verzicfit
No. 2345. Frankering bij abonnement: Terneuzen ZATERDAG 29 SEPTEMBER 1956.
HET is weldra 1 oktober en op het
ogenblik van schrijven hebben wij
in ons goede vaderland nog geen
Minister van Landbouw*
Terwijl het feit, dat er in Den Haag
druk voortgegaan wordt met forme
ren en informeren, langzamerhand
het dankbare onderwerp is geworden
van conferenciers en grappenmakers,
begint de tijd hoe langer hoe meer te
dringen. Want hét ogenblik is niet
ver meer, dat zij, die op het ogenblik
èn tot lid van de Tweede Kamer zijn
gekozen en tevens demissionair Mi
nister zijn, zullen moeten kiezen of
delen. De wet vereist zulks.
Onder hen bevindt zich ook de Mi
nister van Landbouw, de heer Mans-
holt, die, als het zo doorgaat, tussen
kaai en schip dreigt te vallen. Nu
hem het Directeur-Generaalschap van
de F. A. O., de wereldvoedselorganisa.
tie van de Verenigde Naties, door de
neus is geboord, doordat de meerder
heid van de in Rome ter algemene
vergadering aanwezige afgevaardig
den zijn stem heeft uitgebracht op de
Indiër de heer Shri Binay Ran jan
Sen, hoort men zijn naam weer meer
noemen in verband met het Minister
schap. Vanzelfsprekend zijn wij allen
in landbouwkringen zeer benieuwd of
hij opnieuw tot dit hoge ambt in zijn
eigen land geroepen zal worden.
Nog meer benieuwd is iedereen of
hij zich, wanneer bovenstaande vraag
bevestigend wordt beantwoord, zijn
onlangs te Kampen gehouden rede
nog zal herinneren.
In ieder geval staat wel vast, dat
de georganiseerde landbouw hem wel
aan zijn aldaar uitgesproken woor
den zal herinneren. Het ook door Mi
nister. Mansholt geconstateerd vastge
lopen prijsbeleid zal slechts los kun
nen komen, wanneer er meer geld
beschikbaar wordt gesteld. Wanneer-
de nieuwe Ministeriële ploeg inziet,
dat de landbouw van Nederland ook
in deze tijd van industrialisatie een
bedrijfstak is, die aan de totale wel
vaart van ons volk in belangrijke
mate bijdraagt.
Wij moesten aan dit feit weer extra
denken in een gesprek, dat wij had
den met enige prominente figuren uit
de coöperatieve suiketrbietcn-
industrie.
De jaarlijkse campagne staat voor
de deur.^ Volgende week begint de
aanvoer Van de bieten te Sas van
Gent en gaat de Eerste Nederlandse
Zitdagen
Boekhoud*
bureau
HULST: maandag 1 oktober in ,,De
Graanbeurs" van 35 uur.
KOUDEKERKE: woensdag 3 oktober
in hotel „Nieuw Walcheren"
van 91.30 uur.
OOSTBURG: woensdag 3 oktober in
café „De Windt".
ZIERIKZEE: donderdag 4 oktober
in hotel „Huis van Nassau".
MIDDELBURG: donderdag 4 okto
ber in café „De Eendracht".
ST. PHILIPSLAND: zaterdag 6 okto
ber in hotel „De Druiventros".
THOLEN: zaterdag 6 oktober in
hotel „Hof van Holland".
Coöperatieve Beetwortelsuikerfabriek
zijn machines in werking stellen,
één en twee weken later gevolgd
door de fabrieken van de V. C. S. en
van Puttershoek. De Zeeuwse wegen
zullen beheerst worden door het bie-
tenvervoer. Hoe zijn de verwachtin
gen? Wij lezen, dat er volgens het
Instituut voor Rationele Suikerpro
ductie te Bergen op Zoom, een sui-
kerbietenoogst wordt verwacht van
niet meer dan 2.600.000 ton. Hierbij
wordt rekening gehouden met een
normale gewichtstoename gedurende
september. Dit cijfer dienen wij te
vergelijken met 1955, toen van een
ongeveer 5 kleinere oppervlakte
3.100.000 ton bieten werden geoogst.
Nu het weer in september gunstig is
geweest, valt niet met juistheid te
zeggen, hoeveel suiker uit deze bie
ten geproduceerd zal worden. Ver
mis is men echter niet, wanneer men
deze hoeveelheid schat tussen de 325
en 350.000 ton. Het jaarlijkse binnen-'
landse verbruik van suiker kan men
veilig schatten op 425.000 ton. Dit
betekent dus, dat Nederland i.. het
voor ons liggende jaar zeker 75 a
100.000 ton suiker zal moeten invoe
ren. Daar komt dan nog een 100.000
ton bij voor de suikerverwerkende
industrie, die op de export van haar
produkten is aangewezen.
Wij beginnen meer en meei* te
lezen, dat het er met de Nederlandse
deviezenvoorraad niet zo rooskleurig
uitziet als het vorige jaar. Er dreigt
een behoorlijk tekort op onze beta
lingsbalans. De suikerimport, nodig
om de behoefte van ons volk te dek
ken. zal zeker een aardige duit devie
zen kosten en waarschijnlijk wel
dollars.
Zo ziet men de directe gevolgen
van een slechte of matige oogst voor
de economische positie van ons land.
Zal men nu plotseling de suiker-
bietentelende boer weer in eer en
aanzien gaan brengen? Maar men
diene dan toch ten aanzien van deze
bietteelt een standvastiger beleid te
voeren en voorai een oeleid op lan
gere termijn. Wij herinneren ons nog
de deviezenmoeilijkheden van onze
regering van enige jaren geleden.
-Toen achtte Minister Mansholt een
suikerbietenareaal van 80.000 ha
verantwoord en noodzakelijk. Hij
verzuimde echter deze teelt finan
cieel zó aantrekkelijk te maken, dat
dit areaal er kwam en bleef. Zodra
de deviezenwolken overgedreven wa
ren, zwenkte onze regering om en
vreesde een te groot areaal. Men
kon immers van de dumpende over
zeese landen goedkoper suiker krij
gen en toen doken de geruchten op
over areaalbeperking, tweeprijzen-
Maaidorser aan hel werk m de Willemspolder op St. Philipsland.
Velen yragen zich at wat men van de bestaande wintertarwerassen kan verwachten.
Nadere gegevens hierover treft men aan in het artikel over rassenkeuze op pag. 594
bouw jaarlijks gevochten worden om
de steeds stijgende kosten behoorlijk
doorberekend te krijgen.
Nu blijkt zonneklaar, dat er voor
lopig in het geheel geen vrèes be
hoeft te bestaan, dat wij in Neder
land zelve teveel suiker voortbren
gen. Het tegendeel is waar. Gaat
men nu de waarde van de eigen teelt
weer inzien? De waarde van onze
kostbare cultuurgrond tevens, één
van de weinige natuurlijke produktie-
bronnen, waarover ons kleine land
beschikt
Maar laat men dan eindelijk eens
uit de bus komen met een prijs voor
de bieten, waarin deze waarde is ver
rekend. Een prijs tevens, die voor
langere tijd de suikerbieten-telende
boer de zekerheid geeft, dat zijn ar
beid naar waarde gewaardeerd wordt.
En laat men hem dan niet de speel
bal worden van een met de conjunc
tuur en met het al of niet dumpen
van anderen te veel meezwalkende
regering.
Een korte campagne.
Het spreekt vanzelf, dat de fabrie
ken met deze zeer matige opbrengst
een korte campagne verwachten. De
capaciteit van de coöperatieve fabrie
ken is de laatste jaren aanzienlijk
verhoogd. Rationalisatie en auto
matisering zijn woorden geworden,
die de besturen en de directies van
de eigen boerenfabrieken hanteren
of het zo niets is. De directeur yan
de coöperatieve fabriek te Sas van
Gent, de heer Ir. R. van Krevelen,
vertelde ons bijvoorbeeld, dat de fa
briek thans een 20 hogere capaci
teit heeft dan in 1949, terwijl er met
20 minder mensen gewerkt wordt.
Door bestuur en directie is een in
vesteringsplan uitgewerkt voor de
komende 5 jaar, dat er op gericht is
met nog minder mensen nog meer te
presteren. Door het opstellen van de
nieuwste machines kan dit bereikt
de beste van Europa. Ook Putters
hoek heeft een groot programma
achter de rug.
Doordat op één uitzondering na
de Fries-Groningse alle iiübrieken
toegetreden zijn tot de contingente-
ringsovereenkomst, zal ook het ver
voer en de aanvoer van de bieten
sterk gerationaliseerd worden. Voor
al in Breskens zal dit veranderingen
te zien geven en deze Zeeuws-Vlaam
se havenplaats zal één van de groot
ste, zo niet de grootste, bietenverlaad-
plaats worden van ons land.
Wij zijn, dit alles beziende, van
mening, dat de regering zich wel ter
dege mag realiseren, welk een groot
stuk rationalisatie, industrialisatie en
mechanisatie hier door de boeren
stand is verricht. Wie er spreekt
over het achterblijven van de land
bouw, kent op dit gebied zeker dit
stuk boerenwerk niet. Waar de boe
ren de handen ineen hebben geslagen,
komen zij zeker niet achter, maar
geven zij blijk van dezelfde onder
nemingsgeest en van het verstaan
van deze tijd als in de industriële
sector het geval is. Een overheid, die
dit inziet, dient dit ook te belonen.
Dient een beleid te voeren, hetwelk
deze geest aanwakkert en niet een
beleid, dat meedobbert op de wan
kele golven van de conjunctuur.
De diensten, die hier het gehele
volk geboden worden, dienen niet
slechts beloond te worden wanneer
volk en regering in nood verkeren en
weer vergeten, zo gauw de economi
sche hemel wat opklaart.
Een stabiel en niet te krenterig
prijsbeleid ten aanzien van de suiker
bieten cultuur is zeker een eerste
vereiste.
Moge een nieuwe Minister van
Landbouw, wie het ook worden zal,
dit inzien en zijn beleid hiernaar
richten. S.