C3
ALLERHANDE.
35
Ook Uw zaaizaad
In het Friesch Landbouwblad van 21 december
en van 4 januari vraagt de heer A. Ch. J. Wijffels
zich af of de Vlasteelt en de Vlasindustrie nog toe
komst heeft. Een vraag, die velen bezig houdt
en die ook voor vlastelend Zeeland van groot be
lang is. De schrijver stelt, dat het prijsverloop van
de laatste jaren ten zeerste teleurstellend is ge
weest. Op de jaarvergadering van de Nederlandse
Maatschappij ter bevordering van de Vlasindustrie
heeft de heer W. H. G. Kimmerer, een bij uitstek
deskundige op dit gebied, gesproken over de voor
uitzichten van de afzetmogelijkheden voor vlas.
Hij wees erop, dat tegen linnen altijd het verwijt
wordt gericht, dat het zo duur is in vergelijking
tot produkten als katoen en celwol. Toch liggen de
prijzen van dergelijke vergelijkbare kwaliteiten
grondstoffen zeer dicht bijeenkatoen 2,75, cel
wol ƒ2,60, vlas ƒ2,85 (G-merk). Maar de garens
van deze grondstoffen gesponnen vertonen al een
heel ander beeld. Deze zijn voor katoen 4,(spin-
loon ƒ1,25), cehvol ƒ3,50 (spinloon ƒ0,90), vlas
ƒ9,30 (spinloon 6,45). Na het weven worden de
verschillen nog groter: katoen kost dan ƒ1,50 per
vierkante meter en linnen niet minder dan 6,25.
Het is duidelijk, dat niet de teler en de vlas
fabrikant het linnen duur maken, maar de spinner
en de wever. En de ontwikkeling is zelfs zo, dat
teler en vlasser belangrijke bijdragen geleverd
hebben, die prijsverlagingen mogelijk maakten. De
opbrengsten en oogstzekerheid zijn door kwekers-
arbeid in de laatste tientallen jaren belangrijk ver
hoogd, wellicht meer dan verdubbeld. Het oogsten
en de gehele bewerking van vlas is de laatste jaren
zeer sterk gemechaniseerd, zodat de bewerkings-
kosten per ha relatief laag gehouden zijn.
Een geheel ander beeld vertonen de spin- en weef
industrie. De verklaring voor de voorsprong van
de katoenindustrie ligt in de vroegtijdige toepas
sing en uitwisseling van technische vindingen in
deze industrie (Amerika). De vlasspin- en weef
industrie in West-Europa was echter traditioneel
zeer verdeeld en Europa zo mogelijk nog meer,
waardoor dus geen bundeling van krachten optrad.
Daar het spin- en weefloon 4 k 5 maal zo hoog
ligt als bij katoen, zijn de linnen stoffen dus veel
duurder. Hun omloopsnelheid in de detailhandel is
ook veel lager. Daarom moet ook daar de marge
veel hoger zijn dan bij katoenen stoffen.
Ondanks de absolute stijging van het wereld-
textiel verbruik gaat het linnenverbruik relatief
achteruit. Om hierin verandering te brengen moet
het vlas in de aanval gebracht worden, n.l.
1. Door verlaging van de linnenprijzen. Daartoe
zal een grootscheepse research op het terrein
der vlasindustrie en weverij moeten totstand
komen. De mogelijkheden op dit terrein zijn
zeer ruim, omdat hier nog veel achterstand is
op het moderne spinnen en weven.
De heer Kimmerer meent, dat het Vezelinstituut
in Delft in de goede richting zoekt. Men tracht
daar het toerental der spinbanden op te voeren en
de rekbaarheid der linnengarens te verhogen. Hij
acht het echter onjuist, dat het Vezelinstituut met
zoveel geheimzinnigheid te werk gaat. Hij zou een
opendeurpolitiek, waardoor men gebruik zou kun
nen maken van.de kennis en ervaringen van vele
deskundigen en practici, veel juister vinden. Ove
rigens meent hij, dat de verhoging van de rekbaar
heid er vooral van landbouwzijde door veredeling
en cultuur in gebracht zal moeten worden.
2. Het linnen zal aan moderne eisen moeten vol
doen, bijv. kreukherstellend en vuilafwerend
zijn. Tevens zijn betere verf methodes vereist,
waardoor moderne dessins verkregen kunnen
worden. Aan deze punten wordt reeds druk ge
werkt en er zijn reeds opvallende resultaten be
reikt.
3. Er moet een goed opgezette propaganda ge
voerd worden. Daartoe zal een samenbundeling
van de krachten van allen, die geïnteresseerd
zijn bij vlas, noodzakelijk zijn.
De heer Wijffels meent, dat als aan bovenstaande
zaken de nodige aandacht wordt besteed er geen
aanleiding is om te verwachten dat het vlasver-
bruik verder zal dalen.
Overigens wordt wel overal in het buitenland
(België, Frankrijk, Noord-Ierland) een teruggang
van het uit te zaaien areaal voor oogst 1957 ver
wacht, schrijft de „Plattelandspost" van 20 decem
ber. Wat het zaailijnzaad betreft, was de stemming
sinds de herfst rustig, overeenkomstig de vooruit
zichten op de vlasmarkt.
Onder invloed van de internationale situatie
steeg de prijs voor slaglijnzaad echter sterk en aan
gezien deze de basis vormt voor de prijs van het
zaailijnzaad, werd ook dit omhoog gestuwd. Daarbij
kwam, dat de prijs voor het vlas aantrok en als vol
komen nieuwe factor, dat in Zuid-Nederland plot
seling veel te velde gekeurd vlas met de knop erop
werd aangekocht voor export naar België. Welis
waar niet voorzien van N. A. K.-papieren, maar
men wilde dit zaad speciaal voor de slagzaadmarkt
hebben, omdat in België wegens een tijdelijke
schaarste van het aanbod hoge prijzen te behalen
vielen. De prijzen zijn thans zodanig, dat men in het
zuiden van Nederland een groter, althans minstens
een gelijk areaal verwacht als in 1956, waarbij te
vens van belang is, dat in dat jaar met de bieten
weer slechte ervaringen zijn opgedaan.
Door de nieuwe Beneluxregeling, waarbij ook
gekeurd vlas met de knop uitgevoerd mag worden.
zij het dan zonder papieren ontstaat ook in ons
land een krapper aanbod van goedgekeurd zaai
lijnzaad, speciaal in het zuiden, waar de opbreng
sten toch goed waren in tegenstelling tot het noor
den, waar zij matig (tot slecht) zijn.
Ook bij het zaailijnzaad heeft men de duidelijk
beschermende maatregelen, die de Franse regering
treft ten gunste van de vermeerdering in Frank
rijk zelf. Naast het kweken van volkomen nieuwe
rassen tracht men bovendien door het selecteren
van een groot aantal stammen uit een ras als
Wiera te komen tot een nieuw Frans ras, teneinde
ook langs deze weg de import te kunnen afgrende
len. Behalve Frankrijk komt ook Rusland met nieu
we .rassen opzetten en volgens inlichtingen van de
overzichtschrijver is dit seizoen in België ook Rus
sisch zaailijnzaad te koop van blauwbloemrassen,
weliswaar een 30,per 100 kg duurder dan het
Nederlandse zaad en volgens de eerste indrukken
niet daverend van kwaliteit. Naar schrijver ver
neemt, zullen dit jaar ook in ons land proeven met
Russisch zaad worden genomen.
Uit de voorlopige exportcijfers van dit seizoen
valt op te maken dat de afzet van het Nederlandse
zaad zich gelukkig niet beperkt tot Frankrijk en
België. Het zaailijnzaad vindt zelfs zijn weg naar
Zuid-Amerika en Azië. Ook bij vlas geldt, zoals bij
groene erwten, zomertarwe, winterrogge enz., dat
de kwekers zich tot het uiterste moeten inspan
nen om de monopoliepositie van een enkel ras te
doorbreken, omdat een kopgroep van bijv. drie ras
sen voor de afzet in binnen- en buitenland ideaal
zou zijn.
Nog steeds beïnvloeden de Amerikaanse over
schotten de wereldmarktsituatie. Door het treffen
van maatregelen heeft de Amerikaanse regering
getracht verlichting in de voorraden te brengen.
Deze maatregelen bestaan uit het te koop aanbie
den aan landen, die het voedsel goed kunnen gebrui
ken en die thans in hun eigen valuta mogen beta
len, omdat zij geen voldoende dollars ter beschik
king hebben «en voorts uit het sterk aanmoedigen
in eigen land van produktiebeperking. Hiertoe
wordt een premie gegeven voor het braak laten
liggen van land. In „Landbouwwereldnieuws" van
12 januari troffen wij de vergoedingstarieven aan,
welke in 1957 zullen gelden voor het laten braak-
liggen en die zojuist door de Amerikaanse Minister
van Landbouw zijn bekend gemaakt.
Voor de berekening van deze vergoeding is een
gemiddelde opbrengst per acre vastgesteld, als
mede een bepaald bedrag per eenheid van de be
trokken basisprodukten.
Voor 1957 zal de regeling slechts op vijf basis
produkten (tarwe, mais, rijst, uplandkatoen en ta
bak) betrekking hebben, aangezien de voorzienings
situatie van gror.dnoten en extra-langvezelige ka
toen dermate gunstig is, dat deze produkten dit
jaar niet in de „acreage reserve"-regeling zullen
worden betrokken.
De gemiddeld voor het gehele land vastgestelde
vergoeding per eenheid produkt is dezelfde als die
voor 1956, namelijk:
f/100 kg
Tarwe 1,20 per bushel 16,75
Mais 0,90 per bushel 13,50
Katoen 0,15 per lb 125,70
Rijst 2,25 per cwt 18,85
Tabak 0,176 per-lb 147,45
De opbrengst per acre en de totale vergoeding
per acre zijn gemiddeld voor het gehele land als
volgt vastgesteld:
Opbrengst
Vergoeding
per
per ha
per
per
acre
kg
acre
ha
Tarwe
16,7 bu.
1.123
20,04
188
Mais
47,4 bu.
2.975
42,66
400
Katoen
361,0 lb
404
54,15
508
Rijst
28,08 cwt
3.145
63,18
593
Tabak
1.440,0 lb
1.613
253,44
2379
In het „Persoverzicht" van het Hoofdprodukt-
schap voor Akkerbouwprodukten van 11 januari
lazien wij een beschouwing van de New Yorkse
correspondent van „Ernahrungdienst" over de af
vloeiing van de Amerikaanse overschotten.
Het hiertoe door de Amerikaanse regering op
gestelde programma blijkt wel succes te hebben.
Nu de beroering om „Suez" tot rust is gekomen,
verkrijgen de Amerikaanse graanmarkten weer 'n
meer normaal aspect. Voor wat de export betreft,
heeft men echter nog te kampen met de moeilijk
heden, die het schaarser worden van de scheeps-
ruimte met zich mede brengt. Vele overzeese im-
portlanden hebben er in moeten berusten dat in
dertijd geen verschepingen uit de Oostelijke- en
Golfhavens konden plaatsvinden en zien er daarom
vanaf nieuwe transacties af te sluiten, omdat zij
de vrachten uit de Pacific via het Panamakanaal
niet kunnen dragen. Dit is evenwel alleen mogelijk,
voorzover hun voorzieningspositie dit veroorlooft
of wanneer de Amerikaanse hulpleveranties hen
over momentele moeilijkheden heen helpen. Een
zekere ontspanning wordt verwacht van het in
dienst stellen van de Amerikaanse Liberty- en
Victory-schepen; van de tot dusver gemobili
seerde schepen met meer dan 10.000 ton in
houd is de helft aan de graanhandel toe
gewezen. Voorts zullen binnenkort nog 200 schepen
weer zeewaardig worden gemaakt en op dezelfde
wijze worden verdeeld. Ook in dit geval zou nog
steeds met de dollarschaarste in vele landen reke
ning moeten worden gehouden, want de regering
der Verenigde Staten geeft deze transporten alleen
aan Amerikaanse firma's, die aan betaling in dol
lars vasthouden.
De toekomstige ontwikkeling hangt echter van
de Europese kolen behoefte af, welke op haar beurt
weer wordt bepaald door de olievoorziening. Wan
neer het Europese olie-tekort in de eerstvolgende
maanden werkelijk 25 zou bedragen, kan dit al
leen door grotere Amerikaanse kolenleveranties
worden gecompenseerd, waarvoor van de Liberty-
of Victory-schepen gebruik zou moeten worden ge
maakt. Deze zouden grotendeels moeten worden
onttrokken aan het graantransport en het resul
taat zou zijn, dat in de loop van het seizoen de
scheepsruimte voor het transport van graan naar
Europa opnieuw schaars zou worden. Dat de voor
uitzichten op een spoedige verbetering van de hui
dige situatie niet bijzonder gunstig zijn, blijkt wel
daaruit, dat Turkije, dat wegens zijn kritieke voor-
raadspositie vóór eind mei 511.000 ton graan uit
de overschotten der Verenigde Staten moet ont
vangen, tot dusver slechts over twee buitenlandse
vrachtschepen van tezamen slechts 20.000 ton de
beschikking kreeg. Men wil daarom de beschikbaar
gekomen schepen in de eerste plaats voor het
transport naar Turkije gebruiken en voorts voor
de uitvoering van het programma voor Zuid-Slavië,
dat 925.000 ton omvat, aanwenden. Het exportpro
gramma van de Ver. Staten vordert voor de afge
sloten overeenkomsten in totaal ca 7,5 miljoen ton
aan scheepsruimte, waarvan tot dusver slechts
2,7 miljoen ton beschikbaar zijn. Voor de huidige
situatie is dus niet alleen de Suez-crisis of de ho
gere importbehoefte van de landen, die een slechte
oogst hebben gehad, verantwoordelijk, maar er is
ook verband met de exportdrang van de C. C. C., die
haar overschotten in ;de loop van 1957 2odanig wil
verminderen, dat na verloop van hoogstens nóg
een jaar de voorraden geheel kunnen zijn geliqui
deerd. Zo ontstaat de wonderlijke situatie, dat deze
overschotten weliswaar tegen uiterst lage prijzen,
gedeeltelijk ook zonder betaling, worden afgeleverd,
maar dat het gevolg is, dat algemeen, dus ook voor
de importlanden, die geen of slechts geringe over
schotten uit Amerika betrekken, de vrachtprijzen
stijgen.
Het is opmerkelijk, dat de andere grote export
landen (zoals Canada, Australië en Argentinië) er
langzamerhand vanaf zien tegen de enorme Ame
rikaanse subsidiëring van de agrarische export te
concurreren. Geen ander land kan zich zulke finan
ciële offers voor de afzet van zijn produktie-over-
schotten permitteren. Het gevolg is, dat in Canada
en Australië stemmen opgaan om te komen tot
teeltbeperkingen. Naar het vooibeeld van het
Amerikaanse programma moeten de boeren ertoe
worden bewogen minder tarwe te verbouwen. De
regeringen zijn tot dusver hier niet op ingegaan,
maar wanneer er in Canada nog een jaar komt met
overschotten als het afgelopen jaar, zal de rege
ring te Ottawa enig initiatief moeten nemen, te
meer daar de pogingen om Washington tot andere
ideeën te brengen geen resultaat hebben opgele
verd. De laatste steen des aanstoots was de leveran
tie van overschotten aan Spanje tot een waarde
van 176 miljoen 669 miljoen), welke uitsluitend
in peseta's verrekend zullen worden en waarvan
sjechts 10 ter beschikking van de Amerikaanse
regering ter aanwending in Spanje zal komen.
Geen ander tarwe-exporterend land neemt met be
taling in peseta's genoegen. Bovendien heeft Spanje
nog gratis 90.000 ton agrarische produkten ontvan
gen. Het is te begrijpen, dat Spanje onder deze
omstandigheden nog in het geheel geen aankopen
van „commerciële" tarwe onder de Internationale
Tarwe Overeenkomst heeft gedaan en dat geen
ander land dan de Verenigde Staten als leveran
cier in aanmerking kan komen, daar deze afnemers
zich moeten verplichten om voor commerciële
importen zich in de eerste plaats tot de Verenigde
Staten te wenden.
Hoe ingewikkeld de vraagstukken tegenwoordig
zijn en hoe afhankelijk de ene sector van het be
drijfsleven is geworden van de andere, blijkt uit
het bovenstaande weer eens te meer. Het is onzes
inziens zeker niet voor niets, dat de Russen juist
in het Midden-Oosten, dus daar waar de grootste
bekende oliereserves van de wereld zijn, steeds on
rust stoken.
Zij treffen daarmede het hart van de West-Euro-
pese economie. De Verenigde Staten hebben hier
heel wat minder last van, daar zij zelve over enor
me voorraden grondstoffen beschikken. Toch is de
hartklop van de ene bondgenoot belangrijk voor de
bloedsomloop van de andere. Moge dit niet ver
geten worden.
S.
Advertentie)
CV'."',
Westerwolds raaigras C.B.
Italiaans raaigras C.B.
Engels raaigras weidetype C.B.
Engels raaigras hooitype C.B.
Beemdlangbloem weidetype C.B.
Beemdlangbloem hooitype C.B.
Kropaar C.B.
Timothee C.B.
Witte weideklaver C.B.
Witte cultuurklaver C.B.
via de Coöperatie