Het kan nog Vertrouwen in Zeeuwse Jongeren ORGAAN VAN DE LAND BOUW JONGEREN GEMEENSCHAP ZEELAND Bezoek secretaris Wat doen we deze winter Jhr. Mr. A. F. C. DE CASEMBROOT: Activiteit L. JG.-leden laat ivel ivat te wensen over n 686 ZEEUWS LANDBOUWBLAD Redactie: A. C. Rreure, C. J. van Damme, M. de Jager, T. Lievense, M. Murre, Z. Poppe en M. Sanders Redactie-adres: Voor artikelen Groote Markt 28, Goes. Voor verslagen - Goessestraatweg 4, Kapelle Ja, waarschijnlijk kan het nog wel. Vanmiddag, zaterdagmiddag, begint om twee uur onze vergadering in Mid delburg. Laat Uw stoel daar niet leeg blijven staan! Bijzonderheden over het programma hebt U toch al gehad? U hebt „De Boerenjeugd" tóch steeds gelezen 34.00 uur: Opening door de Algemeen Voorzitter. 14.15 uur: L. J. G.-orkest uit Hoek. 14.45 uur: Lezing door de heer Van der Maden over Verleden, Heden en Toekomst-Doel einden der Soc. Econ. Poli tiek. Gedachtenwisseling. PAUZE. 16.00 uur: Opvoering van het blijspel „Jeugd", door de Hulster Rederijkers. zt 18.30 u. Sluiting. Als U er niet bij bent, dan betekent dat één lid minder; een minder com plete vergadering, een steen uit het huis, een ongezaaid stuk in een veld. U zult het wel kunnen halen, Schut tershof. Als U op de Grote Markt in Middel burg voör het stadhuis staat, dan is het de straat die links van het stadhuis loopt. Hebt U geen reisgids bij de hand? Hier zijn de voornaamste verbin dingen: Zierikzee: spoorboot van 11.00 uur. Vlissingen: trein van 13.21 uur. B. op Zoom: trein van 12.15 uur. Kruiningen: trein van 12.34 uur. Goes: trein van 12.45 uur. Breskens: boot van 12.55 uur. Kamperland: boot van 13.15 uur. Perkpolder: boot van 11.20 uur. Laat Uw stoel niet onbezet! In aansluiting op het artikel „Wat doen wij deze winter?" zou ik U willen vertellen, dat ik bij een aantal bestuurs leden en leden van de L.J.G. en Z.P.M. zal komen om met hen te spreken over de belangstelling van de leden. Waar ligt die en kan daaraan tegemoet wor den gekomen? U hebt hier typisch een voorbeeld, waaraan duidelijk wordt, dat wij een gemeenschap zijn, waarin samen ge streefd wordt naar een gemeenschap pelijk doel. Zoveel mogelijk moet de stem van elk lid tot uiting kunnen ko men en moet er met de wensen van zoveel mogelijk mensen rekening wor den gehouden. Daarom zal het erg op prijs gesteld worden, wanneer U Uw provinciale secretaris wilt helpen by de uitvoering van een deel van zijn taak, die ook Uw taak is. Wij zijn immers een gemeenschap! IN- het hartje van het oude Middelburg staat de ambtswoning van de Commis saris der Koningin in Zeeland, Jhr. Mr. A. F. C. de Casembroot. Waar eens de oude Abdijgebouwen het middelpunt waren van een rijke koopmansstad en waar de monumentale huizen nog getuigen van een glorierijk verleden, daar woont nu onze Commissaris. Wij hadden het grote voorrecht te zijnen huize te worden ontvangen om met hem eèn gesprek te hebben over de Zeeuwse Plattelandsjongeren en tijdens dit gesprek over de jongeren van ons gewest spaarde de Commissaris geen critiek, maar bracht ook, waar nodig, hulde "aan het adres van de jongerenorganisaties. Wij hebben mr. A. F. C. de Casem broot verscheidene vragen gesteld, die hij alle op openhartige wijze beant woordde en hoewel hij vanzelfsprekend het jeugdwerk niet in al zijn geledin gen kan beoordelen, was het toch ver rassend te horen welk een warme be langstelling hij voor alles heeft en hoe hij met verschillende toestanden op de hoogte is. Op onze vraag hoe hij dacht over de L. J. G. en de wijze waarop deze zich manifesteert, antwoox'dde de commis saris dat hij alleen de buitenkant er maar van ziet. Wel was het hem oe- kend dat de L.J.G. problemen had, maar waar de moeilijkheden precies schuilen kon de commissaris ook niet zeggen. Hij wist dat er bij de L. J. G. enige mensen zijn die zich. terdege van hun taak bewust zijn en alles in het werk stellen om het L. L. G.-leven zo veel mogelijk te activeren. Het direct medeleven van de leden is echter maar lauw, wat ook op de jaarvergaderin gen is te merken. Misschien komt d't omdat de Zeeuw eigenlijk niet zo'n ver enigingsmens is en liever aan anderen het organiseren en regelen van ver scheidene dingen overlaat. Toch was de commissaris ervan over tuigd dat de Zeeuw, wanneer hij een maal geroepen is een functie te vervul len, zijn taak serieus opvat. Ook de L.J.G.-er, die nu niet veel belangstelling heeft voor verenigings- en organisatieleven, zal straks, wan neer hij met het werkelijke leven wordt geconfronteerd, een verant woording krijgt te dragen, zich van deze verantwoordelijkheid bewust worden en een betrouwbaar, dege lijk en bruikbaar mens worden in de samenleving. De Zeeuw heeft over het. algemeen een passief karakter, laat zich vaak te gemakkelijk door anderen regeren... maar laat niet toe dat men ;zich be moeit met zijn levensinstelling, zijn ge loof en zijn land. Het recht van vrij heid van denken en handelen is een eeuwenoude traditie en dit gevoegd bij de verknochtheid aan zijn provincie, maakt de Zeeuw tot een mens die steeds geweten heeft wat hij wil en op grond daarvan steeds zijn leefwijze zal bepalen. En daarom heeft de commissaris het volste vertrouwen in de Zeeuwse jeugd, omdat zij allen deze eigenschappen in zich dragen. De tijden en gewoonten kunnen veranderen, maar de diepge wortelde trouw aan ons gewest, de eerlijke .en standvastige karakters van zijn bewoners zullen blijven. Wel zal Zeeland natuurlijk in de ko mende decennia ingrijpende wijzigingén ondergaan, drie-eilanden- en Deltaplan zullen Zeeland verbinden met de rest van Nederland. Invloeden van buiten af, goede en kwade, zullen merkbaar worden in onze Zeeuwse samenleving. Er zal veel veranderen: Zeeland zal veel van zijn bekoring verliezen, de stille plekjes aan de oevers van Ooster- schelde en Zandkreek zullen worden tot recreatiegebied voor mensen uit de steden, duinen en stranden zullen over bevolkt zijn door „dagjesmensen" uit geheel Nederland, kortom Zeeland zal veel van zijn landelijke rust verloren zien gaan; opgenomen worden in het moderne jachtige leven van onze eeuw. AANPASSEN Op onze vraag of als gevolg van deze toekomstige werken het streekkarak ter niet verloren zou gaan en of de Zeeuw niet uit zijn evenwicht gebracht zou worden, antwoordde de commissa ris dat men dit „gevaar" niet moet overschatten. Zeker, men zal hier veel moeten prijsgeven, maar wanneer de ontsluiting een feit geworden is zal men zich in Zeeland aanpassen. Het verle den heeft immers afdoende bewezen dat de Zeeuw niet gauw uit zijn lood is ge slagen. Voorbeelden uit het recente verleden: bombardementen, inundatie, watersnood enz. hebben wel te zien ge geven dat de Zeeuw steeds weer zich zelf wordt. De commissaris achtte de Zeeuwse mentaliteit zeer hoog. En met het oog gericht op de toe komst mogen wij Zeeuwse jongeren dit vertrouwen niet beschamen en moeten wij trachten onder alle om standigheden ons Zeeuwse devies „Luctor et Emergo" trouw te blij ven. Immers, dit is wat de commis saris van ons verwacht: de onge twijfeld vele moeilijkheden die ons te wachten staan te boven zien te komen. Wij zullen sterk in onze schoenen moeten staan om het streekeigene niet geheel verloren te doen gaan, maar gedachtig aan vele Zeeuwse tradities zullen wij er on getwijfeld in slagen, ook onder de gewijzigde levensomstandigheden „goed Zeeuws, goed rond" te blijven. „Onder alle omstandigheden het ver trouwen in jezelf behouden" vond mr. De Casembroot een punt, waaraan ook vele landbouwjongeren wel eens de aandacht mochten schenken. Immers, hoe dikwijls komt het niet voor, dat men zich als bewoners van het platte land de mindere voelt van een stede ling. Door opvoeding en geaardheid is de plattelander misschien niet zo „vlot" als iemand uit de stad, maar er is geen enkele reden om zich minderwaardig te voelen en daarom moet de plattelands- jeugd meer het geloof en vertrouwen in zichzelf bijgebracht worden. Dat er tegenwoordig, ook in L. J. G.-kringen, diverse vormingscursussen, lezingen, boekbesprekingen enz. georganiseerd worden, vond de commissaris zeer juist, omdat dit de manier is zichzelf te ver heffen en te ontwikkelen. VERRUIM JE BLIK! „Men moet niet altijd in Zeeuwse afmetingen denken en handelen", is een waardevol advies. Meer uitwisse ling, het verkeren onder andere men sen, vreemde streken en landen leren kennen: dit alles is noodzakelijk om je blik te verruimen, inzicht te krijgen in andere omstandigheden en levensge woonten, daaruit lering te trekken en zijn eigen leefwijze hiexmxee te vergelij ken. Al deze punten vond de commis saris van groot belang voor de verdere ontwikkeling van de plattelandsjeugd. Op onze vraag waarom de L.J.G. geen provinciale subsidie geniet ant woordde de commissaris dat dit zeer zeker niet op de weg van de Provincie ligt. „Men moet niet altijd op de Staat leunen, dat is zo gemakkelijk, men moet ook zelf iets presteren, zelf zijn eigen moeilijkheden op zien te lossen". Aldus het antwoord. Dat de jeugdorganisaties niet in dc Zeeuwse Culturele Adviesraad zijn ver tegenwoordigd vond de commissaris een punt, dat zeer zeker de aandacht ver dient. Zijn opvatting hierover was dat de jeugd het waard is en dat hij het zeer zeker toe zou juichen. Velen beschuldigen er tegenwoordig de jeugd van dat zij veel te oppervlak kig leeft en dat zij zich niet interes seert voor culturele evenementen. De commissaris was het hiermee niet eens. Hij was ervan overtuigd, dat, wanneer de jeugd met één of andere culturele gebeurtenis wordt geconfronteerd, de belangstelling er voor groter zal blijken te zijn dan de pessimisten ervan ver wacht hebben. Een goede en begrijpe lijke voorlichting is daarbij natuurlijk onontbeerlijk. Zo hebben wij in dit artikel enkele indrukken willen weergeven van ons gesprek met de Commissaris der Konin gin, die een zeer brede belangstelling heeft voor alles w'at er in Zeeland leeft. En de Zeeuwse jeugd krijgt een belang rijk deel van deze belangstelling Dat komt, omdat hij er vertrouwen in heeft. Maar wij zijn slechts een deel. De moei lijkheden zijn allerwege in Zeeland zeer groot, maar voor alles heeft hij een warme en ongeveinsde interesse. Is het daarom een wonder dat op de Zeeuwse Culturele dag te Goes tijdens het jour nalistencabaret een liedje was gewijd aan Zeelands eerste burger, dat eindig de met de woorden „Het Land van A. F. C. de Commissaris v. D. Het staat in ons Huishoudelijk Regle ment, artikel 9: „Er kunnen conferenties gehouden worden, waarop alle leden genodigd worden. Bij de aanvang van elk winterseizoen wordt in dc maand november een der gelijke conferentie gehouden, waarin onder andere het werkplan voor het komend seizoen besproken wordt. Der gelijke conferenties .kunnen ook dien stig zijn voor kadervorming." In ieder geval zijn we dit jaar niet aan de uitvoering van dit artikel toege komen. Herinner ik het m\j goed, dan bleek bij een vorige gelegenheid de be langstelling voor zo'n conferentie der mate klein, dat het geen doorgang heeft kunnen vinden. Jammer, maar we zul len het als een feit moeten accepteren. Het is echter wel de bedoeling, dat tegen het volgende seizoen de afdelings besturen een ontwerp krijgen met voor stellen, waaruit zij een keus zullen kun nen doen ten behoeve van hun winter- programma. Elk lid van een afdelingsbestuur weet uit eigen ervaring, dat een goed en verantwoord winterprogramma niet iets is, dat je zo maar uit je mouw schudt. Integendeel, in de mate dat je een beter en waardevoller programma wilt bieden, in die mate wordt het moeilijker om het samen te stellen. Een van de eerste vereisten voor het samenstellen van een werkelijk inslaand programma, is wel, dat het tegemoet komt aan de verlangens van de leden. De leden hebben immers bepaalde ver wachtingen van de L.J.G. en mogen die ook hebben. Het zal U daarom duidelijk zijn, dat wjj het van groot belang achten een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de interessen die de leden hebben. Gesteld, dat wjj ons daar een duidelijk beeld van kunnen vormen, dan zullen wij de afde lingsbesturen een bruikbaar ontwerp

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1956 | | pagina 6