foams vcoRzitnmcen Vraag de enige„glans" houdende kachelpasta Tuinbouw ALGEMENE KWEKERSDAG 743 De vakantietoeslag over 1956 Zoals ieder wel voldoende bekend zal zijn, heeft een vaste (en ook een los-vaste) arbeider recht op vakantietoeslag. Hoewel het niet beslist noodzake lijk is (de C. A. O. vermeldt dat het tijdstip van de uitbetaling in onderling overleg tussen werk gever en werknemer wordt vastgesteld) is het bij velen van de werkgevers in Zeeland een goede gewoonte geworden om de vakantietoeslag uit te betalen aan het eind van het jaar. De akkoord-werkzaamheden zijn in normale jaren vóór Sint Nicolaas voor het-gróótste gedeelte achter de rug, dus valt het loon officieel terug op het C. A. O.-loon. Omstreeks deze tijd heeft de arbeider meestal nog al wat uitgaven, in verband met de feestdagen, zodat de vakantietoeslag in deze tijd wel welkom is. Omtrent de omvang van het bedrag vermeldt de C. A. O. dat voor degenen die een weekloon ge nieten, de vakantietoeslag gelijk is aan het gewogen gemiddelde C. A. O.weekloon, dat in het afgelopen jaar werd uitbetaald. Wordt het loon berekend volgens een uurloon, dan geldt dat men 50 x het gewogen gemiddelde uurloon over het afgelopen jaar als vakantietoeslag berekent. Tevens dient men er rekening mede te houden, dat bij het gemiddelde weekloon dat men heeft gevonden de vaste toeslagen bijgeteld moeten worden. Toeslagen voor de diploma's, eerste knecht of voorman en waarderingstoeslagen dienen bij het ge middelde loon opgeteld te worden. In het onderstaande zijn deze toeslagen weg- gelaten, zodat wanneer men één of meerdere toe slagen geeft deze eerst bij het bruto bedrag opgeteld moeten worden, alvorens men met de aftrekken kan beginnen. Omdat in het afgelopen jaar nogal wat wijzigingen zijn opgetreden, zullen wij de vakantietoeslagen voor -de verschillende groepen hieronder uitvoerig opnemen. Landbouw In de landbouwlonen traden twee Wijzigingen op, nl. per 13 februari en per 1 mei. De vakantietoeslagen zijn, rekening houdende met deze verhogingen en met de winter- en zomer- lonen, voor: a. arbeiders die belast zijn met de verzorging van vee, voor bouw- en paardenknechts en voor hen die arbeiden met zware landbouwmachines: 23 jaar en ouder66,47 22 jaar63,14 21 jaar59,81 20 jaar55,17 19 jaar49,86 18 jaar43,21 17 jaar37,88 (Advertentie.) Houd Uw kachel of haard moolv Geef 'm die nieuwe, diepzwarte glans terug met Zebralin. De beste kachelpasta voor de mooi- 6te glans. Ende glans, die langer „houdt"! Gebxuik daarom uitsluitend Zebralin 27 cent per tub* Rackltt» N.V., Do Bil» b. Voor vaste vakarbeiders die niet onder a. vallen: 23 jaar en ouder 58,25 22 jaar55,25 21 jaar52,50 20 jaar48,50 19 jaar43,75 18 jaar37,75 17 jaar33,25 In de tuinbouwlonen hebben in de loop van het jaar 3 veranderingen plaats gevonden. De vakantietoeslagen zijn voor de verschillende categorieën arbeiders in de tuinbouw: a. Vakarbeiders: 23 jaar en ouder 22 jaar 21 jaar 20 jaar 19 jaar 18 jaar 17 jaar b. Geoefende arbeiders: 23 jaar en ouder59,69 22 jaar56,71 21 jaar53,72 20 jaar49,54 19 jaar44,77 18 jaar38,80 17 jaar34,02 c. Ongeschoolde arbeiders: 23 jaar en ouderƒ54,38 22 jaar51,47 21 jaar48,77 20 jaar44.97 19 jaar40.64 18 jaar35,22 17 jaar30,88 We willen U er wel op wijzen dat de losse ar beider geen recht heeft op vakantietoeslag, daar deze vakantiebonnen krijgt. Wanneer een arbeider slechts een gedeelte van het jaar bij U gewerkt heeft, betaalt U slechts een evenredig deel van de vakantietoeslag uit. Is de arbeider b.v. 1 maart 1956 in dienst gekomen, dan berekent U 5/6 van de hierboven genoemde be dragen. Verder willen wij U er attent op maken, dat zowel voor de landbouw als voor de tuinbouw de winterlonen weer van kracht zijn. Winterlonen Landbouw De gelden vanaf 1 december j.l. tot en met 28 februari 1957. a. Voor arbeiders die belast zijn met de verzorging van vee, voor bouw- en paardenknechts en voor hen die arbeiden met zware landbouwmachines, geldt het onderstaande weekloon, waarbij 50 uur gewerkt wordt. 23 jaar en ouder ƒ62,13 22 jaar 59,02 21 jaar 55,92 20 jaar 51,57 19 jaar „46,60 18 jaar 40,38 •17 jaar,35,41 b. Voor vakarbeiders die niet onder a. vallen, gel den onderstaande uurlonen, waarbij 44 uren ge werkt wordt. 23 jaar en ouder 22 jaar -21 jaar 20 jaar 19 jaar 18 jaar 17 jaar Winterlonen Tuinbouw Deze gelden vanaf 16 november j.l. tot en met 14 februari 1957, waarbij 44 uren gewerkt wordt. a. Voor vakarbeiders: 23 jaar en ouder 22 jaar 21 jaar 20 jaar 19 jaar 18 jaar 17 jaar b. Voor geoefende arbeiders: 23 jaar en ouder 54,47 22 jaar 51,75 21 jaar „49,02 20 jaar 45,21 1$ jaar „40,85 18 jaar „35,41 17 jaar 31,05 Voor ongeschoolde arbeiders: 23 jaar en ouder 48,96 22 jaar „46,51 21 jaar 44,06 20 jaar40,64 19 jaar„36,72 18 jaar „31,82 17 jaar 27,91 Vooral nu de meeste oogstwerkzaamheden wel achter de rug zijn en er dus veel minder in akkoord gewerkt wordt, dient elke werkgever van boven staande goede nota te nemen. Tenslotte geven wij U hieronder nog een voor beeld van een loonberekening voor de vakantie toeslag van een paardenknecht die ouder is dan 23 jaar, gehuwd is, 2 kinderen heeft waarvoor kin deraftrek wordt genoten, en een wekelijkse toeslag krijgt als eerste knecht op een bedrijf groter dan 40 ha van 1,75. Bruto vakantietoeslag ƒ66,47 Toeslag le knecht 1,75 68,22 Af: Loonbelasting 3,9 2,75 Af: Arbeidersdeel soc. verzekerings premie 4,2 2,87 5,62 Uit te betalen netto vakantietoeslag 62,60 (De tloonbelasting is berekend volgens de tabel voor* bijzondere beloningen op blz. 3 van de loon belastingtabellen.) v. L De Nederlandse Kwekersbond organiseert op 18 december a.s. in het Jaarbeurs-restaurant, Vre- denburg 41 te Utrecht, des middags 2 uur een Alge mene Kwekersdag. Naast de voorzitter, Prof. Dr. Ir. J. C. Dorst zul len als sprekers optreden Dr. J. G. ten Houten, Dr. J. C. 's Jacob, en Dr. F. E. Nijdam. Gesproken zal worden over het werk van de af deling resistentie onderzoek van het I. O. P. en de ontwikkeling van het rassenonderzoek. DE ZEEUWSE LANDBOUW MAATSCHAPPIJ EN HET LANDBOUWHUISHOUDONDERWIJS. (Vervolg van vorige pag.) ongewoon zijn, indien plotseling al deze scholen niet meer zouden bestaan. Waar zouden de meis jes van het Zeeuwse platteland hun toevlucht moe ten zoeken? Welk een gigantisch werk zou er moe ten worden verricht om weaerom te bereiken, wat er nu welhaast ongemerkt in al de vooraf gaande jaren werd bereikt. Voor wie dit min of meer pathetisch moge klin ken, brengen wij een artikeltje onder de aandacht, dat kortgeleden in de P. Z. C. verscheen. Hierin stond met betrekking tot het nijverheidsonderwijs in de Antillen o.a. het volgende te lezen: „Er is, vooral de laatste weken, over het on derwijs op deze eilanden nogal een woordje ge sproken door enkele deskundigen. Men kan op „de Nederlandse Antillen zijn kinderen na de „lagere school nog de mulo-bovenbouw of mid delbaar onderwijs laten volgen, maar daarmede „is het dan ook gezegd. Er bestaat nagenoeg „geen nijverheidsonderwijs en nijverheidsscholen „zijn er in het geheel niet; een gemis, dat zich „met de dag steiger doet gevoelen. Er zijn geen „huishoudscholen voor de meisjes en geen am- „bachtsscholen voor de jongens. Dit betekent dus, „dat de meisjes, die van de lagere school af ko- „men en geen middelbaar onderwijs volgen, zorv „der enige nadere voorbereiding het gezin of „winkel in moeten en dat de jongens onder de zelfde omstandigheid zonder enige beroeps- „leiding een baan moeten gaan zoeken". Is het dan wonder, dat wij met gepaste trots kijken naar deze prachtige school in Kruiningen? Of wendt uw blik naar Zierikzee, waar een impo sant bouwwerk ziin voltooiing, nadert. Ziet naar Terneuzen, Schoondijke, Kortgene en Haamstede. Maar kijkt U ook gerust naar Tholen en Axel, waar in meer primitieve omstandigheden wordt les gege ven. Zonder ophouden wordt ook hier aan de nieuw- bouwplannen gewerkt en 1957 zal naar mense lijke berekening het jaar zijn waarin dan einde lijk de aanbesteding voor beide scholen plaats zal vinden. Dat dit alles mogelijk werd gemaakt is uitein delijk mede te danken aan de leden der Z. L. M. zelve, door het simpele feit van hun lidmaatschap». Dat een hechte organisatie als de Z. L. M. naast belangrijke materiële zaken dergelijke culture!» belangen kan behartigen, stempelt haar tot een maatschappelijk onmisbaar instrument in handen van de Zeeuwse boerenstand. Het leek ons nuttig de zaken van het landbouw1* huishoudonderwijs ook eens vanuit deze gezichts hoek voor het voetlicht te torengen. Juist omdat wij in deze bewogen dagen van oorlogsdreiging en ge weld de „gewone" dingen in ons dagelijks lever niet hoog genoeg kunnen waarderen. L. A 60,68 57,64 „54,61 50,36 45,51 39,44 34,59 119^2 cent per uur lllj^ cent per uur 106 cent per uur 97^2 cent per uur 88 cent per uur 1Q1A cent per uur 67 cent per uur 55.79 53,— 50,21 46,31 „41,84 36,26 „31,80

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1956 | | pagina 7