óplitóincf van i^anclb >u Rapport over een vraagstuk 612 dat in de winter IQ55-'5Ö c/oor de afdelingen der Z. L. lil. werd behandeld ZEEUWS LANDBOUWBLAD Uit het aantal inzendingen is wel gebleken dat dit vraagpunt veel belangstelling heeft, daar 53 afdelingen een rapport inzonden. Uiteraard zijn deze rapporten van geheel ver schillende aard wat omvang en uitvoering betreft. Naast enige teruggezonden vraaglijsten, waarop achter de vragen wat gekrabbeld is, staan ook rap porten die terdege van studie en discussie getuigen. Dat hierbij wel eens verschil van mening naar voren trad, is begrijpelijk, omdat het hier een materie be treft die diep in het leven en de opvattingen van de mensen ingrijpt. Zo gaf de afd. Domburg de verschillende stand punten onder a. en b. naast elkaar, terwijl ook enkele afdelingen het minderheidsstandpunt recht doen wedervaren. Als de best verzorgde en meest gedegen rapporten noemen we hier die van de afde lingen Kerkwerve, Ouwerkerk, Sint Annaland, Sint Philipsland, Oudelande, Krabbendijke, Koudekerke, Axel en Hulst. Wat het beantwoordingsgetal betreft, kan volgende overzicht worden gegeven. het Aantal afdelingen Schouwen 14 Tholen en St. Philipsland 8 N.-Beveland 5 O. Z.-Beveland 8 W. Z.-Beveland 9 Walcheren 19 West Z.-Vl. 14 'Axel 4 Hulst 1 Aantal Beantwoordings- rapporten 12 5 2 4 6 14 7 2 1 getal 86 63 40 50 67 74 50 50 100 Totaal 82 53 65 Hieruit blijkt dus wel dat de herverkavelings- gebieden en wel in het bijzonder Schouwen en Walcheren uitmunten door een hoog beantwoor dingsgetal. Wat begrijpelijk is als men bedenkt, dat hier enerzijds sterk wordt ingegrepen in het grond gebruik, terwijl anderzijds voor de toekomst de zorg bestaat dat het werk en het geld, dat aan deze gebieden en de sanering van de bedrijven besteed werd, niet verantwoord zal zijn indien binnen afzienbare tijd de oude toestand terugkeert. .Vraag la. Hoe denkt U over de splitsing van gro tere landbouwbedrijven Tot welke grootte acht U deze splitsing aanvaardbaar (m.a.w.) .Wat acht U een aanvaardbare minimum grootte voor het grotere bedrijf In de meeste gevallen wil men de splitsing van de grotere landboubedrijven niet tegengaan, omdat deze noodzakelijk is wegens het grote gebrek aan grond. De meeste afdelingen zien daarbij niet over het hoofd, dat men uit economisch oogpunt tegen deze splitsing zou moeten zijn. Omdat de gebouwen en werktuigenlasten, per ha gezien, op deze manier veel hoger worden. De afdeling Arnemuiden brengt onderscheid aan, wanneer zij als haar mening te kennen geeft dat hier verschil gemaakt moet worden tussen bedrijven die in de familie verdeeld worden, en andere. Er zijn ook enkele voorstanders van splitsing, waaronder de afdelingen Ouwerkerk en Zonnemaire, die grote bedrijven gedwongen zouden willen split sen, teneinde vele jonge boeren die momenteel op een bedrijf zitteir te wachten, te helpen. De gedachten van de afdeling St. Laurens gaan in dezelfde richting, doch hier gebruikt men het argument, dat op deze wijze een grotere opbrengst per ha verkregen zou kunnen worden. Anderzijds wijst de afdeling St. Maartensdijk erop, dat het grote bedrijf een belangrijke positie inneemt o.a. op het gebied van de arbeidsmethoden en de mechanisatie, waardoor deze groep bedrijven niet gemist kan worden. Wanneer gevraagd wordt, welke minimum grootte aanvaardbaar wordt geacht, lopen de normen zeer sterk uiteen. Schenken we alleen aandacht aan de grootte van het bedrijf dat ontstaat, dan zien we dat meestal gedacht wordt aan een bedrijf van 20 a 30 ha, waarbij op Walcheren deze grootte meer om de 20 ha ligt, en op Noord-Beveland meer rond de 30 ha. Er zijn slechts enkele afdelingen die tot 15 ha •willen gaan, terwijl het aantal, dat tien ha als norm wil aannemen, uitermate beperkt is. Men kan dus wel zeggen dat een bedrijf van omstreeks 25 ha algemeen als het minimum wordt gezien. .Vraag lb. In welke mate komt de hier bedoelde splitsing in Uw omgeving voor Wanneer wij de antwoorden ip deze vraag clas sificeren in veel, weinig, en niet, krijgen wij het volgende overzicht. Schouwen Tholen Noord-Beveland Zuid-Beveland Walcheren Zeeuwsch-Vlaanderen Veel Weinig 8 4 2 1 6 3 Niet Hoewel deze getallen uiteraard geen absolute maat geven, valt het toch wel op, dat het vele split sen wordt aangegeven voor die gebieden waar geen herverkavelingen voorkomen, terwijl het in de her- verkavelingsgebieden vrij gering is, met uitzonde ring van een aantal plaatsen die als zodanig bekend staan, te weten St. Annaland op Tholen, Westka- pelle op Walcheren, en Borssele, Heinkenszand en :s-Heer Abtskerke op Zuid-Beveland. Men kan dus wel zeggen dat beantwoording van deze vraag sterk onder invloed van de huidige on natuurlijke situatie, die t.a.v. de splitsingsdrang weinig zegt. .Vraag lc. Aan welke oorzaken en omstandigheden schrijft U de in Uw streek voorkomende splitsing van grotere bedrijven toe Uiteraard kan men een gr<Jot aantal factoren onderkennen die als oorzaak voor de splitsingsdrang kunnen worden opgegeven. Getracht is deze oor- zaken en ook de omstandigheden zoveel mogelijk te classificeren, waarbij onomstotelijk naar voren komt, dat het gebrek aan grond de grootste drijfveer is, aangezien het 30 keer werd genoemd in de rap porten. De vererving wordt 17 keer genoemd, zodat men wel kan zeggen dat het gebrek aan grond en het splitsen bij vererving hoofdoorzaken zijn dat de grotere bedrijven in meerdere kleinere uiteen vallen. Daarnaast worden nog genoemd de meerdere kinderen in één gezin (5 gevallen), het te weinig aandacht besteden aan de mogelijkheden in andere beroepen (4 gevallen), de honkvastheid, en de ge ringe lust tot emigratie (2 gevallen), de financiële moeilijkheid om tijdig te gaan rentenieren ener zijds en het te weinige bedrijfskapitaal van de jonge boer anderzijds (3 gevallen), de vele eigenaren- gebruikers (1 geval), terwijl uit St. Annaland wordt gemeld dat het groot grondbezit in vele kleine losse percelen gaat verpachten. Vraag ld. Acht U maatregelen tegen splitsing van grote bedrijven gewenst De verhouding van het aantal voor- en tegen standers ligt wel dusdanig dat over het gewenst zijn van maatregelen weinig onzekerheid kan be staan. Tegenover 9 voorstanders staan 38 tegenstanders. Hoewel daar aan toegevoegd moet worden dat zowel onder voor- als tegenstanders een aantal afdelingen voorkomt, dat toch wel maatregelen zou wensen boven of beneden een bepaalde grootte per bedrijf. Zo vindt men onder de voorstanders één afdeling die beneden 15 ha maatregelen zou wensen, terwijl twee andere afdelingen resp. beneden 30 en 40 ha dergelijke maatregelen zou toejuichen. Onder deze voorstanders bevinden zich twee afdelingen, die resp. boven 60 en 70 ha het splitsen van bedrijven zouden willen bevorderen, teneinde aan het grote gebrek aan grond tegemoet te komen. De afdeling Krabbendijke zou de oplossing van dit vraagstuk in een andere richting willen zoeken, door geen grond meer aan niet-agrariërs te geven. Onder de tegenstemmers vinden we ook een 4-tal die uit zonderingen willen maken; 2 daarvan zouden maat regelen wensen voor bedrijven beneden de 40 ha, 1 voor bedrijven benedén 20 ha, terwijl 1 afdeling weer een uitzondering wil maken voor bedrijven boven de 70 ha, waarvan het splitsen bevorderd zou moeten worden. Samenvattend kan men dus zeggen, dat tussen 3 voorstanders en 34 tegenstanders 10 afdelingen te vinden zijn, die voor maatregelen van beperkte aard te vinden zijn. Ook hier treedt weer een groot verschil naar voren tussen de herverkave ling en andere gebieden, waarbij het opvalt dat op Schouwen de meerderheid der afdelingen voor stander is van het op beperkte schaal nemen van maatregelen om de splitsing van de grote bedrijven tegen te gaan. Vraag 2 a Hoe denkt U over de splitsing van klei nere bedrijven Het splitsen van de kleine bedrijven wordt over het algemeen ongewenst geacht, daar 49 afdelingen zich tegen deze splitsing uitspraken, terwijl 2 afde lingen deze vrij willen laten en 1 de splitsing af wil remmen. Ook hier spreken verschillende afdelingen over een zekere maatstaf, die als minimum zou moeten dienen, en die varieert van 3-16 ha. Vraag 2 b. Bent U van mening, dat voor kleine be drijven mogelijkheid tot tijdelijke vergro ting of verkleining mogelijk moet blijven in verband met het wisselende arbeidsaanbod (door wijziging van gezinssamenstelling etc.), of meent U dat het niet bezwaarlijk zou zijn wanneer door wettelijke maatrege len de omvang van de kleine bedrijven „be vroren" zou worden In deze vraag gaat het om een uitspraak over de bevriezing, hoewel anderzijds de mogelijkheid bestaat zich alleen voor de vergroting uit te spreken. Ongeveer een derde gedeelte van de afdelingen, te weten 17, sprak zich zonder meer tot de bevriezing uit. Het overblijvende gedeelte wil de mogelijkheid tot veranderingen openlaten, al wordt in de regel alleen de vergroting van de bedrijven op prijs ge steld, in verband met economische motieven, betref fende gebouwen en inventaris en de financiële con sequentie die hieraan vastzit. Overigens spreekt een aantal afdelingen uit, dat ook verkleining van de bedrijven mogelijk moet zijn wanneer deze uit vrije wil voortkomt. Bezien de de argumenten van de „bevriezers" wat nader, dan krijgen we het volgende beeld. Schouwen De afdeling Zierikzee wil maatregelen tegen de verkleining nemen, terwijl men in Brouwershaven de grootte op 10 ha wil vastleggen. In Burgh wil men zonder nadere grootte be vriezen. Walcheren De afdeling Middelburg wil dit eveneens, de afdelingen te Souburg en St. Laurens willen de ge saneerde bedrijven bevriezen, de afdeling Nieuw en St. Joostland wil op 8 ha bevriezen, de afdeling Koudekerke het verhuren beperken, terwijl men in Gapinge wel maatregelen tegen de verkleining wil treffen, doch niet van wettelijke aard. Zuid-Beveland In Waarde wil men op een zekere minimum grootte bevriezen, terwijl de afdeling Krabbendijke voorstander is van het overwegen van maatregelen. Zeeuwsch-Vlaanderen De afdelingen Biervliet, Zuidzande, Retranche- ment, Zaamslag en Hulst willen alle kleine bedrij ven bevriezen. Samenvattend kan men dus zeggen, dat de meer derheid der afdelingen de mogelijkheid van ver groting en zonodig ook tot verkleining van de be drijven wil openlaten, al is er ook een niet te ver waarlozen gedeelte dat deze grootte, speciaal van de gesaneerde bedrijven, wil vastleggen. Vraag 2 c. Hoe denkt U over de vorming van nieuwe kleine bedrijfjes, b.v. in deze vorm, dat een landarbeider zich geleidelijk weet op te werken Het aantal voorstanders om de vorming van de kleine bedrijven mogelijk te maken moge dan 3 a 4 maal zo groot zijn als dat van hen die dit ont staan wil tegengaan, dit betekent nog niet dat men allerwege mogelijkheden ziet om tot de vorming van deze bedrijfjes te geraken. Van de voorstanders ziet een groot gedeelte in de praktijk weinig mogelijkheden om tot de uit-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1956 | | pagina 8