VERZEKERINGSZAKEN
'SCCIRLE VCCRZIBEfflGEf)
146
WAT IS EEN ALL RISKSVERZEKERING
DE LONEN IN DE LAND- EN TUINBOUW
21
18
21
18
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
De ervaring heeft ons geleerd, dat er over deze
kwestie in de praktijk enorm veel misverstand be
staat.
Met name bij de motorvoertuigenverzekering
komt deze vorm van verzekering vrij veel voor.
Sommigen zijn van mening, dat wanneer hun voer
tuig all risks verzekerd is, dan alle schades, voort
vloeiende uit een ongeval, vergoed worden. Ge
zien de aanduiding all risks (alle risico's) is dit
een vrij logische veronderstelling.
Heeft men echter, tengevolge van een ongeval
met het verzekerde motorvoertuig persoonlijk
letsel opgelopen, denk dan niet, dat eventuele zie
kenhuis- en dokterskosten ook onder deze all risks-
verzekering vallen.
Weer anderen zijn van mening, dat onder de all
risksverzekering geen W.A. dekking en/of brand
risico begrepen is.
Mede door het feit, dat all risks een zo alge
mene klank heeft, is over dit punt wellicht te wei
nig voorlichting gegeven. Wij willen dit onmiddel
lijk goedmaken. Voor een juist begrip diene dan,
dat er voor een motorvoertuig verschillende dek
kingsmogelijkheden zijn; nl.
1. uitsluitend dekking van de wettelijke aanspra
kelijkheid
2. uitsluitend dekking van de eigen wagenschade;
3. de W.A.-dekking plus brand, explosie en zelf
ontbranding;
4. een kombinatie van de punten 1 en 2; de zgn.
all risksverzekering.
Voornoemde 4 dekkingsmogelijkheden zullen
achtereenvolgens behandeld worden.
3. WETTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID.
Waar dit risico niet te overzien en daardoor de
meest noodzakelijke dekking is zal iedere motor -
voertuigbezitter zich wel tweemaal bedenken al
vorens te besluiten dit risico voor eigen rekening
te houden. In de praktijk zijn er tallozen, vooral
voor tractoren, bromfietsen en motorrijwielen, die
aan een W.A.-dekking voldoende menen te hebben.
Inderdaad is de W.A.-dekking de meest belang
rijke. Men is dan in ieder geval gedekt tegen de
'schade, welke men met het verzekerde voertuig
aan zijn medeburgers berokkend. Deze kan be
staan uit schade aan goederen, doch ook uit per
soonlijk letsel van zijn medeburger.
Vandaar ook, dat nooit vooraf te zeggen valt
hoe groot het W.A.-risico wel is. Een belangrijke
vraag bij het aangaan van een W.A.-verzekering is
dan ook: hoe hoog is de dekking? Deze moet naar
onze mening op zijn minst 100.000,bedragen
veiliger is ƒ200.000,of zoals bij de onderlinge
van de Z. L. M. 500.000,per gebeurtenis.
Een W.A.-verzekering voorziet dus niet in een
dekking van schade aan het eigen voertuig.
2. EIGEN WAGENSCHADE.
Onder eigen wagenschade moet verstaan worden
a. schade aan het motorvoertuig door brand,
daaronder begrepen wegens explosie en zelf
ontbranding;
b. schade aan het motorvoertuig door botsing,
te water geraken of omslaan;
c. schade door andere van buiten komende on
heilen als diefstal, kwaadwilligheid, verlies en
dergelijke eventualiteiten.
Wat de W.A.-verzekering dus mist wordt onder
dit punt gedekt. Een kombinatie van de punten
1 en 2 levert de zgn. all risksverzekering, waarop
we straks terugkomen.
De eigen wagenschade komt als aparte verzeke
ring weinig voor.
Dit zal de lezer ook wel duidelijk zijn na lezing
van de onder punt 1 behandelde W.A.-verzekering.
3. W.A.-DEKKING PLUS B. E. Z.
Hier hebben we dan een vrij veel voorkomende
vorm van verzekering bij partikuliere maatschap
pijen. Deze vorm biedt dus niet uitsluitend dek
king tegen de onder punt 1 genoemde wettelijke
aansprakelijkheid, doch ook een gedeeltelijke dek
king van de onder punt 2. genoemde risico's, n.l.
tegen brand, explosie en zelfontbranding (B. E. Z.
genoemd) van het eigen voertuig.
Waarom wij deze tussenvorm in de praktijk nog
veel tegen komen is naar onze smaak uitsluitend
een gevolg van rekenen.
Een all risksverzekering vindt men te duur en
met uitsluitend een W.A.-dekking voelt men zich
niet lekker. Daarom wordt de W.A.-verzekering
uitgebreid met de zgn. B. E. Z.-klausule, waardoor
de premie wat binnen de perken blijft. Het komt
ons echter voor, dat deze gekombineerde dekking
in de praktijk maar zeer matig voldoet.
4. ALL RISKSVERZEKERING.
Deze vorm van verzekering is de meest omvat
tende en is een volledige kombinatie van de dek
kingen, genoemd onder de punten 1 en 2.
Bij een all risksverzekering is dus het W.A.-
risico gedekt en ook het risico van eigen wagen
schade. Veroorzaakt men dus een aanrijding dan
wordt niet alleen de schade aan derden vergoed,
doch ook de schade aan het eigen voertuig.
Bij een all risksverzekering wordt echter geen
vergoeding gegeven voor zelf opgelopen persoon
lijk letsel en daarmede verband houdende kosten.
Heeft men een all risksverzekering dan is wel
het risico van brand, explosie en zelfontbranding
gedekt, waar het voertuig zich ook bevindt. (Zie
uiteenzetting onder punt 2.)
LET OP.
Een veel voorkomende fout, welke gemaakt
wordt, is dat het motorvoertuig toch op de brand-
polis van de inventaris wordt meeverzekerd on
danks het feit, dat een zgn. all risksverzekering
voor het voertuig is afgesloten.
Met de meeste klem zij er derhalve op gewezen,
dat bij het afsluiten van een all risksverzekering
voor een bepaald motorvoertuig, dat voertuig niet
nog eens op de brandpolis moet worden meever
zekerd.
En wanneer het betrokken oertuig reeds op de
brandpolis zou staan dan dient men deze post na
het aangaan van een all risksverzekering te laten
schrappen. Een ieder doet goed hierop te letten,
omdat een dubbele verzekering geen enkele zin
heeft.
Waar eveneens op gelet moet worden, wij her
halen het, is de dekkingsbedragen bij W.A.-risico.
Let er verder op, dat bij het aangaan van een
verzekering de looptijd niet wordt gesteld op 3, 5
of 10 jaar, terwijl slechts 1 jaar de bedoeling was.
En wanneer we dan toch aan het opletten zijn:
gaat dan op de polis na of de voorwaarden in
overeenstemming zijn met hetgeen men zich had
voorgesteld. Hierdoor kunnen eventuele teleur
stellingen worden voorkomen.
Komt men er niet uit dan is het Secretariaat
van de Onderlinge Verzekerings Mij voor Motor
voertuigen der Z. L. M. of haar vertegenwoordi
gers altijd gaarne bereid alle gewenste inlichtingen
te verstrekken.
de L.
In de Gewestelijke Raad voor Zeeland van het
Landbouwschap is overeenstemming bereikt over
een tussentijdse loonsverhoging, op basis van de
door het Landbouwschap bij de Regering ingediende
voorstellen, waarbij 1 et daarna door de Hoofdaf
deling Sociale Zaken uitgebrachte loonadvies is
gevolgd.
Aannemende dat de ingediende aanvullende col
lectieve arbeidsovereenkomsten door het College
van Rijksbemiddelaars kunnen worden goedge
keurd, zullen de lonen met ingang van maandag 4
maart 1957 als volgt bedragen:
LANDBOUW.
Paardenknechts en
tractorchauffeurs
17 jaar
18
19
20
21
22
23 tót 65 jaar
65 jaar en ouder
Vaste arbeiders
17 jaar
18
19
20
22
23 tot 65 jaar
65 jaar en ouder
Van 4 maart
t/m 30 april:
42,82 per week
48,83
56,34
62,35
67.61
71,36
75,12
68,96
Vakarbeiders:
0,73 per uur
0,83
0,96
1,06
1,15
1,22
1,28
1,17
Losse arbeiders:
17 jaar
19
20
22
23 tot 65 jaar
65 jaar en ouder
Vakarbeiders:
0,71 per uur
0,81
0,94
1,04
1,13
1,19
1,25
1,10
0,85
0,94
1,02
1,07
1,13
1
Vrouwelijke arbeiders:
Vakarbeiders:
17 jaar
19 jaar en ouder 0,85
Ongeschoolden:
0,61 per uur 0,55 per uur
0,73 0,66
0,77
over twee weken, terwijl de waarde der vakantie
bonnen voor de losse arbeiders dient te worden
gesteld op vijf maal het uurloon, verminderd met
het werknemersdeel der pensioenpremie.
TUINBOUW.
Vaste
Geoefende
Onge
vakarbeiders
arbeiders
schoolden
per week
per week
per week
17 jaar
39,68
38,75
35,06
18
45,24
44,19
39,98
19
52,22
50,99
46,13
20
57,78
56,43
51,05
21
62,66
61,19
55,36
22
66,14
64,59
58,43
23 tot 65 jaar 69,62
67,99
61,51
65 jaar en
ouder 63,79
62,26
56,18
Voor paardenknechts en
Landbouw.
Losse arbeiders:
tractorchauffeurs zie
Vak
On-
arbeider?
Geoefenden geschoolden
per uur
per uur
per uur
17 jaar
0,75
0,73
0,64
18
0,86
0,83
0,73
19
0,99
0,96
0,84
20
1,09%
1,06
0,93
21
1,19
1,15
1,01
22
1,25%
1,21%
1,06%
23 tot 65 jaar
1,32
1,28
1.12
65 jaar en ouder 1,16
1,12
0,98
Ongeschoolden
0,64 per uur
0,73
Toeslagen.
De verhogingen van de belangrijkste toeslagen
laten wij hier volgen:
Kunstmeststrooien met de hand 22 cent per uur
of 16 cent per baal extra;
Aan tractorchauffeurs gedurende de tijd dat
met de tractor werkzaamheden worden verricht
ƒ1,10 per week extra;
Diploma landbouwwinterschool ƒ1,35 per week
extra
Melkersdiploma ƒ1,10 per week;
Voor andere diploma's ƒ1,10 per week.
Eerste knecht of voorman
Eerste paardenknecht op een bedrijf t/m 40 ha
1,35 per week.
Eerste paardenknecht op een bedrijf boven 40 ha
1,90 per week.
Voorman op een bedrijf t/m 40 ha 1,90 p. week.
Voorman op een bedrijf boven 40 ha 2,40 p. w.
De waarderingstoeslag welke door de werkgever
aan de vaste arbeider kan worden toegekend be
draagt ten hoogste 2,65 ner week.
Vakantietoeslag en vakantiebonnen.
De jaarlijkse vakantietoeslag voor de vaste arbei
ders bedraagt thans een bedrag gelijk aan het loon
Toeslagen.
De voor de nog lopende contractperiode belang
rijkste toeslagen volgen hieronder:
Kunstmeststrooien met de hand 22 cent per uur
of 16 cent per baal extra;
Sproeiwerkzaamheden 16 cent per uur extra;
diploma Tuinbouwschool ƒ1,85 per week;
diploma Lagere Tuinbouwschool 1,60 per week;
diploma Lagere Tuinbouwcursus 1,30 per week;
diploma 2e knecht Boomkwekerij 1,30 p. week
De maximumtoeslag voor diploma's bedraagt
ƒ2,65 per week.
Eerste knecht of voorman:
Op een bedrijf met minder dan 8 arb. 1,85 p. w.
Op een bedrijf met 8 t/m 12 arb. ƒ2,90 p. w.
Op een bedrijf met meer dan 12 arb. ƒ3,90 p. w.
Voor vakantietoeslag en vakantiebonnen zie
Landbouw.
De thans voor de Land- en Tuinbouw overeenge
komen lonen zijn inclusief de bijslagen voor werk
loosheidswet en algemene ouderdomswet.
LANDBOUWSCHAP
GEWESTELIJKE RAAD VOOR ZEELAND.
Bij het ter perse gaan van dit blad was de
beslissing van het College van Rijksbemiddelaars
over bovenstaande loonvoorstellen nog niet be
kend.
Het uitblijven van deze beslissing is een gevolg
van het feit, dat de behandeling van de nota
inzake de beperking van de bestedingen in de
Tweede Kamer der Staten-Generaal meer tijd in
beslag heeft genomen dan aanvankelijk werd ver
wacht.
De beraadslagingen in de Tweede Kamer zullen
vermoedelijk in de loop van deze week of begin
volgende week worden beëindigd, zodat verwacht
mag worden, dat de beslissing spoedig zal volgen.
Wij willen onze leden er uitdrukkelijk op wijzen,
dat het dus nog niet officieel vast staat dat boven
staande lonen vanaf 4 maart 1957 zullen gelden.
Zodra de goedkeuring is verleend zullen wij
deze publiceren, terwijl tevens enkele loonvoor-
beelden zullen worden gegeven.
RED.