Van Boerderij en Organisatie
668
WEST ZEEUWS-VLAANDEREN.
27 oktober.
De bietencampagne wordt herhaal
delijk gestremd door de overvloedige
regenval. Alles wijst er op, dat het een
zeer late campagne wordt, hetgeen bij
veel collega's, welke het hele jaar door
proberen om met het werk niet achter
te raken want dat kost geld niet
bepaald enthousiast aanvaard wordt.
Een vrije leveringstermijn eind sep
tember zou m.i. absoluut mogelijk moe
ten zijn, om, indien de telers dit wen
sen, een voorsprong, dus risicospreiding
te krijgen, ingeval het weer, het ver
voer of het tekort aan personeel een
ongunstige invloed uitoefenen op de
arbeidsprestatie.
Hoewel het overladen der bieten in
Breskens vlotter verloopt dan andere
jaren, voor verschillende fabrieken al
thans, is de regeling van ontvangst in
zijn geheel nog niet voldoende afge
stemd op de praktijk.
Hoe meer bepaalde takken van het
bedrijf gecentraliseerd worden, hoe
hoger eisen aan de bestuurders daar
van gesteld worden, wat organisatie
betreft.
Het is nu eenmaal zo, dat het eigen
belang van de vrije ondernemer altijd
een grotere arbeidsproductiviteit te
zien geeft dan bij een sterk geconcen
treerd lichaam. In de eerste plaats om
dat de vrije ondernemer met eigen geld
werkt, en daarom altijd, ook in een gun
stige tijd moet werken en sparen, om
dat de wisselvalligheid der conjunctu
ren en de concurrentie de vrije onder
nemer regelrecht treffen. In de tweede
plaats omdat de omstandigheden in de
landbouw per bedrijf zover uiteen lig
gen, dat centraal beheer zeer moeilijk
is, en een zeer persoonlijke kijk op de
exploitatie van elk bedrijf nodig is,
waardoor een zeer sterke gebonden
heid aan dat bedrijf in de loop der
jaren groeit, welke niet ongestraft ver
broken kan worden.
Niet graag zou ik willen beweren,
dat er buiten het vrije bedrijf niet ge
werkt en gespaard wordt, integendeel.
En ook zou ik de zeer nuttige functies
van de verschillende coöperaties niet
willen bes'trjjden. Deze moeten onze
volle instemming hebben, zolang we
echter kunnen spreken van „de Boer
en zijn Coöperaties".
Wanneer we echter in de verschil
lende vakbladen lezen, dat er stemmen
opgaan om de coöperatie als doel te
zien met de boeren als middel, wordt de
situatie gevaarlijk.
Moge daar in sommige gevallen dan
al een twijfelachtig economisch beter
rendement inzitten, de menselijke kant
van een dergelijke^ stunt speelt toch ook
wel een zeer belangrijke rol.
Er is op velerlei gebied beweging in
de landbouwpolitiek waar te nemen.
De reacties in het „Overzicht" van
vorige week bewijzen dat onze orga
nisatie de gebeurtenissen op de voet
volgt, maar het is ook nodig dat de
leden er van doordrongen zijn, dat cr
met ons bestaan hoog spel gespeeld
wordt.
OOST ZEEUWS-VLAANDEREN.
27 oktober.
Ons waterlandje doet zijn naam weer
eens in alle opzichten eer aan. Het door
sijpelt stukske grond, vol mist en regen
is voor de boer, weer niet eens alleen
een mooi stukje poëzie, dat men graag
voordraagt op bijeenkomsten, maar pu
re harde werkelijkheid. De uitermate
natte zomer is ongemerkt overgegaan
in het najaar, zonder dat de profeten
die meenden dat de weersomstandighe
den nog best heel gunstig konden wor
den, tot nu toe gelijk hebben gekregen.
We zijn al sukkelende de zomer doorge
rold en als het niet vlug verandert, zul
len we op dezelfde manier het jaar uit
glijden. Het kost onder zulke ongunsti
ge omstandigheden veel moeite en geld
©m zjjn producten binnen te krijgen. En
wie zal dat betalen? Het zou wellicht
aanbeveling verdienen om degenen die
het de landbouw misgunnen dat ze haar
rechtvaardig deel krijgt van de wel-
vaartskoek eens mee te nemen naar de
akker en hun het plezier te gunnen een
dagje bieten uit de slijk te halen. Hun
waardéring voor de suiker in het kopje
koffie zou ongetwijfeld groter worden.
De boer vraagt geen medelijden, maar
recht. Eist het. Want het ziet er beslist
niet rooskleurig uit in de landbouw. La
ge «opbrengsten, gepaard gaande met
meestal slechte kwaliteit is dit jaar het
deel van de boer geworden, terwijl de
ker niet goed kunnen maken
prijzen het over het algemeen genomen,
zeker niet goed kunnen maken. De kos
ten daarentegen stijgen onrustbarend
en menige boer ziet de nabije toekomst
met angst tegemoet. Franse toestanden
beginnen zich aan de kim te vertonen.
De nachtmerie van de Overzichtschrij
ver: eenmansbedrijven, lege boerderij
en, een ontvolkt en verarmd platteland
begint werkelijkheid te worden. De mu
ziek is er uit in de landbouw. Maar dit
alles schijnt geen waarschuwing in te
houden voor de verantwoordelijke rege
ringsinstanties. Te laat zullen ze wak
ker schrikken uit de slaap des gerusten.
De nieuwe rubriek „Allerhande" valt
goed in de smaak en geeft ons ook weer
een bredere kijk op het landbouwgebeu-
ren in en buiten ons land. Iets waar we
ons zeker goed van op de hoogte moe
ten houden, al ontbreekt ons soms de
tijd er wel eens voor. Een brede oriën
tatie op velerlei gebied wordt thans
van de boer gevraagd.
In dit jaargetijde zijn het de bieten,
aardappels en bonen die de meeste aan
dacht vragen. Van het laatste product
staat er nog veel op het veld. Er zitten
ook veel bonen in de schuur die moeilijk
zullen drogen, omdat een boon zeer
slecht nadroogt binnen. Veel natuur-
droge zullen er wel niet aan de markt
komen.
Met de bieten heeft ieder met zich
zelf genoeg te stellen en als laatste
oogst van het jaar zal het de bok niet
vet maken.
Wat de aardappels betreft schijnt de
consumptie goed aan te trekken. Poters
zijn momenteel nog lusteloos. Toch zijn
er al heel wat Zeeuwse poters doorver
kocht aan Zeeuwse telers, hetzij voor
pootgoed of voor consumptieteelt. Deze
afzet wordt elk jaar groter, waaruit
blijkt, dat onze Zeeuwse boeren de voor
keur gaan geven aan pootgoed uit eigen
gewest bovendat uit andere streken.
Er is een algemene indruk, dat deze po
ters een merkbaar hogere opbrengst ge
ven. Ook de ondervinding van onze
stamselecteurs gaat die richting uit, al
is het loof soms wel eens iets fijner.
Maar bij aardappels is het toch nog al
tijd te doen om hetgeen onder de grond
zit en niet om wat er boven op staat.
Uit bovenstaande moge blijken, dat we,
wat de poterteelt betreft, mede door het
werk der goede selecteurs, de laatste
jaren een goede afzet in eigen provin
cie hebben opgebouwd en er liggen op
dit terrein nog grotere mogelijkheden.
WALCHEREN
29 oktober.
De laatste dagen van de maand okto
ber hebben ons weinig moois gebracht.
Storm met regen of hagelbuien hebben
het werk belemmerd en het bieten
transport van het land moeilijk ge
maakt. Hoewel de kg-opbrengst van óe
suikerbieten niet meevalt is het met
het suikergehalte werkelijk droevig ge
steld. Gehalten van 13 en 14 worden
algemeen gehoord. Dit heeft tot gevolg
dat de prijs voor de boer tussen de 30
en 35 gulden per ton komt te liggen,
terwijl er ook bieten geleverd worden
met lager gehalte die maar ongeveer 25
gulden per ton opbrengen.
De winst op de suikerbieten zal per
ha dan ook wel ongeveer nihil zijn, on
danks de garantieprijs. Gezien de grote
oppervlakte met suikerbieten in Zee
land is dit een extra gevoelige tegen
valler, die samen met de andere tegen
slagen van 1956, dit jaar maar tot een
bedenkelijk geheel maken.
Op de gemengde bedrijven met melk
vee was daarentegen de melkproductie
aardig goed, zodat dit op deze bedrijven
nog een zeker tegenwicht vormt voor
de ongunstige akkerbouwsector.
De uitzaai van de wintertarwe lijkt
voorlopig gering te zijn. Misschien ten
dele door de late oogst en het ongunsti
ge weer, ten dele ook door de grotere
zaai van zomertarwe en mogelijk de
grotere verbouw van speculatieve ge
wassen in 1957.
Toch lijkt het in dit verband nuttig
om zoveel mogelijk te streven naar een
evenwichtig bouwplan met een goede
arbeidsverdeling en risicoverdeling met
betrekking tot de prijs.
De hoeveelheden bietenkoppen en blad
zijn dit jaar zeer groot. Dit prima vee
voer is extra welkom, omdat er dit
voorjaar maar weinig gras werd inge
kuild en ook de hoeveelheid hooi die
werd gewonnen in dit droge voorjaar
erg klein is.
Het is daarom dubbel belangrijk om
het bietenloof met extra zorg in te kui
len en ook rantsoenen te berekenen
voor uw vee in de aanstaande winter.
Indien U zich hiervoor nog niet opgaf,
doet dan als velen uwer collega's, die
hun strookjes reeds inzonden of geeft
U zich op aan de assistenten van de
R. L. V. D.
SCHOUWEN-DUIVELAND
29 oktober.
We zitten inmiddels reeds midden ?n
het najaar. We merken het aan alles,
de bomen verliezen hun bladeren, bloe
men en planten sterven af, het weer
wordt steeds guurder en daarmee is de
kachel zijn taak, om de huiskamer be
haaglijk te verwarmen, weer begonnen.
Ook in de stal zijn veranderingen opge
treden. Het jongvee staat al enkele we
ken opgestald. Het melkvee komt des'1'
nachts binnen, maar zal ook wel spoe
dig voor goed opblijven, terwijl het
mestvee nog wel enige weken buiten zal
zijn. Als algemene richtlijn kunnen wij
echter wel stellen, dat vroegtijdig op
stallen van het vee voordeel biedt. Voor
al voor melkvee zijn de nachten lang
en koud. Nu de winterperiode nadert,
moeten rantsoenen opgesteld worden
om de aanwezige voedermiddelenvoor-
raad zo doelmatig mogelijk te benutten.
We vernamen van de onlangs gevorm
de veevoedingscommissie, dat reeds ver
scheidene veehouders zich hiervoor op
gaven, doch de commissie heeft zich
haar doel goed voor ogen gesteld en wil
het aantal deelnemers nog meer dan
verdubbelen. De assistenten die dit werk
zijn opgedragen, zullen onze veehouders
daar nog wel eens over aanklampen en
't nut er van nog eens duidelijk maken.
Met de bietencampagne gaat het rede
lijk. Doordat echter laat begonnen werd
met leveren, zal het ook laat klaar zijn.
De gehaltes vallen weer niet mee; ze
lopen uiteen van 1417 waarvan
het merendeel rond de 15 ligt. Dit valt
ondanks de vrij goede septembermaand
weer tegen. Wanneer men zijn oor eens
te luisteren legt bij oudere collega's dan
kan men horen dat vroeger een 25
jaar geleden gehaltes van 1820
zeer veelvuldig voorkwamen. We vra
gen ons af, wat hiervan de oorzaak kan
zijn. Zou dit soms een gevolg van ver
edeling kunnen zijn?
NOORD-BEVELAND
30 oktober.
Is het zó, dat in Zuid-Beveland Car-
stens VI en op Tholen Alba lijkt favo
riet te zijn, hier is het zonder twijfel de
Staring die het leeuwenaandeel van het
wintertarwe-areaal tot zich heeft ge
trokken. Een complex van oorzaken is
hiervoor aan te voeren, waarvan onge
twijfeld de voornaamste is, dat Staring
na de voorbije strenge winter vertrou
wen heeft gewonnen, toen 20 nog
levensvatbaar bleek.
De weinige percelen Carstens VI
moesten alle worden geliquideerd, wat
uit minder dan negatieve reclame voor
dit ras betekend, zich weerspiegelend
in de geringe oppervlakte van dit ras
voor het komende jaar.
Gaan we de oppervlakte Staring schat
ten op 70 van het totaal, dan is de
resterende 30 bezet met een mengel
moes van rassen, waarvan Alba de be
langrijkste nog zal zijn, terwijl de rest
wordt opgevuld met Capille Desprez,
Heine's VII, Minister, Mado en Carstens
VI.
Ook hier is de uitgezaaide oppervlak
te kleiner dan verleden jaar. Toén was
het nog 600 ha, nü zal het nauwelijks
450 ha zijn.
Over het algemeen is er vrij vroeg
gezaaid, heel wat in de eerste paar
weken van oktober. Voor de weinig
voetziekte-gevoelige Staring kan dit
niet anders dan voordeel betekenen,
daar de uitwinteringskansen door vroe
ge uitzaai worden verkleind.
Het op wintervoor ploegen is nu in
volle gang. Enkelen zijn bezig hun aard
appelland voor volgend jaar te moren.
We vinden dit zeer belangrijk voor het
behoud van een gezonde cultuurtoe
stand van de grond, vooral in deze tijd
van veelvuldig trekker-gebruik en in-
tensiverer gebruik van steeds zwaarder
wordende landbouwmachines.
Men zou er zoveel mogelijk een ge
woonte van moeten maken om het
land, waarop het volgende jaar de
aardappelen worden gepoot, te moren.
In 5 a 6 jaar zou men het bedrijf dan
rond zijn en men zou steeds goed-door-
latend aardappelland hebben, wat in
natte pbythophtora-jaren een voordeel
zal zijn.
Zoals te verwachten viel, is het sui
kergehalte laag, gemiddeld voor Noord-
Beveland naar schatting 15% De
praktijk-indruk is, dat de polyploïde
rassen lijken op te vallen door een
hoger suikergehalte.
ZUID-BEVELAND.
30 oktober.
De verschillende loonwerkers, die tot
aanschaf van een bïetenrooimachine
zijn overgegaan, behoeven niet verlegen
te zitten om werk. Ze krijgen zóveel
aanvragen, dat ze niet in staat zijn om
hieraan in alle gevallen te voldoen. En,
zoals dat in andere gevallen met loon
werk óók gaat, zal het ook nu zijn, bij
slechte weersomstandigheden kan er
niet doorgewerkt worden, terwijl dan
de behoefte om een loonwerker in te
schakelen, juist toeneemt.
De meningen over het werk van de
bietenrooimachines lopen veel uiteen.
Het is echter mogelijk, zo de grond niet
te nat is, goed werk te leveren. En dat
is meer dan we enkele jaren terug had
den durven hopen.
Veel bieten worden ook gelicht. Men
kan er over twisten of dit veel arbeids
besparing geeft, vast staat, dat door
op deze wijze te werken met minder
arbeiders een bepaalde oppervlakte bie
ten te rooien is, waardoor er een zeker
evenwicht is ontstaan tussen de te telen
oppervlakte bieten per arbeider, zowel
wat de voorjaars- als de najaarswerk
zaamheden betreft.
Ook voor de gezinsbedrijven is een
lichter, hetzij een 1. of meer-rjjige, een
waardevol werktuig. Het zware werk
wordt door de lichter gedaan. Het is
dan niet meer nodig om een volslagen
arbeider te zijn om 50 roeden bieten
per dag te oogsten.
Het suikergehalte loopt uiteen van
14% tot 17 met uitzonderingen zowel
naar beneden als naar boven. De kg-
opbrengst is meer constant. Geen bui
tengewoon hoge, maar ook geen bij
zonder lage opbrengsten. Verdroging
kwam dit jaar in het geheel niet, of In
slechts zeer geringe mate voor. In een
droog jaar kan dat wel anders zijn.
Tussen de bedrijven door, moet er
voor de winterprovisie voor het vee ge
zorgd worden door de voederbieten te
oogsten en suikerbietenkoppen en -blad
in te kuilen.
Voor het melkvee en het jongvee be
neden het jaar is het tijd, dat deze op-
gestald worden. Dit kost extra werk
en daar zijn we wel niet verlegen om,
maar om de melkgift op peil te houden
en voor een goede gezondheid van het
vee is dit een noodzakelijkheid. Wan
neer het te nat wordt in de wei is het
ook goed mogelijk jong- en mestvee op
de mestvaalt te houden. Wanneer er
dik strooisel aanwezig is kan het vee
veel warmer liggen dan op het weiland.
Ook de voeding kan dan veel oordeel
kundiger en rationeler plaats vinden.
Het weiland wordt niet stuk getrapt,
terwijl de hoeveelheid gtalmest er door
wordt vergroot, hetgeen in veel geval
len geen overbodige luxe is.
De vroeg gezaaide wintertarwe komt
boven de grond. Er is dit jaar niet veel
uitgezaaid, maar er is van alles bij;
goed, matig en weinig wintervast. En
nu maar hopen, dat de almanak een
leugenzak is, want die voorspelt voor
december strenge vorst.