kleinwanzlebener Polybela ZAAI- UIEN C//7 /1 ycfe Grobol 118 101 6 bol Maelstede 107 98 bol Bola 107 95 7 bol Favoriet 103 91 6 bol Maliebo101 98 8 bol Galathee 106 102 i bol Luctor 102 100 8 'ooi Westerloo 96 103 7 bol Wijbo 105 98 7 bol Primeur 104 101 8 bol Pikeur 104 97 8 bol Plastro 100 101 plat -tWijdehoud 97 105 8 plat Victrix 90 102 8 plat Brillant84 104 7 plat West-Friesia 83 108 8 b pl AVijdéro 78 101 7 plat Primeur 100 100 7 bol Vroege Glorie 56 118 9 bol Vroege Triumphator56 119 10 bol De 32e beschrijvende rassei ijst voor landbouwgewassen vi.... F.GOYARTS ZONEN ZAADTEELT N.V.-ROOSENDAAL N.B. 40 ZEEUWS LANDBOUWBEAD Overzicht van de eigenschappen EIGENSCHAPPEN Produk- Duurzaam- Vroeg- Vorm tiviteit heid rijpheid Gem. opbrengst kg/are en rendement hoofdgroep 100 561.7 72.9 Rijnsburger type Noord-Hollandse Strogele type Noord-Hollandse Bloedrode type Van de in bovenstaande tabel genoemde 3 typen is de Rijnsburger verreweg de belangrijkste. De reden hiervoor moet gezocht worden in de voorkeur die door de grootste afnemers van uien, Engeland en Duitsland, voor de vertegen woordigers van dit type aan de dag gelegd wordt. Daarentegen wordt dooi Frankrijk en België meer prijs gesteld op uien met een platte vorm. Voor levering naar deze landen komen dan ook in de eerste plaats de vertegen woordigers van het Noord-Hollandse Strogele type in aanmerking. De afzet mogelijkheden voor de Noord-Hollandse Bloedrode zijn zeer beperkt. In ver hand hiermede is de beteelde oppervlakte gering. Als belangrijkste afnemers van deze rode, wellicht sterker van smaak zijnde, vaste ui kunnen genoemd worden West-Indië, Zweden en België (mijngebied omgeving Luik). Aan de hand van het in de tabel opgenomen cijfermateriaal, kan omtrent de eigenschappen der zowel in de Rassenlijst voor Groente- als voor Land bouwgewassen opgenomen selecties het volgende opgemerkt worden. RIJNSBURGER TYPE. De verschillen tusen de van dit type opgenomen selecties zijn niet groot. Een uitzondering hierop is GROBOL. Naast de hoge produktiviteit is de duurzaamheid van deze selectie niet minder dan van de overige selecties. De latere rijpheid van Grobol vormt echter, vooral in jaren met voor de teelt ongunstige groei-omstandigheden, een nadeel. der hoofdselecties (19531956). Met betrekking tot de duurzaamheid is vooral het met FAVORIET ver kregen resultaat onbevredigend. De gunstige vroegrijpheid van MALIEBO, LUCTOR, PRIMEUR en PIKEUR is vooral van betekenis voor de teelt van plantuien. NOORD-HOLLANDSE STROGELE TYPE. Goede resultaten zijn bereikt met PLASTRO en WIJDEHOUD. De selectie Plastro werd in 1957 voor het eerst in de Rassenlijst opgenomen. Ten aan zien van de produktiviteit zijn de met deze selecties verkregen resultaten beter dan van VICTRIX. NOORD-HOLLANDSE BLOEDRODE TYPE. Aan de reeds eerder van dit type opgenomen selecties WEST-FRIESIA en WIJDéRO is thans de selectie BRILLANT toegevoegd. Zowel wat opbrengst als houdbaarheid betreft zijn met Brillant en West-Friesia de gunstigste ervaringen opgedaan. HYBRIDE-UIEN. De laatste jaren worden in verschillende prijscouranten aanbiedingen aan getroffen van onder de naam VROEGE GLORIE en VROEGE TRIUMPHA- TOR aangeboden hybride-uien. Teneinde nader geïnformeerd te geraken om trent de eigenschappen van deze uit Amerika afkomstige rassen, zijn hier mede de beide laatste jaren proefnemingen verricht. Voor wat betreft de eigenschappen vorm, vroegrijpheid en produktiviteit wordt thans dan ook be schikt over de resultaten van 2 jaren van proefneming. Het in onderstaande tabel opgenomen standaardgetal voor de duurzaam heid heeft echter alleen betrekking op de uien van oogst 1955; de met de opbrengst van 1956 uitgevoerde bewaarproeven zijn n.l. nog niet beëindigd. Overzicht van de eigenschappen der hybride-uien (19551956). EIGENSCHAPPEN Produk- Duurzaam- Vroeg- Vorm tiviteit heid rijpheid Produktiviteit en duurzaamheid 504.8 74 Primeur 100 kg/are Zowel van VROEGE GLORIE als VROEGE TRIUMPHATOR is de pro duktiviteit in vergelijking met de als standaard fungerende vertegenwoordiger van het Rijnsburger type, Primeur, laag. Afgaande op de uitslag van de uitgevoerde bewaarproef wordt de indruk gevestigd, dat de duurzaamheid van de hybriden beter is dan van Primeur. De vroegrijpheid wordt door geen van de inlandse selecties geëvenaard; aan de hand van de tot nu toe opgedane ervaringen mag aangenomen worden, dat de hybriden 3 a 4 weken vroeger oogstbaar zrjn. Vroege Glorie bezit (zoals in 1956 waargenomen werd) de ongunstige eigenschap gevoelig te zijn voor het optreden van bloemstengels. Hoewel voor het vroeg ter beschikking hebben van een uitgerijpt prodakt de hybriden een zeer gunstige vroegrijpheid bezitten, vormt de geringe pro duktiviteit een ernstige handicap voor de verbreiding van deze rassen. Voor het geval tot proefsgevvijze uitzaai mocht worden overgegaan, verdient het in verband met de vatbaarheid voor valse meeldauw aanbeveling aan de bestrij ding hiervan de nodige aandacht te besteden. Hoewel sommige landbouwers er wel eens overdenken de oude rassenlijst nog maar eens een jaar te gebruiken, blijkt iedere keer, wanneer de nieuwe uitgave verschijnt, dat, wil men voldoende op de hoogte blijven van de nieuw ste ontwikkelingen op het gebied van de rassenkeuze, men verplicht is de oude rassenlijst ieder jaar te vervangen door een nieuwe. Misschien zijn op het eerste gezicht de veranderingen niet zo opvallend. Maar toch blijkt dikwijls dat juist door wijzigingen in de volgorde van de vermelde rassen een bepaalde ontwikkeling plaats vindt. Houdt men deze verschuivingen in de rassen van jaar tot jaar bij, dan zal het opvallen dat toch iedere keer weer rassen die al lange tijd veel verbouwd worden in enkele jaren worden vervangen door nieuwe. Bij critische beschouwing van de beschrijving bij de verschillende rassen valt ook iedere keer weer op dat de nieuwste inzichten hierin verwerkt worden. Alleen door ieder jaar opnieuw de rassenlijst te bestuderen kan men zelf beslissen om tot tijdige wijzigingen in de rassenkeuze over te gaan waar door men niet alleen behoeft af te gaan op wat de handelaar aanbiedt of de buurman zaait. Enkele veranderingen in deze nieuwe rassenlijst aangebracht zijn: Nog al opvallende rassenverschuivingen bij de suikerbieten. Ook bij rode klaver, roodzwenkgras, erwten, schokkers, vlas, aardappelen, haver, zomer- gerst, wintertarwe en voederbieten vinden wij rassenverschuivingen, hoewel deze niet alle even belangrijk zijn. De indeling van het hoofdstuk handelende over Blijvend Grasland werd gewijzigd. Enkele tabellen werden aangevuld o.a. is een overzicht betreffende de geschiktheid van vlas als dekvrucht en betreffende de gevoeligheid van zomergerst voor vlekkenziekte opgenomen. Uit de statistiek van de voornaamste verbouwde rassen blijkt dat ook in. 1956 de oppervlaktes die van de verschillende rassen verbouwd worden, sterk wijzigden. Ieder die op de hoogte wil zijn van de verschillende eigenschappen van de rassen en de hoedanigheden t.o.v. andere rassen, raden we aan direct de nieuwe rassenlijst te bestellen. Door storting van 2,op giro 37754 t. n. v. LeiterNypels te Maastricht komt men in het bezit van deze 32e Rassenlijst, Voor de Z. L. M. afdelingen kan het van belang zijn te weten, dat bij be stellingen van meer dan tien exemplaren gereduceerde prijzen gelden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1957 | | pagina 12