lie cede fenlralc Zeeuwse Soliapenfokdag WAT IS EN DOET DE C.E.A.? 592 UITBREIDINGSPLANNEN 35e FOKDAG EN FOKPAARDENMARKT TE OSS ZEEUWS LANDBOUWBLAD Reeds enige jaren leefde bij het bestuur van het Zeeuwse Schapenstamboek de gedachte een centrale Schapenfokdag te organiseren. Verschil lende moeilijkheden, waarvan we o.a. noemen de moeilijke geografische ligging van Zeeland, tot voor enkele jaren terug het geringe ledental en de watersnood in februari 1953, waren oorzaak, dat er aan deze plannen tot voor kort geen uit voering kon worden gegeven met een redelijke kans tot succes. Nu echter het ledental nog steeds toeneemt en inmiddels *rond 130 schapenhouders bedraagt, verdeeld over geheel Zeeland, achtte het bestuur de mogelijkheid aanwezig om een provinciale schapenfokdag te organiseren. Na enkele voor bereidende besprekingen werd besloten deze schapenfokdag te combineren met de Bevelandse rundveefokdag te Goes, op 11 september j.l. We hebben kunnen constateren, dat deze com binatie goed is geslaagd en tot veler tevreden heid is verlopen. Mogelijk kan hieruit volgen, dat deze rundveefokdag gecombineerd met een centrale schapenfokdag een jaarlijks terugkerend gebeuren wordt. Het aantal inschrijvingen voor deze eerste schapenfokdag was goed, nl. 160 dieren, waarvan er 159 werden aangevoerd. Er werd gekeurd in 9 rubrieken, waarvan sommige weer onderver deeld waren, naar gelang het geslacht van de lammeren of de grootte van de ingezonden groe pen. In rubriek 1, tweejarige en oudere lammeren, kreeg ram no. 277 van Ir. A. E. Bruyning te Goes een eerste prijs. Een sterk gebouwde ram met goede vacht. Later werd deze ram kampioen. Uit dezelfde rubriek kwam de reserve-kampioen voor, nl. ram no. 311 van de heer M. A. Geuze te Oud-Vossemeer, welke een 2a prijs kreeg in zijn klasse. In de rubriek rammen geboren in 1955 kon geen le prijs worden toegekend. Ram no. 336 van C. J. Zoeter te Ouwerkerk kreeg hier een 2a prijs. Goed type ram met fraaie huid, doch te weinig ontwikkeling. In deze klasse werden verschillende rammen iets te groot bevonden door de jury, met wat weinig type. De klasse ramlammeren was matig. Aan de kop kwam lam no. 1723 met een 2e prijs, eyen- eens van Zoeter uit Ouwerkerk. De vader van dit ramlam is inmiddels preferent geworden. In rubriek 4, ooien met haar in 1956 geboren, lammeren, kwamen enkele goede kopnummers voor, waarna de kwaliteit echter vrij sterk af nam. Aan de kop werd geplaatst met een eerste prijs ooi 3225 met een ooi- en een ramlam. van C. J. Zoeter te Ouwerkerk. Een goede ooi met wat weinig ontwikkelde, doch goed typische lam meren. In de volgende rubriek, ooien methaar in 3956 geboren lam, lag de situatie weinig anders. Eveneens enkele goede kopnummers. De strijd om de eerste plaats ging hier tussen, ooi no. 2989 met een ooilam, van I. J. Risseeuw te Oostburg en ooi no. 3043 met een ooilam van J. Nieuwen- huyse te Lewedorp. Van eerstgenoemde ooi was het lam van betekenis beter, wat tot gevolg had, dat hieraan een la prijs werd toegekend en de andere een lb prijs kreeg toegewezen. In de klasse, groepen ooien geboren vóór 1955, was slechts één 4-tal ingezonden, welke een 1ste prijs kregen. Een groep grote, robuste ooien met voldoende type en uniformiteit, van J. Nieuwen- huyse te Lewedorp. Verder kampten in deze ru briek drie drietallen om de hoogste eer. Winnaar werd de groep van de heer G. M. Geluk te St. Maartensdijk met een eerste prijs. Typische fraai gelijnde ooien met goede uniformiteit. Bij de tweetallen kon wegens gebrek aan uniformi teit geen eerste prijs worden gegeven. Aan de kop kwam een groep van C. de Jager te Lewe dorp met een 2a prijs. Beide goede ooien, doch wat verschillend in exterieur, zodat de uniformi teit hierdoor te veel leed. In de rubriek groepen ooien geboren in 1955 (gelamd) waren drie 3-tallen en elf 2-tallen in gezonden. Bij de 3-tallen wist een fraaie groep KAMPIOEN RAMMEN, Ram 277 S. geb. 1954. Wolprod. 1.~ 7.7 /eg, kwaliteit goede eerste Fokk.- Gebr. De Milliano, Waterlandkerkje Eig. Ir. A. E. Bruyning, Goes Foto: J. H. Lantïnga. van G. M. Geluk uit St. Maartensdijk beslag te leggen op een eerste prijs. Ooi no. 3522 uit deze groep werd later kampioene. Een fraai gebouwde ooi met uitstekend type en prima huid. Bij de tweetallen was een fikse strijd om de kopplaats. la werd een groep van B. A. van der Slikke te Sluis. Ooi no. 9131 uit deze groep werd later reserve-kampioene. Een goed ontwikkelde jaarling met een best type. Zowel de lb als de lc prijs waren voor een groep van A. J. E. Tem merman te Hoofdplaat. Beide groepen iets min der uniform als de groep van v. d. Slikke. In de rubriek niet-gelamde jaarlingen was een drietal ingezonden welke een eerste prijs kreeg. Eigenaar: J. C. J. v. d. Velde te Kamperland. Beste uniformiteit en ooien van goede kwaliteit. Bij de tweetallen verwierf een groep van M. A. Geuze te Oud-Vossemeer een le prijs. Beide fraaie ooien met voldoende uniformiteit. In de rubriek ooilammeren van één vader wist het viertal van J. P. van Gorsel te Tholen beslag te leggen op een la-prijs. Een groep uniforme lammeren van goede kwaliteit. Ze werden direct gevolgd door een groep van D. M. Rouw te Goes met een lb-prijs. Eveneens goede lammeren, doch met iets minder uniformiteit. Bij de tweetallen ooilammeren was het ook een groepje van J. P. van Gorsel, dat een eerste prijs verwierf. Goed ontwikkelde lammeren met kwaliteit en voldoen de uniform. Het algemene beeld van deze schapenfokdag komt in Het kort hierop neer, dat er bij de ram men nogal wat te verbeteren valt. De ooien waren dooreengenomen beter, in het bijzonder de jaarling ooien, wat dus beloften inhoudt voor de toekomst. Ongetwijfeld kunnen we deze eerste centrale Zeeuwse Schapenfokdag als geslaagd beschou wen. Tot ons genoegen waren er inzendingen vertegenwoordigd van elk district in de provincie, zodat een onderlinge vergelijking goed mogelijk was. Voor velen zal dit zeker opvoedend gewerkt hebben. We hopen, dat deze schapenfokdag heeft mogen meewerken tot een verdere opvoering van de kwaliteit van de Zeeuwse fokschapenstapel. De Secretaris van het Schapenstamboek, M. NIEUWENHUYSE. KATTENDIJK1 Vanaf 14 september 1956, gedurende vier weken, ligt ter gemeente secretarie voor een ieder ter in. zage het ontwerp tot herziening van het plan van uitbreiding in onderdelen voor de kom Wilhelmina- dorp. Gedurende genoemde termijn kunnen belangheb benden bij de gemeenteraad bezwaren indienen. POORTVLIET. Vanaf 15 september 1956, gedurende vier weken, ligt ter gemeente secretarie voor een ieder ter in zage het ontwerp herziening van het uitbreidings plan in onderdelen van de Gemeente Poortvliet. Gedurende genoemde termijn kunnen belangheb benden bij de gemeenteraad bezwaren indienen. OOST- EN WEST SOUBURG. Vanaf 1 september 1956, gedurende vier weken, ligt ter gemeente-secretarie voor een ieder ter in zage het ontwerp tot wijziging van het uitbrei dingsplan in onderdelen van de Gemeente Oost. en West-Souburg. Gedurende genoemde termijn kunnen belangheb benden bij de gemeenteraad bezwaren indienen. Donderdag 4 oktober a.s. zal te Oss de grootste Paardenfokdag van het jaar worden gehouden. Uit alle delen van Noord-Brabant, Gelderland en zelfs uit Zeeuws-Vlaanderen zullen ze worden aange voerd, ruim 400 in getal, en uit alle delen des lands zullen de toeschouwers en kopers weer samenstro men om bij deze najaars-show en fokpaardenmarkt tegenwoordig te zijn. Wij twijfelen er niet aan of allen die iets met paard of paardenfokkerij te maken hebben, zullen traditie-getrouw hierbij aanwezig zijn; en ieder die ook maar even idee heeft tot aankoop van een en ander zal deze gelegenheid zeker niet willen mis sen. Reserveert daarom, als ge het nog niet deed, donderdag 4 oktober a.s. voor een bezoek aan Oss, een bezoek aan de 35e Fokdag, tevens Fokpaarden markt voor het gehele land, georganiseerd door de Oost-Brabantse en Gelderse fokkers verenigd in hun organisatie „Het Fokpaard" te Oss. »E Confédération Européenne d'Agriculture heeft zopas haar 8-ste jaarlijkse congres te Schevenin- gen gehouden. Wij vonden de voor zitter van de Z. L. M., de heer Ir. M. A. Geuze, bereid in enkele artikeltjes enige conclusies te bespreken, die uit de gehouden vergaderingen naar voren kwamen. Deze week eerst iets over deze internationale organisatie, ontleend aan een artikel, dat de voor zitter van het K. N. L. C., de heer Ir. Knottnerus, onlangs schreef. De C. E. A. is te beschouwen als de opvolgster van de vóór de oorlog reeds bestaande C. I. A., een interna tionale landbouworganisatie, welke reeds kort na de eerste wereldoorlog werd opgericht. Na de tweede wereldoorlog ontstond de I. F. A. P., een wereldboerenorganisatie. De C. E. A. werd toen als zuiver Europese organisatie heropgericht. In tegenstelling tot de I. F. A. P., waarvan slechts centrale landbouw organisaties lid kunnen zijn, neemt de C. E. A. alle verenigingen en coöpe. raties die zich aanmelden als lid aan. Deze eigenaardige organisatievorm heelt zowel voor- als nadelen. Een voordeel is ten eerste, dat velen aan de werkzaamheden van de organisa tie kunnen deelnemen en ten tweede dat met een betrekkelijk lage contri butie per lid toch nog vrij wat geld bij elkaar gebracht kan worden. Een belangrijk nadeel is dat wan neer men tot stemming over moet gaan alle verenigingen meestemmen zodat de boerenstand van een bepaald land op vele manieren mee spreekt en dus te gelijkertijd vóór en tegen kan stemmen. Dit bezwaar kan veel van zijn gewichtigheid verliezen als er niet gestemd behoeft te worden. De C. E. A. heeft een bestuur, dat bestaat uit een president en verder voor ieder land waar leden zetelen een vice-president. In dit bestuur waar dus ieder land slechts één stem heeft worden de belangrijke proble men, welke met de werkzaamheden van de C. E. A. verband houden, be sproken en zo nodig het standpunt van de C. E. A. ten opzichte van be paalde Europese vraagstukken be paald. Dit bestuur komt gewoonlijk 3 a 4 maal per jaar bijeen. De bestuurs vergaderingen worden voorbereid door de president en het secretariaat. Dit secretariaat zetelt in Brugg in Zwitserland. Het secretariaat houdt zich op de hoogte van alle in Europa werkende organisaties zoals de Raad van Europa, de OEEC, F.A.O., I.L.O. De leden-organisaties worden op de hoogte gehouden door middel van het C. E. A.-bulletin, dat regelmatig wordt rondgestuurd. Het bulletin heeft in ieder land een correspondent, die zorgdraagt, dat ook nationale be sluiten, welke internationale betekenis hebben, aan het secretariaat bekend gemaakt worden. Jaarlijks wordt een congres gehou den, waar alle leden zich kunnen laten vertegenwoordigen. Hier wor den inleidingen over belangrijke vraagstukken, de landbouw betref fende, gehouden en via commissies worden bepaalde conclusies getrok ken. Deze worden aan de regeringen van de verschillende landen gestuurd. Het C. E. A.-congres doet voorts dienst als trefpunt van de agrarische kopstukken van de Europese landen. De C. E. A. kent naast het congres ook nog vergaderingen van werkgroe pen. Zij houdt ieder jaar een z.g. melkconferentie, dit jaar voor het eerst in samenwerking met de I. F. A. P. en verder 2 maal per jaar een bij eenkomst van coöperaties, een con ferentie voor de jeugd, voor land bouw journalisten, enz. enz. Deze kleinere bijeenkomsten zijn bedoeld om bepaalde onderwerpen grondiger te bespreken. Naar derge lijke vergaderingen worden dan ook alleen deskundigen afgevaardigd welke zo nodig na voorbereiding hier te lande met niet deelnemende des kundigen het standpunt van hun eigen land in deze kwestie kunnen naar voren brengen. De werkgroepen zijn meestal be doeld voor het uitwisselen van ge gevens en werkmethodes. Na dit alles zal het U duidelijk zijn, dat de C. E. A. nogal actief is. Zij wil, waar dit mogelijk is, de belangen van de Europese boerenstand zowel bij de internationale Overheidsorga nisaties alsook bij de nationale rege ringen behartigen. Vandaar dat zij ook voor de Nederlandse boerenstand van belang is. t

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1956 | | pagina 4