Wenken
ONDERW'JS
LANDBOUWVOORLICHTING IN DE
HERVERK A VELIN GSGEBIEDEN
Korte
474
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
Als extra nummer van het blad „Landbouw
voorlichting" verscheen een 76-pagina's omvattend
boekje (prijs 1,dat met goede illustraties voor
zien, bijdragen omvat van een groot aantal voor
lichters, die momenteel als schakel fungeren tus
sen de voorlichtingsdienst en de cultuurtechnische
dienst.
Daardoor zijn ze in feite voorlichter-uitvoerder
geworden en nog meer vertrouwensman van de
boer. Het vrijblijvende advies is vervangen door het
advies dat niet meer over het hoofd gezien kan wor
den, omdat de gevolgen te groot zouden zijn.
Zo krijgen na de Rijkslandbouwconsulent dr. ïr.
C. W. C. van Beekom, de assistenten R. Krijger,
J. Markusse, M. van Gastel, J. Vroegop en Ph. J.
van der Weele het woord. Hun verhalen zijn zeer
lezenswaard, al hadden duplicaten wat meer ver
meden kunnen worden.
Interessant is ook de uiteenzetting van de be-
#.mestingsspecialist K. Buwalda, die op grond van
een vergelijking van de gegeven adviezen met de
verbruikte hoeveelheden tot de conclusie komt dat
deze adviezen op Walcheren zulks in tegenstel
ling met de resultaten van een landelijk onderzoek
goed worden opgevolgd.
Dat in drie jaar de hoeveelheid fosfaat, kali en
kalk resp. is toegenomen met 6<* 42 en 212
wijst er overigens wel op dat de Walcherse boer
niet nalaat de verbeterde toestand van zijn land
ook zoveel mogelijk voor de bemestingstoestand re
laten gelden.
De voorlichting over de herbouw van de boerde
rijen op Schouwen Duiveland wordt door de specia
list G. A. Toren belicht. Terwijl de landbouwer A. J.
Groenewege te St. Maartensdijk zijn visie op de
assistent geeft, die hij ziet als een vraagbaak, doch
tevens als een schakel tussen de boeren en de her
verkavelingsinstanties. Een streven waarbij in een
slotwoord ir. L. Appelman, als vertegenwoordiger
van de Cultuurtechnische dienst, zich bij aansluit,
als hij deze coördinatie in groter verband aan de
orde stelt.
Met elkaar geeft dit boekje een goed overzicht
van datgene wat in herverkavelingsgebied aan de
orde is.
GEWASONDERZOEK.
„Er moet geld bijgelegd worden...", zegt de baas.
Maar de baas vergeet, dat hij niet weet, wat hij
mij voert. Er wordt in Nederland 15% te veel aan
zetmeelwaarde gevoederd. Ook met eiwit wordt er
vaak vreemd omgesprongen. Voor een juiste voede
ring moet men de gehalten der voedermiddelen
kennen. Onderzoek is daarom noodzakelijk.
Laat uw hooi en kuilvoer onderzoeken!
Maandag 23 juli 1956 komt de landbouwrubriek
tweemaal in de aether; beide malen over Hilver
sum I.
In de derde en laatste extra uitzending van dit
seizoen, die van 12.15—12.30 uur plaats heeft,
wordt een klein programma gewijd aan het onder
werp „Ook kalk in de grond". Hieraan wordt o.m.
deelneming verleend door de directeur van de
Stichting Nederlands Landbouw Kalkbureau, de
heer J. Bausch, en Ir. S. F. Kuipers, Rijksland
bouwconsulent voor Bodem en Bemesting.
In de normale rubriek van het Ministerie van
Landbouw, 's avonds van 19.45—20.00 uur, zal door
de Rijkslandbouwconsulent voor noordelijk Noord-
Holland, Ir. L. R. Dijkema, aandacht worden be
steed aan hetgeen op de Proefboerderij „Noord-
Holland" te Spierdijk (in de Wogmeer) onder be
drijfsleider P. N. Roele tot stand wordt gebracht
Nadien spreekt Ir. W. R. Domingo van het Be-
drijfslaboratorium voor Grond- en Gewasonderzoek
te Oosterbeek over „De verzorging van het grond
onderzoek op het laboratorium".
ZEEUWS VOORLICHTINGSINSTITUUT
VOOR DE BRANDVERZEKERING (Z. V. B.)
KORTGENE: Donderdag 26 juli a.s. in Hotel „De
Korenbeurs", van 1113 uur (de heer Van
Burg).
GOES: Iedere dinsdag op het Landbouwhuis.
OOSTBURG: Iedere woensdag op de beurs.
Laat Uw brandpolissen controleren en vraagt
bemiddeling bij het afsluiten van nieuwe posten.
ADVIESBUREAU
STICHTING VOOR DE LANDBOUW
GOES: Dinsdag 7 augustus van 1417 uur, Grote
Markt 28a.
ZIERIKZEE: Donderdag 9 augustus van 1114 uur
in het Café van het „Huis van Nassau".
GOES: Dinsdag 21 augustus van 1417 uur, Grote
Markt 28a.
ZIERIKZEEDonderdag 23 augustus van 1114
uur in het Café van het „Huis van Nassau".
MEJ. M. C. KOOPMAN NAM AFSCHEID ALS
DIRECTRICE VAN DE
LANDBOUWHUISHOUDSCHOOL TE THOLEN
Tijdens de donderdag 12 juli gehouden eindles
van de landbouwhuishoudschool te Tholen heeft
mej. M. C. Koopman na een zevenjarige loop
baan als directrice dezer school afscheid geno
men wegens voorgenomen huwelijk.
De meer dan volle zaal van het „Hof van Holland"
reageerde met een spontaan applaus, toen burge
meester J. Vader van Krabbendijke, als voorzitter
van de Landbouwhuishoudcommissie der Z. L. M.
uiting had gegeven aan zijn waardering voor het
vele werk, dat de scheidende directrice in de zeker
niet gemakkelijke periode 19491956 heeft verricht.
Van een schooltje van 45 leerlingen in 1949 is de
landbouwhuishoudschool te Tholen thans uitge
groeid tot een school met het respectabele leerlin
genaantal van 148!
Een buitengewoon succes, in aanmerking geno
men onder welk een moeilijke omstandigheden
vooral de laatste jaren moest worden gewerkt.
Steeds weer opnieuw heeft mej. Koopman
aldus spreker gepleit voor 'n betere huisvesting.
Haar grootste wens nog eens in een nieuwe
school te mogen werken is niet vervuld, maar
ondanks alle tegenslagen, welke bij de nieuwbouw-
plannen worden ondervonden, zal de nieuwe school
er toch komen en wellicht reeds eerder dan men
nu jiog zou durven hopen.
Het behoeft geen verwondering te wekken, dat
mej. Koopman de teleurstellingen niet altijd even
gemakkelijk incasseerde. Maar van te groter bete
kenis is de toewijding, waarmede zij de belangen
van de leerlingen en de school is blijven beharti
gen. Hoe moeilijker de arbeid, des te groter de vol
doening er later op terug te zien, aldus de heer
Vader.
De grootste vijand van ons landbouwhuishoud-
onderwijs het huwelijk is er thans wederom
in geslaagd ons van een prima leerkracht en een
uitstekende directrice te beroven, aldus merkte
spreker schertsend op. De zeer korte gemiddelde
diensttijd van een lerares wijst er op, dat deze
„vijand" blijkbaar onweerstaanbaar is. Nochtans
blijft de reden van uw vertrek ook voor ons een
vreugdevolle. Met de beste wensen voor haar verder
leven besloot de heer Vader zijn toespraak.
Namens de Kring Tholen—St. Philipsland van de
Z. L. M. sprak de heer A. J. Groenewege, die zijn
woorden evenals de heer Vader vergezeld liet
gaan van een passend geschenk. Geschenken wer
den voorts nog aangeboden door vertegenwoordig
sters van de Commissie van Toezicht, de leerkracn-
ten en de leerlingen, alsmede door de werkster.
Mej. Koopman, aangenaam verrast door deze vele
blijken van waardering, betrok in haar dankwoord
met name de leerkrachten en de leerlingen met wie
zij steeds op zo bijzonder prettige wijze heeft sa
mengewerkt. Ik heb nu aldus mej. Koopman
het gelukkige gevoel, dat mijn werk al deze jaren
toch niet voor niets is geweest.
Nu de oogst weer voor de deur staat, is het de
taak van de boer het juiste moment van maaien
te kiezen.
Elk jaar wordt er nog veel te vroeg gemaaid, en
gemaaidorst. Bij te vroeg maaien of maaidorsen is
de korrel nog te zacht, en krimpt te veel in. Ook
is het vochtgehalte dan veel te hoog, zodat dan
gedroogd moet worden.
Op vele percelen beginnen de aardappelen reeds
af te sterven. Het blad begint bruin- tot geelachtig
te verkleuren. Daarna vertonen zich dode plekken
op de bladeren wat gelijkt op phytophtora aantas
ting. Langs de dode plekken ziet men een gele rand.
Het is een typisch beeld van ringvuur.
Aardappelen besmet met ringvuur is ongeschikt
voor pootgoed, omdat dit met het pootgoed over
gaat.
Inplaats van ringvuur kan het ook koude-bescha-
diging zijn. Bij twijfelgevallen kunt U de rayon-
assistent uit Uw gebied raadplegen.
Nu de rooidata van het pootgoed weer nabij zijn,
dient U te overwegen of U het loof wilt optrekken
of doodspuiten.
In de praktijk is gebleken, dat doodspuiten van
het loof, dat nog in volle groei is, moeilijk uitvoer
baar is. Het is gebleken, dat pootgoed 3 ik 4 keer
gespoten moet worden. Om vrij zeker te zijn, dat
de aardappelen op tijd dood zijn, dient U één week
vóór de rooidatum te beginnen met loofklappen
en spuiten.
U dient de aardappelen geregeld nog te sproeien
met koperhoudende-middelen tegen een hoeveelheid
van 10 kg koperoxychloride/ha of 67 kg koper-
oxyduul/ha of colloïdale koper volgens aanwijzing
op de verpakking.
Vele percelen bonen zijn dit jaar te laat en te
weinig gespoten tegen de vetvlekkenziekte. Naast
de bruine boon zijn ook enkele contractrassen zeer
gevoelig voor vetvlekkenziekte. Deze bonen dienen
ook gespoten te worden met koperhoudende midde
len.
Tegen de vlekkenziekte dient U regelmatig te
spuiten tot kort vóór het oogsten met 4 kg van
een zinkdithiocarbamaat.
Op vele gebouwen is een bliksembeveiligingsin
stallatie aangebracht. Doch, zoals met zovele ande
re dingen, is het ook hierbij zó, dat men met het
aanbrengen alleen niet klaar is. Een beveiliging
alleen is niet voldoende. Zij moet ook intakt zijn
en blijven. Daarom is het gewenst de installatie
jaarlijks te laten controleren, en zo nodig te her
stellen.
Indien men melk van goede kwaliteit wil leve
ren, is het noodzakelijk, dat men de melk direct na#
het melken snel en diep koelt. Natuurlijk moet een
zindelijke winning voorop staan. Het doel van het
koelen is: goed gewonnen melk langer in goede
toestand te houden.
In vele percelen grasland is het grasbestand maar
zeer matig. Op sommige plekken overheerst het
tuintjesgras. De produktie van dit gras is veel te
gering. Indien men zo'n perceel wil verbeteren,
doet men het beste de oude zode omstreeks eind
juli te scheuren of te frezen. In de tweede helft van
augustus kan dan een nieuw graszaadmengsel wor
den ingezaaid.
Wanneer het mogelijk is, gezien de ligging van de
percelen en de perceelsindeling, kan ook een per
ceel oud bouwland ingezaaid worden met een gras
zaadmengsel. Het gescheurde perceel kan dan en
kele jaren als bouwland geëxploiteerd worden. De
eerste stap in de richting van de wisselbouw is dan
gedaan.
Praktijkervaringen hebben de laatste jaren wel
aangetoond, dat de grasopbrengst de eerste jaren
van een nieuw ingezaaid perceel aanmerkelijk ho
ger ligt, dan van oud weiland met een matig gras
bestand. Teneinde deze hogere grasopbrengst goed
te benutten, is een goede weide-exploitatie een eer
ste vereiste. De inzaai dient te geschieden met een
goed, voor het betreffende perceel geschikt, gras-
zaadmengsel. Overleg de mogelijkheden, die op Uw
bedrijf aanwezig zijn, eens met de assistent van de
R. L. V. D.
Op vele bedrijven laat de inrichting van de stal
len nog veel te wensen over. Te lange stand, te klei
ne greep en slechte verlichting en ventilatie zijn
factoren, die het verblijf van het vee in zo'n stal
veronaangenamen. Bovendien zijn de dieren moei
lijker schoon te houden. Het is nu de tijd om de
stal nog te verbeteren vóór de aanstaande stalpe-
riode. Vraagt dan echter inlichtingen bij deskundi
gen op dit gebied en steek uw licht eens op in
nieuwgebouwde of reeds verbeterde stallen.