UIT DE HER VER KA VEL INC, SO EB I EDEN
Verschuivingen
op de markt
ZATERDAG 12 JANUARI 1957
15
.lUaHbilla...
Overzicht van het Cultuurtechnisch werk in
Zeeland in 1956.
Nu het jaar 1956 weer tot de historie behoort
is het nuttig een terugblik te werpen op hetgeen
in het afgelopen jaar op cultuurtechnisch gebied in
onze provincie verricht werd, daar door de uitvoe
ring van deze werken de bedrijfsomstandigheden
op vele bedrijven ingrijpend wordt veranderd.
Hierbij doelen we in de eerste plaats op de in uit
voering zijnde herverkavelingen op Walcheren,
Schouwen en Duiveland, Tholen, Waarde en de
Zak van Zuid-Beveland. Als uitvloeisel van de
oorlog Walcheren en de watersnoodramp
wordt met de herverkaveling beoogt structurele
verbeteringen in de landbouw aan te brengen,
waarvan pas op langere termijn de vruchten ge
plukt kunnen worden.
Hoewel voor de individuele boer het egalisatie-
werk het belangrijkste is, zien we bij de uitvoering
van de werkzaamheden dat in het begin de meeste
aandacht besteed wordt aan de ontwatering (het
aanleggen van waterlopen) en de ontsluiting (het
aanleggen van wegen) van de herverkavelingse-
gebieden, aldus de Hoofd-Ingenieur Directeur van
de Cultuurtechnische Dienst, Ir. L. Appelman.
Naar mate de uitvoering vordert neemt het be
drag uitgetrokken voor waterlopen en wegen af
en neemt dat voor egalisatiewerk toe.
Vorderingen in 1956
Van de ƒ40 miljoen die er in 1956 beschikbaar
was voor de herverkaveling van Schouwen en Dui
veland, Tholen, Waarde en de Zak van Zuid-Beve
land, werd 21.4 miljoen besteed aan egalisatie-
werken. Wegenaanleg vergde ƒ11 miljoen, terwijl
voor waterlopen, gemalen en kunstwerken 3.8
miljoen nodig was. Het totale bedrag van 40 mil
joen werd verwerkt.
Schouwen en Duiveland vertoont momenteel
nog de diepste sporen van de ramp, hoewel ook
hier goede vorderingen gemaakt worden met de
uitvoering van de werken. Vooral op de geëgali
seerde percelen is de vele regen fataal geweest.
Daar hierbij blijkt dat de grond nog niet hersteld
is wordt er naar gestreefd bij egalisaties gips toe
te dienen in verband met het herstel van de struc
tuur.
Welke oppervlakte kwam gereed?
Van de totale oppervlakte cultuurgrond in het
gebied van de Herverkavelingscommissie Zeeland
groot 33.850 ha werd tot en met 1956 13.760 ha
klaar gemaakt, terwijl 2400 ha in uitvoering was.
Dus dient nog begonnen te worden aan 17.690 ha.
Van de 18.000 ha cultuurgrond van Schouwen en
Duiveland kwamen 8700 ha gereed, waren in uit
voering 1100 ha en moeten nog bewerkt worden
8200 ha. Voor Tholen zijn deze cijfers 10.800, 3500
1000 en 6000, voor de Zak van Zuid-Beveland 4200,
750, 260, 3190 en voor Waarde 850, 810, 40,
Uiteraard zijn de wegen en waterlopen reeds
klaar voor een grotere oppervlakte.
Gemalen en wegen
In het gehele gebied van de Herverkavelings-
commissie Zeeland moeten 9 gemalen en 6 onder
bemalingen gebouwd worden.
Hiervan zijn er respectievelijk 2 en 3 opgeleverd.
Aan wegen kwamen in 1956 gereed: 35 km land-
bouwweg-a, 65 landbouwweg-b en 42 landbouw-
weg-c.
Speciale gebieden
De Poortvlietse Weihoek en Coudorpe zijn twee
gebieden waar veel aandacht aan besteed wordt.
Coudorpe, waar het werk praktisch beëindigd kan
worden is van een slecht gebied omgewerkt in een
polder, waar de meeste gewassen met succes ge
teeld kunnen worden.
In de Weihoek zullen binnen afzienbare tijd ver
schillende boerderijen gebouwd worden, terwijl
ook daar aanmerkelijk meer bouwland komt.
Voor het fruitteelt gebied van Haamstede kan
door de herverkavelingscommissie in nauwe sa
menwerking met de Tuinbouw Voorlichtingsdienst
goed werk tot stand gebracht worden.
Door modernisering en sanering van bestaande
bedrijven met in totaal 35 ha cultuurgrond kon
hier een belangrijke verbetering tot stand gebracht
worden.
In St. Annaland werd een contingent van 50
woningen toegewezen ter vervanging van krotwo
ningen. Hierbij geldt een speciale financieringsre
geling. Reeds 2 woningen kwamen klaar, terwijl
9 anderen binnenkort klaar zijn.
Van de 9 miljoen die in 1956 beschikbaar wa
ren voor de herverkaveling Walcheren, werd
ƒ7.40 miljoen besteed aan egalisatiewerken. Be
houdens het nawerk in 1958 hoopt men met het
grote werk ook hier in 1957 een eind -klaar te
komen.
Wat betreft de vorderingen van de werkzaam
heden kan worden medegedeeld dat de werkzaam
heden in Waarde in 1957 vrijwel beëindigd zullen
kunnen worden. De werken zijn daar voor 95
reeds gereed. Voor dit gebied moet de definitieve
toedeling en de vaststelling van het definitieve
plan van wegen en waterlopen nog plaatsvinden.
Mechanisatie van het werk
In de manier, waarop de cultuurtechnische wer
ken worden uitgevoerd heeft intussen een evolutie
plaats gehad, die wel zeer opvallend is. Nog slechts
een tiental jaren geleden was men voor uitvoering
van deze werken aangewezen op de kruiwagen en
de schop. Na de tweede wereldoorlog deed al vrij
sppedig de dragline in grote aantallen zijn intrede
en in 1956 werd op ruime schaal gebruik gemaakt
van bulldozer en scraper. Zo zien we dat in enkele
jaren tijds de cultuurtechnische werken van een
ibijna zuiver handwerk, nu bijna volledig gemecha
niseerd zijn.
We zien dan ook dat het werk voor 95 machi
naal wordt uitgevoerd, waarbij het mogelijk is be
ter en goedkoper werk te leveren. Het betree werk
is hoofdzakelijk een gevolg van het verschuiven
van de werkzaamheden naar de zomermaanden,
omdat men met machines juist op het betere weer
is aangewezen. Een gevolg hiervan is dat de ver
goedingen aan landbouwers voor beschadigingen
aan gewassen, het in beslag nemen van gronden
voor het uitvoeren van werken enz. een vrij aan
zienlijk bedrag vergen. Zo zien we dat door de
Herverkavelings-Commissie Zeeland 2.4 miljoen
werd besteed aan schadevergoedingen.
Om een indruk te geven van de materialen die
bij de herverkaveling worden ingezet kunnen we
de maand juni als voorbeeld nemen. In deze maand
waren er in het gebied van de Herverkavelings
commissie Zeeland 203 draglines, 31% bulldozers,
198 auto's en 14 draineermachines werkzaam. In
dezelfde maand werkten er in Walcheren 43 drag
lines, 2% bulldozers, 29 auto's en 3 draineermachi
nes. In het gehele herverkavelingsgebied werden
gemiddeld het gehele jaar 1600 ar beiders te werk
gesteld.
Begroting
Van de totale begroting van 200 miljoen van
de Herverkavelingscommissie Zeeland werd tot en
met 1956 106 miljoen verwerkt. Hoewel men
hieruit zou kunnen concluderen dat reeds meer
dan de helft klaar is, dient er wel rekening mede
gehouden te worden dat het kadastrale en admini
stratieve werk nog niet zo ver gevorderd is als het
technische. In 1959 hoopt men met de uitvoering
van de cultuurtechnische werken klaar te zijn, hoe
wel het administratieve en kadastrale werk daar
na nog wel jaren zal vragen, zodat de gehele her
verkaveling vermoedelijk niet voor 1961 of 1962
beëindigd zal kunnen worden.
Ook voor 1957 werd voor de Herverkavelings
commissie Zeeland weer ƒ40 miljoen gepland
welke als volgt verdeeld zijn:
Schouwen en Duiveland 22,miljoen
Tholen 11.miljoen
Zak van Zuid-Beveland 6.7 miljoen
Waarde 0.3 miljoen
Voor Walcheren is voor 1957 5 miljoen begroot.
Ander Cultuurtechnisch werk
Hoewel de herverkaveling verreweg het belang
rijkste aspect van de cultuurtechnische werken in
Zeeland, vormt, wordt toch ook nog aandacht be
steed aan de gebruikelijke werken.
In totaal werd in 1956 in deze werken 1.330.000
geïnvesteerd, waarop 835.000 overheidssubsidie
werd verkregen.
De geïnvesteerde bedragen zijn voor: ruilverka
velingen e.d. ƒ520.000, BW1 en BW2 objecten (150
stuks) ƒ320.000, aanvullende werken (31 stuks)
490.000.
De ruilverkaveling in Eede zal in de loop van '57
in hoofdzaak klaar komen. De ruilverkavelingen
voor de gebieden rond Stoppeldijk, Kleverskerke
en Koewacht zijn in voorbereiding, terwijl er ook
voor de Poel een aanvrage is.
v. I.
Wie zal dat betalen......? Grondonderzoek is niet
duur. Natuurlijk, speciale analysen kosten nu een
maal meer. Ons laboratorium is echter ingericht
op massa-onderzoek, wat een enorme besparing
betekent, zie onze prijslijst. Bovendien betaalt
grondonderzoek zich vele malen terug.
We hebben een hekel aan wachten. We vinden
het een nog ergere bezoeking als dat wachten in
een of andere muffe wachtkamer moet plaatsvin
den. Overal vind je dezelfde oude uitgelezen tijd
schriften, Autokampioenen, Margrieten of Spie
gels van maanden terug. Deze week echter trof
fen we 't wat dat betreft een keer beter, ook al
moesten we onmenselijk lang wachten. We na
men kennis van de inhoud van enige nummers
van Economische Voorlichting, niet eens zo ver
ouderd. We lazen daarin een artikel over ver
schuivingen op de Amerikaanse markt. We zijn
geïnteresseerd, ons hele leven al, in Amerika,
zeker omdat we er nooit geweest zijn. De onder
titel van het artikel trok ons ook aan, namelijk:
Structurele en psychologische veranderingen.
Structureel is immers een modern agrarisch
woord.
Men onderscheidt dus tweeërlei soorten veran
deringen, t.w. structurele wijzigingen in de af
zetmarkt en psychologische veranderingen bij de
kopers, de consumenten.
De Amerikaanse bevolking is sedert 1 april
1950 met 11 miljoen toegenomen. Velen hiervan
wonen in voorsteden, welker inwonertal met
34 is gestegen. Verder is opvallend de grote
bewegelijkheid van de bevolking. Sedert 1946 is
de helft van de bevolking minstens eenmaal van
adres veranderd. Dat wijst dus wel op iets anders
dan onze woningnood!
De verandering van koopgewoonten is o.m. toe
te schrijven aan de wijziging van de inkomens
verhoudingen van de Amerikaanse bevolking,
vooral bij de middelbare inkomensgroep, waar
toe men rekent de categorie met een inkomen
van 40007500 dollar per jaar. Deze groep is se
dert 1947 met 18 miljoen gezinnen toegenomen
en omvat nu meer dan een derde van alle ge
zinnen in de V. S. Kenmerkend is dat de nieuw
toegevloeiden tot deze groep nog een andere mid
denstandsmentaliteit vertonen dan de ouderen
en wat zij kopen wordt zeer beïnvloed door de
reclame. Steeds meer wil men het allernieuwste
hebben en men wil beslist niet „uit de mode
zijn". Op het gebied van de textiel heeft dit tot
gevolg dat men bijv. vooral kledingstukken van
een betrekkelijk lage prijs koopt, om maar zo
spoedig mogelijk weer iets anders te kunnen aan
schaffen. De veranderingen ten gevolge van de
verschuivingen in inkomensgroepen die men con
stateert, doen ook voor tal van andere produkten
eveneens een belangrijke toeneming van de con
sumptie verwachten. Het verbruik van zuivel- en
melkprodukten b.v. bedroeg in 1940 per hoofd
807 lb, in 1955 740 lb, d.i. een daling van 8 °/o, ver
moedelijk uitsluitend naar men althans aan
neemt als gevolg van een onvoldoende recla
me. Voor de komende jaren verwacht men voor
kaas een toeneming van 5 en voor melkproduc
ten zelfs van 34 van het gebruik.
Dit laatste punt achten we wel zeer opmerke
lijk. Het is vanzelfsprekend dat, wanneer men
iets verwaarloosd heeft, men die achterstand
wellicht kan goedmaken. Maar een elasticiteit,
die een 34 vooruitgang in 't gebruik van melk
produkten veronderstelt, dus een stijging op be
trekkelijk korte termijn van een derde, is voor
Europese begrippen op zijn zachtst uitgedrukt
wonderlijk. Men kan dit immers in een reeds rijk
land als de Verenigde Staten moeilijk als een
verschuiving naar luxe-consumptie beschouwen.
Weliswaar weten we veel te weinig van Amerika
af om de situatie maar enigzins te kunnen be
oordelen en is de markt van melkproducten ge
deeltelijk een heel andere dan wij gewend zijn
denk maar aan de milk-shakes maar toch
wijzen de waarnemingen op verschijnselen die
de strekking van het artikel uitmaken: de zeer
grote wijzigingen die er in 't verbruik in vrij kor
te periodes reeds gaan optreden.
Onwillekeurig dachten we aan het openings
woord in Middelburg van de Voorzitter der
Z. L. M. over het verbruik, dat een natuurlijk
knelpunt is geworden voor onze landbouw en over
de verschuivingen die naar meer luxe-consumptie
optreden. Men zie eens naar de snelheid waar
mee de eigen slacht op ons platteland bezig is te
verdwijnen. Men spreke in dit verband tevens
eens met onze dorpsslagers, die U kunnen ver
tellen, hoe na 1945, ook door de optrekking van
de inkomens, het verbruik van vleeswaren is toe
genomen. Hetzelfde geldt voor het gebruik van
vele soorten fruit, die vroeger b.v. in de arbeiders
gezinnen ten plattelande niet of nauwelijks op
tafel kwamen. Niet alleen uit een oogpunt van
de produktie is het van groot belang deze ont
wikkeling nauwlettend te volgen. Er gebeurt op
dit terrein van marktanalyse in Nederland wel
wat, maar zeker op agrarisch gebied nog veel
te weinig. Gezinsbudget onderzoek e.d. geven
daaromtrent maar schaars uitsluitsel. En wat
vooral nodig zou zijn is een systematische opzet
en vervolg van dergelijke onderzoekingen.
Er is op dit terrein reeds enig overleg tussen
de drie Centrale Landbouworganisaties geweest.
Het wordt nu tijd, dat de vrij vage plannen nar
der worden uitgewerkt.