n f leisfaq ZATERDAG 26 JANUARI 1957 No. 2361 Frankering bij abonnement: Terneuzen 45e Jaarg«n£ ZEEUWS LANDBOUWBLAD waarin opgenomen DE BOERENJEUGD Officieel Orgaan van de ZEEUWSE LANDBOUW MAATSCHAPPIJ en de LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP ZEELAND van de vergadering van het Dagelijks Bestuur der Z. L. M., gehouden op maandag 21 januari 1957 te Goes De Voorzitter, Ir. M. A. Geuze, opent de vergade ring met een harteiijK woora van welkom tot alle aanwezigen. Hij begint met een ieder nog een voor spoedig i957 toe te wensen, zowel voor het gezin als hei bedrijf. Spreker zegt te hopen, dat de don kere wolken die zowel internationaal als nationaal nog aanwezig zijn, zullen mogen optrekken. Hij brengt voorts dank voor de veie goede wensen die hem oereikt hebben. De Vice-Voorzitter, de heer P. J. J. Dekker, be antwoordt dit inleidend woord door de heer Geuze voor gezin en bedrijf namens de vergadering het beste toe te wensen voor het jaar 1957 en de noop uit te spreken, dat de voorzitter weer opnieuw veel voor de Zeeuwse landbouw zal mogen doen. De Voorzitter gaat vervolgens nog eens de gehele ontwikkeling van de landöouwpoiitieke toestand in ons land na, zoals die ontslaan is nadat de wen sen van het Landbouwschap, die bekend staan als „de ruk aan de bel" bij de Regering zijn ingediend. Na deze voorsteilen zijn er vele reacties gevolgd van verschillende kanten, waardoor het landbouw beleid plotseling in het centrum van de belangstel ling is komen te staan. Velen vragen zich thans af welke rol aan de landbouw zal worden toegedeeld. Niemand weet het echter precies, daar er nog geen beslissingen in hoogste instantie zijn genomen en alle beweringen die men hier en daar kan lezen in zekere zin spe culaties zijn. Eén van de eerste reacties op de voorstellen van het Landbouwschap werd door het Kamerlid Dr. Vondeling gegeven, die speciaal een doorberekening van de eigenaarslasten in de kostprijzen scherp aanviel. Uit landbouwkringen is hier veel critiek op geweest. Dr. Vondeling heeft daarna in twee ar- tikëlen in het toonaangevende weekblad „Econo misch Statistische Berichten" de voorstellen nader onder de loupe genomen. Hieruit bleek, dat hij het punt van de eigenaarslasten te weinig vond uitge werkt en er bovendien principiële bezwaren tegen had. Tegenover deze laatste mening staat die van vele toonaangevende andere insiders. Het overleg in regeringskringen over de bewuste voorstellen is tot nog toe kennelijk zeer moeizaam verlopen. Wel schijnt de Regering het geheel of gedeeltelijk juiste van vele punten te erkennen, maar de gevolgen van een gedeeltelijke doorvoe ring zouden in de praktijk niet gemakkelijk zijn te overzien. De regering zit bovendien met de slech ter geworden financiële en economische positie van ons land, waarvan ook moeilijk te voorspellen valt hoe deze in de loop van het jaar zal verlopen. Zij heeft thans de vorige week verrassend advies gevraagd aan de Stichting voor de Arbeid, een instelling waar alle werkgeversorganisa ties, in industrie, middenstand en landbouw, en alle werknemersorganisaties zijn vertegenwoor digd. Het antwoord dat de Stichting voor de Ar beid zal geven is nog niet precies bekend, maar de vraag dient toch gesteld te worden, of dit sterk verhelderend zal kunnen werken. Het Landbouwschap heeft een onderhoud gehad met de Minister van Landbouw, doch uitsluitsel van betekenis is dienaangaande niet bekend ge worden. De voorzitters van de drie Centrale Landbouw organisaties hebben, gezien de enigszins verwarde en onoverzichtelijke situatie, eveneens de vorige week een onderhoud aangevraagd bij de Minister raad, teneinde het standpunt van de vrije land bouworganisaties ten aanzien van het toekomstige landbouwbeleid nader uiteen te zetten. De Minister van Landbouw heeft hun thans ge antwoord, het beter te achten een gesprek met het bestuur van het Landbouwschap te voeren. De vergadering heeft met verbazing kennis ge nomen uit de dagbladen van dit laatste. Zij is van mening dat de landbouworganisaties te allen tijde het recht dienen te hebben hun zorg bij de Minister kenbaar te maken. Een uitsluitend over leg met het Landbouwschap zijnde een publiek rechtelijk orgaan, lijkt onaanvaardbaar. De vergadering besloot een verklaring in het landbouwblad te publiceren, waarin haar mening over de huidige situatie wordt uitgedrukt. Deze publicatie is hiernaast opgenomen. Tenslotte besprak de vergadering nog of de tijd niet rijp is via een demonstratief congres in het centrum van het land uiting te geven aan de ver langens die thans in de landbouw leven. Besloten werd indien er landelijk iets georgani seerd zou worden hieraan steun en medewerking te verlenen. "SUIKERBIETEN PItIJS. De heer J. B. Becu doet enkele mededelingen over de gehouden besprekingen in de hoofdafde ling Akkerbouw van het Landbouwschap inzake de prijs voor de suikerbieten van de komende oogst. Algemeen is men van mening, en zo ook het Da gelijks Bestuur der Z. L. 3VL, dat de tijd om deze prijs vast te stellen dringt. Alle omstandigheden van het vorige jaar hebben er toe meegewerkt de animo om tot uitzaai te ko men van een evengroot. areaal suikerbieten als in 1956 ten sterkste te verminderen. Het gemiddelde suikergehalte is in de laatste ja ren dalende. Over de laatste 8 jaar bedroeg het slechts 15.85%. De onkosten zijn onrustbarend ge stegen, en daardoor is de mogelijkheid tot het ver krijgen van baten aanzienlijk gedaald. In de eerste plaats is het D. B. van mening, dat de prijs gebaseerd zal moeten worden op een ge halte van ten hoogste 16 Voorts zullen alle be rekeningen gebaseerd moeten worden op alle kost prijsverhogingen die zich in de laatste tijd hebben voorgedaan. Tenslotte zouden de voorstellen van het Land bouwschap in de nieuwe prijs verrekend moeten zijn. Een belangrijke verhoging van de prijs is dus hard nodig en zeker wanneer men suikerbieten wil verbouwd hebben, daar waar die tot nu toe geteeld werden. Tenslotte kan nog mede in beschouwing genomen worden dat de wereldmarktprijs van sui ker anzienlijk boven de eigen produktieprijs ligt. TARWE. Er is, zoals bekend mag worden verondersteld, slechts een geringe oppervlakte wintertarwe uit gezaaid in Nederland. Wil ons land de beschikking krijgen over een kwantum zomertarwe dan zal ook de tarweprijs voor oogst 1957 ten spoedigste be kend gemaakt dienen te worden. Ook deze prijs zal hoger dienen te zijn in verband met de kosten stijgingen en met de voorstellen van het Land bouwschap. De Voorzitter wijst er op, dat tarweverbouw bij een hogere prijs zeker niet onvoordeliger behoeft te zijn dan gerstverbouw. Een en ander mede in ver band met de opbrengst van het stro. Uit de vergadering wordt nog aangevoerd, dat de tarweprijs de laatste jaren voor het zuid-westen van ons land aan de lage ka~t is geweest, zulks in verband met het grote risico dat de wintertarwe biedt en de late rijpheid van de zomertarwe. Hierdoor komt de oogst van de zomertarwe steeds vrij ongelegen in verband met de verdeling van de werkzaamheden, terwijl deze zich minder leent voor mechanisatie dan de oogst van de gerst. OVERIGE PRODU'KTEN. Ten aanzien van de garanties die de Regering geeft voor het prijspeil van de voergranen meent de vergadering dat ook hier de voorstellen van het Landbouwschap gehonoreerd dienen te wor den. Over een eventuele garantieregeling voor de aardappelen voor oogst 1957 beraadt men zich op het ogenblik in de kringen van het Landbouw schap. Het Dagelijks Bestuur der Z. L. M. sprak in zijn vergadering van maandag 21 januari zijn ernstige verontrusting uit over het feit dat de Regering nog steeds geen antwoord heeft gegeven op de vele vragen die rijzen met betrekking tot het toekomstige land bouwbeleid. Zulks mede naar aanleiding van de laatste mededelingen over de ontwik keling van de landbouwpolitieke toe stand, een ontwikkeling die in het Kort Verslag van de bestuursvergadering omschreven wordt. Het Dagelijks Bestuur was van mening, dat, ondanks de financiële en economische moeilijkheden waarin ons land zich bevindt, een vaststelling en publicatie van het regeringsbeleid geen langer uitstel gedoogt. Het wordt voor de boer anders vrij wel onmogelijk een goede en verant woorde bedrijfsvoering voor het ko mende oogstseizoen voor te bereiden. Grote schade dreigt uit een langere onbekendheid met het beleid van de Regering voor hem voort te vloeien. Het aanschaffen van zaaizaad en poot- goed en het opmaken van het defini tieve bouwplan staat immers direkt voor de deur. Als bedrijfsleider komt hij zodoende in een dwangpositie. Met grote ernst werd dan ook aangedrongen op een spoedige beslissing van de Regering, waarbij de voorstellen van het Land bouwschap als basis zouden moeten dienen. TUINBOUW. Er is sprake geweest van het terugbrengen van het maximaal-aieaal vroege aardappelen, te telen op bijzondere teeltvei-gunning, doch daartoe zal in de praktijk geen aanleiding bestaan, omdat het areaal van 5.000 ha op bijzondere teeltvergunning in de laatste jaren nimmer werd bereikt. VERZEKERINGSZAKEN. Het Bestuur neemt kennis van het verslag van de vergadering van de Uitvoerende Commissie van de Onderlinge Verzekerings Mij voor Motorvoer tuigen der Z. L. M. waarop de ontwikkeling in het jaar 1956 ter sprake kwam. Uit dit verslag bleek dat ook 1956 weer een gunstig jaar voor deze maatschappij is geweest. Bij de nieuwe vereniging „Landbouw-Risico" werden in het gehele land reeds meer dan 23.000 verzekeringsovereenkomsten afgesloten. In Zee land is het aantal van 2500 reeds gepasseerd. COMMISSIE GRONDGEBRUIK. De vergadering besloot in de Commissie Grond gebruik van de Gewestelijke Raad voor Zeeland van het Landbouwschap te benoemen de heer C. P. J. van Iwaarden. UITGIFTE BEDRIJVEN. Ter sprake kwam het feit, dat er bij de vrije in schrijvingen voor een bedrijf in de Noord-Oost-Pol der zo weinig Zeeuwen een bedrijf toegewezen kregen. De vergadering betreurde dit ten zeerste. De vrije sector ondervindt zodoende de moeilijk heden t. g. v. de inschrijving uit de verkavelings- gebieden en komt dientengevolge niet aan bod, zonder enige aanleiding hunnerzijds.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1957 | | pagina 1