Van Boerderij en Organisatie AFDELING VROUWENPOLDER DER Z.L.M. 4 SCHOUWEN-DUIVEL AND. 28 december. Wanneer U dit leest ligt de jaarwis seling al weer achter ons en zijn we het nieuwe jaar al weer enkele dagen in. Van deze plaats willen wij dan ook alle lezers nog een in alle opzichten voorspoedig 1957 toewensen. Staande aan het begin van een nieuw jaar, stellen we ons de vraag: Wat zal dit jaar ons brengen? We weten het niet. Maar het zal net als andere jaren, zowel voorspoed als tegenspoed brengen. We hopen echter, dat het wat de boerderij betreft een gunstiger jaar mag worden dan zijn voorganger. Want 1956 is toch geen best boerenjaar ge weest. De weersomstandigheden: eerst Etrenge vorst, daarna langdurige droog te en in de laatste helft zeer veel regen, hebben dit in de hand gewerkt en daardoor de boer veel moeilijkheden bezorgt. Daarnaast kwam nog de krap pe arbeidsvoorziening met haar steeds stijgende uurlonen en tenslotte lage prijzen gecombineerd met vaak lage op brengsten. Als men dan nog ziet dat velen met hoge investeringen aan ge bouwen en inventaris te maken hebben, dan is het niet te verwonderen dat in vele boekhoudingen het onderste regel tje een zeer gering winstgetal aangeeft. Wat kunnen we als boer nu doen om deze winst in 1957 gi-oter te maken? Dat is een vraag waar elke boer graag antwoord op wil hebben, doch waar moeilijk een goed antwoord op gegeven kan worden, terwijl dit voor elk be drijf afzonderlijk bekeken moet wor den. In het algemeen geldt slechts, dat we door rationalisatie, dit is ver laging van de kostprijs, nog wel eens iets kunnen bereiken. Het is nog wel eens aardig en leerzaam het boekje: „Arbeid en Bouwplan", dat vorig jaar door het Rijkslandbouwconsulentschap is uitgegeven, hierover na te lezen. Vooral in verband met de steeds stij gende investeringen, maar ook met het oog op het vaststellen van het bouw plan. Verder speelt de capaciteit van Se landbouwer v.n. wat betreft de or ganisatie en de juiste wijze en uitvoe ring van het werk een grote rol, het geen vaak een aangeboren iets is. Daar naast is het onze taak om gezamenlijk, via onze organisaties onze belangen bij de regering te verdedigen, want uitein delijk kan alleen door het stellen van hogere garantieprijzen de boerenstand gezond blijven. Laten we hopen dat we in dit nieuwe jaar die richting zullen uitgaan. Gelukkig hebben we in onze Z. L. M. een krachtige organisatie die de belangen van haar leden op de juiste wijze weet te behartigen en die dit ook in 1957 mede door ons aller steun niet zal nalaten. THOLEN EN ST. PHILIPSLAND. 27 december. Wanneer we dit schrijven is het nog 1956, doch weinig dagen scheiden ons nog van de geboorte van een nieuwe spruit in onze jaartelling. Velen zijn thans bezig om de balans op te maken van het afgelopen jaar. In onze veertiendaagse artikels heb ben we verschillende facetten van dit jaar beschreven en het heeft geen zin daarin nu nog eens in herhaling te tre den, alleen willen we nog even memo reren dat het algemene beeld dat 1956 heeft achtergelaten voor de agrarische bevolking niet onverdeeld gunstig is geweest, waarbij we dan vooral denken aan onze collega's in het Oosten des lands. T.o.v. de rest van Nederland mogen we wellicht nog niet klagen in ons ge west, maar toch heeft het afgelopen jaar niet datgene gebracht, wat we er van gehoopt hebben dat het zou bren gen. Geen enkel gewas bracht ons bes te opbrengsten, en de prijzen gaven doorgaans ook al geen reden tot juichen Een nieuw jaar staat voor de deur, straks wanneer op oudejaarsavond de klokken 12 slagen het heelal inslinge- ren, wensen wij elkaar het beste toe voor het nieuwe jaar. Ieder hoopt dat het een goed jaar zal mogen worden, ieder hoopt dat zijn wensen in vervul ling zullen gaan, ieder hoopt op een goed bestaan, en zo hoopt ook onze agrarische bevolking op dit alles. Meer nog dan voorheen is men in landbouwerskringen bezorgd over de toekomst, en vuriger dan ooit hoopt men dat 1957 een gerechtvaardigd deel van het nationale inkomen bij de land bouw zal brengen. In ieder landbouw blad zijn de wensen van de landbouw uitvoerig behandeld, zodat we mogen veronderstellen, dat iedere agrariër hiermede op de hoogte is. Een gedeel te van deze wensen die o.i. zeer ge rechtvaardigd zün, zullen wellicht in 1957 wel worden ingewilligd. Maar zeker niet voor 100 Een volk dat zijn landbouw verwaarloost, speelt een gevaarlijk spel; mogen we in dit ver band slechts hopen dat de dames en heren, die in Den Haag aan de touw tjes trekken, hiervan overtuigd zijn. Zo dit het geval zou zijn, dan zou het nieu we jaar voor de agrarische bevolking reeds Jpij voorbaat een lachend gezicht trekken. WALCHEREN. 28 december. De fèestdagen zijn weer voorbij; nog een paar dagen en 1956 behoort tot het verleden. In de korte dagen tussen Kerstmis en Nieuwjaar gaan onze ge dachten ongemerkt nog even naar het voorbije jaar. We maken nog even een balans op. Het jaar 1956 bracht ons een strenge late winter, een schraal en droog voor jaar met een natte zomer. Het resultaat was, dat de granen een normale opbrengst gaven, de erwten bleven erg tegenvallen in opbrengst, aardappelen gaven 'n matige opbrengst, de bieten een lage opbrengst en een laag gehalte bovendien. Het geheel is maar weinig rooskleurig. Ook de prijzen bleken onvoldoende om de sterk gestegen loonkosten te kun nen opvangen. Het gevolg was een sterk dalende winst of zelfs verlies. Dank zij de veehouderijsector, met de gunstige grasgroei, hadden onze gemengde be drijven dit jaar nogal wat voor op de akkerbouwbedrijven. Op de gemengde bedrijven lagen de uitkomsten op een redelijk peil. Maar gemiddeld over het geheel, bleef 1956 beneden de verwachting. Overigens steekt Walcheren nog erg gunstig af bij de rest van ons land, waar de landbouw tot zeer grote verliezen leed. Gezien tegen deze achtergrond mogen wij zeker niet ontevreden zijn. Bovendien bleef onze vrijheid bewaard en werden ande re volken geknecht. Het afgelopen jaar zal altijd een zwarte bladzijde blijven in de geschie denis van Europa. Nu 1957 inmiddels is begonnen, zul len wij hopen, dat een beter jaar ons wacht. Zelf zullen we al onze krachten moeten aanwenden om de kostprijzen van onze produkten zoveel mogelijk te drukken. De praatavonden over „Ratio nele Bedrijfsvoering" zijn uw bezoek daarom ten volle waard. Ook onze Organisatie zal voor onze belangen op de bres staan en deze stel lig, waar ook maar mogelijk, tot het uiterste verdedigen. Daarvoor geven wij onze volle medewerking. Collega's, ik wens U met uw gezin op uw bedrijf een gezegend Nieuwjaar. uit bedrijfsgenoten moet zijn samengesteld, in goede banen te leiden. Dit voert immers het beleid en moet zorgen de bestuursteugels niet uit handen te laten nemen door zijn eigen ambtenarenappa raat. Invloed. Naast dit Landbouwschap moeten de landbouw organisaties de laatste jaren steeds meer aandacht gaan besteden aan het zorgvuldig opbouwen van in vloed in die organen, waar het landbouwbeleid mede wordt ontworpen en gemaakt. Wij denken dan in de eerste plaats aan de Tweede en Eerste Kamer. Een nog nauwer contact tussen landbouworgani saties en de agrarische Kamerleden, waarbij het apparaat van Landbouwschap en L. E. I. voor de nodige nota's en gegevens kan zorgen, kan mis schien voorkomen, dat een Kamerlid zich voor de radio keert tegen voorstellen van de georganiseer de landbouw. Voorts zal veel meer aandacht besteed moeten warden aan de vertegenwoordiging in de Sociaal Economische Raad (S. E. R.). Dit lichaam gaat een hoe langer hoe groter rol spelen bij het oplossen van de sociale en economische problemen. De drie centrale landbouw-organisaties hebben alle drie een vertegenwoordiger in de S. E. R., maai deze zullen een apparaat van hun eigen organisatie ach ter zich moeten hebben, dat hen voorziet van de nodige gegevens over de vraagstukken, die behan deld worden. Het zal betekenen een uitbouw van bijvoorbeeld het K. N. L. C.-apparaat, maar als de boerenstand hiervoor het geld niet wil opbrengen, dan dient zij te bedenken, dat zij een kans op in vloed laat schieten, die haar duur te staan kan komen. Ten slotte zal een veel beter voorlichtingsappa raat voor het grote publiek onontbeerlijk zijn. Wie ziet, wat op dit gebied door andere groepen en door grote industrieën en N.V.'s wordt gedaan, die weet, dat hier een leemte opgevuld moet worden. Hierbij dient voorop te staan, dat dit door de vrije land bouworganisaties ter hand genomen moet worden. Het zal geld kosten, maar dat moet er op vrijwil lige basis komen. Het Landbouwschap is een li chaam, dat zich in de Publiekrechtelijke sfee: be weegt en dus voor deze voorlichting niet geschikt is. Samenwerking met coöperaties. Als laatste punt, waaraan nog zeer veel verbe terd kan worden, willen wij noemen een hechtere en betere samenwerking tussen de landbouworga nisaties en de coöperaties. Veelal worden de bestu ren gevormd door dezelfde personen of althans door gelijkgezinde mensen. Natuurlijk liggen de belangen van beider soort instellingen geenszins gelijk. Maar zij liggen wel in hetzelfde vlak, name lijk de behartiging van de boerenbelangen in het algemeen. Er zal veel meer dan tot nu toe het geval was, moeten worden nagegaan waar men elkander kan steunen en hoe men elkander kan helpen. Het kan slechts een bundeling van boerenkracht ten gevolge hebben en het is ons onbegrijpelijk, dat van een lichaam als de Nationale Coöperatieve Raad op dit gebied niet meer is uitgegaan. De ver deeldheid van de landbouworganisaties in drieën vormt ook hier natuurlijk weer een belemmering, doch hier moet toch wat op gevonden worden. De toestand, waarin de Nederlandse landbouw verkeert, is verre van rooskleurig. De ontevreden heid neemt in sommige delen van ons land toe. Wij hebben een regering, waarvan enkele zeer belang rijke ministers, allee afremmen, wat meer geld gaat. kosten. Een tijdperk van zware strijd ligt on getwijfeld voor ons. Deze strijd zal de landbouw moeten voeren met democratische middelen via re gering, Kamers en S. E'. R. Een samenbundeling van alle krachten, die in de loop der jaren door de landbouw zijn voortgebracht, is harder dan ooit noodzakelijk. Wij zullen da strijd niet schuwen, maar wij moeten hierbij blijk geven van positieve gezindheid en de no Mge nuchterheid. IJver en geduld, vasthoudenheid en bezonnenheid zullen nodig zijn. De ervaring, die de landbouw- maatsehappijen en het K. N. L. C. in meer dan 100 jaren hebben opgedaan, zullen hogelijk van pas komen. Wanneer wij gedachtig deze dingen het jaar 1957 ingaan, dan kan de boer zijn vertrouwen weer ge ven aan zijn eigen vrije organisatie. S. (Advertentie.) Het droombeeld dat de stichters zagen Miljoenen guldens bijgedragen Tot eigen heil, tot zelfbehoud. Aan eigen mensen toevertrouwd. Gaat in vervulling, hier en nu Reedsduizendenzijn lid. Ook U? Miljoenen aan premies en renten komen in steeds toenemende mate de boer en zijn organisaties ten goede. Sophialaan 2 - Leeuwarden ADVIESBUREAU VOOR OORLOGS- EN RAMPSCHADE VAN HET LANDBOUWSCHAP Tengevolge van personeelswisselingen zullen de zitdagen in de maand januari niet op de reeds vastgestelde data's plaats kunnen vinden. De nieuw vastgestelde data's zullen zo spoedig mogelijk gepubliceerd worden. ALGEMENE LEDENVERGADERING op 9 januari te 7 uur in het vergadergebouw te Vrouwenpolder. Spreker: de heer J. G. van Liere, over het onderwerp: De ontwikkeling van de mechanisatie nu en in de toekomst Film: Het leven van een jonge boer. HET BESTUUR.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1957 | | pagina 4