Enkele ervaringen met Dunmachines HEFFINGSAANSLAG LANDBOUWSCHAP 1955 LIH0 zomerkoolzaad ZATERDAG 1 JULI 1956 44$ XJET doorslaan en opeenzetten van de bieten brengt ieder jaar weer een grote arbeidstop met zich mee. Reeds enkele jaren is men bezig hier voor een oplossing te zoeken door gebruik van bietendunmachines, kortweg dunmachines genaamd. De belangstelling van de zijde van de praktijk is dit voorjaar plotseling zeer sterk gestegen. Dit blijkt niet alleen door het feit dat in Zeeland 15 machines in gebruik zijn geweest, maar ook uit de grote belangstelling van het publiek op de diverse kleine demonstraties die zijn gegeven. Het was goed zich van het werk en het doel van deze machines op de hoogte te stellen, want het ziet er naar uit, dat binnen een klein aantal jaren de meeste boeren hiervan gebruik zullen moeten maken, wil men het normaal areaal bieten in zijn bouwplan handhaven. Het type machine dat dit voorjaar hoofdzakelijk is gebruikt, is van het systeem met ronddraaiende zonnen. Hiervan is vrijwel alleen het merk Hudson in gebruik geweest. De aandrijving vindt hierbij plaats vanaf de wielen, die een daartusen gelegen as ronddraaien. Deze drijft op haar beurt via tand wielen een naar achter lopende as aan, waaraan op het eind een z.g. zon is gemonteerd. Hieraan kunnen naar verkiezing verende tanden of mesjes ter breedte van 5/s, 1 of l5/a inch worden geplaatst. Het totaal aantal van elk bedraagt per zon 16, doch dit kan kleiner genomen worden. Daar de aandrijivng vanaf de wielen plaats vindt en de tandwielen niet verwisseld kunnen worden, is een toeren variatie van de zonnen niet mogelijk. Op een speciaal over dunmachines belegde vergadering bleek, dat de een dat niet en de ander dat als een groot gemis aanvoelt. Naast dit draaiende systeem zijn echter dit voorjaar in Zeeland twee typen machines geconstrueerd met heen en weer gaand of wel slinger-systeem. De landbouwers Sieling uit Tholen en Steketee uit Driewegen hebben zich nl. op het bietendunvraagstuk geworpen en zijn, onafhankelijk van elkaar, elk met een machine uit de bus gekomen. Detail van de machine die volgens het slingertype werkt Ronddraaiende zonnen: goed werk ondanks bezwaren Het ronddraaien van de zonnen heeft tot gevolg dat nogal wat grondverzet plaatsvindt. De moge lijkheid bestaat daarbij dat er bietenplantjes in de naastliggende rij onder de grond bedolven vyorden. Dit voorjaar moesten die plantjes als ver loren worden beschouwd. Door het aanbrengen van grondvangers zou dit grotendeels verholpen kunnen worden. Bij enige afwijking in de rijrichting kan het echter ook gebeuren dat de rij door het ele ment, waardoor hij bewerkt zou moeten worden, onder de grond terecht komt. In dat geval helpt geen grondvanger. Hieruit volgt, dat bij dit type machine uiterst nauwkeurig gereden moet worden. Daar bovendien de eerste bewerking met een dun- machine zo vroeg mogelijk moet gebeuren, zal ieder begrijpen dat van de chauffeur zeer veel gevergd wordt. In de Wilhelminapolder heeft men daarom de dunner apart bestuurbaar gemaakt, wat op een zeer eenvoudige en goedkope manier kan. Daar heeft dus een 2-mans bediening plaats, wat op dit grote landbouwbedrijf geen bezwaar is, daar er wat sneller gereden kan worden. Op de normale bedrijven zal men echter in het algemeen een één- mansbediening prefereren. De snelheid, waarmee dit voorjaar gereden kon worden, bedroeg gemid deld 4-4,5 km per uur. De hoogst gemeten snelheid was 5,6 km per uur. Het tempo hangt echter af van de omstandigheden en ligt per jaar verschillend. Wanneer van een dunmachine gebruik gemaakt zal worden, dient hiermee reeds bij de grondbe werking rekening te worden gehouden. Goed ploegwerk is altijd zètr belangrijk, maar daarnaast is het zeker een ernstige overweging waard om de pas geploegde grond kort na het ploegen open te eggen. In het voorjaar dient men te zorgen voor een goed vlakliggend en niet te diep bewerkt fijn zaaibed. De afstelling van de zaaimachine moet zodanig zijn, dat geen enkele afwijking in de onderlinge rijenafstand voorkomt. De nabewerking moet erop gericht zijn dat de opkomende bietenplantjes zo vlug mogelijk zichtbaar zijn. Bij eventueel rollen met de cambridge-rol. dient deze bewerking dwars t.o.v. de rijrichting te gebeuren, daar de langse ribbels en geultjes een ongunstige invloed op het resultaat van de dunmachine kunnen uitoefenen. Een volle stand van de bieten in de rijen is nood zakelijk. Een holle stand of open plekken maken het werk met de dunmachine moeilijker of hele maal onmogelijk. Meestal gebruikt men wat meer zaaizaad dan gewoonlijk. Gebleken is ook, dat Monogerm zaad belangrijke voordelen biedt boven normaal zaad. Het aantal eenlingen is bij dit zaad groter. De eerste bewerking vindt plaats met de verende tanden. Uitdrukkelijk moet erop gewezen worden, dat dit niet te vroeg kan gebeuren. Zodra de bicten zichtbaar zijn, moet men beginnen. Het hoofddoel van deze bewerking is: de onkruidbestrijding en het eventueel breken van de korst. Het aantal planten dat hierbij weggeslagen wordt, is niet zo belangrijk. Bij een dichte stand bedroeg dit aantal dit voorjaar plm. 25 en bij een dunnere stand 10-15 Tweemaal kort achtereen bewerken met de verende tanden moet beslist ontraden worden. De planten komen er dan te slap bij te staan en de wortels worden te veel blootgelegd. Ook het doorslaan direct na een bewerking is niet aan te bevelen. Beter kan men drie a vier dagen wachten. De tweede bewerking geschiedt met één van de soorten messen. Welke men daarvan kiest hangt af van de omstandigheden en of men later nog een bewerking toe wil passen. Dikwijls neemt men de l5/s inch messen met een totaal van 8 per zon, soms ook de 5/s inch met 16 per zon. De aandacht moet erop gevestigd worden, dat nooit met doorslaan gewacht moot worden tot de dunmachine is geweest. Is deze niet op tijd en laat de grootte van de bieten het toe, dan kan men beginnen. Dikwijls wordt gevraagd naar de kostenbe sparing van deze machine. Het antwoord hierop is: „vrijwel of helemaal niets". Doch dat is ook niet het belangrijkste. Belangrijker is de arbeids besparing, die varieert van 10-25 en nog weer belangrijker is de arbeidsspreiding, die verkregen wordt en de onkruidbestrijding met daarnaast het gemakkelijker werken van de arbeiders. Het werken met een dunmachine vraagt een grote routine. Wanneer een boer meent over twee jaar met een tekort aan arbeidskrachten te zitten, dan doet hij er verstandig aan al een jaar daarvoor een machine te kopen en er ervaring mee op te doen. Ook in erwten en blauwmaanzaad zijn gunstige resultaten verkregen. Erwten geven daarbij het voordeel dat deze meestal juist voor de bieten bewerking vallen, waardoor de te bewerken opper vlakte dus groter kan worden. Opgemerkt moet nog worden, dat men bij het gebruik van een dunmachine, als eigenaar van de bieten, niet bang moet zijn. Na iedere bewerking lijkt het of er een ravage in het gewas is aange richt. Het resultaat valt echter altijd erg mee en is pas na drie of vier dagen zichtbaar. Tot zover enkele resultaten over het systeem met de ronddraaiende zonnen; een systeem dat bij een goede afstelling en gebruik goede resultaten kan geven. Het heeft enkele bezwaren, zoals die bij alle machines wel voorkomen, doch is goed bruikbaar. De aankoopprijs der machine is echter hoog. Systeem Sieling ontstaan uit een maaibalk De heer Sieling heeft zijn ideeën toegepast op een trekkergrasmaaibalk. Op de maaibalk zijn elementen gemonteerd, voor elke rij bieten één. Per element lopen vanaf de balk twee staven op enige afstand van elkaar naar voren, waar beide door een dwarsstaaf aan elkaar zijn verbonden. Rond die dwarsstaaf zit een bus scharnierend be vestigd. Vanaf het midden van die bus loopt een holle buis gebogen over de maaibalk heen naar achteren en op het eind van die boog zit een wieltje. De gebogen buis met wieltje werken dus als een parallelogram. Door de lichte constructie is het geheel erg beweeglijk en volgt daardoor goed de oneffenheden van de grond. Aan de holle buis is, precies boven de maaibalk. een vast punt aangebracht, waarin een lange stalen pen of veertand scharnierend is bevestigd. De pen, die in dit punt hoger of lager gesteld kan worden, loopt door een gat in de messenbalk tot op de grond. Door ter plaatse een paar vingers te ver wijderen kan dus de pen met het aangedreven mes heen en weer bewogen worden. Doordat de maai balk plm. 20-25 cm van de grond blijft, maakt het uiteinde van de pen een heen en weer gaande slag, die groter is dan de slag van het mes. Dit maakt nl. een slag van 7,6 cm en het einde van de pen 11-13 cm. Op het eind wordt de maaibalk door een wieltje ondersteund. Het werk van dit prototype maakte een uit stekende indruk. Grondverzet vond vrijwel niet plaats, terwijl de werking zeer intensief plaats vond. Voor het aankleven van grond of onkruid is er weinig gevaar, daar de tanden een gedeelte van een cirkel beschrijven en op hun keerpunten trillen. Alles is zeer eenvoudig geconstrueerd. Per rij werkt slechts één tand, waaraan desgewenst een drie hoekig mesje naar willekeurige grootte kan worden bevestigd. Volgens de heer Sieling zal echter in de meeste gevallen met 2 verende tanden kunnen wor den volstaan. De snelheid waarmee gereden kan worden, ligt iets lager dan bij de Hudson. Het toerental van de pennen kan gewijzigd worden met de versnelling van de trekker. De heer Sieling gebruikte een „Eicher" trekker die een groot aantal versnellingen bezit die vrij dicht bij elkaar liggen. Bij andere trekkers met minder versnellingen zal waarschijn lijk een extra toerenvariator gewenst zijn. De heer Sieling heeft zijn uitvinding door oc trooiaanvrage beschermd voor namaak. Hopelijk zal een goede machinebouwer erin slagen van dit prototype een voor de praktijk goed bruikbaar apparaat te bouwen voor een lage prijs (men denkt van 500,tot 800,waardoor de uitvinder uiteindelijk de bekroning op zijn werk zal vinden. Systeem Steketee met aandrijving vanaf aftakas Bij de machine van de heer Steketee vindt de aandrijving plaats vanaf de aftakas naar de dun machine achter de trekker. Via een overbrenging van V-schijven, een excentriek en assen met kruis- koppelingen, worden achter de machine de dun- elementen in beweging gebracht. Ook hier weer een heen en weer gaande beweging met 1 tand per rij. In de bevestiging van de tand zit de mogelijkheid tot dieper en ondieper stellen. De tand kan ver vangen worden door een mesje van willekeurige grootte. Het werk en het resultaat van deze tand komen vrijwel geheel overeen met die van de machine van de heer Sieling. Ondanks de overbrenging kan elk element apart de oneffenheden van de grond vol gen. Een toerenvariator in de aandrijving zal nood zakelijk blijken te zijn, daar men dan elke moge lijkheid in de hand heeft. Deze machine zal duurder worden dan die van de heer Sieling. maar naar verwacht wordt toch belangrijk goedkoper dan de Hudson. Ook de heer Steketee heeft zijn uitvinding door octrooiaanvrage beschermd. Een bekende Nederlandse werktuigenfabriek heeft reeds in samenwerking met de heer Steketee het verder uitproberen en het bouwen tot een vol ledig voor de praktijk geschikte machine ter hand genomen. Wij wensen beide Zeeuwse uitvinders succes toe met hun machines. Voor de boeren betekent dat een stap dichter bij de oplossing van het bietendun- probleem en voor hun zelf een stimulans om ook over andere problemen hun gedachten eens te laten gaan en eventueel met ideeën naar voren te komen. Ook losse dunelementen aan de toolbar van de trekker of achter paarden zijn schijnbaar op een paar plaatsen geprobeerd. Op de vraag naar welke richting de bietendun machines zich in de toekomst zullen ontwikkelen, dus naar de ronddraaiende of de heen en weer gaande systemen, kan momenteel geen antwoord worden gegeven. Zoals het op het ogenblik staat, zal het slingersysteem in ieder geval zijn plaats weten in te nemen. Op de vergadering van het Landbouwschap, waarop al deze problemen en machines met de gebruikers van dit jaar zijn besproken, is besloten dit najaar (ongeveer augustus-september) in Tholen nog een demonstratie met genoemde dunmachines te houden. Nadere bekendmakingen hierover vol gen echter nog. De bedrijfsgenoten worden er aan herinnerd, dat de opgelegde aanslagen voor de heffing van het Landbouwschap "behoudens enkele uitzonderin gen vóór 15 juli a.s. dienen te zijn betaald. Als men de aanslag nog niet heeft betaald is het aan te raden na te gaan welke vervaldatum op dit aanslagbiljet voorkomt. Ter voorkoming van misverstanden is het nood zakelijk, dat bij betaling het juiste registratienum mer wordt opgegeven, dat op het aanslagbiljet is vermeld. (Advertentie) C.B.-rassen zijn oogstzekere rassen i Verkrijgbaar bij de plaatselijke landbouwverenigingen. i snelgroeiend groenvoe- dergewas i geeft in 8 weken een fors bladrijk gewas i kan gemaaid worden (ook machinaal), i verdraagt enige weken matige vorst wordt graag door het vee opgenomen heeft gunstige invloed op vetgehalte van de melk zaaitijd 1020 augustus

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1956 | | pagina 5