Tu in bouwlantaarn Wen ken Korte Wijziging telefoonnummer Provinciaal Voedselcommissaris Mond- en klauwzeer 87 ONDER de De ziektebestrijding in onze fruitbedrijven vraagt reeds nu al onze bijzondere aandacht. Voor al nu het weer de laatste weken zo bijzonder zacht is geweest. Wij waanden ons soms als was 't reeds lente. Door deze hoge temperatuuren wer den vele telers geprikkeld om zo spoedig mogelijk een winterbespuiting uit te voeren. Het is over het algemeen zo, dat vruchtboomcarbolineum ver spoten kan worden vanaf'half januari. Uit de praktijk is echter ook gebleken, dat we ons met een v.b.c.-bespuiting niet behoeven te haasten. In het algemeen geldt, dat men de winterbespuiting liefst zo laat mogelijk uitvoert. Dit heeft verschillende redenen. Allereerst gaan de bladluiswijfjes nog vrij lang door met eieren leggen. Dit heeft n.l. nog gedu rende de gehele maand december plaats, tenzij er een flinke vorst invalt. Verder is gebleken, dat vanaf half december tot ongeveer half januari bladluiseieren met v.b.c. moeilijk te doden zijn. Gedurende die periode staat de ontwikkeling van het ei praktisch stil. Na half januari bereikt men dus met de v.b.c.-bespuitingen tegen de bladluis beter succes. Ook tegen de beruchte wintervlinder moet men zeker niet te vroeg spuiten, daar deze tot zelfs ver in januari nog uit de grond kan komen en dus bij een te vroeg uitgevoerde bespuiting nog in staat is eieren aan de knoppen te leggen. Natuur lijk hangt dit voor een groot deel van de weers omstandigheden af, n.l. het invallen van een flin ke vorstperiode. Wanneer wij echter een winter hebben met weinig vorst, zoals tot heden het ge val is geweest, dan komen de wintervlindertjes tot ver in januari nog in flinke getale uit de grond. Ook hier moet men zich dus als regel niet te veel haasten. Er is echter ook nog een andere factor, waar mee men rekening moet houden, namelijk met de gevoeligheid van de gewassen. Om alle beschadiging te voorkomen is het nood zakelijk dat de gewassen nog volledig in rust zijn. Vooral dit laatste geldt thans voor het bespui ten van de bessen. Degene, die deze bespuiting nog niet heeft uitgevoerd, dient wel bijzonder op zijn hoede te zijn, aangezien door de hoge tempe ratuur van de laatste weken, de bessen al aardig uit hun rustperiode zijn gebracht. De frambozen lopen veel later uit dan de bes sen en daarom heeft men bij dit gewas heel wat meer ruimte, wat betreft het uitvoeren van de winterbespuiting. Ik wil U er vooral bij dit gewas op wijzen, dat een winterbespuiting hier zeer belangrijk is. Men is hiervan nog niet altijd bewust. Naast de eieren van de bladluizen worden ook de eieren van de frambozencicade (de overbren ger van de heksenbezum virus) gedood. Om gemakkelijk te werken is het gewenst, dat de loten aangebonden zijn voor het spuiten. Wat de bespuitingen met v.b.c. aangaat, deze kunnen het beste uitgevoerd worden bij zonnig, snel-drogend weer met niet te veel wind. Ook de temperatuur mag het liefst niet te laag zijn, of schoon dit niét zo nauw luistert als bij de bespui tingen met DNC. Bij harde wind heeft U de dub bele hoeveelheid vloeistof nodig als bij windstil weer, dus denk ook aan uw beurs Denk er ook om, dat de bladluiseieren op de dunne, éénjarige takken zitten, zodat deze vooral flink geraakt moeten worden. Het is verkeerd om met v.b.c. te spuiten bij vochtig, regenachtig, of nevelig weer. Hoe dikwijls wordt hiertegen gezondigd. Ook mag men in de namiddag niet te laat spuiten. De bomen moeten j voor de avond kunnen opdrogen. Als de bomen de gehele nacht nat blijven is knopbeschadiging te verwachten. Ook des morgens mag men niet met spuiten beginnen als de takken nog nat zijn. In plaats van met v.b.c. kan men de winterbe spuiting ook uitvoeren met DNC-middelen, dus de bekende boomkleurstoffen. Zeiden we bij de be spuitingen met v.b.c. al, dat we ons hiermede niet hoeven te haasten, voorop gesteld, dat we met S °nze werkzaamheden niet in een dwangpositie ko men, zoveel te mer geldt dit voor de bespuitingen met DNC. Hierbij is het beslist noodzakelijk, dat de temperatuur voldoende hoog is, niet alleen van het water, dat we nodig hebben voor de berei ding van de spuitvloeistof, doch ook de tempe ratuur van de lucht moet hoog zijn. De gemiddel de dagtemperatuur moet minstens 5 gr. C. be dragen, doch dit is wel de laagst toelaatbare. Een flink stuk warmer zal veel betere resultaten leve ren. Ook de luchtvochtigheid moet in tegenstel ling met die voor de v.b.c.-bespuitingen betrekke lijk hoog zijn. De bekende zonnige koude voor- aarsdagen met „schraal" weer, waarbij de lucht- 'ochtigheid laag is, zijn dus niet de gunstige puitdagen. Beter is te spuiten bij een bedekte en vochtige ucht, natuurlijk niet bij regenachtig weer. Hoe ater in het seizoen deze bespuitingen dus wor- en uitgevoerd, des te meer kans hebben we, dat e het meest ideale weer treffen en de resultaten et gunstigst zullen zijn. Nu moeten we weer niet in 't uiterste vervallen, want als we het spuiten te lang uitstellen, bestaat er grote kans, dat een deel van de bladluizen reeds uit het ei is geko men en ook bij de wintervlinderrupsjes kan dit het geval zijn. Ze zijn dan vaak zo goed in de knoppen verscholen, dat ze van de DNC-bespuiting niets te lijden hebben. Het zal U wel bekend zijn, dat er verscheidene merken van DNC-middelen in de handel zijn. Ze hebben niet alle hetzelfde percentage aan werk zame stof, dus men volge nauwkeurig de gebruiks aanwijzing. In verband met de vereiste hoge tem peratuur zullen als regel de boomkleurstoffen niet in januari, maar wat later worden verspoten. De laatste jaren worden ook veel middelen ge bruikt, welke een combinatie vormen van v.b.c. en kleurstof. De ervaring met deze middelen is wel gunstig, mits men niet te vroeg spuit, dus dezelf de voorschriften in acht genomen als bij de toe passing van de DNC-middelen zijn aangegeven. Als we naar de prijs per liter spuitvloeistof zien, zijn deze middelen het goedkoopst. Een bespui ting met vruchtboomcarbolineum is veel duurder. Daarom wordt dit middel veel minder gebruikt dan vroeger en grijpt men naar de goedkopere middelen. Toch spuiten vele fruitkwekers nog jaarlijks een flink gedeelte van hun bomen met v.b.c. Een groot voordeel hiervan is ook, dat men met dit middel de stammen en dikkere takken beter blank kan houden. Op vele bedrijven kan men thans weer de paar se vruchtlichamen van de loodglanszwam waar nemen. Behalve dat we deze bekende vruchtlicha men op de vruchtbomen zelf aantreffen en wel speciaal op de dode takken en stammen, treffen we ze in grote hoeveelheden aan op de gerooide en afgezaagde bomen en takken, welke men dik wijls op de bedrijven als brandhout bewaard. Het is zaak zo spoedig mogelijk te zorgen, dat dit hout droog wordt opgeslagen, of dat het zijn bestem ming krijgt en dus door 't vuur vernietigd wordt, want als straks de vrijgekomen sporen op de won den van de vruchtbomen terechtkomen, kiemen zij en tasten zodoende de bomen aan. Ook hier aan wordt nog maar steeds te weinig aandacht be steed. In dit verband wijs ik u op de noodzakelijk heid om de wonden, ontstaan door de snoei, zo spoedig mogelijk af te dekken met een goed slui tende kankerverf. Ook kan men bij de snoei veel nuttig werk doen door er goed op te letten, of U geen eihoopjes van de witvlakvlinder of eiringen van de ringelrups ontdekt. Deze dient u zo goed mogelijk te vernie tigen. Ook is het zeer gewenst om de mummies van de door Monilia gedode vruchten zorgvuldig te verzamelen en te vernietigen, aangezien hierin tal van sporen worden gevormd, die in het voor jaar weer besmetting brengen. Het zijn deze week enkele nuttige wenken die uw lantaarnman u hierbij doorgeeft. Het zijn vaak van die gewone kleine dingen die men als fruitteler zo gauw. en dikwijls verwaarsloosd, maar toch meestal zulke nare gevolgen mee kan bren gen als men er geen oog voor heeft. De telers van klein-fruit wil ik tenslotte nog herinneren aan de belangrijke bijeenkomst, wel ke in Kapelle gehouden zal worden op 15 februa ri a.s. in hotel de Zwaan. Op deze ontwikkelingsdag voor klein-fruittelers zal door verschillende sprekers gesproken worden over belangrijke onderwerpen welke in verband staan met de teelt van klein-fruit. Deze ontwikke lingsdag wordt georganiseerd door de afdeling Kapelle en. omg. van de N. F. O., de vereniging van Oud-Leerlingen en de veilingsvereniging K. B. en O. te Kapelle. Het kantoor van de P. V. C. voor Zeeland is met ingang van 7 februari j.l. telefonisch te be reiken onder het netnummer 01100 (Goes) telef. no. 3758 (alsmede no's 3759 en 3750). DE PROV. VOEDSELCOMMISSARIS VOOR ZEELAND Aan de veehouders in de provincie Zeeland. Gezien het steeds toenemend aantal gevallen van mond- en klauwzeer in en om de provincie Zeeland, heb ik besloten, dat het met ingang van 5 februari 1957 tot nadere aankondiging voor een ieder verboden is, zonder toestemming van de Directeur van de Pronvinciale Gezondheidsdienst voor Dieren, het K. i.-station te 's-Heer Hendriks kinderen te betreden. De Provinciale Gezondheidsdienst voor Dieren in Zeeland, Dr. J. TESINK, Directeur. In granen en grassen voor zaadteelt kan er soms veel meer voorkomen. Dit lastige onkruid kan zich in een zachte winter sterk ontwikkelen en grote schade aan het gewas veroorzaken. Met kalkstikstof kan dit onkruid goed bestre den worden. De maand februari is hiervoor zeer geschikt. Strooien na nachtvorst voldoet goed. De meestgewenste hoeveelheid kalkstikstof varieert van 250400 kg per ha en is afhankelijk van de ontwikkeling van het gewas en van het onkruid. Hoewel het stikstofgehalte 20 bedraagt, kunt U de bemestingswaarde hiervan stellen op 14 a 15 kg N. per 100 kg. In de maand februari vragen uw pootaardappe- len de aandacht. Tijdig plaatsen in een lichte en koele omgeving is het meest gewenst, omdat er dan krachtige korte spruiten kunnen worden ge vormd. Indien zich, als gevolg van minder doel matige bewaring, thans reeds lange spruiten heb ben gevormd, dan dienen deze te worden verwij derd. Poterkiembakjes zijn onmisbaar bij een goede vóórkieming van uw pootgoed. In de glazen poterbewaarplaatsen kunnen soms veel bladluizen voorkomen, die de virusziekten kunnen overbrengen. Daarom is het noodzakelijk om deze infectiebron op te ruimen en deze be waarplaatsen te behandelen. Goed zaaizaad legt de basis voor de nieuwe oogst. Als gevolg van de vochtige zomer in 1956 komen er op het zaad tal van ziektekiemen voor, die de oogst voor 1957 ernstig bedreigen. Zaaizaad ontsmetten is daarom een eerste vereiste voor een goede oogst. „Bezint eer ge begint", anders ondervindt U straks mogelijk veel narigheid. En verkeerd bouw plan kan ernstige gevolgen hebben in verband met plantenziekten, werkverdeling en prijzen- risico. Daarom dient U lang te wikken en te wegen, want alleen een goed bouwplan voldoet op lange termijn. Rantsoenberekening is uiteraard erg nuttig, omdat U dan uw vee datgene kunt geven, wat het nodig heeft. De hoeveelheid voer van het eigen bedrijf verandert er echter niet door, alleen de hoeveelheid aan te kopen krachtvoer kan worden bepaald en de goedkoopste aanvulling van het basisrantsoen kan worden uitgezocht. Veel belangrijker dan de rantsoenberekening is daarom het weide- en voederplan. Indien de voe derwinning van het eigen bedrijf prima in orde is en het voeder een goede verhouding heeft, dan is het basisrantsoen goed en kunnen bij de voeding veel minder fouten worden gemaakt. Per stuks grootvee is per stalperiode nodig: 6000 kg sappig voer, voederbieten en kuilvoer. 1500 kg droogvoer, hooi en stro of kaf. Bij voldoende kuilvoer en stro of kaf is een hoe veelheid van 3000 kg voederbieten en 1000 kg hooi ruim genoeg. Bij voldoende bietenkoppen is 4 are voederbie ten in het bouwplan een goede norm. Heeft u de drainage al laten controleren en de eindbuizen schoongemaakt? Goed functioneren van de drains hangt mede af van een goed onder houd. Met het plastic materiaal en bijbehorende beu gels bent u in de gelegenheid om uw drainage ge durende de wintermaanden zelf te reinigen. De aanschaf van dit apparaat kost maar onge veer 200. Geef aan uw paarden gedurende de rustperio de in de winter geen lucerne of rode klaverhooi, maar verstrek dit eiwitrijke product aan de melk koeien met hoge productie. Uitsluitend lucerne of rode klaverhooi is min der gewenst, beter is het om het hooirantsoen Voor minstens de helft te geven als weidehooi. Bij de opkomst der gewassen ziet men vaak, dat het gewas in de ene rij veel dichter staat dan in de andere. Wanneer u de zaaimachine afdraait en elke zaaipijp apart opvangt en naweegt kunt u dit controleren en zonodig bijstellen. Is de afrastering van uw grasland en de per ceelsindeling al in orde gemaakt? Bij voldoende kleine percelen kunt u de opbrengst van het gras land beter benutten. Maak daarom nu reeds alles in orde, want straks, als de inzaai begint, is er geen tijd voor.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1957 | | pagina 15