de Tuinhouwlantaarn 19 Zeeuws Stieren reglement ZATERDAG 13 JANUARI 1957 Wij willen de aandacht van de fruittelers deze week weer eens speciaal richten op een gevreesde ziekte in onze teelt van appels, die de laatste jaren al veel slachtoffers heeft gemaakt in onze be drijven. Stambasisrot Het betreft nl. „Stambasisrot" Het zal bij vele telers al wel bekend zijn, dat sinds enkele jaren één van de voornaamste rassen uit het appelsortiment in ernstige mate bedreigd wordt door een voor ons nog onbekende ziekte. Met dit ras bedoelen wij dan ons goede ras Co.x's Orange Pippin. Deze wordt nl. ernstig bedreigd door bovengenoemde ziekte. Wij moeten dit gevaar zeker niet onderschatten. Iedere teler van dit ras zal met zorg zijn vervuld als hij een aantasting in zijn bedrijf constateert. Wij menen echter dat dit grote gevaar nog niet bij elke teler bekend is en zodoende ook niet door hem wordt gezien. Dientengevolge willen wij in onze rubriek hierop nog eens terdege de aandacht vestigen. Het is ons bekend dat in vele bedrijven in onze provincie, waar Cox's Orange Pippin wordt geteeld, deze door „Stambasisrot", hetzij ernstig of minder ernstig, maar toch aangetast is. Zowel de Rijkstuinbouwvoorlichtingsdienst als de Planten- ziektenkundige Dienst in ons gewest, houden zich zeer intensief bezig met deze ernstige ziekte, welke immers een rechtstreekse bedreiging vormt voor de Cox's Orange Pippin. Daarom wordt in de erva ringen ten aanzien van de ziektebestrijding in 1956 en in het advies voor 1957 voor de Zeeuwse fruit teelt, ook zo ruimschoots aandacht geschonken aan deze ziekte. Wij weten dus al dat het vooral de Cox's Orange Pippin is, die er door wordt belaagd. Het is echter ook gebleken, dat nog andere rassen aangetast kunnen worden, zoals Zigeunerin, Ellison's Orange, Goudreinette, Perzikrode Zomerappel en James Grieve. Bij al deze rassen is de aantasting echter minder ernstig en beperkt zich meestal tot enkele bomen. Wat is stambasisrot eigenlijk De naam zegt het al. Het is een verrotting van de bast tot op het hout aan de basis van de stam. Dit wordt veroorzaakt door de zwam Phytophtora cactorum en verder is ook belangrijk de Phytoph tora syringea. Genoemde zwammen geven hun be smetting vanuit de grond. Bij regen spatten de sporen met gronddeeltjes op en komen hierdoor op de stammen en vruchten terecht. Omdat vooral de preventieve bestrijding van groot belang is, is het advies van Voorlichtingsdienst en P. D. aan de Zeeuwse fruittelers,- voor dit jaar: Behandel de stammen der bomen voorbehoedend met koperoxychloride 4 oplossing, gemengd met een 4 tarwebloemoplossing om te bereiken dat een goede hechting ontstaat. Omdat de besmetting uit de grond komt, kan het gemakkelijk voorkomen, dat de besmetting ont staat, doordat de boom te diep is geplant. Dit is het geval als het hout van het ras direct in con tact komt met de grond. Men dient dus bij het planten der bomen op te letten dat de veredeling steeds voldoende boven de grond blijft. Wanneer dit bij vroegere beplantingen niet is gebeurd, dient men de veredeling nu vrij te maken van de grond. De onderstam blijft namelijk wel gezond. Men kan het opspatten der grond voorkomen door de grond begroeid te houden. Deze begroeiing moet men steeds kort houden en dient daarom dikwijls te worden gemaaid. Bestrijding Wanneer men een aantasting van stambasisrot in het bedrijf constateert, kan men de aangetaste zieke plekken bestrijden door ze flink diep uit te snijden. Het is noodzakelijk nog enkele centimeters van de gezonde bast mee te snijden. Vervolgens moet de uitgesneden wond worden ontsmet. Voor deze ontsmetting kan men een middel gebruiken dat een lange voorbehoedende werking heeft en dat lang op de wond achterblijft. Hiervoor wordt een hechtmiddel toegevoegd. De ontsmettende werking is echter hoofdzaak. De Voorlichtingsdienst en de P. D. adviseren Captan te gebruiken in een 4 oplossing, gemengd met een 4 tarwebloemoplossing. Met deze bestrijding zijn reeds goede resultaten behaald in het verleden. Een week na deze behan deling, wanneer de wond goed is opgedroogd, moet men een wondafdekking op de gemaakte wonden smeren. Het uitsnijden van het zieke weefsel is een uiterst secuur en belangrijk werk. Wanneer dit niet nauwkeurig gebeurt, kan het voorkomen dat later toch weer nieuwe aantastingen worden waar genomen. De besmetting van de stammen door stambasis rot kan gedurende het gehele jaar plaats vinden. Perioden, waarin helemaal geën aantasting plaats vindt, zijn niet aan te wijzen. Wel is echter ge bleken, dat de voornaamste perioden van aantas ting zijn: eind maart-begin april en eind augus- tus-begin september. Daarom verdient het ook aan beveling dat de preventieve behandeling, waarover we schreven, tweemaal per jaar wordt toegepast. Ook op de vruchten van appelen en peren kan men Phytophtora-aantastingen hebben. Bij appels bestaat dit uit lichtgrijze tot donkerbruine rotte plekken. Dit verschil van kleur is afhankelijk van het aangetaste ras. De aantasting van de vruchten be perkt zich meestal tot de vruchten van de onder ste takken der bomen. Men kan op vele bedrijven aangetaste vruchten vinden, hoewel het aantal meestal wel beperkt is. Of een speciale behandeling tegen deze aan tasting economisch verantwoord is, zal een ieder op zijn eigen bedrijf moeten uitmaken. In Zeeland, waar veel Cox's Orange Pippin wordt geteeld, is de uitbreiding van het stambasis rot gelukkig het vorige jaar minder geweest dan enkele voorgaande jaren. Laten we hopen dat deze toestand zich zal bestendigen en dat deze gevreesde ziekte teruggedrongen zal kunnen worden. Juist omdat ze onze fijnste handappel zo sterk bedreigt, is het van zo groot belang. De telers doen er echter goed aan, speciale aandacht te schenken aan deze ziekte en niet zonder meer eraan voorbij te gaan, daarbij bedenkend dat het wel mee zal vallen. Wij noemden u in dit artikel al bestrij dingsmogelijkheden. Er zijn echter nog meerdere methoden om het stambasisrot te bestrijden. De Voorlichtingsdienst noemt nog: Het aanbrengen van een onvatbare tussenstam Tet voorkoming van stambasisrot bij nieuw in le planten percelen van Cox's Orange Pippin is een onvatbare tussenstam de aangewezen remedie. Bij de huidige stand van kennis is elke goede tussen stam beter dan Cox's Orange Pippin. Zo is bijv. Jonathan een ras, dat niet spoedig aangetast zal worden. Ook type M II schijnt onvatbaar te zijn. Van vele rassen is echter nog weinig bekend over hun eigenschappen als tussenstam, bijv. wat betreft hun invloed op groei en vruchtbaarheid van het daarop gezette ras. Ontsmetting van de grond Dit zou theoretisch de beste bestrijding zijn, aldus de R.T.C., omdat daarbij de ziekte in de haard wordt getroffen. De moeilijkheden zijn hier bij echter, dat men bij behandeling in bestaande boomgaarden naar middelen moet zoeken, die niet schadelijk voor de vruchtbomen zijn. Op beschei den schaal is een proef opgezet met een middel, dat als werkzame stof natrium N-methyl dithio- carbamaat bevat, een stof, waarvan bekend is, dat het in zeer lage concentraties in het laboratorium dodelijk op P-cactorum werkt. Om het effect na te gaan, zijn appel- en perevruchten op de behan delde veldjes gelegd. De bereikte resultaten die bij deze proefneming zijn behaald, geven wel enige hoop, maar in de praktijk zal deze wijze van be strijding nog wel voorlopig een vr*ag blijven. De conclusie zal volgens de deskundigen wel zo zijn, dat we voorlopig de preventieve en de cu ratieve bestrijding, die wij u in bovenstaand artikel noemden, de aangewezen weg zal zijn om de ge vreesde ziekte zo goed mogelijk te lijf te gaan. De tweede mogelijkheid is eveneens te proberen om bij het inplanten van Cox's Orange Pippin rekening te houden bij het aanbrengen van een onvatbare tussenstam. Wij zijn ervan overtuigd, dat voor de telers van het ras Cox's Orange Pippin er alles aan gelegen is, dat er een afdoende bestrij- dingsmethode wordt gevonden en dankbaar kun nen we constateren dat hieraan ernstig wordt ge werkt. Men ziet het gelukkig als een ernstig feit. Het gaat inderdaad om één van onze fijnste hand appels. We hopen dan ook dat spoedig het goede middel zal worden gevonden ter bestrijding, voor dat de schade door deze ziekte catastrofale vormen heeft aangenomen. Zolang wij deze middelen echter nog niet heb ben, kunnen wij als telers niet stil staan en reed* bij één geconstateerde aantasting de nodige maat regelen nemen ter voorkoming van uitbreiding. Weest op uw hoede Zij, die besloten hebben om een winterbespui- ting uit t.e voeren in de boomgaard, wil ik er nog even op wijzen dat een bespuiting met V.B.C., reeds vanaf half januari kan plaats vinden. In do regel komen er in de winter maar weinig geschikt© spuitdagen voor, dus maak er gebruik van terwijl ze er zijn. Ook de bessen en frambozen worden in de prak tijk nog met V.B.C. gespoten. Het weer was tot heden nog goed om alle werk zaamheden uit te voeren. Zo zien wij in vele be drijven dat er volop gesnoeid wordt. Laat bij al uw winterwerk uw aandacht naar de toekomst ge richt zijn en de ervaringen uit het verleden u daar bij mogen dienen om alles zo goed mogelijk te doen. In de loop van de volgende maand zal weer met het keuren van stieren, ingevolge de bepalingen van het Zeeuws Stierenreglement worden begon nen. Krachtens het bepaalde in artikel 3 van 't regle ment is het aan de stierhouder en de houder van een vrouwelijk rund verboden stieren voorhanden te hebben of ter dekking te bezigen, tenzij een van de volgende bepalingen op de stier van toepassing is. Het verbod geldt niet voor: a. stieren, jonger dan 8 maanden b. stieren, ouder dan 8 maanden, mits voorzien van een door de commissie verstrekte voorlopige aanhoudingsvergunning. c. toegelaten en tijdelijk toegelaten stieren, waar mee worden bedoeld definitief of voorlopig in het Stamboek van de Vereniging het Neder landse Rundveestamboek ingeschreven stieren. d. door de keuringscommissie goedgekeurde stie ren, mits deze goedkeuring op 2 achtereenvol gende voorjaarskeuringen heeft plaatsgevonden. Voorts wijzen wij blanghebbenden op de inhoud van artikel 4, waarbij wordt bepaald, dat door de commissie alleen stieren worden gekeurd, behoren de tot het zwartbont Fries-Hollands veeslag. In hetzelfde artikel wordt bepaald, dat he't voor handen hebben van stieren met afwijkende kleur en een borstomvang van meer dan 145 cm, welke niet tot een der erkende Nederlandse veeslagen behoren, verboden is. Het belangrijkste punt, waar houders van stie ren met het oog op de voorjaarskeuringen op moe ten letten is dat over de aangiften. In de maand januari en voorts binnen 8 dagen, nadat een stier de leeftijd van 8 maanden heeft bereikt, moet de stierhouder aangifte doen bij het hoofd van de plaatselijke politie van de bij hem aanwezige stier of stieren. Deze aangifte wordt, voorzover nodig, door het secretariaat der commissie tevens als aangifte voor de voorjaarskeuring aangemerkt. Men behoeft dus niet apart voor deze keuringen in Goes aan te geven. Bij de aangifte aan de politie dient men van on gekeurde stieren van 8 maanden en ouder tevens de bij de stier behorende papieren, w o. de zwarte schets in te leveren, welke na verwerking vanuit Goes weer wordt geretourneerd. Indien een stier tijdens de voorjaarskeuringen wordt afgekeurd en men vraagt geen herkeuring aan, dan dient deze binnen 28 dagen na de afkeu ring van het bedrijf te worden verwijderd of ge castreerd. Het programma der voorjaarskeuringen zal in februari aan de aangevers van stieren worden toe gezonden en ook plaatselijk ter kennis worden ge bracht. Indien men nadere inlichtingen verlangt, dan kan men deze inwinnen op het secretariaat der Com missie, Landbouwhuis te Goes. (Tel. 2345). Namens de Prov. Commissie, H. A. A. Baron COLLOT D' ESCURY, Voorzitter Ir. A E. BRUIJNING, Secretaris.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1957 | | pagina 7