een gewaar schuwd Raakt Nederland overbevolkt *6* ZEEUWS LANDBOUWBLAD Daarnaast een positief gericht beleid om het be drijfsleven het reserveren en investeren weer vol doende mogelijk te maken. Juist voor de kleinere en middelgrote ondernemingen, die nu in de knel zitten of komen. Want hoewel beweerd wordt, dat arbeidsproduk- tiviteit en daardoor kostprijspeil bij dit soort be drijven te wensen overlaat, zoals dit voor de land bouw gesteld is, zijn wij integendeel van mening, dat dit soort bedrijven de stevige basis vormt voor het opbouwen van een brede welvaart van een volk. Tevens de basis voor een hardwerkend, welbewust, zich van eigen verantwoordelijkheden bewust zijnd volksdeel. Hetgeen hard nodig is in een maatschap pij, waar steeds meer mensen hun lasten en ver antwoordelijkheden afschuiven op de gemeenschap. Dat daarnaast ook enkele grote bedrijven ontstaan en bestaan, is wenselijk, maar men stare zich voor de grote massa hierop niet al te blind. Zeker weer niet in een bedrijfstak als de landbouw. De sluier, die nu eindelijk door de gebeurtenissen in Polen en Hongarije, wordt opgelicht, laat duidelijk zien, dat het collectivisme in de landbouwsector een volsla gen mislukking is geworden. Om dit nog eens goed aan te tonen lezen wij in een gedegen artikel in de Nieuwe Rotterdamse Courant van 30 oktober over de economische ach tergronden van de revolutie in Oost-Europa, dat een van de grote grieven is het volkomen fiasco van de landbouwpolitiek in dit gebied. Vóór de oorlog ruilde Oost-Europa levensmidde len en grondstoffen voor fabrikaten uit het Wes ten. Thans is het grootste deel van de voedselover- schotten verdwenen en moet het Oostelijk blok levensmiddelen uit het Westen invoeren. Vorig jaar voerde West-Europa zelfs meer graan naar deze vroegere graanschuur van Europa uit, dan het er uit invoerde. Daar komt dan nog bij, dat de fabri katen, die Oost-Europa met zijn geforceerd uit de grond gestampte industrie maakt, van een derge lijke lage kwaliteit zijn, dat het Westen deze niet hebben wil. Zij vinden slechts een weg naar de onder-ontwikkelde gebieden in Azië. In dit kader publiceren wij tot slot van deze be schouwing mét vreugde een protest-telegram dat door 300 pluimveehouders werd gestuurd aan het Genootschap voor Landbouwwetenschappen te Wageningen, naar aanleiding van de in ons vorig nummer aangehaalde en besproken rede van de Voorzitter van dit Genootschap, de heer Ir Em- mens. Dit telegram luidde als volgt: „300 pluimveehouders ter gelegenheid van de prijsuitreiking, verbonden aan de jaarlijkse opfok- wedstrijd van de afdeling Friesche Kip van Koop- mans Meelfabrieken te Leeuwarden in vergadering bijeen; sprekende namens alle 2700 deelnemers aan deze wedstrijd en naar hun gevoel sprekende na mens de 200.000 pluimveehouders in Nederland, willen u blijk geven van hun gevoel van bezorgd heid over de inhoud van de rede, welke uw voor zitter, ir. J. A. Emmens, heeft gehouden ter ge legenheid van het 70-jarig bestaan van uw Genoot schap, omdat daarin blijk wordt gegeven van onvol doende begrip voor en onvoldoende vertrouwen in de toekomst van het kleinbedrijf in de landbouw. In het bijzonder in de pluimveehouderij, waarvan de resultaten zich openbaren in een miljardencijfer voor wat betreft de produktie en in een miljoenen- cijfer voor wat betreft de waarde der export, is dit gebrek aan vertrouwen geenszins te recht vaardigen. Zij verzoeken Uw Genootschap uitspra ken van deze strekking, waaraan kennelijk geen gedegen studie ten grondslag ligt, in het vervolg te vermijden." De kleine ondernemers spraken hier duidelijke taal. S. UIT DE INHOUD Overzicht Concentratie in de kunstmestindustrie Raakt Nederland overbevolkt? Klimaatverschillen tussen Zeeland, de N. O. P. en Noordelijk Groningen Zitdagen Z. V. V. Z. V. B. Adviesbureau voor oorlogs- en rampschade Landbouw- risico. Coöperatieve activiteit in West-Europees ver band Boerderij en Organisatie Bedrijfseconomie XXXIX Allerhande Verzekeringszaken Borgstellingsfonds voor de landbouw Opvoering van de productiviteit in de land bouw door modernisering van de bedrijfs gebouwen Raad van landbouwvoorlichting in de land bouw Veevoederaankoop Ontheffingsmogelijkheden van de verplichte vruchtwisseling van aardappelen, teeltjaar 1957 Paard en paardensport Wedstrijd veevoerschatters Onder de Tuinbouwlantaarn Korte wenken. De Boerenjeugd Marktberichten Bram uit de Slikhoek Inzending van advertentiën uiterlijk Dinsdag avond aan de Uitgeefster N.V. v/h Firma P. J. VAN DE SANDE te Terneuzen. Redactie: Secretariaat der Z. L. M. Tel. K. 1100—2345. CONCENTRATIE IN DE KUNSTMESTINDUSTRIE Centraal Bureau G.A. en Eerste Nederlandsche Coöperatieve Kunstmestfabriek gaan gezamen lijk een fabriek voor mengmeststoffen bouwen te Vlaardingen. Het Centraal Bureau G.A. te Rotterdam koes terde reeds geruime tijd plannen om de fabricage van complete meststoffen ter hand te nemen, een terrein, dat reeds bestreken werd door de E.N.C.K. De E.N.C.K. is, zoals bekend, één van de grootste West-Europese fabrikanten van superfosfaat en mengmeststoffen en daarnaast producent van vele andere chemische middelen. De omzet van deze coöperatie en haar buitenlandse dochteronderne mingen, overschreed het afgelopen boekjaar de 75 millioen gulden. Het Centraal Bureau bereikte in 1955-1956, als importeur en groothandelaar, bij zijn afdeling kunstmeststoffen een omzet van circa 800.000 ton, voor een waarde van bijna 100 millioen gulden. Dat beide ondernemingen elkaar op het gebied van de mengmeststoffen de hand hebben gereikt is dus niet zo verwonderlijk als men weet, dat de E.N.C.K. beschikt over een groot chemisch bedrijf en het C.B. over een uitgebreid distributie-appa raat. Onderling contact tussen beide organisaties heeft geleid tot het besluit gezamenlijk een nieuwe fabriek te stichten. Concentratie van produktie en research is de enige weg, welke heden ten dage ook op dit terrein leidt tot een verantwoorde efficiënte bedrijfsvoering. Beide organisaties hebben hun wijze van samenwerking gevonden in de vorm van een nieuw te stichten maat schappij, waarin produktie en research van meng meststoffen en andere chemische produkten voor de landbouw van belang, zullen worden onderge bracht, dus ook het bestaande mengmestbedrijf van de E.N.C.K. Deze nieuwe maatschappij zal als volkomen zelfstandige eenheid gaan optreden in binnen- en buitenland. Het ligt in de bedoe ling, de bestaande merken „Windmill" en „Gra- numix" van de E.N.C.K. te handhaven. De dis tributie van de produkten zal plaatsvinden langs de normale kanalen van de particuliere en co- operatieve groot- en kleinhandel. De mengmestfabriek zal op Amerikaanse leest worden geschoeid en worden gebouwd te Vlaar dingen op het terrein van de E.N.C.K. aan de westzijde van de bestaande haven, waardoor dit bedrijf over een kadelengte van 400 meter zal kunnen beschikken. Het betreft hier een project, waarmede ongetwijfeld vele millioenen gemoeid zullen zijn. Het produktie-programma zal worden aangepast aan de nieuwste eisen, door de mo derne bemestingsleer gesteld. (Advertentie. 1 ww^mm Ondanks de ver zwakking van de kiemplant geef» het gebruik van GER- MISAN toch meer dan normale op brengst een hoog percentage kiemschimmels wordt verwacht door aanhou dende regen tijdens het afrijpen der granen. Nu geldt het meer dan ooit: gebruik alleen ontsmet zaaizaad I NAT Of DROOO Toen we naar school gingen, leerden we, dat Nederland 6 miljoen inwoners had. België had in die jaren een grotere bevolking en was het dichtst bevolkte land van Europa. Nu heeft de bevolkingsdichtheid van Nederland die van alle andere landen van Europa overschre den en is ons bevolkingstotaal, nl. 10.679.464 op 1 jan. 1955, aanmerkelijk groter dan dat van België. We hebben 329 inwoners per km2, België 286. In 1980 zal Nederland vermoedelijk 14 miljoen inwo ners tellen. Daarenboven zijn er sinds 1945 bon der ddduizenden landgenoten geëmigreerd. Er doen zich bij het stellen van de vraag of Ne derland overbevolkt raakt, twee gezichtspunten voor. In de eerste plaats kunnen we vragen: zullen we blijvend voldoende bestaansmiddelen voor een zo groot aantal mensen in Nederland kunnen op brengen In de tweede plaats: zullen we voldoende ruimte binnen onze landsgrenzen hebben, om zovelen een menswaardige levenswijze te kunnen geven Het gaat dus om de vragen van economische en! of ruimtelijke overbevolking. We moeten dan be denken, dat we een land zijn, dat arm aan grond stoffen is. Daarom is de uitbreiding van de kolen mijnen met straks de Prinses Beatrixmijn in Vlo drop en de ontwikkeling van een Peelbekken zo belangrijk te achten. Hetzelfde geldt voor een binnenlandse aardoliewinning. Landbouw en Vis serij zijn evenzeer onmisbare grondstoffenbronnen. Een grote bevolkingsophoping kan in deze om standigheden economisch een zeer kwetsbaar ge heel betekenen. Een dergelijk conglomeraat is nu eenmaal gevoelig voor schommelingen in de inter nationale conjunctuur. De verdeling van de bevolking over ons land kan eveneens moeilijkheden met zich meebrengen. Bijna de helft van onze bevolking leeft al in het gebied van de zgn. Randstad Holland en men houdt er rekening mee, dat er nog een 4 miljoen vooreerst bij zouden kunnen komen. De wegzuiging naar het westen uit andere delen des lands heeft een ongelijkmatige opbouw van de bevolking elders ten gevolge; immers de leeftijds- pyramide krijgt een deuk in het gedeelte van 20- 40 jaren, en de bevolking veroudert te veel. De bestaansbronnen van zulke streken worden aangetast en in een radiogesprek laatst, vertelde een Fries burgemeester, dat in zijn provincie van de 17 dorpen er liefst 15 ontvolkt dreigden te wor den We zien dus, dat een bevolkingsopeenhoping op economische motieven ergens tot stand komend, elders ontvolking met economische terugslag te weeg kan brengen. Op de redenen van deze ver schuiving van bevolking, welke als oorzaak heeft de achterstand of achterstelling van grote delen (meest plattelandsgebieden) van ons land, bij voor zieningen aan woningen, waterleiding, elektriciteit, sociale en culturele ontwikkelingsmogelijkheden enz., behoeven we in dit kort bestek nu niet nader in te gaan. De vraag naar de ruimtelijke overbevolking is er een van persoonlijke instelling. De inwoner van het Roergebied of het Midden-Engelse industrie gebied zal waarschijnlijk van mening zijn, dat er in Nederland nog ruimte genoeg is. Een inwoner van Groot-Londen of New York zal zéker die mening zijn toegedaan. Ir. Lange brengt zijn plan naar voren met de stelling, dat men er juist voor moet zorgen, dat de Randstad geen Roergebied wordt en dat Rotterdam en Den Haag niet via Delft aan elkaar zullen groeien. Wij, agrariërs, kunnen het moeilijk anders zien, dan dat we nu reeds aan overbevolking lijden, ge zien het tempo en de wijze, waarop men in onze ruimte dringt. Over de laatste 5 jaren ging ge middeld plm. 4300 ha per jaar zodoende verloren. De behoefte aan recreatiegebieden en -terreinen van de grootstedelijke centra wordt steeds drin gender aangediend. Eén ding is zeker voor de toekomst. Stilte en rust, één van de voorwaarden voor een alzijdige recreatie, zullen in ons kleine land niet of nauwe lijks meer te vinden zijn. De wegen raken over dekt met colonnes voertuigen en het wegenbouw- tempo kan niet zó opgevoerd worden, dat de steeds talrijker optredende opstoppingen worden voor komen. De fabrieksrook en de gassen bedreigen de voornaamste tuinbouwcentra van het land en beschadigen de groenten. Of er ook mensenlongen e.d. beschadigd worden, is nog steeds een onuit gemaakte zaak. Of Nederland voor ons nageslacht nog een leef baar oord zal zijn; ieder make het voor zichzélve uit. Wij twijfelen er ten sterkste aan, maar mis schien zal het nageslacht zelf, dit anders zien. Vondel zeide immers in zijn tijd al: „Wij groeien vast, in tal en last" A.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1956 | | pagina 2