Het kenteken verplicht gesteld STEMMEN UIT DE PRAKTIJK POOTAAK DAPPELEN P. DE JONGE-DE KOEIJER Zitdagen- Boekhoud- bureau ZATERDAG 19 JANUARI 1957 31 VOOR HET VEEVERVOER MET LANDBOUWTREKKER EN AANHANGWAGEN DE VOORSCHRIFTEN AANGAANDE VEE- VERVOER VAN TOEPASSING OP VEEVERVOER DOOR MIDDEL VAN LANDBOUWTREKKER EN AANHANGWAGEN In de afgelopen week zijn de eerste moeilijk heden ontstaan met' het veevervoer door middel van landbouwtrekker en aanhangwagen. Wij zou den dan ook degenen die gebruik willen maken van hun landbouwtrekker en aanhangwagen voor veevervoer op het volgende willen wijzen. Door een besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 5 november 1956, is voor het vervoer van herkauwende dieren, éénhoevige die ren of varkens met landbouwtrekker en aanhang wagen, een kenteken (nummerplaat) verplicht ge worden. Door de verplichtstelling van het kenteken, zijn de eisen van de Rijksdienst voor het Wegverkeer betreffende veewagens, automatisch op het boven genoemde vervoer van toepassing. Tevens zijn de ontsmettingsvoorschriften voor motorvoertuigen en aanhangwagens ingericht voor veevervoer, als bedoeld in het besluit van de Mi nister van Landbouw van 24 augustus 1956, auto matisch van toepassing geworden op bovenge noemd veevervoer. Verplichtstelling van het kenteken In artikel 65, sub j van het Wegens verkeers reglement (WVR) zijn enige voorschriften opgeno men betreffende voertuigen, waarin zich één of meer herkauwende dieren, éénhoevige dieren of varkens bevinden. Deze luiden: I. In het kentekenbewijs moet zijn vermeld, dat het voertuig voor dit vervoer mag worden gebezigd. II. Het voertuig en de belading moeten voldoen aan de voor dit vervoer gestelde, in het kenteken bewijs vermelde bijzondere bepalingen. III. Op het voertuig moet de bestemming voor dit vervoer (volgens een bepaald model) zijn aan geduid. Op grond van een besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat, van 28 juli 1956, waren met ingang van 1 augustus. 1953 landbouwtrekkers vrijgesteld van het voeren van een kenteken. Hier door was het in artikel 65, sub j, onder I en II bepaalde niet van toepassing op het veevervoer door middel van landbouwtrekker en aanhang wagen. Alleen het bord „veevervoer" moest op de aanhangwagen zijn aangebracht. Op verzoek van de Nederlandse Vereniging voor Dierenbescherming, heeft de Minister van Verkeer en Waterstaat op 5 november 1956 (zonder verder overleg met de georganiseerde landbouw) het bo vengenoemde besluit van 28 juli 1956 ingetrokken en in het nieuwe besluit nieuwe voorschriften vastgelegd. Deze komen hierop neer, dat indien door een landbouwtrekker een aanhangwagen wordt voortbewogen, waarin zich herkauwende dieren, éénhoevige dieren of varkens bevinden, deze trekker moet zijn voorzien van een kenteken. Door dit besluit worden de voorschriften aan gaande de landbouwtrekkers nog weer ingewik kelder, omdat er nu weer trekkers met en zonder kenteken op de weg komen. Daarnaast zijn echter automatisch de tot nu toe geldende uitzonderingen van artikel 65 sub j, onder I en II op de landbouw trekker, die voor veevervoer wordt gebruikt, van toepassing geworden. Hierdoor worden de eisen, die de Rijksdienst voor het Wegverkeer aan vee wagens stelt, eveneens van* toepassing op de land bouwtrekker en aanhangwagen, waarin vee wordt vervoerd. De eisen van de Rijksdienst voor het Weg verkeer aangaande veewagens Deze eisen houden o.a. voorschriften in aan gaande het voertuig in het algemeen, de banden, de laadvloer, de opstaande wanden, de overdek- (Advertentie.) UW ADRES voor BINTJE 28/35, -35/45, 45/5» E. BINTJE 28/35, 35/45 A. EERSTELINGEN 35/50 E NH. EIGENHEIMER 35/45 E NH. MEERLANDER 35/45 E NH, MEERLANDER 28/35, 35/45, 45/55 A. FURORE 28/35, 35/45, 45/55 A. ALPHA 35/45 B NH. Alles van de klei, te leveren uit koelhuis. Voorjaarslevering. Aanbevelend, HANDELAAR IN POOTGOED EN FOURAGE. B 142, Z AAMSLAG TELEFOON 01153—304 king, de laadkleppen, de laadruimte, de bevesti- gingsorganen en de wielkasten. In verband met deze voorschriften zijn wij van mening, dat geen enkele normale landbouwaanhangwagen aan deze eisen voldoet. De commissie Wegen-verkeersvraagstukken van het Landbouwschap, zal nagaan op welke manier een enigszins voor de landbouw bevredigende op lossing kan worden gevonden. Wij raden de ver voerders van vee, die daarvoor gebruik willen ma ken van een landbouwtrekker en een niet speciaal ingerichte aanhangwagen, echter aan, om van deze vervoermiddelen geen gebruik te maken. De con trolerende instanties zijn, naar wij aannemen, reeds voldoende van de voorschriften op de hoogte, zo dat een bekeuring het onvermijdelijke gevolg kan zijn. Wij zouden er wel op willen wijzen, dat voor het veevervoer door middel van paard en wagen, geen voorschriften gelden, zodat dit voorlopig een uitweg biedt. Ontsmettingsvoorschriften voor motorrijtuigen en aanhangwagens ingericht voor veevervoer Door de verplichtstelling van het kenteken, zijn bovendien de ontsmettingsvoorschriften voor vee vervoer automatisch van toepassing geworden op het veevervoer met landbouwtrekker en aanhang wagen. Over deze ontsmettingsvoorschriften heeft het Landbouwschap zich reeds in een schrijven tot de Minister van Landbouw gericht. Bij de opstel ling van deze voorschriften was namelijk niet voorzien, dat de landbouwtrekkers op korte ter mijn onder de kentekenverplichting zouden wor den gebracht. Het vervoer van vee met landbouw trekker en aanhangwagen, viel voorheen niét onder deze voorschriften. Wij hopen door het bovenstaande een inzicht gegeven te hebben, waarom het veevervoer met landbouwtrekker en aanhangwagen voorlopig praktisch onmogelijk is geworden. Indien men onverhoopt reeds moeilijkheden met de nieuwe voorschriften heeft gehad, raden wij U aan om de desbetreffende instanties onder de aandacht te brengen, dat men zich niet eerder van de voor schriften op de hoogte heeft kunnen stellen. Zodra over het bovenstaande iets meer bekend is, zal dit worden gepubliceerd. Ir. A. J. DE WILDT, Secretaris Subcommissie Wegenverkeers- vraagstukken van het Landbouwschap. In de op 15 januari j.l. gehouden Hoofdbestuursvergadering van het Ko ninklijk Nederlands Landbouw Comité is opnieuw duidelijk tot uiting ge komen, dat de spanningen in land- bouwkringen een gevaarlijke hoogte dreigen aan te nemen. Daarmede reke ning houdende, heeft het K. N. L. C. samen met de twee confessionele zusterorganisaties, in een telegram aan de Minister-President uiting gegeven aan zijn bezorgdheid over de huidige ontwikkeling. De voorzitters der 3 Centrale Land bouworganisaties hebben in dit tele gram ook ge-informeerd naar de her komst van de bedragen, welke blijkens publikaties in de pers door de Regering in haar brief aan de St. v. d. Arbeid zijn vermeld en welke aangeven de mate, waarin de Regering overweegt aan de voorstellen van de georgani seerde landbouw te voldoen. In ver band met een en ander is om een on derhoud met de Minister-President verzocht. Voorts heeft het K. N. L. C. kennis genomen van het besluit van de Alg. Ned. Agrarische; Bedrijfsbond om de bestaande arbeidsovereenkomsten op te zeggen. Dit besluit, wordt door het K. N. L. C. betreurd, omdat geen we zenlijke verschillen bestaan tussen de voorstellen van het Landbouwschap op sociaal terrein en de verlangens van genoemde Bond. Het K. N. L. C. verwacht, dat de Regering op korte termijn haar stand punt zal bepalen: de gang van zaken zal nauwlettend in het oog worden ge houden. Mocht de Regeringsbeslissing te lang op zich laten wachten of on gunstig uitvallen, dan zal 't K. N. L. C. de noodzakelijk geachte acties onder nemen. Naar aanleiding van het stukje van de heer M. Murre in het Landbouwblad van enkele weken ge leden, wil ik gaarne enkele opmerkingen maken. Het maaidorsen van granen zal in de toekomst zeker nog meer doorgang vinden, waardoor opslag, drogen en spreiding van de marktaanvoer nog aan merkelijk uitgebreid zal moeten worden. Nu is de vraag, moeten Wij dit zelf op onze be drijven doen, met gevolg extra investeringen per bedrijf, of gezamenlijk centraal investeren en onze bestaande afzet-organisaties de mogelijkheid bie den het aan te voeren produkt te kunnen be- en verwerken en de gewenste spreiding aan de markt te geven Wil men het op eigen bedrijf doen, dan moet men zich ook zo instellen dat men het ook volledig kan, dus naast opslagmogelijkheid ook het drogen zelf ter hand nemen en zo opstellen dat er geen ongelukken met het produkt voor mogen komen. Bezie ik dan de cijfers van de heer Mürre dan wordt dit een behoorlijk investeringsbedrag en dientengevolge een hoog bedrag per 100 kg aan exploitatiekosten. Indien men het gezamenlijk gaat doen zal deze exploitatie zeker niet hoger maar eerder lager lig gen. Nu heb ik zelf ook wel ervaring met het drogen en opslaan van granen en met, ik mag wel zeggen goede resultaten, gezien de premie voor brouw- gerst welke ik dit jaar heb kunnen halen, met zelf drogen. In bepaalde gevallen zal men door het toevallig aanwezig zijn van materiaal, ventilator enz. en wat eigen arbeidsloon in.staat zijn een droog- en op slag capaciteit op eigen bedrijf te bouwen, maar dan moet men er steeds van uitgaan, wat kost. mij de exploitatie per 100 kg op eigen bedrijf tegenover de kosten bij mijn eigen afzetorganisatie. Zolang deze kosten aanmerkelijk lager zijn en men de beschikking nog heeft over personeel dan kan het verantwoord zijn het op eigen bfedrijf toe te passen. Hierbij kan ook nog een rol spelen de eventuele teelten van zaaizaden, welke bij de gezamenlijke verwerkingsbedrijven vaak noodgedwongen moeten wachten tot de grote stroom van granen verwerkt is. Daarom nogmaals: in speciale gevallen kan het verantwoord zijn het op eigen bedrijf te doen, maar dat dit op grote schaal voor vele bedrijven gemeen goed zal worden geloof ik niet en acht ik zulks zelfs ongewenst. Wij moeten onze gezamenlijke verwerkingsbedrijven zo sterk mogelijk maken, op dat deze bedrijven in staat w.orden gesteld, de aan voer van graan uit hun werkgebied zo goedkoop mogelijk kunnen verwerken en een zodanige op slag capaciteit hebben dat zij de gewenste spreiding aan de markt kunnen geven. Ook voor een opbou wende marktpositie is het van uitermate groot be lang centrale opslag van produkten te hebben bij eigen afzetorganisaties. A. J. G. GOED VOORBEELD DOET GOED VOLGEN Ruim een week, nadat de nieuwe ledenlijsten aan de afdelingen werden toegezonden, ontvin gen wij van de heer Jagt van de afdeling Scher- penisse de volledig ingevulde lijst 1957 terug. Een woord van lof voor zulk een activiteit is hier zeker op zijn plaats. OOSTBURG: Woensdag 23 januari in café ,,De Windt". ZIERIKZEE: Donderdag 24 januari in hotel „Huis van Nassau". MIDDELBURG: Donderdag 24 januari in café „De Eendracht". SEROOSKERKE: Vrijdag 25 januari in café „Huysse" van 91.30 uur. ST. PHILIPSLANDZaterdag 26 januari in hotel „De Druiventros". THOLEN: Zaterdag 26 januari in hotel „Hof van Holland". IJZENDIJKE: Zaterdag 26 januari in hotei_ „Lievense".

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1957 | | pagina 3