Uitslag Graslandverlieteringmedstrijd scam vccR/i&nmcef} in de Scherpenissepolder HOGERE LONEN IN DE LANDBOUW ZATERDAG 2 MAART 1957 131 „Zander de grasland verbeteringswedstrijd had den we in één jaar niet zo'n vooruitgang op het ge bied van het grasland kunnen boeken", was de mening van de deelnemers aan de wedstrijd. Woorden van waardering werden tot de Land- bouwvoorlichtingsdienst gericht, die de stoot tot deze wedstrijd heeft gegeven, die een stimulans was voor alle graslandgebruikers in de Scherpe- nissepolder en daarbuiten. Dit kwam uit de mond van de deelnemers zelf, toen op 14 februari in hotel St arris te Scherpenisse de uitslag werd bekend gemaakt. De voorzitter van de jury deelde mee, dat de prijzen spontaan beschikbaar waren gesteld door de Coöperatie „Eiland Tholen", een weidesleep, le prijs; de Kring van de Z. L. M., afdeling Tholen, afrasteringsmateriaal, 2e prijs, en een zeis, 3e prijs; de afdeling van de Z. L. M. te Scherpenisse, een zaaibekken, 4e prijs, een mestriek, 5e prijs, een slegge, 6e prijs; de Kunstmestvereniging „Scherpe- niss"; 100 kg kunstmest; verder een beker van de Ned. Heide Mij. voor de grootste verbetering. Hij verzocht de diverse vertegenwoordigers de dank van de jury, de Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst en de deelnemers aan hun verenigingen over te brengen. Vervolgens gaf hij het woord aan de heer F. de Ronde, die een uiteenzetting gaf over de keuringen en de bereikte resultaten. Er is 3 keer gekeurd (voorjaar, zomer en najaar). le keuring; 1 mei op ontwatering, winter- en voor- j aars verzorging en bestand; 2e keuring: 26 juli op gebruik, groeitrappen, zomer- verzorging, drinkwatervoorziening en afrastering; 3e keuring: 6 december op gebruik van overtollig gras, algemene indruk en najaarsver zorging. Het maximum aantal punten is voor ontwate ring 20 en voor de andere onderdelen 10. Keurmeesters De heren C. van Dalen te Tholen en W. A. de Wilde te Scherpenisse, waren bereid om als keur meester op te treden, terwijl de assistent en de specialist voor weide- en voederbouw hun mede werking verleenden. 2. De ontwatering De cijfei's variëren van 8 tot 20. Dit is een ver schil wat in hoofdzaak te wijten is aan de verzorging van de greppels. In verschillende gevallen had het trekken van een greppel een grote verbetering kunnen geven. Het dichttrappen van de buizen die het water uit de greppels in de sloot moeten bren gen kwam ook voor. Het is noodzakelijk de ont watering reeds in het najaar in orde te maken. 2. De verzorging in het voorjaar Het grote verschil in punten toont ook hier, dat er soms weinig of niets aan de verzorging gedaan was. Het kwam voor, dat de mestflatten, de gras- bossen en de molshopen van het vorig jaar op het veld achtergebleven waren. 3. Het grasbestand Het bestand gaf vrij grote verschillen te zien. Hierbij is vooral de grondsoort, ontwatering, tijd van inzaai en behandeling belangrijk voor de dicht heid van de zode en het voorkomen van meer of minder goede grassen. 4. Groeitrappen en grootte van de percelen Er we. d gelet op voldoende groeitrappen, de veebezetting en het weiden of hooien. Het kwam voor dat er wel voldoende percelen waren, maar dat twee of meer percelen tegelijk beweid werden. De groeitrappen zijn dan voor een hele zomer ver dwenen. Het is noodzakelijk om elk perceel afzon derlijk te blijven beweiden tot oktober, om het volle profijt van de bemesting en de grasgroei te trekken. 5. Zomerverzorging en onkruidbestrijding Op de meeste bedrijven was hieraan vrij veel aandacht geschonken. Onkruid kwam er weinig voor, de mestflatten waren meestal goed gespreid. Op sommige percelen waren er plekken, vooral waar kweekgras stond, die slecht door het vee afgegeten werden. Na elke beweiding afmaaien van de bossen en spreiden var. de mestflatten is noodzakelijk voor een hoge grasproduktie. 6. Drinkwater en afrastering Hierbij is vooral gelet op wat voor water de dieren te drinken kregen. Soms was» er een bak bij de put geplaatst om de dieren zuiver water te verstrekken. In sommige gevallen liepen de dieren in het water te baggeren wat als d-inkwater dienst moest doen. 7. Gebruik overtollig gras Het benutten van het overtollig: gras door be lden, hooien, kuilen of drogen, liet hier en daar nogal wat te wensen over. Het gras wat niet voor beweiden nodig is moet voor wintervoer bestemd worden. Het is beter iets te krap dan te ruim in het gras te zitten. Te lang gras geeft geen goede voeding en wordt slecht opgenomen. 8. Algemene indruk Hierbij werd gelet op alle punten samen bij de laatste keuring. In sommige gevallen was er na de keuring in juli niet veel meer gedaan aan het spreiden van de mestflatten en het bossen maaien. Vooral het ruig de winter ingaan is buitengewoon slecht; hierdoor krijgt men een holle zode en een lagere grasproduktie in het volgend jaar. Hierna kreeg de Rijkslandbouwconsulent, Dr. Ir. C. W. C. van Beekom, het woord. Deze begon met erop te wijzen, dat er in ieder mens een streven naar verbeteren is. Hij wees er verder op, dat verschillende cultuur-technische verbeteringen (ontsluiting, afwatering, betere kavelvormen enz.), niet individueel kunnen worden aangepakt. Daar om gebeurt dit in groter verband. Nu vele van deze knelpunten zijn weggenomen krijgt de boer ge legenheid gemakkelijker te produceren. Wanneer men zich afvraagt of men tevreden is met deze moderne tijd, zijn er die het hoofd schudden. Toch moeten we ons realiseren, dat het harde feit er is, dat we met onze tijd mee moeten, willen we ons kunnen handhaven in de huidige maatschappij. Modernisering gaat in de industrie vlugger dan in de landbouw. Aansluitend op de woorden van de alg. voorzitter der Z. L.„Geef ons de tijd en wij zullen de bedrijfsstructuur veranderen", wees hij erop, dat omschakelen naar de moderne bedrijfsvoering niet in een handomdraai kan plaats vinden. Er moet flink aangepakt worden. Het is duidelijk, dat men van de nieuwe mogelijkheden door de verkaveling geschapen, gebruik wil maken; niet alleen met het woord, maar ook met de daad. Het is te hopen, dat dit initiatief zal werken als een olievlek en dat binnen korte tijd de standweide op het eiland Tholen geheel tot het verleden zal behoren. Hierin is Scherpenisse voorgegaan. Na erop gewezen te hebben dat het areaal gras land op Walcheren met 20 is ingekrompen, maar het aantal stuks vee op peil is gebleven, en dat dit op Tholen ook'kan geschieden, ging de heer Van Beekom over tot de prijsuitreiking met de woorden: „U hebt niet alleen een prijs gewonnen, maar en dit is het belangrijkste betere bedrijfsresul taten behaald. Ga zo voort U bent op de goede weg De prijswinnaars waren: le prijs M. van Ast 76,8 punt 2e prijs A. L. Polderman 76,3 punt 3e prijs J. Hage 75,9 punt 4e prijs J. Tichen 75,8 punt 5e prijs J. Uijl 74,8 punt 6e prijs D. Duijnhouwer 72,6 punt Beker voor beste verbetering aangebracht: A. Bolier. Nadat nog een geanimeerde bespreking en een vruchtbare uitwisseling van ervaringen id plaats gevonden en met algemene stemmen werd be sloten om de wedstrijd in 1957 voort te zetten, sloot de voorzitter met een woord van dank de ver gadering. De Assistent A, J. MARKUSSE. Naar bekend is, heeft het Landbouwschap bij de Regering o.a. aangedrongen op herziening van het loonbeleid in de landbouw. Ten principale werd hierbij gevraagd de goedkeuring van de Re gering voor een zodanige beloning van de land arbeid, dat hierdoor aan het beginsel van de rela tieve gelijkstelling wordt voldaan. In concreto werd de Regering verzocht goed te keuren primo een loonbeleid mede gebaseerd op werkclassificatie (genormaliseerde methode), en secundo e_n nivel lering van een achterstand van respectievelijk 2 in de secundaire en 3% in de primaire arbeids voorwaarden. Hoewel formeel het Landbouwschai terzake nog geen beslissing vernam, heeft de Regering in haar nota inzake de bestedingen ?cn de Tweede Kamer der Stnten-Generaal wel reeds doen weten, bereid te zijn goed te keuren een verhoging van de vakantiegelden met 2 en van het basisuurloon met 3 Ondanks het feit, dat de Regering zich over het loonbeleid ten principale in de landbouw nog niet uitgesproken en met name niet over het baseren van het loonbeleid mede op werkclassificatieresul- taten, heeft het bestuur van het Landbouwschap, op voorstel van de Hoofdafdeling Sociale Zaken, besloten aan partijen bij de C.A.O.'s voor de Akker en Weidebouw en de Veehouderij te adviseren om thans op zo kort mogelijke termijn over te gaan tot verhoging van de lonen met 3 en voorts om de vakantietoeslag van 2% tot 4.% te verhogen; het bestuur acht het nl. van groot belang, dat met volledige handhaving van het standpunt, door het Landbouwschap ten principale ingenomen, door de dig mogelijk althans de mogelijkheden, door de Regering geopend, worden benut tot verbetering van de lonen der arbeiders in de akker- en weide bouw en de veehouderij. Het Landbouwschap heeft het College van Rijksbemiddelaars tevens verzocht goed te vinden, dat de loonbijslag ad 5,6 welke per januari j.l. voor alle werknemers van 15 jaar en ouder werd ingevoerd en in verband met de Algemene Ouder domswet, in de nieuwe lonen wordt verwerkt. Het College heeft over een en ander nog geen be slissing genomen. Wanneer de voorstellen van het Landbouwschap worden goedgekeurd, zal de loonsverhoging 4 maart a.s. ingaan. Dit betekent, dat zij op 9 maart d.a.v. voor de eerste maal moet worden betaald. Ten aanzien van de tijdlonen komt het voorstel van het Landbouwschap neer op een verhoging met 8,77 Voor een goed begrip van dit percen tage zij erop gewezen, dat bij de berekening is uit gegaan van de tijdlonen vóór de invoering van de loonbijslag ingevolge de A.O.V. Stelt men dit loon op 100 dan is dit met de invoering van de loon bijslag ad 5,6 in totaal gewordc 105,6 Voor de invoering van de 3 loonsverhoging heeft het Landbouwschap de vermenigvuldiging gehanteerd 103 van 105,6 Aldus komt men tot een ver hoging van 8,77 van de tijdlonen, welke vóór de invoering van de A.O.W.-loonbijslag van kracht waren. Inzake de vakantietoeslag heeft het Landbouw schap voorgesteld een verhoging met 2 in te voeren. Deze wordt dus 4% van het jaarloon of vel gelijk aan het loon over twee weken. Voor wat de basisuurlonen betreft, voor manne lijke arbeiders van 23 jaar en ouder met inbegrip van het werknemersdeel van de pensioenpremie, alsmede van de eer .pensatietoeslag W.W. en de loonbijslag A.O.W., werden de volgende loonvoor- stellen bij het College ingediend: Vaste arbeiders a. Groot loongebied b. Krimpenerwaard - Gouda; Midden Zuid-Holland c. Noord-Holland (behalve de Wieringermeer)Westland c.a.; Brabantse Biesbosch d. Wieringermeer e. Noord-Oostpolder Min. 1.28 1.29 1,30 1.34 1.35 Max. 1.33 1.34 1,35 1.40 1.41 Losse arbeiders Vakarb. Ongesch. a. Groot loongebied 1,25 1,14 b. Krimpenerwaard - Gouda; Midden Zuid-Holland 1,26 1,13 c. Noord-Holland (behalve de Wieringermeer); Westland ca.; Brabantse Biesbosch 1,27 1,15 d. Wieringermeer 1,31 1,20 e. Noord-Oostpolder 1,32 1,21 Het is de bedoeling, dat ook de weeklonen met 8,77 worden verhoogd, waarbij op de gebruike lijke wijze afrondingen zullen worden toegepast. De akkoordionen zullen op de nieuwe uurlonen worden afgestemd. Voor de meeste tarieven zal de aanpassing eer t worden doorgevoerd in de nieuwe contracten. De tijdlonen voor jeugdige mannelijke arbeiders zullen op de gebruikelijke wijze worden afgeleid van het loon van de 23-jarige mannelijke arbeiders. Hetzelfde geldt ten aanzien van de tijdlonen voor vrouwelijke arbeiders. Arbeiders, ouder dan 65 jaar, hebben geen recht op de loonbijslag ingevolge de A.O.W. Voor de vast stelling van het loon voor deze categorie moet wor den uitgegaan van het loon van de mannelijke arbeiders van 23 jaar en ouder. Hierbij moet een aftrek worden toegepast voor het werknemersdeel van de pensioenpremie, de werknemersbijdrage ingevolge de W.W. en de loonbijslag A.O.W. ad 5,6 Het werknemersdeel in de W.W.-premie be draagt sedert 1 januari 1957 voor va te arbeiders 0,9 en voor losse en los-vaste arbeiders 4,2 In verband met de nogal ingewikkelde berekening, welke moet worden uitgevoerd, ligt het in de be doeling voor de groep 65-jarigen en ouderen, in de nieuwe C.A.O.'s concrete tijdlonen te vermelden. Ook de verschillende toeslagen, welke in de C.A.O.'s voorkomen, zullen worden aangepast, waarbij zodanige afrondingen zullen plaatsvinden, dat de bedragen praktisch hanteerbaar zullen zijn. Ter voorkoming van misverstand zij er tenslotte nog op gewezen, dat de voorstellen van het Land bouwschap eerst dan gerealiseerd kunnen worden, wanneer het College van Rijksbemiddelaars deze goedkeurt. De beslissing van het College zal z spoedig mogelyk in dit blad bekend worden ge» maakt.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1957 | | pagina 7