Raad voor de Landbouwvoorlichting in de ARBEIDSORGANISATIE IN DE LANDBOUW. Provincie Zeeland. 672 VEEVOEDING. ZEEUWS LANDBOUWBLAD De Voorlichtingsraad in de provincie Zeeland heeft zich in haar 15e vergadering op 18 oktober 1.1. voornamelijk beraden op de voorlichting over de arbeidsorganisatie op onze land- en tuinbouwbe drijven. Dit geschiedde aan de hand van een nota van Ir A. Moens over deze materie. De heer Moens, die verbonden is aan het Insti tuut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie (I.L.R.) te Wageningen, was persoonlijk naar Goes gekomen om de nota toe te lichten. Verbetering van de arbeidsorganisatie noodzakelijk Aan de organisatie van het werk op de boerderij wordt tegenwoordig steeds meer aandacht besteed, niet in de laatste plaats door de boer en de landar beider zelf. Hiervoor zijn verschillende oorzaken aan te wijzen, welke aan het merendeel van de lezers wel bekend zijn, maar die we toch nog eens willen noemen. 1. De personeelsschaarste. 2. De verhoudingsgewijs sterk gestegen loonkos- ten. Het is goed hierbij even stil te staan en te vermelden, dat volgens Ir Moens op een akker bouwbedrijf de post arbeidskosten 5060 van totale produktiekosten uitmaakt. Onder arbeidskosten wordt dan verstaan de som van de loon-, de werktuig-, de trekkrachtkosten en de kosten van werk door derden. 3. De toenemende mechanisatie en invoering van nieuwe methoden vragen steeds meer van het organisatievermogen van de boer èn van de capaciteiten van de landarbeider. We hebben hierover wel eens een boer horen zeggen, dat hij door de huidige ontwikkeling nooit meer van huis kan of althans veel slechter d?n vroe ger. Het lijkt ons tussen haakjes, dat dit een gevolg is van het feit, dat de arbeiders (nog) niet voldoende met de machines vertrouwd zijn en hiervoor (nog) te weinig gevoel heb ben. Dit is echter een punt apart, waar we straks nog op terug komen. 4. Tussen de bedrijven onderling treden grote verschillen op in arbeidskosten en arbeids- behoefte. Het is wel duidelijk en iedere praktische boer ervaart het dagelijks, dat een efficiënte arbeids organisatie langzamerhand een van de meest ur gente zaken is geworden. Dat op dit gebied nog heel wat kan gebeuren blijkt wel uit de grote ver- schillen, die van bedrijf tot bedrijf bestaan (zie punt 4). Ook wanneer we over de grenzen kijken kunnen we constateren, dat velen een achterstand hebben in te halen. Volgens Duitse gegevens namelijk, waarbij de produktiviteit van de Duitse landbouw op 100 werd gesteld, komt Denemarken op 194, Nederland op 134, Frankrijk op 83 en Italië op 50. De Nederlandse landbouw slaat hierbij dus geen gek figuur, maar staat ten opzichte van de arbeids- produktiviteit toch wel overtuigend Lij onze con current Denemarken ten achter. Verbetering van de arbeidsorganisatie komt echter niet zo maar aangewaaid ofschoon iedere boer die zich hierop toelegt, het een heel eind kan brengen maar hiervoor is onderzoek nodig, dat door voorlichting gevolgd moet worden. Onderzoek Verbetering van de arbeidsorganisatie, arbeids- rationalisatie, verhoging van de arbeidsefficiëncy, het zijn allemaal uitdrukkingen voor een en het zelfde doel: het zo effectief mogelijk aanwenden van de arbeid, waardoor de arbeidstaak verlicht wordt, de kosten worden verlaagd en het inkomen van boer én arbeider worden verhoogd. Dit doel kan op verschillende manieren worden bereikt, bijvoorbeeld door verbetering van de werk methoden, door het in gebruik nemen en verbete ring van gereedschappen en werktuigen (mecha nisatie), door verbetering van de ligging en in richting van gebouwen, het erf en de percelen en door verbetering van de verdeling en volgorde v..n werkzaamheden Onderzoek op dit terrein wordt verricht door het I. L. R. te Wageningen onder leiding van Ir Moens. Hierbij worden alle aspecten van de arbeidsbeste- ding bestudeerd: technische, economische, sociale, physiologische en psychologische. Het arbeidsonderzoek, dat in 1948 door het I. L. R. werd begonnen, is vooral geconcentreerd op de arbeidsbesparing en op een gelijkmatige verde ling van de aibeidsbehoefte over het jaar. In de eerste plaats zijn de arbeidsmethoden voor belang rijke werkzaamheden zoals melken, hooien, graan oogsten, aardappelen en suikerbieten rooien syste matisch onderzocht en verbeterd. In de tweede plaats worden op 70 bedrijven uitvoerige arbeids- notities verzameld met het doel de arbeidsorgani satie over het hele jaar te verbeteren. Dit werk wordt hoofdzakelijk verricht door een achttal hoofdassistenten, die hiervoor een speciale opleiding hebben gehad. Helaas is in de provincie Zeeland geen onderzoeker op dit gebied werkzaam en reeds bij een vorige gelegenheid had de Raad voor de Landbouwvoorlichting dit betreurd. Ook thans weer spraken de leden van de Raad zich een stemmig uit voor de aanstelling van een landbouw kundig ingenieur bij het Onderzoekcentrum. Deze zal het onderzoek naar de rationalisatie van de arbeid in Zeeland moeten leiden en coördineren en de resultaten ervan moeten uitdragen via de Voor lichtingsdiensten, een en ander uiteraard aange past aan Zeeuwse omstandigheden. Over Je kwes tie zal dan ook spoedig contact gezocht worden met de standsorganisaties. VOORLICHTING Na het onderzoek komen we meteen op de voor lichting. In algemene zin wordt die al langer gege ven, maar hu dit aspect van het bedrijf zo belang rijk begint te worden, wordt ook de opzet meer systematisch. Verschillende hoofdassistenten-spe cialisten hebben al een korte cursus over dit onder werp gehad of krijgen die nog, terwijl straks ook alle rayonassistenten van de Rijkslandbouwcon- sulenten een opleiding zullen krijgen. Bovendien gaan de gedachten van de heer Moens nog uit naar arbeidsspecialisten, krachten dus, die een volledige opleiding zullen krijgen en daarna in de consulent schappen zullen worden geplaatst naast de reeds bestaande hoofdassistent-specialisten. De voorlichting over de arbeidsorganisatie zal natuurlijk in de eerste plaats bestemd zijn voor de bedrijfsleiders zelf, maar verschillende leden van de Raad vroegen zich af, of het mogelijk zou zijn ook de landarbeiders op de ee ol andere manier bij deze voorlichting te betrekken. Immers zij (de landarbeiders) gaan dagelijks om met de gereed schappen en de machines, zij voeren de werkmetho den uit en hebben er alle belang bij, dat het werk gemakkelijker en tegen lagere kosten wordt uitge voerd. Ook dit laatste is in het belang van de land arbeider en hiervan zal hij goed doordrongen moe ten zijn, wil de arbeidsrationalisatie in de landbouw slagen. Een voorbeeld moge dit verduidelijken. Ge bleken is volgens de heer Moens, dat een bieten- lichter 20 kostenbesparing geeft boven het rooien van bieten in hand-werk. Het tarief voor het spmid appredaq uaa ui dojarq pjaM uaiooauajaiq met 10 verlaagd, hetgeen' tot gevolg had dat zowel de boer als de landarbeider 10 voordeel hadden. Daarnaast is het feit, dat de landarbeider niet voldoende kennis heeft van en gevoel heeft voor machines een rem op een verbetering van de ar beidsorganisatie. Ook hierin zou middels lezingen of vakcursussen voorzien moeten worden. In welk vat dit allemaal gegoten moet worden, zal nog nader moeten worden bekeken en wel in de eerste 'plaats met de agrarische standsorganisa ties. Het is echter hoog nodig, dat het gesprek over de arbeidsorganisatie in brede kring op gang wordt gebracht en dat Zeeland op dit gebied niet achter aan komt. Bêhalve over de voorlichting over de arbeids organisatie in de landbouw, heeft de Raad voor de Landbouwvoorlichting op haar vergadering op 18 oktober j.l. gesproken over de voorlichting op het gebied van de vèevoeding. Hiervan zal thans een kort exposé worden gege ven, waarbij afgezien wordt van een beschouwing omtrent de werkwijze die bij deze voorlichting ge volgd zal worden. Wie hieromtrent meer wil weten, kan verwezen worden naar een artikel van de heer C. den Engelsen, Secretaris van het Veevoederbu reau voor Zeeland, dat veertien dagen geleden in de landbouwbladen is opgenomen. Ontwikkeling van de veevoedingsvoorlichting. Het is goed om eens even stil te staan bij de ont wikkeling van de voorlichting op het gebied van de veevoeding. Direct na de oorlog, nu ongeveer tien jaar geleden, werd aan de graslandexploitatie en aan de veevoeding slechts weinig aandacht be steed. Langzamrehand echter is hierin verbetering opgetreden, enerzijds doordat de boeren zelf inza gen dat uit de veehouderij nog heel wat meer winst te halen was, anderzijds doordat de Rijks veeteelt- en Landbouwconsulenten probeerden dit achtergebleven deel van de bedrijfsvoering op een zelfde peil te brengen als de akkerbouw in onze provincie. Het bedrijfsleven en de voorlichtingsdiensten kunnen de plannen, die thans bestaan en die deze winter tot uitvoering worden gebracht, beschou wen als een kroon op hun gezamenlijk streven. Immers door de oprichting van acht kernen, welke de veevoedingsvoorlichting zullen verzorgen, is over die delen van Zeeland, waarin de veehouderij van belang is, een netwerk gelegd van zodanige omvang, dat een massale, intensieve voorlichting mogelijk zal zijn. Op het massale en intensieve moet het accent worden gelegd. Tot nu toe konden met de perso neelsbezetting van de voorlichtingsdiensten slechts een gèring aantal veehouders worden bereikt. De rayon-assistenten hebben gemiddeld rayons waar in 400 boeren wonen en het is duidelijk dat ze niet voor alle veehouders onder deze boeren voederba lansen kunnen opmaken, rantsoenen berekenen, wegen, controleren, weideplannen bespreken en wat dies meer zij. Ook niet wanneer het aantal veehou ders onder deze 400 boeren slechts een vierde of eenvijfde deel is. Noodzakelijkerwijs moest deze voorlichting zich beperken tot weinigen en kon zij slechts globaal plaats vinden. De boer zelf maakt massale en intensieve voorlichting mogelijk Inderdaad, door een aanzienlijke subsidie van het Rijk van ongeveer 1000 per kern èn doordat de boer zelf bijdraagt in de kosten kan de zaak thans ruimer worden, aangepakt. Waar het aantal boeren, dat zich voor deelname opgeeft, voldoende groot is, kunnen hulp-assistenten worden opgeleid en aangesteld om de veevoedingsvoorlichting te verzorgen. Deze hulp-assistenten werken onder lei ding van de rayon-assistenten, die in hun gebied secretaris zijn van de commissies in de kernen. De bedrijven, die gebruik willen maken van deze assistenten en beta.en dan 10 per bedrijf gemid- voorlichting, kunnen zich opgeven bij de rayon- deld. Een ieder, die vee houdt, is er wel van overtuigd, dat dit tientje dubbel en dwars terugkomt, maar voor enkelen zat aan deze zaak een principiële kant. De voorlichting immers is steeds gratis ge weest en waar blijven we als we beginnen met betalen, ook al is dat nu nog maar weinig? Ook in de Raad voor de Landbouwvoorlichting kwam dit naar voren. De Raad stelde zich hierbij op het standpunt dat in beginsel niet afgeweken moet worden van het historisch gegroeide feit, dat de voorlichting gratis verstrekt wordt, en dat hier van ook niet afgeweken, is! Het Rijk geeft een al gemene voorlichting en heeft hiervoor op de begro ting een bepaald bedrag uitgetrokken. Wanneer de behoefte aan voorlichting groter wordt en een sterk individueel karakter krijgt, zoals in het on derhavige geval, dan staat de overheid op het stand punt, dat de boer dit zelf moet betalen, eventueel hierin gesteund door een Rijkssubsidie. De Raad kon zich hiermede volledig verenigen en met grote instemming werd dan ook kennis genomen van de plannen die ontvouwd werden. Besloten werd aan de plannen en aan de uitvoering daarvan alle steun te verlenen die nodig is, daar de Raad ervan over tuigd is hiermede een boerenbelang te dienen en een achterstand te kunnen wegwerken. Veehouders van Zeeland, het woord is thans aan u. Grijp de u geboden kans en geef u, voorzover dit nog niet gebeurd is, op voor deelname aan de in tensieve veevoedervoorlichting bij uw rayonassis tent. KORT VERSLAG van de op 26 oktober 1956 gehouden verga dering van de Gewestelijke Raad voor Zeeland van het Landbouwschap. Oritwerp-verordening inzake de bestrijding van de abortus Bang onder het rundvee in Zeeland. De Raad heeft zich akkoord verklaard met de opgestelde ontwerp-verordening voor de bestrij ding van de abortus Bang. Deze verordening zal door het Bestuur van het Landbouwschap in de vergadering van 21 no vember a.s. in tweede lezing worden behandeld. Na vaststelling en goedkeuring door de Mi nister van Landbouw Visserij en Voedselvoorzie ning, zal deze verordening het eerst in werking treden voor de eilanden Tholen en Walcheren. Voor overig Zeeland zal de verordening op een nader te bepalen tijdstip in werking treden. Zoals bekend, is in deze voor Schouwen en Duiveland thans reeds een provinciale verorde ning van kracht. Arbitrage-commissie drachtigheidsschade. In principe werd besloten tot het instellen van een arbitrage-commissie, welke kan worden in geschakeld bij geschillen die ontstaan na aankoop van mestvee dat drachtig blijkt te zijn. Met de in deze betrokken partijen zal nader overleg worden gepleegd inzake de uitvoering. Commissie Waterbeheersing en Ontzilting. Gezien het belangrijke werk dat deze com missie verricht, mede in het kader van het Drie- eilandenplan en het Deltaplan, is ook voor 1957 door het Landbouwschap financiële medewerking toegezegd. Namens de Gewestelijke Raad zullen 4 ver tegenwoordigers worden aangewezen die in deze commissie zitting zullen nemen. Grondgebruik. De Raad sprak zich waarderend uit over het werk dat door de Commissie van Nooten wordt verricht op het terrein der taxaties van gronden die aan de landbouw moeten worden onttrokken. Het feit dat de Commissie van Nooten in vele gevallen als hèt aangewezen orgaan voor dit werk wordt gezien, hetgeen niet juist is, gaf de Raad aanleiding te besluiten om zeer binnenkort in een perspublicatie de gang van zaken op dit terrein onder de aandacht van betrokkenen te brengen. Benoeming adjunct-secretaris. De Raad besluit bij het Dagelijks Bestuur van het Landbouwschap ter benoeming tot adjunct secretaris voor te dragen de heer J. C. de Jonge te Goes.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1956 | | pagina 8