Venken
ALLER
H A N D E.
683
Korte
LET OP DE UITBREIDINGSPLANNEN
ZATERDAG 10 NOVEMBER 19 5
In sommige weilanden is het gras nog erg lang.
Door dit gras te maaien, en in te kuilen met sui
kerbietenkoppen en -blad, of voederbieten; (b.v.
3/5 suikerbietenkoppen en -blad en 2/5 gras) krijgt
u prima kuilvoer, dat graag door het vee gegeten
wordt.
Hoe staat u tegenover een goede technische op
leiding van uw personeel? Acht u het verantwoord
om een trekkerchauffeur op pad te sturen met
15.000,of meer aan materiaal, terwijl hij hier
van onvoldoende verstand heeft? Hem laten deel
nemen aan een cursus landbouwwerktuigen en
traktoren beperkt uw risico.
Grasland dient goed verzorgd de winter in te
gaan. Ruige plekken dienen gemaaid en mestflat-
ten gespreid te worden. Ook de ontwatering dient
goed in orde te zijn. Al het werk dat u hieraan be
steedt, wordt het volgend jaar dubbel betaald door
een beter weidebestand.
Op het ogenblik worden weer diverse kontrakten
afgesloten voor tuinbouw- en handelsgewassen.
Telkenjare hoort men gevallen waarbij blijkt, dat
de kontraktteler te hoge verwachtingen heeft ge
koesterd omtrent opbrengsten en kcntraktvoor-
waarden. De voorwaarden goed nalezen en u door
een deskundige goed laten voorlichten over teelt
wijze en opbrengst van het gewas, voorkomt te
leurstellingen.
In de herverkavelingsgebieden staat een boer
dikwijls voor het probleem of geëgaliseerde grond
wel of niet geploegd dient te worden. Is de grond
niet al te nat, dan dient de grond wel geploegd te
worden, (maar licht). Het verdient aanbeveling
-direct na het ploegen wat gips te strooien. Is de
grond erg nat, dan kan de grond beter met rust
gelaten worden.
In verschillende geïnundeerde polders is de struk-
tuur van de grond nog niet geheel hersteld. Doet het
dan niet vreemd aan, dat op diverse percelen nog
gipshopen zitten, welke in het voorbije voorjaar
niet aangewend zijn? Strooi deze gips direkt na
het wintervoorploegen uit.
Vanwege de slechte weersomstandigheden heb
ben verschillende landbouwers geen tijd om de
voorgenomen schuimaardebemesting toe te passen.
De tijd is nu verstreken om een goede verdeling
door de grond te krijgen, aangezien de grond te
nat is om de kalk nog in te werken. U kunt beter
de schuimaarde, of andere kalksoorten volgend
jaar voorjaar strooien en goed inwerken.
Hebt u uw grond al laten onderzoeken op aan
wezigheid van bietencystenaaltjes? De kosten
4,50 per monster zijn zeer gering. Door uw per
celen waarop u bieten wilt verbouwen niet te laten
onderzoeken, loopt u groot gevaar dat uw percelen
voor jaren besmet worden.
Om goed en goedkoop te kunnen voeren dient
u te weten hoeveel v.r.e. en z.w. in het voeder aan
wezig is. Laat daarom uw voer onderzoeken door
het Redrijlslaboratorium voor Grond- en Gewas-
onderzoek te Oosterbeek. U kunt dit opgeven bij
de rayonassistent, of bij de monsternemer.
De winter is de tijd voor cursussen, lezingen en
praatavonden. Maak van deze gelegenheid gebruik
ook al lijkt het onderwerp voor u van minder be
lang. Het uitwisselen van gedachten en het horen
van andermans mening kan ook voor u belangrijk
zijn.
Kasten nieuwe machine:
Afschrijving 1500,
Gewoon onderhoud 500,
Bedieningsloon 500,
Overige kosten (assurantie, rente e.d.) 500,
Totaal kosten voor 30 ha 3000,
is per ha 100,
De diverse bedragen zijn volkomen willekeurig
en dienen slechts als voorbeeld.
De aandachtige lezer zal bij deze berekeningen
wel diverse vraagtekens plaatsen.
Over diverse vragen willen we in de volgende
schets nader handelen.
B. MEIJERS,
Directeur Boekhoudbureau Z. L. M.
In „Landbouwwereldnieuws" van 3 november le
zen wij, dat de wereldproduktie van gerst en haver
in 1956 op basis van voorlopige gegevens iets groter
zal zijn dan die van 1955.
Daar de oogst van vorig jaar zeer gunstig uitviel,
zal dit jaar de totale produktie van beide gewassen
indien de verwachtingen uitkomen de groot
ste sedert het einde van de tweede wereldoorlog
zijn. Hierbij wordt het effect van de grotere gerst-
oogst enigszins nadelig beïnvloed door een kleinere
haveroogst.
In West-Europa, waar als gevolg van uitwinte-
ringsschade grote wintertarvve-arealen met zomer-
gerst werden ingezaaid, zal de gerstproduktie in
1956 naar schatting tweemaal zo groot zijn als het
gemiddelde van de jaren 1935'39 en 22 groter
dan in 1955. Dientengevolge zal Europa waarschijn
lijk weinig of geen voedergraan behoeven te impor
teren, temeer daar een belangrijk deel van de tar-
we-oogst onbruikbaar zal blijken te zijn voor mense
lijke consumptie.
De haverproduktie zal aanzienlijk kleiner zijn dan
vorig jaar, vooral in de Verenigde Staten, waar de
opbrengst de kleinste is sedert 1944.
Op het vasteland van Noord-Amerika werd, even
als in 1955, 14,4 min ton gerst geproduceerd, het
geen neerkomt op het dubbele van het vóóroorlogse
gemiddelde. Als gevolg van deze top-oogst, in com
binatie mei; de nog aanwezige overschotten van
Canada en de Verenigde Staten, zullen de gerst-
voorraden zeer groot zijn.
De produktie van haver in deze beide landen
wordt voor 1956 geschat op 24,3 min ton tegen 27,7
min ton in 1955, welke daling het gevolg is van een
areaal-vermindering met 10 c/c in de Verenigde Sta
ten.
In West-Europa is de produktie van gerst en ha
ver aanzienlijk groter dan in 1955, in het bijzonder
voor vvat betreft het eerstgenoemde voedergraan.
De recente schatting van 18 min ton ligt 3,2 min
boven de gerstopbrengst van het vorige jaar. Een
groot deel van deze toeneming betreft Frankrijk,
waar de vorstschade het grootst was en, in vergelij
king met elders in Europa, de meeste wintertarwe
werd vervangen door gerst. West-Duitsland, Zwe
den en Denemarken hebben echter ook deel in de
grote gerstoogst van dit jaar. In bovengenoemde
landen zijn grote hoeveelheden gerst beschikbaar
voor export.
De produktie van haver wordt in West-Europa op
15,5 min ton geraamd, hetgeen weliswaar meer is
dan in de twee voorgaande jaren, maar toch nog
minder dan het gemiddelde over 1935'39.
Volgens de beschikbare gegevens uit Oost-Europa
zal de produktie van haver en gerst hier kleiner zijn
dan in 1955 als gevolg van minder gunstige omstan
digheden tijdens de groei dezer gewassen.
In de Sovjet-Unie daarentegen schijnt men dit
jaar in vergelijking met 1955 een toeneming van de
produktie te verwachten, welke, evenals elders in
Europa, een gevolg is van de vervanging van uitge-
vroren wintertarwe door voedergranen. Dit heeft
voornamelijk plaats gehad in het midden en zuiden
van «het land.
In Azië is de totale gerstproduktie gelijk aan die
van 1955, terwijl er iets meer haver zal zijn.
De gerstproduktie is in Afrika belangrijk hoger
dan in 1955. Haver gelijk. Over Zuid-Amerika is
nog weinig bekend. De stand van het gewas is uit
stekend. Zulks in tegenstelling tot Australië, waar
vooral in het oosten veel regen viel.
Ten aanzien van de aardappelen lezen wij in het
„Persbericht" van het Hoofdproduktschap voor Ak-
kerbouwprodukten van 2 november, dat in Dene
marken de aardappelteelt door ideale weersomstan
digheden werd begunstigd. Dit geldt zowel voor de
groeiperiode als tijdens het rooien. De opbrengst
zal boven het gemiddelde liggen. De knollen val
len groot uit en de gezondheidstoestand is goed.
Het voor de keuring te velde aangegeven pootaard-
appelareaal is kleiner geworden en beloopt slechts
15.000 ha.
De export is begonnen. Pootaardappelcontracten
zijn reeds afgesloten met Zuid-Afrika, Italië, Grie
kenland, Argentinië, Uruguay en Mexico. Hoewel
de consumptie-aardappelenexport nog niet op gang
is gekomen, verwacht Denemarken toch goede mo
gelijkheden, vooral in de grote maten.
De Franse buitenlandse handel in pootaardappe-
len blijkt in de loop der jaren vrij stabiel te zijn ge
weest. De invoer schommelt tussen 90.000 ton en
100.000 ton, de uitvoer tussen 25.000 en 26.000 ton.
Ten aanzien van consumptie-aardappelen zijn de
verschillen groter. De invoer vertoont sinds 1952/
'53 een teruglopende tendens, maar beliep in het
seizoen 1955/'56 toch nog rond 85.000 ton. Dit zijn
in hoofdzaak vroege aardappelen, welke voorname
lijk uit Noord-Afrika worden betrokken. Daarente
gen neemt de uitvoer van consumptie-aardappelen
de laatste jaren toe; deze bedroeg in 1955/'56 rond
290.000 ton.
De Fransen zitten op exportgebied niet stil. In
sommige afzetgebieden heeft Frankrijk al een voor
sprong op zijn concurrenten weten te behalen. Ver
schillende landen konden als afnemer worden ge
wonnen, zoals Uruguay, Tanger, de Soedan en Sy
rië. Opvallend is de sterke toeneming van de Fran
se consumptie-aardappelexport naar Groot-Brittan-
nië, Italië, Zweden, Zwitserland en Ceylon.
In de „Nieuwe Rotterdamse Courant" van 5 no
vember vonden wij het bericht, dat de Westduitse
aardappelen vrij voor export zijn gegeven.
Het Westduitse ministerie voor de voedselvoor
ziening heeft dezer dagen de ingediende aanvragen
voor een exportvergunning voor consumptie-aard-
appelen goedgekeurd en er in toegestemd ook ver
der binnenkomende aanvragen in te willigen. Het
ministerie behoudt zich echter het recht voor in te
grijpen, zodra de export wensen een omvang te
boven gaan, die, van een standpunt 'der binnen
landse voorziening uit bezien, niet meer te verde
digen is. Voorzichtigheidshalve zullen de uit te
voeren aardappelen afkomstig zijn uit de gebieden,
waar de druk op de markt het grootst is, dus uit
Zuid-Duitsland met name uit Beieren.
Naar uit kringen van de aardappelhandel wordt
vernomen, komt op het ogenblik als afnemer van
Duitse aardappelen vrijwel uitsluitend Italië in aan
merking. De hoeveelheden, die daarheen zullen
kunnen worden uitgevoerd, zullen echter niet zo
groot zijn, dat zij voor de Westduitse of zelfs maar
voor de Beierse produktie van grote betekenis zijn.
Overigens doen Nederland en België als traditio
nele leveranciers van Italië evenzeer pogingen, om
aardappelen op de Italiaanse markt af te zetten,
evenals Frankrijk en dit jaar ook Zwitserland.
In België blijft er, niettegenstaande de terughou
dendheid bij de producenten, voldoende aanbod op
de markt.
De stemming is vast. Er wordt uit Nederland
invder van Bintjes toegelaten. Brussel noteerde
140170 franks 9,8812,92), volgens herkomst,
voor Bintjes afgeleverd te Charleroi en te Luik.
Volgens een mededeling van de Franse bond van
suikerbietentelers, zouden de West-Duitse suiker
fabrieken 150.000 ton Franse suikerbieten kopen
tegen een prijs van 5.450 francs 70,05) per ton
franco grens. Van deze prijs moeten de diverse
kosten worden afgetrokken. De suikerbietenprijs
in Frankrijk zelve ligt tussen de 47 en 48 per
ton.
Volgens een bericht in Foreign Crops and Mar
kets van 8 oktober j.l., dat wij in „Wereldnieuws"
lazen, wordt de wereldproduktie van suikerbieten
voor 1956 geraamd op 117,3 min ton, hetgeen 4,5
meer is dan vorig jaar In Noord-Amerika nam de
produktie toe van 12,0 min ton in 1955 tot 12,6 min
ton in 1956, zijnde een gevolg van de toeneming der
totale arealen van 330.000 tot 350.000 ha.
In West-Europa wordt voor 1956 een produktie
van 46,8 min ton verwacht, maar men neemt aan
dat het definitieve cijfer hoger zal zijn. In 1955
bleek de produktie bv. 3,3 meer te bedragen dan
de voorlopige raming aangaf.
Het suikerbietenareaal in de Sovjet-Unie nam ioe
van 1.75 min ha in 1955 tot naar schatting 2 min
ha in 1956 met een produktie van waarschijnlijk
31.8 min ton. De overige landen van de wereld, van
welke Turkije alleen tweederde van de opbrengst
vertegenwoordigt, zullen dit jaar tezamen volgens
voorlopige gegevens 3,6 min ton suikerbieten op
leveren.
Ook in Denemarken gaat de mechanisatie in een
behoorlijk tempo voort. Bovenaangehaald „Pers
bericht" bericht hierover het volgende:
Volgens de telling van 14 juli jl. beschikt de
Deense landbouw thans over 68.680 tractors, welk
cijfer meer dan 8.200 hoger is dan vorig jaar. Het
aantal bedrijven met een tractor is bijna even
sterk gestegen, n.l. met bijna 8.000 tot 63.100. Daar
naast worden nog op goed 60.000 andere bedrijven
werkzaamheden met tractors uitgevoerd, hetgeen
betekent, dat circa 2/3 van de Deense landbouw
thans met tractors werkt. Van 1954 tot 1955 steeg
het aantal tractors met goed 9000. Het valt niet te
voorspellen, wanneer een toestand van verzadiging
zal zijn bereikt.
Het aantal maaidorsers is dit jaar met circa 500
toegenomen tot 2700. Er zijn in totaal 2300 bedrij
ven met maaidorsers. Wanneer men daarbij de be
drijven voegt, waar met maaidorsers van andere
bedrijven wordt gewerkt, blijken in totaal circa
10.000 bedrijven gebruik te maken van maaidorsers:
Een teken des tijds is ook, dat het aantal bedrij
ven met melkmachines blijft toenemen. In 1955
waren er nog 123.850 zodanige bedrijven, doch dit
jaar reeds 128.560 ofwel circa 72 van alle bedrij
ven. Dit houdt in, dat omstreeks 90 van de Deen
se koeien machinaal worden gemolken.
Het aantal bedrijven met silo's gaat langzaam
maar zeker vooruit. Er was een stijging te con
stateren van 73.000 tot 75.250. H«t aantal bedrij
ven met ensileringsmogelijkheden steeg ongeveer
in gelijke mate tot 93.700. Dit geeft er uitdrukking
aan, dat er niet meerdere kuilen worden,aangelegd,
maar wel meer behoorlijke silo's.
Uit deze cijfers, die zeker ook voor andere ont
wikkelde landen zijn op te stellen, blijkt wel van
hoe groot belang een ongestoorde aanvoer van de
benodigde vloeibare brandstof voor de Westerse
wereld is. Wie dit beseft, begrijpt veel van de
moeilijkheden in het Midden-Oosten.
S.
BORSSELE.
Tot zaterdag 17 november, ligt ter gemeente
secretarie voor een ieder ter inzage een ontwerp-
wijziging van het plan van uitbreiding voor de ge
meente Borssele.
Tot zolang kunnen belanghebbenden bij de ge
meenteraad bezwaren indienen.
RENESSE.
Ter gemeente-secretarie ligt voor een ieder ter
inzage de bij Koninklijk Besluit goedgekeurde par
tiële herziening 1955 van het uitbreidingsplan in
onderdelen 1952.