s ixy^ ZO HET ZAAD ZO DE OOGST" n r RASSENBERICHTEN J No. 2360 Frankering bij abonnement: Terneuzen ZATERDAG 19 JANUARI 1957 45e Jaargang ZEEUWS LANDBOUWBLAD waarin opgenomen DE BOERENJEUGD Officieel Orgaan van de ZEEUWSE LANDBOUW MAATSCHAPPIJ ea de LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP ZEELAND DE onbekende Vlaamse auteur wil hiermede tot uitdrukking brengen, dat de vruchten van de arbeid in de jeugd bij de ouderdom worden geplukt. De moderne akkerbouwer zou dit gezegde zo kunnen opvatten, dat de rentabiliteit van zijn bedrijf voor een goed deel wordt bepaald door een juiste rassen- keuze. Daarbij gaat het om de fijne nuances, om met een bekend heer van stand uit een even bekend Nederlands dagblad te zeggen! Door Dr Ir C. W. C. VAN BEEKOM Rijkslandbouwconsulent voor de Zeeuwse Eilanden Rassenkeüze vereist vakmanschap. In de hierna volgende pagina's wordt de gemiddelde opbrengst vermeld van een aantal rassen van onze landbouw gewassen. Deze gegevens zijn verkre gen uit vele vergelijkende proeven, die over verschillende jaren op uiteenlopen- De proefvelden worden met een zelfrijdende 1 m. zaaimachine gezaaid. de grondsoorten in het Zuidwestelijk kleigebied werden genomen. Zij geven een betrouwbaar doorsnee-beeld van het opbrengst-niveau van de rassen in dit gebied. De akkerbouwer mag met een gerust hart het omvangrijke cijfer materiaal gebruiken als leidraad voor zijn rassenkeüze. Maar het blijft zijn taak om de rassen te bezien tegen de achtergrond van zijn bedrijfsomstandig heden en daarop een keuze te doen. Dat vereist vakmanschap. Bedrijfsomstandigheden bepalen rassenkeüze. In feite wordt de rassenkeüze be paald door de bedrijfsomstandigheden. Zowel technische als economische pro- duktiefactoren kunnen daarbij een rol spelen. Door enige voorbeelden zullen wij trachten dit te verduidelijken. De grond is als technische produktiefactor bij de rassenkeüze van veel betekenis. Plantenziekten kunnen bepalend zijn bij de rassenkeüze. Daarbij denken wij niet alleen aan plantenziekten, die in de grond overblijven, zoals vlasbrand. Ook plantenziekten, waarvan het op treden verband houdt met de aard van de grond, mogen niet vergeten worden. Op een vochtige grond kan een min Klaar voor de start! Over enkele uren is er weer een proefveld gezaaid. der gevoelig aardappelras voor „kwaad" de voorkeur verdienen boven een op drogere grond zeer produktief ras. Ook de vruchtbaarheidstoestand van de grond is van belang. Sommige rassen stellen weinig eisen aan de grond en verdienen daarom de aandacht voor ontkalkte percelen met een veelal minder goede struc tuur. Andere rassen daarentegen lenen zich, doordat zij weinig stro vormen of een goede strostevigheid bezitten, bij zonder voor zeer vruchtbare percelen, zoals gescheurd grasland. Naast de grond als belang rijkste technische produktie factor dient de akkerbouwer economische produktiefacto- ren in overweging te nemen bij zijn keuze van te verbou wen rassen. Vaak zijn het factoren, die in onmiddellijk verband staan met de be drijfsvoering, maar dit be hoeft niet steeds het geval te zijn. In onmiddellijk ver band met de bedrijfsvoering om arbeidstoppen af te vlak ken bij het opeenzetten van bieten en het rooien van aardappelen staat de behoef te aan suikerbietenrassen, die zowel zeer vroeg als vroeg gezaaid kunnen wor den en aardappelrassen, die na elkaar rijpen. Evenzeer kunnen bepaalde rasseneigenschappen als strostevigheid, strohoeveel- heid, korreluitval en schot in het raam van de mechanisa- tiegraad van het bedrijf van doorslaggevende betekenis zijn bij de keuze van het ras. Tenslotte kunnen nog econo mische factoren buiten het bedrijf, zoals cie buitenland se vraag van het produkt van bepaalde rassen mede de rassenkeüze beïnvloeden. De rassenkeüze is bijgevolg meer dan het bestellen van zaad van het ras met het hoogste opbrengstniveau uit de ta bellen in dit nummer. Integendeel, het is de moeilijke keuze tussen het uit velerlei overwegingen wenselijke en het beschikbare. Moeilijk, omdat er voor de rentabiliteit van het akkerbouwbe- drijf zoveel van afhangt. Rassenberichten geven geen volledige rasbeschrij ving. In het kader van de be richtgeving in dit nummer is een volledige rasbeschrijving niet mogelijk. Naar aanlei ding van hetgeen thans over de rassenkeüze is medege deeld zal het ieder echter duidelijk zijn, dat een derge lijke beschrijving van veel betekenis is. Daarvoor zou den wij willen verwijzen naar de Beschrijvende Iias- senlijst voor Landbouwge wassen, waarvan de 32ste lijst onlangs verscheen. In het bijzonder zouden wij „Zo het zaad zo de oogst" lii dit nummer zijn de opgenomen, zoals deze ieder jaar worden samengesteld door de consulenten van het Zuidwestelijk zeekleigebied en de Nederlandse Uienfederatie. Werkzaamheden die aan het zaaien voorafgaan. daarbij de aandacht willen vestigen op de vergelijkende overzichten van de raseigenschappen van de verschillende gewassen. Het is onze er varing, dat deze tabellen nog veel te weinig door de praktijk worden geraad pleegd. Bovendien zouden wij niet genoeg willen aanbevelen de rassen in het veld te bekij ken, daar waar onderlinge rasvergelijking mogelijk is. Hiermede doelen wij met name op de proefboerderij- en, proefbedrijven en centra le proefvelden in het Zuid westelijk kleigebied. Wij zijn van mening, dat geen zich van zijn verantwoordelijk heid bewuste akkerbouwer een jaarlijks bezoek aan een of enkele van deze bedrij ven mag verzuimen. belofte voor de praktijk inhouden, zou den wij tot besluit de aandacht mogen vestigen. Bij de ronde groene erwten is de zeer produktieve Pauli vooral aan te beve len voor percelen, waar veel stro ver wacht mag worden. Bij het vlas ver dient de blauwbloeiende, goed brand- resistente Madonna de aandacht. Op goede gronden verdient Carpo zomer* tarwe de voorkeur boven Peko. Laatst genoemd r. .s dient evenwel op min of meer ontkalkte slempige percelen ge handhaafd te blijven. De polyploid© suikerbietenrassen hebben over het al gemeen ook in de praktijk goed vol daan, zodat een ruimere verbouw mag worden aanbevolen. Vooruitzichten. Op enkele facetten bij de rassenkeüze, die wellicht een De tijd gaat snel; vóór men er erg in heeft is het voorjaar en het zaaizaad moet dan gereed liggen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1957 | | pagina 1