HET AANWENDEN VAN SCHUIMAARDE. WINTERTARWE INZAAIEN VOOR OOGST 1957? UITBREIDINGSPLANNEN ZATERDAG 6 OKTOBER 1956 De Spreadall strooier. Schuimaarde is o.a. op de kalkarme gronden in het zuidwesten een reeds lang bekende en zeer gewaardeerde kalkmeststof. Het hoge gehalte aan nevenbestanddelen en de vaak gunstige ligging ten opzichte van de suikerfabrieken hebben tot gevolg dat dit produkt tot één van de meest samen gestelde en goedkoopste kalkmeststoffen kan wor den gerekend. Een bezwaar is echter het uitstrooien. De ouder wetse methode met de schop vanaf de wagen is niet alleen te duur maar ook de kwaliteit van het werk laat veelal te wensen over. De verdeling is vaak slecht en als gevolg hiervan de wijze, waarop de schuimaarde door de bouwvoor wordt gemengd, onvoldoende. Kalkophopingen in de bojuwvoor of verbrande plekken in de zode zijn hiervan het ge volg, terwijl tevens een op deze wijze uitgevoerde bekalking een onvoldoende rendement oplevert. Tevens kan een zodanig uitgevoerde bekalking nog andere moeilijkheden met zich brengen. In de prak tijk heerst nog al eens de mening dat door een bekalking het toenemen van schurft bij aardappelen valt waar te nemen. Uit serieus opgezette proeven bleek hiervan weinig of niets. Wanneer men dit meent te kunnen constateren, dient men zich dan ook eerst af te vragen of de juiste hoeveelheid kalk- meststof op de juiste wijze is aangewend. Nog steeds kan men zien dat zelfs fijne kalkmeststoffen met een schop uit een zaaibekken of vanaf de wa gen wordt gestrooid, of beter gezegd „gegooid"-. Een ander bezwaar aan het gebruik van schuim aarde verbonden, is de strooibaarheid. Van de zijde van de suikerfabrieken wordt er gelukkig steeds meer naar gestreefd om een goed uitstrooibaar produkt te leveren. Anderzijds dient de boer zich vroegtijdig af te vragen welke hoeveelheid hij wil aankopen en doét hij goed zich vlug van dit kwan tum bij zijn coöperatie of handelaar te verzekeren. Wanneer het enige tijd opgeslagen moet worden dan verdient een hoge goed opgezette hoop de voor keur. Op deze wijze neemt het de minste ruimte in beslag. Wanneer de hoop slordig is afgewerkt gaat er niet alleen te veel verloren, maar heeft men ook de kans dat er te veel blijft liggen en een overkalk- te plek in het perceel komt. Moet het maar korte tijd blijven liggen en laat de strooibaarheid te wensen over, dan doet men goed om een smalle goed opgezette hoop te maken op het te bekalken perceel indien het gewas er af is of op een perceel dat er zo dicht mogelijk bij ligt. Op deze wijze droogt het produkt vlug en is het binnen korte tijd goed uitstrooibaar. Voor wat betreft het uitstrooien van de schuim aarde kan men gebruik maken van diverse machi nes. Een bekende machine is de gierverspreider of zandstrooier. Dit is een zeer goedkope en eenvou dige machine die echter niet zonder meer voor het strooien van schuimaarde te gebruiken is. De door- stroomopening vanaf de voorraadbak naai: de cen- trifugaalschijf is voor schuimaarde n.l. te klein. Zelfs wanneer de bodem van de voorraadbak hele maal wordt weggenomen kan bij een wat nat pro. dukt nog verstopping optreden. Door de gehele voorraadbak weg te nemen en in de plaats daarvan een lage opstand met een grote diameter rond de strooischijf te plaatsen, kan dit euvel weer voor komen worden. De grote draaisnelheid van de schijf zorgt wel voor een redelijk tot goede verdeling mits het bedienend personeel maar zorgt voor een zeer regelmatige invoer. De aandrijving van een dergelijke centrifugaal- strooier vindt plaats vanaf de wielen. Via een car dan en een differentiaal wordt de daarboven ge monteerde centrifugaalschijf aangedreven. Op deze schijf zitten schoepen gemonteerd, die een goede Verdeling moeten bewerkstelligen. Naarmate de diameter van de schijf en de draaisnelheid groter worden, wordt de verdeling beter. Bij eventuele ver andering van- wielen moet men wel bedenken dat bij grotere wielen de draaisnelheid geringer wordt. De centrifugaalstrooier kan op verschillende ma- (Foto De Muynck) nieren worden gebruikt, n.l. achter en onder de wa gen. Het koppelen achter de wagen waarop de schuimaarde wordt meege. voerd, heeft het bezwaar dat alles vanaf de wagen naar de achterzijde moet worden geschept. Bij het verstrooien van flinke hoe veelheden betekent dit dat minstens 3 mensen voor een geregelde invoer moe ten zorgen. Voor deze 3 is eigenlijk achter op de wagen geen plaats. Een vierde man moet dan bo vendien nog zorgen dat het produkt van voren van de wagen naar achteren wordt gewerkt om de eerst genoemde 3 van een vol doende hoeveelheid te voor zien. Inclusief de chauf feur zijn hierbij dus mins tens 5 man nodig. Een tweede manier wordt toe gepast door de loonwerker Goeree te Driewegen. De centrifugaalstrooier is hierbij zo gemaakt dat hij onder een vierwielige wagen kan lopen. Voor de invoer in de strooier is in de bodem van de wagen een gat gemaakt met een diameter van 40 cm. De 3 mensen die de invoer moeten verzorgen hebben hier veel meer plaats rondom dat gat en kunnen zich ook veel beter op elkaar instellen. De schuimaarde ligt aan weers zijden, dus vlakbij het gat, waardoor de vierde man overbodig is. Tijdens het laden wordt het gat afgedekt met een veilingkist. Op deze manier kan met in totaal 4 mensen een hoeveelheid van gemid deld 25 ton per dag worden gestrooid. Wanneer de gehele dag vlot gewerkt kan worden, komt men wel aan 35 a 40 ton. De strooier van de heer Goeree is geen handels- produkt, doch door een smid gemaakt. Het principe komt echter geheel overeen met dat van de fa- briekstypen. Gezien het slecht uitstrooibare pro dukt waarmee tot op heden gewerkt moest worden, is de verdeling redelijk en wanneer het produkt goed is kan zeer zeker een goed resultaat verkre gen worden. Het laden van de wagen is weer een probleem op zichzelf. Men kan dit laten doen door de mensen die de wagen ook lossen. Tijdens dit lossen moet er echter hard gewerkt worden wat straks het even eens zware laden niet zal doen versnellen. Boven dien kost het laden met de hand veel tijd en remt de capaciteit per dag van de strooier, terwijl de trekker in die tijd eveneens stil staat. Het laden met een laadschop voorop de trekker biedt hier grote mogelijkheden. Voor degenen, die over een laadschop beschikken is dit dus geen probleem, doch voor hen die er nog een aan moeten schaffen, zal de totaal te verwerken hoeveelheid schuimaarde met eventuele mogelijkheden van ander werk de doorslag moeten geven of een laadschop rendabel te gebruiken is of niet. Met de laadschop kan de wa gen in 8 a 10 minuten geladen worden. De 3 men sen van de wagen staan in die tijd niet werkeloos toe te zien, daar de strooier altijd wel eens wat schoongemaakt moet worden en de hoop waar de laadschop werkt door hen bijgewerkt kan worden. Een geheel ander type strooier is de Spreadall. Deze Engelse machine is een tweewielige wagen met een laadvermogen van 2,5 ton. De bodem be staat hier uit een transportband, die de schuimaar de, of welk ander uit te strooien produkt dan ook, naar de achterzijde van de wagen transporteert. Via een stortgoot komt het produkt op twee centri- fugaalschijven met opstaande schoepen. De aan drijving van de transportband zowel als van de schijven geschiedt vanaf de aftakas. De strooihoe- veelheid wordt geregeld door de instelbare achter wand van de wagen. Bij geval er kluiten in zitten is één man op de machine aanwezig om verstop pingen te voorkomen. Deze machine strooit zeer regelmatig, doordat de breedte waarover het pro dukt wordt weggeslingerd, zeer groot is. Door tel kens overlappen, dus nauwer te rijden wordt de schuimaarde zeer goed verdeeld en kan mede de hoeveelheid per ha worden geregeld. De capaciteit is zeer groot. Deze kan gemiddeld op 50 ton ge steld worden, terwijl onder gunstige omstandighe den 70 ton op een dag werd bereikt. Deze machine, die op Tholen in gebruik is bij de Ned. Heide Mij., wordt met de laadschop geladen. De prijs is echter hoog, n.l. ruim 4000 in tegenstelling tot de strooi er van de heer Goeree die ongeveer een tiende deel daarvan kost. In die streken waar men over een stalmestver- spreider beschikt, wijzen we er nog op dat deze eveneens de mogelijkheid tot het strooien van schuimaarde biedt. In Zeeland komen deze machi nes echter weinig voor. Onze gewone kunstmeststrooiers zijn voor dit doel minder geschikt daar de hoeveelheden die ver strooid worden, veel te groot zijn. Men zou daarmee dan 5 a 6 keer over heiland moeten rijden, terwijl het veelvuldig voorkomen van kluiten in een droog: produkt grote moeilijkheden op zou leveren en een nat produkt helemaal niet verstrooid zou kunnen worden. De Hoofdassistenten bij de R. L. V. D., J. G. VAN LIERE. K. BUWALDA. Binnenkort zal weer worden beslist of voor oogst 1957 wintertarwe zal worden, uitgezaaid. Hoewel de stand van werkzaamheden dit najaar een rol kan spelen, zijn er meer factoren in het geding. In ver- gelijking met zomertarwe kunnen de hierna volgen de worden vermeld. Factoren, die uitzaai van wintertarwe bevorderen: 1. De hogere kg-opbrengst t.o.v. zomertarwe. 2. Het bekend zijn van de stand tijdens de voor jaarswerkzaamheden. 3. Betere werkverdeling tijdens de. voorjaars- en oogstwerkzaamheden. 4. Geschikter voor inzaai stoppelklaver door dik wijls steviger en korter stro. Factoren die uitzaai van zomertarwe bevorderen: 1. Het risico van uitwinteren van de minder win- tervaste rassen. 2. Drukke werkzaamheden gedurende de maand oktober. 3. Laat zaaien van wintertarwe en knoeien is na delig voor de opbrengst. Kan zelfs zo'n invloed hebben dat tijdig gezaaide zomertarwe het in opbrengst wint. 4. Het optreden van meer onkruid in wintertarwe. 5. De door de praktijk gebruikte zomertarweras- sen ondervinden minder schade van de gele roest. De praktische landbouwer zal geneigd zijn om ook de opbrengst van de zomertarwe oogst 1956 in acht te nemen. Dit punt is evenwel van onderge schikt belang voor het toekomstige bouwplan. Vast staat immers dat wintertarwe over het algemeen een hogere kg-opbrengst geeft. (Als de kg-opbrengst van Peko (zomertarwe- over de jaren 1953/55 op 100 gesteld wordt dan ge ven de wintertarwerassen Heines VII, Alba en Staring volgens het gewogen gemiddelde 107.) Deze hogere opbrengst zal economisch gezien do aanleiding zijn om ook voor 1957 zoveel mogelijk te streven naar een oppervlakte wintertarwe. Bete re kg-opbrengsten geven immers een betere winst. Zomertarwe moet mede daarom voornamelijk wor den beschouwd als vervanger van wintertarwe. Mogelijk zal de vergelijking winter- of zomertar we voor oogst 1957 door verschillende landbouwers onbelangrijk worden genoemd. Zo kan de voorkeur uitgaan naar gerst. OP DE Rilland Bath. Vanaf 21 september 1956, gedurende vier weken, ligt ter gemeente-secretarie voor een ieder ter in zage een ontwerp-herziening van het uitbreidings plan in hoofdzaak voor de gemeente Rilland-Bath. Gedurende genoemde termijn kunnen belangheb benden bij de gemeenteraad bezwaren indienen. Yerseke. Vanaf 24 september 1956, gedurende vier weken, ligt ter gemeente-secretarie voor een ieder ter in zage een ontwerp-partiële herziening van het uit breidingsplan in onderdelen. Gedurende genoemde termijn kunnen belangheb benden bij de gemeenteraad bezwaren indienen. UIT DE HERVEPKA VEL INO SO EB /EDEN „Het Bureau van Uitvoering Waarde deelt de grondgebruikers in Waarde mede, dat zij, die win tertarwe in willen zaaien op niet-gedraineerde per celen eerst contact op moeten nemen met het Bu reau van Uitvoering, Grote Markt 1 te Goes. Daar verder gebleken is, dat nog niet alle ploeg- kosten van najaar 1955 zijn verrekend, wordt een ieder verzocht dit zo spoedig mogelijk te doen. Bij eventuele moeilijkheden gelieve U hiervan kennis te geven aan het genoemde Bureau van Uitvoering.*'

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1956 | | pagina 7