Tuinbouwlantaarn enken 119 VERSLAG OUDERMIDDAGEN RIJKSLANDBOUWWINTERSCHOOL GOES Korte ZATERDAG 23 FEBRUARI 1957 ONDER de ONTWIKKELINGSMIDDAG VOOR DE KLEINFRUITTEELT. Uw lantaarnman is vorige week vrijdagmiddag naar hotel ..De Zwaan" in Kapelle geweest waar hij de ontwikkelingsdag voor de kleinfruitteelt heeft bijgewoond welke werd georganiseerd door de veiling Kapelle-Biezelinge en omgeving in sa menwerking met de afdeling Kapelle en omge ving van de N.F.O. en de vereniging van oud-leer lingen van tuinbouwwintercursussen. Vergaderingen in Kapelle welke met de tuin bouw hebben te maken, zijn altijd zeer goed be zocht. Geen wonder dat het nu weer zo was. Niet alleen uit Kapelle en omgeving waren ze geko men, maar we zagen mensen uit andere delen van de provincie welke blijkbaar ook graag iets meer willen horen over de kleinfruitteelt. We ge loven niet dat er veel mensen zijn die er spijt van hebben gehad deze bijeenkomst te hebben bijge woond. De inleidingen welke werden gehouden stonden op een zeer hoog peil en ze zeiden de aanwezigen iets. Wie i^ts te maken heeft met het kleinfruit en er belangstelling voor heeft die zal wat hebben gehad aan de resultaten van het we tenschappelijk onderzoek in deze sector. Daar kon men horen hoe het probleem van de mijten in aardbeien geen probleem behoeft te blijven en hoe er wellicht ook mogelijkheden zijn om de stengel- ziekten in frambozen te bestrijden. Daar is nog eens extra gewezen op de grote waarde van het gebruik van geselecteerd plantmateriaal en daar hebben de Zeeuwse kwekers ook iets kunnen ho ren hoe de stand van zaken is in de Bommeler- waard voor wat betreft de aardbeien en frambo- zenteelt. Uw lantaarnman was critisch naar deze verga dering gegaan. Hij vond het programma wel erg druk bezet. Eerlijkheidshalve moet hij nu ook be kennen dat het allemaal erg is meegevallen en dat het een bijzonder goede middag was. Wij zijn van mening dat er goed aan wordt gedaan te ko men tot een dergelijke specialisatie. Een ontwik kelingsdag voor de kleinfruitteelt lijkt ons elk jaar op zijn plaats, zeker in een plaats als Kapel le waar men zo nauw is betrokken bij deze teelt en waarvoor de kleinfruitteelt een zegen is, zoals Ir van Hennik het uitdrukte. De leiding op deze vergadering was in handen van de heer P. J. J. Dekker te Wemeldinge. Kort en krachtig was zijn openingswoord en toen kwam als eerste spreker de heer M. v. d. Vrie van het proefstation te Wilhelminadorp welke iets vertelde over de mogelijkheden van mijtbe- strijding in produktievelden van aardbeien. De heer v. d. Vrie zeide met schroom hierover te spreken want het onderzoek in deze is nog maar kort aan de gang. Toch zijn reeds belang rijke ervaringen opgedaan. Veel aandacht wordt er besteed aan de biologie en de bestrijdingsmo gelijkheden van deze mijt. In de winter komen er in de aardbeienplanen betrekkelijk weinig mij ten voor. In de zomer neemt het aantal geleide lijk toe en in augustus-september wordt een hoog tepunt bereikt, waarna het weer geleidelijk aan af neemt. De grootste aantallen mijten zijn steeds te vinden tussen de knopschubben en in de opge vouwen jonge blaadjes. Dit is van groot belang bij de bestrijding. Door mijten aangetaste plan ten hebben donker kleur en kleinere blaadjes dan niet aangetaste. De plant in zijn geheel heeft een gedrongen groei. Omtrent de rasgevoeligheid is weinig bekend. Dikwijls worden mijten gevonden in Jucunda maar of dit ras gevoeliger is dan an dere is nog niet bekend. Ten aanzien van de bestrijding zijn er twee mo gelijkheden en wel een bestrijding met parathion en met Kelthane. Bij bespuitingen met parathion dient drie keer gespoten te worden om een volle dig resultaat te verkrijgen. De afgelopen zomer werden zeer goede resulta ten behaald met het gebruik van Kelthane wat als voordeel heeft dat het niet giftig is voor men sen en dieren en verder ook een lange werkings duur heeft. Dit werd verspoten in een oplossing van 0,25 Uit proeven is verder gebleken dat be spuitingen een beter resultaat geven dan verneve len. Dat is ook te begrijpen als men bedenkt dat de mijten goed weggekropen zijn. Het advies dat de heer v. d. Vrie voorlopig gaf voor de bestrij ding van mijten was te spuiten met bovengenoem de middelen maar hiermede te wachten tot men de symptomen van de ziekte kan waarnemen. Stengelziekten in frambozen. De stengelziekten in frambozen vormen ook in Zeeland de laatste jaren een ware plaag. In het voorjaar lopen de stengels nog wel uit maar spoe dig daarna sterven ze af. De stengelziekte wordt veroorzaakt door een parasitaire schimmel waar van de kwaadste is de Leptosphaeria coniothy- rium. Deze stengelziekten namen een dermate grote omvang aan dat het rijkstuinbouwconsulentschap te Goes twee jaren geleden aan het Instituut voor Plantenziektekundig Onderzoek te Wageningen verzocht om deze ziekte in onderzoek te nemen. Sedertdien wordt er op twee fronten tegen ge vochten en wel op het laboratorium en in het veld. Daarbij heeft men de belangrijke ontdek king gedaan dat de stengelziekten nauw verband houden met de aanwezigheid van de frambozen- schorsgalmug in de frambozenaanplantingen. Waar zich in de stengels van de frambozen de larven van deze galmug bevinden krijgen de schimmels een kans om zich op de stengels te ontwikkelen. De vaststelling van deze correlatie is zeer be langrijk voor de bestrijding van de schimmels welke de stengelziekten veroorzaken. De galmug overwintert in de grond en komt in mei te voorschijn. De wijfjes gaan dan eitjes leg gen maar zij hebben enkel een legbuis en kunnen hun eitjes enkel maar leggen in beschadigde sten gels. Aan gezonde stengels komen zij niet te pas. Na 5 a 8 dagen komen de larven uit en deze zijn in twee of drie weken volwassen. Daarna ontpop pen ze zich en komt de galmug. Dit herhaalt zich drie keer. Waar de larven zich in de stengels be vinden treedt een verkleuring op van de opper huid en hierop krijgen de ziekteverwekkende schimmels hun kans. Gebleken is dat de larven van de tweede verschijningsperiode het meest ge vaarlijk zijn. Een moeilijkheid is soms dat deze tweede vluchtperiode samenvalt met de pluk van de frambozen. Ten aanzien van de bestrijding is men nog lang niet waar men moet zijn maar wel is geble ken dat men beter de larven van de galmug kan bestrijden dan de schimmels. Van groot belang zijn de cultuurmaatregelen. Waar de stengels gaaf zijn krijgt de galmug geen kans. Daarom moeten beschadigingen zoveel mogelijk worden voorkomen. Een ras als Malling Promise heeft veel groeischeuren en dat kan een infectiebron zijn. Verwondingen van de stengels bij snoeien of schoffelen moet men zoveel moge lijk voorkomen. Op sommige percelen is het mogelijk de meischeuten te verwijderen voor wat betreft de eerste serie. Hierin kunnen dan geen nachtvorstscheuren meer komen. Dit is zeer be langrijk, maar alleen mogelijk op de beste per celen. Verder werden wel goede resultaten behaald met bespuitingen met parathion, krachtig gespo ten met een motorspuit. Gezond plantmateriaal. De derde spreker op deze middag was de heer Th. Bok, technisch leider van de N.A.K.-B te Veen, die de aanwezigen wees op het grote be lang van het gebruik van gezond plantmateriaal. Hij wees er op, hoe vele aardbeienpercelen zijn besmet met virus. In ons land onderscheidt men twee virusgroepen in aardbeien. Komen deze beide groepen in een plant voor, dan kan deze degeneratieverschijnselen vertonen. Zeer gevoelig voor virus is de Jucunda. Matig gevoelig de Madame Moutot en ongevoelig de Madame Le- febre. Het merkwaardige feit doet zich echter voor, dat de ongevoelige Madame Lefebre de ge voelige Jucunda doodziek kan maken. De heer Bok wees er op, hoe het nog steeds voorkomt dat ongeselecteerd plantmateriaal wordt gebruikt en hiervan is dikwijls meer dan de helft virusziek, ook al ziet men het niet direct. Als het gewas echter een ongeregelde stand heeft, dan moet men aan virus denken. Typische verschijnselen van virusplanten zijn: kleine planten met klei nere hartbladeren en korte bladstelen. In de herfst treden soms verkleuringen op langs de bladranden. Dit komt echter niet altijd voor. De gevolgen van door virus aangetaste planten zijn: le. de produktie is minder 2e. de levensduur van het gewas is korter; 3e. de gevoeligheid voor andere ziekten is groter 4e. bij strenge vorst gaan virusplanten dood. De heer Bok gaf ook een overzicht van het ver schil in opbrengst van geselecterde en ongeselec- teerde aardbeienaanplantingen. Wie dit goed heeft gevolgd kan maar een gedachte hebben overgehouden: Ik gebruik enkel geselecteerd ma teriaal, want wat maakt tenslotte de aanschaf fingsprijs van de planten uit op de totale op» brengst van het gewas. De eindconclusie van de heer Bok was dan ook zeer duidelijkDoor gebruik te maken van geselecteerd plantmateriaal krijgt U een hogere netto-opbrengst en een hoger rende ment. De Bommelerwaard. De laatste spreker was de heer J. Blommers te Geldermalsen, welke vertelde over ervaringen met rassenproeven van aardbeien en frambozen in de Bommelerwaard. Daaruit hoorden de aan wezigen, dat men voor de Bommelerwaard op het ogenblik de Malling Exploit als de beste framboos ziet. De Malling Promise is weinig minder, maar heeft meer last van stengelziekten. Bij de glasaardbeien blijft de Deutsch Evern favoriet, terwijl voor de vollegrond de Climax een goede beurt maakt naast de Deutsch Evern. Een bezwaar van eerstgenoemd ras is de gevoeligheid voor voorjaarsbont. Ook wees de heer Blommers er op, hoe de teelt van glasaardbeien wel goede resultaten geeft, maar hiervoor is het in voldoen de mate aanwezig zijn van zoet water een eerst» vereiste. De rijkstuinbouwconsulent Ir. J. J. van Hennik gaf een nabeschouwing en daarin wees hij op het grote belang van samenwerking tussen weten schap en praktijk. Hij wees de Zeeuwse kwekers er ook op, dat er zeker wel mogelijkheden liggen in het kleinfruit. Wel vormen de arbeidskrachten een bezwaar, maar er behoeft niet zoveel voor te worden geïnvesteerd als voor 'n aanplanting van hardfruit en dat is ook heel belangrijk. Verder vroeg Ir. van Hennik zich af of de teelt van aard beien onder glas voor Zeeland wel mogelijkheden biedt. Onze provincie heeft een klimatologisch voordeel op andere delen van het land en ook de grond is geschikt, zodat misschien dit wel op an dere wijze kan worden benut dan voor glasaard beien. Overigens juichte hij proeven met deze teelt van harte toe. Vorige week dinsdag- en woensdagmiddag werd aan de Rijkslandbouwwinterschool te Goes een drukbezochte oudermiddag gehouden. De bijeenkomst stond onder leiding van de Direc teur der school, Ir. J. Versteeg, die in zijn openings woord de talrijke aanwezigen welkom heette en daarna verschillende mededelingen deed over het onderwijs aan de school. Inzonderheid werd er de nadruk op gelegd, dat een goede vóóropleiding voor het met vrucht volgen van de lessen noodzakelijk wordt geacht. Vervolgens werd een praktische les Landbouw- scheikunde gegeven door Ir. Jurriëns, leraar aan de school. In de pauze bestond gelegenheid met directeur en leraren over de vorderingen van de leerlingen te spreken. Na de pauze werden enige films op landbouwge bied vertoond. De heer Jac. v. d. Berge uit Wemeldinge vertolk te de dank van de ouders voor alles wat directeur en leraren voor de vorming der leerlingen doen. De Directeur sloot deze zeer geslaagde oudermid dagen met een woord van dank voor de opkomst. De lange winteravonden kunt U produktief ma ken door Uw kennis op te halen. De Landbouwgids is hierbij een zeer geschikt hulpmiddel, dat boven dien nog voor vele andere doeleinden geschikt is, o.a. bij het opstellen van Uw bouwplan, enz. Bestel voor hij is uitverkocht de zó juist ver schenen Landbouwgids 1957 per briefkaart aan de Staatsuitgeverij, Fluwelen Burgwal 18, 's-Graven- hage of via de erkende boekhandel. V In de herverkavelingsgebieden is het opstellen van een bouwplan dubbel moeilijk. De structuur zal hier veelal nog de beperkende factor blijken te zijn Het zal dan ook in verschillende gevallen voor komen dat een definitieve beslissing aangaande de verbouw van bepaalde gewassen pas tegen het zaaien genomen kan worden. Wellicht kunt u dit met uw zaaizaadleverancier eens bespreken. fr Machines en werktuigen die reparatie behoe ven, wat niet door eigen personeel uitgevoerd kan worden, moeten vanzelfsprekend naar de vakman toe. Wacht hiermede niet tot tegen de tijd dat u het betreffende werktuig nodig hebt. U loopt het gevaar niet tijdig over het materi aal te kunnen beschikken. Bovendien krijgt de vakman een opeenhoping van werk. De belangen van beiden zijn gediend bij een zo spoedig mogelijke reparatie. Met de te verwachten financiële opbrengst van de in het bouwplan op te nemen gewassen zal ook rekening moeten worden gehouden bij de samenstelling van het bouwplan. Van sommige produkten is er een vastgestelde prijs, zodat hier vrijwel alleen de opbrengst het financieel resul taat zal beïnvloeden. Voor andere produkten kan de prijs veel uiteenlopen. Beide groepen dienen in het bouwplan vertegenwoordigd te zijn. Een bouwplan met alleen spekulatieve gewassen maakt het bedrijf kwetsbaarder, dan wanneer ook de niet spekulatieve verbouwd worden. Denk bij de bestelling, maar ook later bij de in zaai er om, dat men voor de polyploïde rassen 15 a 20 meer zaaizaad dient te gebruiken. De zaad kluwens van de polyploïdes zijn wat grover, terwijl ook de kiemkracht iets lager is als van het norma le zaad.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1957 | | pagina 11