De wettelijke aansprakelijkheid van boer en tuinder Chemische onkruidbestrijding in Uien en Bieten ZATERDAG 6 APRIL 1957 (XL VII) AFWENTELING VAN BELASTINGEN. Een vorige maal hebben we gezien dat afwente ling van belastingen alleen mogelijk is via ruil. Het is misschien beter om in plaats van afwenteling te spreken van overdracht. Wij gebruiken deze be grippen zonder op mogelijk verschil te letten. De overdracht van belastingen heeft belangrijke gevolgen voor het economisch leven. We komen hier op het terrein van vraag en aanbod van goe deren. Indien een onderneming er in slaagt bepaalde belastingen ©ver te dragen, wil dit zeggen dat ze deze belastingen in haar kostprijzen incalculeert en in haar verkoopprijzen (dus via ruil) weer van de consumenten terug ontvangt. Overdracht van belastingen leidt dus tot hoger prijzen en beïnvloedt vraag en aanbod. We kunnen dit het best duidelijk maken met een eenvoudige grafische voorstelling, We ontlenen deze aan het bekende Leerboek der Bedrijfsecono mie deel I van Meij/Snel. Een grafische voorstelling als deze lijkt nogal in gewikkeld. Onze lezers die de volgende toelichting lezen zullen bemerken dat dit erg meevalt. Vanuit het punt 0, links onder aan de grafiek zijn 2 lijnen getrokken, een horizontale naar het punt X en een verticale naar het punt Y. Op de horizon tale lijn de zgn. X as zetten we de hoeveelheden van het artikel af, op de verticale lijn de zgn. Y as, de prijzen. Bedraagt nu de prijs EE dan wordt hiervoor een hoeveelheid OF aangeboden. De totale omzet van het artikel wordt dan aangegeven door de recht hoek OBEF. Indien nu een bepaalde belasting in de kostprijs wordt opgenomen b.v. ter grootte van AC (zie ver ticale lijn), dan stijgt de prijs tot E'F'. De totale omzet wordt dan aangegeven door de rechthoek ODE' F'. De lichtgebogen lijn (curve) VV' noemen we de vraagcurve en we zien dat deze loopt door de pun ten E en E'. We zien verder dat de curve AA' het punt E pas seert en de curve CC' het punt E'. Op deze snijpun ten van vraag en aanbodcurve komt de prijs tot stand en vinden vraag en aanbod hun evenwicht, We kunnen in deze schetsen op dit hoogst be langrijke en zeer interessante vraagstuk niet ver der ingaan, maar het zal onze lezers, die de moeite namen bovenstaande grafiek eens rustig na te gaan, nu wel duidelijk zijn hoe belangrijk het vraag stuk van de ©verdracht van belastingen is. Het zal dan stellig bij hen geen verwondering wekken dat tot in onze Staten-Generaal over kostprijsverlagen de belastingen moet worden gesproken. B. MEIJERS, Dir. Boekhoudbureau Z. L. M. ERRATUM. In schets XLVI is tot onze spijt een storende fout geslopen waardoor een gehele alinea onleesbaar is geworden n.l. alinea 6 van onderaf. Hier staat: De vraag wanneer dan wel de mogelijkheid van afwenteling aanwezig is en dus wanneer de afwen teling aanwezig is en dus wanneer de bezien van het totale ondernemingencomplex. Deze zin meet luiden: De vraag, wanneer dan wel de mogelijkheid van afwenteling aanwezig is en dus wanneer de belas tingen een kostenfactor vormen moeten we bezien van het totale ondernemingencomplex. M. In de praktijk blijkt, dat het bij velen nog lang niet duidelijk is, wanneer zij eigenlijk wettelijk aansprakelijk zijn. In het korte tijdsbestek, dat wij ons via Landbouw Risico met de W. A.-verzeke- ring bedrijf enz. bezig houden, hebben wij dan ook al verschillende malen de degens moeten kruisen met leden, die voor een bepaald voorval met alle geweld wettelijk aansprakelijk willen zijn om zo doende de toegebrachte schade onder de W. A.- verzekering te doen vallen. In tegenstelling tot b.v. de brandverzekering, cascoverzekering bij motorvoertuigen, ongevallen en ziekteverzekering enz., kunnen wij in ons bur gerlijk wetboek (B. W.) vinden, wanneer er sprake is van wettelijke aansprakelijkheid. Het boek dus, waarin onze wetgever alle nood zakelijke bepalingen heeft vastgelegd, en waaraan wij ons als Nederlandse staatsburgers zonder meer hebben te houden. Hoewel een ieder geacht wordt de wet te kennen, is het wellicht toch geen overbodige luxe het -B. W. daar open te slaan, waar de bepalingen omtrent de wettelijke aansprakelijkheid zijn opgenomen. Wij lezen dan in artikel 1401 het volgende: „Elke onrechtmatige daad, waardoor aan een ander scha de wordt toegebracht, stelt degene door wiens schuld die schade veroorzaakt is, in de verplich ting om dezelve te vergoeden." De redaktie van dit artikel is wel zonder meer duidelijk. Artikel 1402: „Een ieder is verantwoordelijk, niet alleen voor de schade welke hij door zijn daad, maar ook voor die welke hij door zijn nalatigheid onder zijn toezicht heeft. Ook dit artikel behoeft geen nadere toelichting. Artikel 1403: „Men is niet alleen verantwoorde lijk voor de schade, welke men door zijn eigen daad veroorzaakt, maar ook voor die, welke ver oorzaakt is door de daad van personen voor welke men aansprakelijk is, of door zaken welke men onder z ijn toezicht heeft. De ouders of voogden zijn verantwoordelijk voor de schade, veroorzaakt door de minderjarige kin deren die bij hen inwonen en over wie zij de ouder lijke macht of voogdij uitoefenen. De meesters en degene, die anderen aanstellen tot de waarneming hunner zaken, zijn verantwoor delijk voor de schade door hun dienstboden en ondergeschikten veroorzaakt in de werkzaamheden waartoe zij dezelve gebruikt hebben. De schoolonderwijzers en werkmeesters zijn ver antwoordelijk voor. de schade door hun leerlingen en knechts veroorzaakt, gedurende de tijd dat de zelve onder hun toezicht staan. De hierboven vermelde verantwoordelijkheid houdt op, indien de ouders, de voogden, de school onderwijzers en werkmeesters bewijzen, dat zij de daad voor welke zij aansprakelijk zouden zijn, niet hebben kunnen beletten." Artikel 1404: „Dp eigenaar van een dier, of de gene die zich van hetzelve bedient, is zo lang het zelve tot zijn gebruik verstrekt, aansprakelijk wegens de schade welke het dier heeft veroorzaakt, hetzij hetzelve onder zijn toezicht en bewaring, dan wel verdwaald of ontsnapt zij." Het gestelde in de artikelen 1403 en 1404 is uiter mate belangrijk. Hieruit blijkt dus, dat men niet alleen aansprakelijk is voor zijn eigen daden of nalatigheden, doch ook voor de daden van zijn kin deren, personeel, het vee enz. MISVERSTAND WEGNEMEN. Een punt, waarover een enorm misverstand be staat, is dit, dat talloze werkgevers in de mening verkeren, dat zii voor de daden van hun personeel aansprakelijk zijn vanaf het moment, dat deze zich van huis naar het bedrijf begeeft tot het moment waarop hij 's avonds in zijn woning is teruggekeerd. In artikel 1403 staat echter uitdrukkelijk, dat de werkgever slechts verantwoordelijk, ergo aanspra kelijk, is voor de schade door het personeel ver oorzaakt gedurende de tijd, dat dezelve onder zijn toezicht staat. Onder toezicht staat het personeel eerst als de diensttijd begonnen is, dus wanneer, normaal ge sproken, de werkzaamheden op het bedrijf een aan vang hebben genomen. Het toezicht neemt een einde zodra het werk (de diensttijd) wordt onder broken of beëindigd. Dit betekent, dat de werkgever dus niet aanspra kelijk is voor de daden van het personeel, wanneer deze des morgens naar het bedrijf komt of 's avonds naar huis gaat en evenmin tijdens de middagpauze. Dat omtrent het bovenstaande een misverstand bestaat vindt, naar ons ^evoelen, zijn oorzaak hier in, dat bij de ongevallenwet het begrip dienstbe trekking ruimer is geïnterpreteerd. De ongevallenwet bepaalt n.l., dat alle ongeval len, welke men overkomt tijdens de diensttijd, of verband houdende met de dienstbetrekking, onder deze wet vallen. Wanneer de arbeider zich dus 's morgens naar zijn werk begeeft, houdt zulks verband met zijn dienstbetrekking en zal derhalve een onderweg overkomen ongeval als zodanig onder de ongevallenwet vallen. Velen menen nu, dat het W. A.-risico van de werkgever ook zover strekt. Uit het bovenstaande valt echter op te maken, dat zulks geenszins het geval is. NOODZAAK W. A. VERZEKERING. Ons is de vraag gesteld of het voor de arbeiders dan ook noodzakelijk is een W. A.-verzekering af te sluiten. Wij kunnen daar volmondig „ja" op antwoorden. De arbeider draagt voor zijn gezin precies dezelf de verantwoordelijkheden als zijn werkgever. Dat wil zeggen, dat, wanneer zijn vrouw of kin deren een ongeval veroorzaken, hij aansprakelijk gesteld kan worden. Persoonlijk loopt de arbeider ook W. A.-risico. Immers buiten diensttijd, denk aan 's zaterdagsmiddags en zondags, is de arbeider zélf aansprakelijk. Daarom is het van uitermate groot belang de ar. beiders te wijzen op de noodzaak van het afsluiten van een zgn. VV. A.-particulier (gezinsverzekering). Deze W. A.-verzekering kunnen zij niet bij ons afsluiten, doch wel bij alle mogelijke partikuliere maatschappijen. De kosten variëren van 7,50 tot 10,per jaar. BROMFIETSEN. Een ander punt, dat eveneens bijzondere aan dacht vraagt, is dat van de bromfietsen. In de W. A.-verzekeringen bedrijf en partikulier, zoals wij en ook partikuliere maatschappijen die afsluiten, is het risico van motorvoertuigen uitge sloten. Als motorvoertuig wordt ook een brom fiets aangemerkt. Nu neemt het aantal bromfietsberijders, vooral ook onder de arbeiders, sterk toe. Veroorzaakt een arbeider tijdens de diensttijd een ongeval met zijn bromfiets, dan kan de werkgever wel wettelijk aan sprakelijk zijn, doch de schade wordt niet gedekt door de W. A.-verzekering bedrijf en partikulier. Gewenst en noodzakelijk is het alweer, dat voor deze bromfietsen een aparte W. A.-verzekering wordt afgesloten. Het beste is, dat de eigenaar van de bromfiets een dergelijke W. A.-verzekering afsluit. Als werkgever doet men verstandig het personeel ook op deze risico's te wijzen. WAAR MOET IK ZIJN? Tenslotte nog één opmerking. Talloze Z. L. M.- leden zijn nog niet tegen W. A.-risico bedrijf en partikulier verzekerd en beschikken evenmin over een goede ongevallen- en/of ziekteverzekering voor zichzelf of gezinsleden. Het aangewezen adres in deze is Landbouw Risico, afd. Zeeland, adres Land- bouwhuis, Goes. Deze onderlinge waarborgmaat schappij is opgericht door en voor boeren, fruit telers en tuinders. Vraagt daar inlichtingen. De L. (Advertentie.) Een garantie voor de hoogst mogelijke op brengst is, dat Uw Uien en Bieten boven komen op onkruidvrij land. Bestrijdt daarom 't onkruid vóór opkomst van de Uien en/of Bieten met „SHELL" P.E. 30. Vraagt U eens inlichtingen aan bij: POSTBUS 35 - GOES „SHELL"-Bestrijdingsmiddelen zijn o.a. verkrijgbaar bij: P. den Boer, Prov.weg B 129, Renesse.Tel. 51. Fa. C. Colpaart Zn, Wocnsdrecht C 18, Tel. 36. Fa. Joh. v. d. Ende Zn, Borssele, Tel. 01105 - 269 en 261. V. v. d. Hemel, Groede, Tel. 01173 - 203. Fa. Gebrs. Den Herder, Serooskerke, Tel. 01189 - 358 en 442. Fa. I. Hubregtse Co., 's-Gravenpolder, Tel. 01103 - 245 en 398. P. Koster, Tel. 01150 - 2067, Temeuzen; Tel. Axel 01155 - 685. M. Meeuwsen, Dorpsweg 25, Bruinisse, Tel. 84. J. van Oosten, Oostweg 11, Krabbendijke, Tel. 01134 - 485 D. J. de Regt, Kamperland, Tel. 01107 - 389. A. Rijnberg, St. Annaland, Tel. 91. A. J. Triou, Oostburg, Tel. 110. J. A. Weststrate, Axel, Tel. 01155 - 746. C. J. Wirtz, Heinkenszand, Tel. 01106 - 300.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1957 | | pagina 5