0\DEIILI\G
COÖPERATIEVE ACTIVITEIT
667
KLIMAATVERSCHILLEN TUSSEN
ZEELAND, DE N. O. P. EN
NOORDELIJK GRONINGEN
XIV
EXAMEN
„LANDBOUWWERKTUIGEN-
KENNIS" „SMECOMA"
in <~\Öeót-€uropeeó verband»
g.
ZATERDAG 3 NOVEMBER 1956
NOVEMBER
Opvallend is het verschil in zonneschijn tussen
deze en de voorafgaande maand zoals uit bijgaand
tabelletje blijkt.
Aantal uren zonneschijn
Door Dr. Ir. Vlissingen Groningen
J. J. POST. Oktober 104 94
November 54 48
Over een reeks van jaren genomen is november
dus met slechts 50 van het aantal zonne-uren
van oktober wel als een sombere maand te karakte
riseren.
De temperatuurverschillen zijn nog iets duide
lijker geworden.
Voor het westen van de provincie Zeeland is een
gem. temperatuur van 7° C normaal, voor de
N. O. P. en voor noordelijk Groningen 5.05.5° C.
Binnen de provincie Zeeland valt op dat tussen
W. en O. het temperatuurverschil 1° C bedraagt.
De verschillen in neerslag ten slotte zijn weer
gering.
In Zeeland en noordelijk Groningen bedraagt de
normale hoeveelheid 6070 mm, de N. O. P. is iets
droger met gemiddeld 4060 mm.
Op 11 en 12 oktober 1956 wer.d een examen af
genomen in „Kennis van Landbouwwerktuigen" te
Wageningen.
Aan dit examen, waarvoor zich 48 personen had
den gemeld, namen deel 44 kandidaten, waarvan
moesten worden afgewezen 20, of wel 45,5
Geslaagd 24 kandidaten, ofwel 54,5
4 kandidaten behaalden het praedikaat „ruim
voldoende" en 20 het praedikaat voldoende.
De uit onze provincie afkomstige, geslaagde kan
didaten zijn:
T. A. Beije te Oosterland, H. C. Tromper, P. T.
Nuijens en P. A. Schouls allen te Zierikzee.
(Advertentie.)
In 't heden vindt de boer
zijn taak.
Maar aan de toekomst moet j
hij denken. I
Ook 't eigen Honds is eigen
zaak,
't Zal moed en zekerheid hem
schenken.
't Vervult zijn wensen goed en
vlug
En geeft hem zelfs de winst terug.
Winstuitkering 1955:
5,6% van verzekerd bedrag
Nu het stalseizoen weer nadert en uw vee 170
dagen door zal moeten brengen op een ruimte van
1.55 m bij 1.20 m waarbij ze weinig bewegingsvrij
heid hebben, verdient het aanbeveling de hoeven
op gebreken te controleren, zonodig kunnen de
hoeven door een deskundige worden bijgesneden.
Moeilijkheden bij het opstaan van meestentijds uw
beste melkvee kunnen hierdoor voorkomen wor
den.
ZEEUWS VOORLICHTINGSINSTITUUT
or VERZEKERINGSGEBIED (Z.V.V.)
GOES: Iedere dinsdag op het Landbouwhuis.
Laat uw polissen op het gebied van de kapitaal-,
pensioen-» lijfrente-, studie- en uitzetverzekering
controleren en vraagt bemiddeling bij het afsluiten
van nieuwe posten.
ZEEUWS VOORLICHTINGSINSTITUUT
VOOR DE BRANDVERZEKERING (Z.V. B.)
ST. MAARTENSDIJK: Donderdag 8 november a.s.
van 10.30—12.30 uur in „Hóf van Holland"
(de heer Van Burg).
OOSTBURG: Iedere woensdag op de beurs.
GOES: Iedere dinsdag op het Landbouwhuis.
Laat uw brandpolissen controleren en vraagt be
middeling bij het afsluiten van nieuwe posten.
ADVIESBUREAU VOOR OORLOGS- EN
RAMPSCHADE VAN HET LANDBOUWSCHAP
ZIERIKZEE: Donderdag 8 november van 1113
uur in „Huis van Nassau".
GOES: Dinsdag 13 november van 1416.30 uur,
Grote Markt 28a.
ZIERIKZEE: Donderdag 15 november van 1113
uur in „Huis van Nassau".
ZIERIKZEE: Donderdag 29 november van 1113
uur in „Huis van Nassau".
LANDBOU W-RISICO
AXEL: Zaterdag 3 november a.s. van 1517 uur
in „De Graanbeurs" (de heer De Lange).
ST. MAARTENSDIJK: Donderdag 8 november a.s.
van 10.3012.30 uur in „Hof van Holland"
(de heer De Lange).
GOES: Iedere dinsdag op het Landbouwhuis.
Komt hier met Uw vragen aangaande de W. A.
verzekering bedrijf, vrijwillige ongevallen- en ziek
teverzekering.
In de Nederlandse standsorganisa
ties is de coöperatie als zodanig in de
discussies nog wel eens in het geding.
Het minst is dit het geval bij de R. K.
organisaties, wegens de nauwe bin
dingen, die hier meestal aanwezig
zijn met de (hun) commerciële instel
lingen. Het is op zichzelf zeker niet
onjuist dat in een vrije organisatie een
critische instelling ten opzichte van
coöperatieve werkzaamheden aanwe
zig is en blijft. De coöperatie kan met
elke opbouwende correctie haar voor
deel doen. De discussie kan zich ech
ter op tweeërlei terrein-uitstrekken.
Ze kan het coöperatieve principe
betreffen of ze kan de werkwijzen van
de coöperaties aangaan.
In het West-Europees landbouwver-
band der C. E. A. moet men niet ver
wachten, dat men aan een discussie
over het grondbeginsel nog behoefte
heeft. De aanvaarding daarvan is een
voldongen feit en niemand spreekt
daar meer over. x)
Men realiseert zich maar al te goed,
dat de huidige positie van de land
bouw op het vrije continent eenvou
dig ondenkbaar zou zijn, zonder de
hulp en steun, die de coöperatie was,
is en zijn zal.
De 3e Commissie van de C. E. A. is
die voor het coöperatiewezen. Vorig
jaar stelde deze commissie een specia
le werkgroep in ter bevordering van
de internationale samenwerking der
aan- en verkoopcentrales. Als eerste
resultaat van deze werkzaamheid ver
scheen in de zomer van 1955 een Va
demecum, bevattende een lijst van
alle coöperaties, die bij de directe im-
en export van landbouwprodukten ge
ïnteresseerd zijn. Het zal duidelijk
zijn, waar zodanig materiaal nergens
bijeen te vinden was, dat de mogelijk
heid tot coöperatieve contacten bui
ten ieders landsgrenzen hierdoor zeer
bevorderd kunnen Worden.
Er wordt verder regelmatig verga
derd, en om een indruk te geven van
de importantie van een en ander, ver
melden we een enkele voor zichzelf,
sprekende passage uit het verslag:
i) De verbruikerscoöperatie laten we
hier buiten beschouwing.
„Bijzonder verheugend worden de
zakelijke betrekkingen geacht, die tus
sen Franse en Duitse coöperaties in
de graansector tot stand kwamen.
Tengevolge van het uitwinteren der
wintertarwe was in het bijzonder de
vraag naar zomergranen groot en met
de Nederlandse coöperaties werden
contracten van grotere omvang voor
zomerzaaigranen afgesloten."
Een andere werkgroep, die binnen
dit kader tot stand is gekomen, is die
voor Vee en Vlees, terwijl te Scheve-
ningen tevens werd besloten een der
gelijk contact speciaal voor het pro-
dukt aardappelen te trachten tot stand
te brengen.
Een meer incidenteel contact be
staat op het gebied van het onderling
verzekeringswezen.
Het belangrijkste rapport in de Co-
operatie Commissie te Scheveningen
betrof het boerenleenbankwezen.
Een Franse afgevaardigde, Dr. F.
Rousse, behandelde de taak van de
landbouwkredietcoöperaties en haar
centrales t.a.v. de moderne landbouw.
Het blad van de N. C. R. van oktober
j.l. geeft daaromtrent volgend ver
slag:
„In zijn uitvoerig rapport stelde de
heer Rousse, dat op nationaal gebied
de boerenleenbanken tot taak hebben
de aanpassing, die in de landbouw ten
gevolge van de sociale en economische
ontwikkeling moet worden bewerk
stelligd, te bevorderen. Met behoud
van het gezinsbedrijf, dat voor de
Europese landbouw van de grootste
betekenis moet worden geacht, zal
naar een verdere rationalisatie van
de bedrijfsvoering moeten worden ge
streefd.
Bij de beoordeling van de krediet
aanvragen ten behoeve hiervan, zullen
de boerenleenbanken zich moeten
laten voorlichten door terzake des
kundige landbouwconsulenten. Er zal
naar nieuwe mogelijkheden moeten
worden gezocht om kredieten te ver
lenen aan bekwame boeren, die daar
voor niet de gebruikelijke zekerheden
kunnen bieden. Met overheidshulp
ware hiervoor een oplossing te zoe
ken in de vorm van een garantie
systeem. In samenwerking met de
overheid zullen de boerenleenbanken
kredieten moeten verlenen aan hen,
die zich genoodzaakt zien de landbouw
te verlaten om op andere wijze in hun
levensonderhoud te voorzien. Ook de
oprichting van nieuwe en de ontwik
keling van bestaande landbouwcoöpe
raties zullen de boerenleenbanken,
voor zover het gaat om economisch-
verantwoorde projecten, zoveel moge
lijk moeten steunen. Zij behoren er
op toe te zien, dat de landbouwcoöpe
raties een verantwoord financieel be
heer voeren.
Wat de taak van de boerenleenban
ken op internationaal gebied betreft,
meent de rapporteur, dat, parallel
aan de ontwikkeling van het interna
tionaal goederenverkeer tussen de co-
operaties in verschillende landen, cen
trales van boerenleenbanken in deze
landen het betalingsverkeer ten be
hoeve van deze transacties ter hand
zullen moeten nemen.
Op de basis van dit rapport werd
op voorstel van de Coöperatiecommis
sie door de algemene vergadering van
de C. E. A. een resolutie aangenomen
van de volgende strekking:
De boerenleenbanken hebben tot
taak een belangrijke bijdrage te leve
ren tot de oplossing van de econo
mische en sociale vraagstukken van
de landbouw. Zij zullen daarbij in het
bijzonder rekening moeten houden
met de noodzakelijkheid van een opti
male en op de markt gerichte pro-
duktie en de technische vooruitgang
moeten bevorderen, zulks onder ver
mijding van investeringen in de ver
keerde richting.
De boerenleenbanken zullen bij de
vereiste veranderingen in de bedrijfs
structuur en de gevolgen daarvan
doelbewust hun financiële -medewer
king moeten verlenen; dit is evenzeer
noodzakelijk ter vergemakkelijking
van de overdracht van bedrijven aan
bekwame, maar weinig kapitaalkrach
tige boeren en ter bevordering van
tijdige overname van bedrijven door
de erfgenamen.
De kredietcoöperaties en haar cen
trales moeten zich organisatorisch en
technisch tot het uiterste inspannen
om in staat te zijn de verdediging van
de belangen van de landbouw met
succes op zich te nemen.
De algemene vergadering is van
mening, dat het gewenst is dat de re
geringen en parlementen van de on
derscheidene landen de bemoeiingen
van de kredietcoöperaties ondersteu
nen door de kapitaalvoorziening voor
lang lopende kredieten te vergemak
kelijken, zulks onder voorwaarden,
die voor de boeren aanvaardbaar zijn.
Zij zouden voorts garanties moeten
bieden voor de uit landbouw-econo-
misch gezichtspunt gewenste finan
ciering ten behoeve van bekwame
boeren, bij wie de gebruikelijke zeker
heden niet toereikend zijn.
De algemene vergadering van de
C. E. A. acht het voorts gewenst, dat,
met het behoud van de vrijheid, de tra
ditie en de structuur van elk land, een
versnelde ontwikkeling van de land
bouw kredietcoöperaties wordt bevor
derd, opdat deze in staat zijn hun
economische en sociale missie te ver
vullen."
Velen van onze lezers zullen ten
slotte misschien van mening zijn, dat
er in zo'n resolutie nu niet zo heel
veel nieuws voor onze begrippen staat
te lezen en dat men wel erg algemeen
blijft. Men moet echter begrijpen, dat
het belangrijkste bij internationale
samenwerking is, dat men het over
bepaalde dingen eens wordt, want
we herhalen dit zoiets is niet van
zelfsprekend. Ware dat wèl het geval,
de internationale situatie zou een heel
wat gunstiger beeld vertonen.