<EDemo*t«Jtratie met t ZEEUWS LANDBOUWBLAD „Hudson" bietendunmachine Het houden van een demonstratie met bietendun- machines in het voorjaar is een zeer kostbare geschie denis. De diverse machines werken verschillend en een eventueel talrijk publiek kan aan het gewas be langrijke schade aanrichten. Het is dus eigenlijk lo gisch dat hiervoor een andere, goedkopere oplossing gezocht wordt in de vorm van een demonstratie in de herfst. In de stoppels van een vroeg geruimd gewas, b.v. erwten, kunnen gemakkelijk bieten worden ge zaaid. Door de hoge temperaturen in die tijd van het jaar komt het zaad vlug boven (na 1 week) en groeit daarna vrij snel. Om deze redenen is dus alles voor een demonstratie in augustus-september te zeg gen. Er zijn echter ook bezwaren. Immers, de structuur van de grond in het voorjaar is niet vergelijkbaar met die in de herfst. In het voorjaar is de grond bovenop grijzer en onderin droger. Na een regenzomer zoals we nu gehad hebben is de grond meer dichtgeslagen, blijft bovenop donkerder van kleur en is onderin veel natter. Deze factoren zijn er oorzaak van, dat 't resul taat van een en dezelfde machine in het najaar anders ligt dan in het voorjaar. Het principe van de machine en de werking daarvan blijven natuurlijk gelijk, doch door het aanladen van de tanden of messen worden deze dikker waardoor het uitduneffect sterk wordt ver groot. Dit was ook in Tholen het geval. Om misver standen en verkeerde conclusies, die eventueel door minder ingewijden getrokken zouden kunnen worden, te voorkomen, is het daarom beter de resultaten van de tellingen die bij de voorbewerkingen en tijdens de demonstratie zijn verkregen, niet te publiceren, doch voor intern gebruik te bestemmen. Voor een onderlinge vergelijking van de constructie en de werking in de gegeven omstandigheden is een demonstratie in de herfst echter uitstekend geschikt. En dat was dan ook de bedoeling in Tholen. Het pu. bliek kon hier kennis maken met verschillende con structies, waaronder diverse nieuwe typen en met het werk dat op dat moment werd geleverd zowel als met het werk in bieten die enkele dagen tevoren waren bewerkt. En dat is belangrijk, want het is vooral voor degenen die nooit eerder het werk van een bietenma chine hebben gezien, onmogelijk zich een goed beeld van het resultaat4e vormen. Dit kan pas enkele dagen later, wanneer het gewas zich weer heeft hersteld. Het frappante hierbij is, dat dit altijd meevalt, d.w.z. er blijven altijd veel meer bieten staan, dan men op het eerste gezicht zou vermoeden. De demonstratie in Tholen vond plaats op het be. drijf van de heer L. Sieling. Ongeveer 4 ha bieten wer den op vroeg leeggekomen erwtenland ingezaaid. Bijna 3 ha hiervan kon voor de demonstratie beschik baar gesteld worden. De grond was licht: 20 22 afslibbaar. In de vorige winter was het perceel i.v.m. de herverkavelingswerkzaamheden op de schop ge. weest en de sporen daarvan waren nog duidelijk merk baar. Plaatselijk lag het land n.l. ongelijk wat er door de natte omstandigheden tijdens het bewerken en in zaaien niet beter op was geworden. Toch is een vlakke ligging van de grond een eerste vereiste om een zo goed mogelijk resultaat te bereiken, wat ook weer bleek tijdens het werken van de machines. De uiterste zorg zal hieraan bij de najaars- en voorjaarsgrondbe werking moeten worden besteed. Van het demonstratieperceel was bijna 2 ha met nor maal bietenzaad ingezaaid tegen 15 kg zaaizaad per ha en 1 ha met monogerm zaad tegen 5 kg per ha. Dit laatste bleek een te geringe hoeveelheid te zijn daar het gewas een iets te dunne stand vertoonde. Bij het gebruik van een dunmachine is het nood zakelijk dat het gewas een regelmatige volle stand vertoont. Komen er hier en daar gaten in voor, dan wordt het gebruik van de dunmachine moeilijk daar het risico van open plekken te groot wordt. Ondanks de natte omstandigheden kwamen de bieten wat ongelijk boven. Wanneer dit wat grotere vormen aanneemt, kan het vooral bij de eerste bewerking moeilijkheden geven. In Tholen waren de weersom. standigheden zo uitermate moei lijk en slecht dat van een eerste bewerking op het juiste tijdstip toch al geen sprake was. Voor de demonstratiedoeleinden was dat niet erg, doch in de praktijk kan dat i.v.m. de meerdere bewerkin gen die nog moeten volgen, wel eens jammer zijn. Het verschil in aantal eenlingen bij opkomst tussen het N( nor maal) en M(monogerm) zaad was belangrijk. Dit is natuurlijk te be grijpen en daarom zal de praktijk wel meer tot het gebruik van het M zaad overgaan om een zo hoog mogelijke arbeidsbesparing te verkrijgen. Het recht rijden met de zaai. machine is bij gebruik Van een dunmachine eveneens zeer be langrijk. Dit liet nog wei wat te wensen over. Vooral bij trekkers waaraan de dunmachine opge bouwd is achter de trekker, geeft dit moeilijkheden daar bij veran dering van de rijrichting de dun machine juist de tegenovergestel de beweging van de kop van de trekker maakt. Voor alle machines, de één meer dan de andere, geldt, dat er nauwkeurig over de rijen gereden moet worden, wat bij kromme rijen welhaast onmogelijk is. Het spreekt vanzelf dat de onderlinge afstand van de 2aaipijpen precies gelijk moet zijn om later de dun. machine goed werk te kunnen laten verrichten. Deze onderlinge rijenafstand bedroeg bij de heer Sieling 46.5 cm. Deze extreme maat vindt zijn oorzaak in de speciale standaardisatie van de rijenafstand die de heer Sieling toepast. Voor de dunmachine bracht dit geen bezwaren mee, doch wel waren er enige moeilijk heden met de spoorbreedte van sommige trekkers. Aan de demonstratie namen 6 machines deel. Hier. van waren er 3 met het heen- en weergaande en 3 met het ronddraaiende systeem. Bij deze laatste was een 2-rijïge paardenmachine. De zevende machine, n.l. de Ferguson met een ronddraaiend systeem, liet zon der enige opgave van redenen verstek gaan. Het opvallende was dat alle drie heen- en w^ergaan. de typen nieuw waren. Eén daarvan was nog een proto type, één kwam gloednieuw van de fabriek en had nog nooit gewerkt en de derde kwam hier op zijn tweede demonstratie, doch is verder in de praktijk nog niet in gebruik geweest. Twee van de drie zijn Zeeuwse uitvindingen, waarop we toch wel even trots mogen zijn, terwijl de derde, het prototype, eveneens door een boer is uigevonden. Een beoordelingscommissie onderwierp alle machi. nes aan een beoordeling waarvan de conclusies hier in het kort worden weergegeven: Sieling Paient" bietendunmachine Aan het uiteinde van elk parallelogram zit e loopwieltje. Dit wieltje loopt naast de rij net ach de werkende veerstalen pen. Het gevolg hiervan dat dit wieltje door de vers bewerkte grond lo< en onder vochtige omstandigheden gaat aanlad Het krijgt dus allengs een grotere diameter, wz door de pen lichter door de grond gaat lopen i de kwaliteit van het werk sterk beïnvloedt. De brikant gaat er echter toe over om een schraper elk wieltje te monteren, waardoor dit euvel weer verholpen zal zijn. Boven aan het parallelogram zit een sterk ve stalen pen bevestigd. Het is dus eigenlijk een ve die naar onderen in een pen uitloopt. De diej regeling van de veer-pen vindt plaats in het be tigingspunt aan het parallelogram. De naar be den lopende pen wordt door de heen- en weerga de as heen en weer bewogen, waardoor de werk in de rij wordt verkregen. Bij de machine die 's m gens werkte was één steunwiel op het eind van frame gemonteerd, op de machine die 's middi gedemonstreerd werd was nog een tweede ste wiel dicht naast de trekker aangebracht. Bij deze machine gaan alle pennen gelijktijdig di de grond. Het gevolg hiervan is dat er een eni zins schuddende werking ontstaat, waardoor in losse grond het steunwiel als het ware iets inff graven wordt. Mede door het reeds genoemde a laden van de grond wordt dan een onregelmat diepgang verkregen. De gehele machine lijkt erg zwaar, maar dat valt veel mee, doordat holle bui zen als materiaal zijn ge bruikt. De parallelogram- men kunnen zelfs in bepaal de gevallen te licht zijn; reden waarom achteraan de mogelijkheid tot het op. hangen van gewichten is aangebracht. Op elke demonstratie zijn er deelnemers die een pech dag hebben. Dit was ook hier 't geval. Door allerlei omstandigheden, zoals te veel verstellen, erg voch tige grond, te hoge snel heid, zenuwen e.d. was het werk 's morgens minder goed. Uit ervaring weet ik dat het belangrijk beter kon. 's Middags was het al aanzienlijk beter toen er met een andere machine werd gewerkt, maar wel schrapers op de wieltjes zaten en er veel rusti ger werd gereden, terwijl de grond ook wat droger was. De grondverplaatsing was toen veel geringer. Wel deed de vreemde trek ker voor de bestuurder toen nog zijn invloed gelden. Een betere, meer naar voren geplaatste zichtl was daarbij ook wenselijk. De machine wordt rechtstreeks, vanaf de trek! aangedreven. Een aparte mogelijkheid van toeil variatie is hierbij niet aangebracht. Hiervoor® men dus afhankelijk van het aantal versnelling op de trekker zelf. In de meeste gevallen zal il daarmee wellicht kunnen volstaan, doch het a kunnen zijn dat men daar in bepaalde gevallen 11 voldoende aan heeft. Gelijktijdig wieden tussen I rijen is met deze machine minder goed moge De prijs is laag, n.l. 630,voor een 2 m. chine met 5 elementen en 690,voor een 2 machine met 6 elementen. - los element compleet kost Het aantrekkelijke is ook dat voor kleine rijenafstanden worden gebruikt. Vooral de stabiliteit nog wat kan wor verbeterd, kan deze machine li goed werk verrichten, moet nog worden dat waarop de machines werkten, loting zijn toegekend en dat „Sieling" het hiermee niet zo g' trof, n.l. wat vochtiger grond ongelijker ligging. 2. „Hudson" van de Fa. Boeke Huidekoper te Haarlem. D machine is bevestigd in driepuntsophanging van hefinrichting. Bij transport bij het keren op de wendal wordt zij dus geheven. Bi werking stellen wordt zij n< gelaten waarbij ze op de len komt te lopen. Tussen twee wielen loopt een as, dus aangedreven wordt. Vj Dameco"-2\e voorM( bieten Jentrai do he tr« ch de dit be bo en; en hoi nie er| 4. „D ma vin len na a mo zon tan wei bre nen woi mu: bed len aan snel De slap chir gebi beh< paai de i ter 1. „Sieling Patent," ontwerp van de heer L. Sieling te Tholen en gedemonstreerd door de Fa Timmerman en Verbeek te Zierikzee en de Fa. Zwegers te Gel drop. De bouw van de „Sieling" berust hierop dat van een maai inrichting op of achter de trekker, de maaibalk door een frame is vervangen. De aandrij ving blijft dus dezelfde. Het frame wordt aan de zelfde bevestigingspunten als de maaibalk beves tigd. De drijfstang drijft, in plaats van de messen- balk, een ronde as aan, die dus een heen- en weer gaande beweging maakt. Vooraan het frame zit per per rij een naar achter over het frame heengebogen buis. Op een zeer eenvoudige wijze is het bevesti gingspunt van deze buis te verstellen zodat in de kortst mogelijke tijd elke gewenste rijenafstand boven 15 cm kan worden ingesteld. De buis zelf zit scharnierbaar aan het bevestigingspunt, zodat het geheel een parallelogram vormt.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1956 | | pagina 8