JAAROVERZICHT
Landbouwgids1957
NU REEDS
Boekhandel N V. Fa P. J. van de Sande
ZATERDAG 2 2 DECEMBER 195C
775
Het jaar 1956 is bijna ten einde en spoedig zal
het zijn plaats hebben ingenomen in de lange rij
jaren, die reeds geweest zijn en die tezamen de
geschiedenis vormen.
In verband met het vallen van de kerstdagen
in het midden van de week, verschijnt het eerst
volgende nummer van het Zeeuws Landbouwblad
pas op zaterdag 5 januari 1957 en past het dus om
nu reeds een terugblik te werpen op het veelbe
wogen jaar, dat zo dadelijk achter ons zal liggen.
Het jaar 1956 heeft
Twee perioden
te zien gegeven, die sterk van elkander
verschillen. Zo sterk, dat als men zijn ge
dachten terug laat gaan om verschillende
belangrijke feiten en zaken voor de geest
te halen, dit verschil een allesbeheersende
plaats inneemt. Vóór de november-gebeur-
tenissen in Oost-Europa en in het Midden-
Oosten leek het, alsof de wereld zich hoe
langer hoe meer begon te koesteren in de
zon der welvaart, vrede en samenwerking.
Natuurlijk waren er op verschillende
plaatsen op onze aardbol moeilijkheden,
die hun schaduw wierpen op het alge
mene beeld. Wij denken dan bijvoorbeeld
aan Noord-Afrika en Cyprus. Maar voor
het eerst na de tweede wereldoorlog begon
de westelijke wereld zich af te vragen of
die grote dreiging uit het oosten niet over
dreven werd voorgesteld, ja, of het com
munisme werkelijk zo gevaarlijk was als
steeds was geloofd. Het zorgvuldig uitge
voerde glimlach-offensief van de Russische
machthebbers en het gedeeltelijk optrek
ken van het ijzeren gordijn, waardoor vele
uitwisselingen tot stand kwamen, had hun
uitwerking op de meningsvorming niet
gemist. Er leek maar één gevaar en dat
lag op economsich gebied.
Zou de hoogconjunctuur, die in vele landen
leidde tot een hoge welvaart, tot een overvolledige
werkgelegenheid en dus een tekort aan arbeids
krachten, tot een opvoeren van de produktie en
hoge lonen, voort kunnen duren of zou men verder
springen dan de polsstok lang was
Wel waren er de landbouwoverschotten en over
het algemeen een dalende conjunctuur in deze be
drijfstak, doch bijna overal elders waren de win
sten groot en het kwam er eerder op aan al te grote
activiteit wat af te remmen, dan zich zorgen te
maken over die problemen, die de wereld vóór de
tweede wereldoorlog beroerden.
De grote ommekeer
Toen kwamen in oktober en begin november de
omwentelingen in Polen en in Hongarije Wist men
de ontwikkeling in het eerstgenoemde land nog in
banen van geleidelijkheid te houden, in Hongarije
liep alles de communistische machthebbers volle
dig uit de hand en hierdoor werd op wel zeer on
verwachte wijze de wereld wreed herinnerd aan de
ware aard van een ijzeren dictatuur. Tegelijkertijd
kwam het in het Midden-Oosten tot een uitbar
sting waarbij een gedeelte van de westelijke wereld
direct betrokken werd. De gevolgen van de ge
beurtenissen in en om de Suez-Kanaal-zone strek
ken zich echter tot geheel West-Europa en dus ook
tot ons eigen land uit. Reeds reageerden de prijzen
van vele grondstoffen en de zeevrachtprijzen vrij
scherp en het is nog geenszins te overzien of deze
beweging door zal gaan of dat er een nieuw even
wicht op een hoger niveau tot stand zal komen.
Wel staat vast, dat de verhoudingen, die er tus
sen de verschillende landen waren, weer duide
lijker zijn komen te liggen en dat de grote tegen-
stelllingen tussen oost en west nog niets van hun
scherpte hebben verloren. De meedogenloze strijd
om de macht, die door de huidige Russische macht
hebbers na de dood van Stalin onderling wordt uit
gevochten, maakt bovendien, dat de toekomst onze
kerder dan ooit is en de westerse wereld kan
slechts hopen, dat uiteindelijk het goede over het
kwade zal zegevieren zonder dat hiervoor een
nieuwe wereldbrand nodig zal zijn. Inmiddels heeft
het dappere Hongaars-; volk de vrije wereld aan
getoond, dat eenheid en een sterke bewapening in
de naaste toekomst niet gemist kunnen worden.
De offers, die de bevolkingen hiervoor op economisch
terrein zullen moeten brengen, zijn onontkoombaar.
In eigen land
In Nederland zelve heeft het jaar 1956 zich ook
gekenmerkt door twee perioden. Het zou moge
lijk zijn deze tijdvakken samen te laten vallen met
die, welke wij in internationaal opzicht aanduid
den. Maar men zou ook de periode voor de ver
kiezingen en de periode erna zeer goed als uit
gangspunten kunnen nemen voor te houden be
schouwingen. Natuurlijk hebben de ernstige ge
beurtenissen in Hongarije en in het Midden-Oosten
ons volk en onze economie geenszins ongeschokt
gelaten. Toch zijn wij van mening, dat de zorge
loze stemming, die het eerste gedeelte van het jaar
1956 kenmerkte, in Nederland bij velen reeds in
de periode, die volgde vlak na de gehouden ver
kiezingen voor de Tweede Kamer, aan het om
slaan was.
De verkiezingen gaven een teleurstellende uit
slag voor de protestantse partijen en een verder op
rukken van het socialisme te zien. Het schouwspel
dat zich na deze volksuitspraak ontrolde bij de
vele pogingen om een regering te forceren, was
weinig vgrheffend. Alle lengterecords werden ge
slagen en hoe mooi dat in deze eeuw van record
verbeteringen ook is, toch kwamen hiermede de
diepe tegenstellingen aan het licht, die er tussen
de verschillende groeperingen van ons volk be
staan.
In de jaren na de oorlog, toen Nederland als het
ware uit het puin moest herrijzen, vond men
elkander in de nood. Nu er welvaart heerste en nog
grotere voorspoed lonkte, vergat men de oude waar
heid, dat slechts eenheid en eensgezindheid tot
grote dingen leiden kan en verloor men zich in
onderlinge strijd, die lang niet altijd op fraaie wijze
gevoerd werd.
Deze gang van zaken, waaruit dan eindelijk na
vier maanden pogen een regering werd geboren,
is des te verontrustender, omdat de grote proble
men, vooral op economisch en financiëel terrein,
steeds dringender om een snelle beslissing en oplos
sing vroegen en omdat bovenvermelde internatio
nale toestand alles ten zeerste kan vertroebelen.
Het heeft er bovendien in de laatste maanden van
dit jaar alle schijn van gekregen, dat de voor een
krachtig regeren zo noodzakelijke eensgezindheid
bij de regeringsploeg nog ver te zoeken is, iets wat
gezien het verloop van de kabinetscrisis, te vrezen
was.
De door de vorige regering in de eerste helft
van het jaar zo kwistig rondgestrooide loonronden
(6% plus 4% vakantietoeslag plus een uitkering
van 3% over 1955) zijn gekomen in de periode, dat
alles nog rozegeur en maneschijn leek.
De stijging van de consumptie, die het logische
gevolg is geweest van deze enorme geldinjecties,
blijkt achteraf een zeer ongunstige invloed te heb
ben uitgeoefend op de betalingsbalans, en inplaats
van dat de welvaart nu dank zij een zuinig en
spaarzaam beheer gaat leiden tot nieuwe investe
ringen die weer grotere welvaart teweeg zouden
kunnen brengen, buigen alle wijze hoofden zich in
ons land over een rapport van de Sociaal-Econo
mische Raad, waarin duidelijk wordt aangetoond,
dat wij met zijn allen zo'n slordige 700 miljoen
gulden moeten gaan bezuinigen. Dat komt ervan
als men vergeet de tering naar de nering te zetten.
Vroeg of laat loopt men dan muurvast. Een terug
schakelen op een lagere versnelling is bovendien bij
een voertuig, waarvan de vaart te groot is, een
pijnlijke geschiedenis. Er kraakt en piept dan hier
en daar nogal wat. Als er nu maar geen tanden
uit de versnellingsbak gaan vliegen, dan kan ook
deze economische les weer aan de geschiedenis
worden toegevoegd en zullen hopelijk latere eco
nomen en financiers hieruit bewijzen kunnen put
ten voor de onomstotelijkheid van de oeroude en
eenvoudige economische wetten. Wetten, die men
thans meent te kunnei. overwinnen, maar die tel
kens weer sterker blijken te zijn dan menig orde
naar denkt.
Zeeland
Onze mooie provincie heeft het jaar 1956 zonder
schokkende gebeurtenissen beleefd. Hierbij doelen
wij natuurlijk op typisch Zeeuwse voorvallen, want
vanzelfsprekend leefde de bevolking van onze pro-
vincie met alles wat er zich in de wereld afspeelde,
intens mede.
De vele vraagstukken, die veelal terug te voe
ren zijn op het moeilijk vervoer tussen de ver
schillende delen, kwamen niet dichter bij een op
lossing. Het Drie-eilandenplan en het Deltaplan
blijven nog toekomstmuziek, al zijn de voorberei
dingen in volle gang. Het steeds dringender wor
dende ver voerprobleem over de Wester-Scheldo
kwam mede in verband met de bestedingsbeperking
gen, niet nader tot een oplossing. De nieuw to
bouwen grote veerboot voor het veer Breskens-
Vlissingen zal waarschijnlijk de huidige onbevre
digende toestand nauwelijks kunnen stabiliseren.
Het is wel wonderlijk en betreurenswaardig, dat
een stukje Nederland, dat zeker tot de welvaart
van ons land bijdraagt met zijn landbouw
en zijn gevarieerde industrie, niet de vol
doende belangstelling van onze regering
kan opwekken.
De grote hervorming van tal van land
bouwgebieden in onze provincie werd met
voortvarendheid voortgezet. Hoewel deze
herverkavelingen misschien weinig spre
ken tot alle buitenstaanders, mag de aan
dacht van geheel ons volk wel eens geves
tigd worden op wat hier aan de gang is.
De landbouw
Het is met gemengde gevoelens, dat de
landbouwende bevolking van ons vader
land zal terugdenken aan het jaar 1956.
Men zaaide en oogstte als van ouds, maar
de resultaten waren in vele gevallen on
voldoende. Het weer, die onmisbare factor
in de bedrijfsvoering, werkte bepaaldelijk
tegen en in het oosten van Nederland kan
men zelfs van rampzalige weersomstan
digheden spreken. Daar op de zich aldaar
bevindende gemengde zandbedrijven de
verdiensten toch al door de krappe prijs
politiek van de Overheid miniem waren
geworden, zal er dit jaar voor de bedrijfs-
genoten aldaar niets overschieten. Maar
ook op de zuidwestelijke zeekleigronden
waren opbrengsten en kwaliteit teleur
stellend. Daarbij stijgen de kosten steeds
maar door en dit alles maakt, dat de stemming
in de landbouw bepaald niet rooskleurig genoemd
kan worden.
In de rede van de Algemeen Voorzitter der
Z. L. M. op de Algemene Vergadering, die elders
in dit blad is afgedrukt, wordt aan deze zijde van
het jaar 1956 bijzondere aandacht besteed. Het is
dus niet nodig op deze plaats in herhalingen te
treden. Wij kunnen volstaan met op te merken,
dat de regeringen die na de wereldoorlog aan het
bewind zijn geweest, steeds verder zijn gegaan in
het vergeten van het feit, dat de landbouw in het
dichtbevolkte Nederland een van de weinige be
drijfstakken is, die voornamelijk met eigen hulp
middelen werkt. Namelijk onze bodem en onze
arbeidskracht. Hoe florissant het wereldbeeld er
ook uitziet en hoe zeker de aanvoer van voedsel en
grondstoffen van overzee ook lijken mag, toch mag
nooit vergeten worden, dat wij het wereldgebeuren
op geen enkele wijze kunnen beïnvloeden en dat in
enkele weken tijds al deze schijnbare zekerheden
als sneeuw voor de zon versmolten kunnen zijn.
Wanneer men dan op de vaderlandse landbouw
terug moet grijpen, dan dient men deze ook in hoge
ere te houden. Dat is onzes inziens niet meer dan
een goede voorzorg en daardoor een plicht voor
iedere Nederlandse regering. Moge dat begrip in
1957 meer baan breken, zonder dat de omstandig
heden daartoe gedwongen hebben.
Moge tenslotte Uw Overzichtschrijver alle lezers
mooie kerstdagen toewensen en een in alle opzich
ten gezegend 1957. S.
kunt U Uw
bij ons bestellen, waarop na verschijning
directe toezending volgt. Prijs 5,
NOORDSTRAAT 55 TERNEUZEN
GIRO 38200