NAAR ZUID-ENGELAND n OSn! ORGAAN VAN DE LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP ZEELAND BIJEENKOMSTEN DE DIJK IS DICHT 1947 1956 ZATERDAG 7 JULI 1956 4 5i DE BOERE Redactie: A. C. Breure, C. J. van Damme, M. de Jager, T. Lievense, M. Murre, Z. Poppe en M. Sanders Redactie-adres: Voor artikelen Groote Markt 28, Goes. Voor verslagen Goessestraatweg 4, Kapelle Bezoek aan de bekende kerk van Canterbury, over nachten in Folkstone en vandaar naar Londen. LEDENVERGADERING L. J. G. AFD. ZAAMSLAG. De L. J. G. afd. Zaamslag kwam op vrijdag 8 juni in vergadering bijeen. De voorzitter G. Dees opende de ver gadering met enige toepasselijke woor den en heette allen hartelijk welkom, in 't bijzonder Ir Bos, die een film voor ons vertoonde, en de keuringscommis sie van de bietenzaaiwedstrijd. De notulen werden onveranderd goedgekeurd en vastgesteld. Hierna gaf Ir Bos een toelichting op de film over het werk en het leven van een jonge boer op een akkerbouwbedrijf in Tho- len. Deze film liet ons duidelijk zien, dat de paarden sterk verminderd zijn en de mechanisatie enorm toegenomen is. Daar een boer zich in alles op de hoog te moet stellen om een bedrijf te leiden, is vakmanschap een eerste vereiste. De voorzitter bracht na het vertonen van deze film Ir Bos hartelijk dank voor het gebodene. Hierna werd gepauzeerd. Na de pauze, gaf de voorzitter de keu ringscommissie het woord, waarover de heer J. de Regt een nauwkeurig ver slag uitbracht. Het aantal te behalen punten was 50. Spreker zeide, dat het keuren moei lijker was geweest dan vorig jaar, om dat allen zeer dicht bij elkaar lagen met de punten. Gelukkig heeft een Canade se boerenzoon, Don Frazer, een helpen de hand geboden. Er is gekeurd op: rechtrijden, rijen- afstand, aansluitingen, inzetten en stoppij pen. De uitslag was als volgt: le prijs: H. de Regt, 48p., een be ker van de heer C. Vermeulen te Groe- de; 2e prijs: G. Dees, 47% p., een beker van de L.J.G. afd. Zaamslag; 3e prijs: Jac. de Bruijne, 45% p., een beker van de firma J. van Dixhoorn te Terneu- zen; 4e prijk: H. J. Dieleman, 44% p., een medaille van de Streek der Z.L.M.; 5e prijs: Jo Haak, 44 p., een medaille van de heer Sturm, Vedol Olie, te IJzen- dijke; 6e prijs: Ax-n. Dieleman, 43 p., een automatische asbak van de firma M. J. Verlinde te Zaamslaag; 7e prijs: D. Dekker, 42 p., een medaille van de J. Verlind© te Zaamslag; 7e prijs: D. Dees, 41% p., een medaille van de heer Sturm, Vedol Olie, te IJzendijke; 9e prijs: A. Nijssen, 41 p., een medaille van de L.J.G. Streek Oost Zeeuws-Vlaande- ren en de 10e prijs: Jo Koster, 40% p., een medaille van de firma Gebr. Schie man te Axel. De voorzitter dankte de keuringscom missie, bestaande uit de heren J. de Regt, A. Dees en C. Maris, voor het weik en de tijd, die zij eraan opgeof ferd hebben. Hij bood hun ieder een doos sigaren aan. Hierna werden de zaaiers met hun prijzen gefotografeerd. Bij de rondvraag zette de voorzitter het doel van de bietenkweekwedstrijd uiteen, waarvoor zich direct 8 leden opgaven. Zeer de aandacht trekkend met onze prachtige touringcar, welke wel zeer opviel tussen het minder luxieuse En gelse wagenpark, kwamen we in Can terbury aan. Een stadje met enorm smalle straat jes en weinig parkeermogelijkheden, die we pas na 10 minuten rondtoeren konden vinden. We „stegen" zo spoedig mogelijk uit de bus, benieuwd om met het Engelse volk kennis te maken en onder leiding van een inmiddels gearriveerde gids de kerk van Canterbury te bezichtigen. Het stadje was vol van touristen, die evenals, wij ook de kerk als doel had den. Inmiddels waren we op het plein aangekomen, waar de kerk stond. We konden ons bij het zien van dit grootse en imposante bouwwerk uit de ll/12e eeuw niet onttrekken aan de indruk welke dit op ons maakte. Deze kerk, waarvan Koningin Eliza beth de verdedigster is en waar ook de Aartsbisschop zetelt, is een bouwwerk waarvan vorm en stijl, respect en be- wondeiing afdwingen voor de bouwers. Onze gids, een grijs en bejaard man, gaf een wenk dat we hem moesten vol gen, terwijl hij fluisterend mededeelde dat hij niet in de kerk mocht spreken; iets wat ons verwonderde omdat hij ook buiten de kerk niets had verteld. Stil betraden we de kerk, welke vol was met getuigenissen van Engelands historie, graftombes van Engelse hel den, schitterende koren, de welig sie rende beeldhouwkunst en de prachtige gebrandschilderde ramen. De tijd was te kort om lang in deze zeer oude kerk te vertoeven. Toen we haar dan ook verlieten met inmiddels gekochte souvenirs, hadden we het ge voel iets groots met een diepe mense lijke achtergrond te hebben gezien. We keerden met de gids welke we omdat hij zo geleek op een Vlaamse be kende, sir Levien hadden genoemd terug naar de bus waarmee we recht streeks naar Folkestone zouden vertrek ken. Folkestone, een enorm heuvelachtige kuststad met 50.000 inwoners, inge steld op tourisme, was de uitgekozen plaats om te overnachten. Spoedig stonden we dan ook voor gasthuis St. Andrews, dat er nu niet bepaald aanlokkelijk uitzag. Sir Levien deelde mede, dat dit vroeger een non nenklooster was geweest, waarvan St Andrews het hoofd was. In 1939 is het gekocht door een so cialistische instelling dat er een gast huis van heeft gemaakt. De vroegere kapel is thans ingericht tot toneel en danszaal, iets waarover de meningen van ons gezelschap nogal uiteenliepen. We kregen een 4-persoonskamer toe gewezen, waardoor ons drietal een vier tal werd met vriend Alouies, eveneens uit Axel. Al spoedig ging de gong voor ons eerste Engelse diner. Enigszins verontrust door de geruch ten, welke we thuis hadden vernomen, „dat het Engelse eten niet om te eten is", begaven we ons ter tafel. De bediening bestond uit Duitse dames, die ontzaglijk snel af en aan lie pen en welke hier waarschijnlijk met vakantie vertoefden. Hun gedrag deed ons wel even aan de „oude discipline" denken. Het diner viel echter mee: soep, lamsvlees, aardappelen (dure Holland se), bruine bonen, appelmoes, ijs met vruchten en achterna koffie. Gesterkt door de Engelse maaltijd stapten we gevieren op voor een be zoek aan Folkestone. De typische Engelse woonhuizen met hun leien en de weinige gordijnen, doen de Nederlander enigszins somber aan. De winkels z\jn minder aantrekke lijk, mede oorzaak van geringere pro paganda en reclame. Tengevolge van de enorme steile straten, welke we slechts in „de eerste versnelling" konden beklimmen, deed zich al gauw de behoefte aan een fris se dronk gevoelen. We keken dan ook moeizaam klimmend uit naar een of an dere Engelse bar, welke ons in deze kon voorzien. Onze schrandere Alouies was de eerste opmerker en al spoedig stonden we voor een bar. Het eigenaardige was wel dat de in gang bestond uit drie afzonderlijke deu ren, waarop achtereenvolgens stond: public, privé en saloonbar. Welke deur moesten we nu nemen? Teneinderaad menende, dat we toch onder publiek vielen, namen we de pu- blic-deur. Het viel ons op dat het er klein en vuil was, terwijl het gezel schap me steeds aan m'n met enkele Engelse ponden gevulde portefeuille deed voelen. De ober, die er evenmin gunstig uitzag en er een buitensporige neus op na hield, bediende ons van Engels licht en donker vatbier. Het op bier gelij kende vocht scheen volgens Jac. te be staan uit geconcentreerd Noordzeewa ter. Nadat Alouies met veel geharre war over het Engelse geld had afge rekend, verlieten we snel het bier voor water achterlatend deze Engel se bar. Later kwamen we tot de ontdekking dat de drie deuren betrekking hadden op het standenverschil. De public-deur was nl. voor de „ge wone" man, de privé-deur voor de „bur ger" en de saloon-deur voor de „rijke". Op het laatst leefden we dan ook ge- In verband met de geringere omvang van het Zeeuws Land bouwblad in de maanden juli en augustus is het mogelijk dat „De Boerenjeugd" in deze maanden wat onregelmatiger zal verschij nen. De inzenders van berichten die nen er dus rekening mee te hou den dat de kopy wel eens een week kan blijven liggen. RED. durig boven onze stand, omdat we steeds in saloonbar gingen. Later op de avond bezochten we nog de automatic- kermis en de rolschaatsbaan. Onder leiding van Alouies liepen we daarna nog een half uur om, voordat we weer het St Andrews gasthuis be reikten. Om ±11 uur, nadat de laatste aan tekeningen gemaakt waren voor „De Boerenjeugd", en de kaarten waren ge schreven naar familie en/of een intie me vriendin, begaven we ons terwijl we in de verte onder ons het monotone geruis van de branding konden horen al gauw in Morpheus armen. Om 6.30 uur werd er gewekt en we be gaven ons al gauw naar het Engelse ontbijt, dat nogal vreemd aandeed. Eerst zgn cornflakes, waarvan de eer ste aanblik deed denken aan gedroogde pulp (de smaak viel echter mee). Daar na een gebakken ei met ham en erw ten, een paar sneetjes geroosterd brood (brood is schijnbaar nog op de bon) en verder natuurlijk de bekende „slappe" Engelse thee. Direct daarna werd er gestart met als doel, bezoek aan enkele schapenbe- diijven en het proefbedrijf in Sitting- bourne, waarna we 's avonds in Londen zouden arriveren om aldaar donderdags en vrijdags in het Camborn-hotel te overnachten. (Wordt vervolgd.) AAN WALCHEREN. De dijk is dicht, Walcheren, je kunt weer werken. Je kunt weer bouwen en verbouwen gaan. Eens zullen op jouw wijde vlakke velden de ruisende gerst en tarwe staan. Eens, in de toekomst zul je worden, dat wat je voor de doorbraak bent geweest. Walcheren, jouw mensen willen werken, eendrachtig saam en met een sterken geest. Eens ben je weer het oude eiland Walcheren met je vriendelijk pinkend vuurtorenlicht Nu kan het lied van de arbeid alom klinken, want, God dank, de dijk die is weer dicht. Walcheren, je dijken waren weer kapot geslagen, niet door oorlogsgeweld, maar door de wrede zee. En overal zagen wij het woordloos klagen, veroorzaakt door dit barre wee Maar zie, de stormen kwamen en zij gingen. Legden zich neder over de zee en 'tland. Wederom liet het water zich bedwingen. Weer nam je volk, de ploeg ter hand. Weer kwamen akkers klaar met gouden koren. Weer liep het vee te grazen in de wei. En 't vuurtorenlicht straalde als nooit te voren vertrouwend over zee en een nieuwe dijkenrij. Nu is het eiland Walcheren weer herboren, uit louter water, lucht en zand Schoner en sterker dan ooit te voren. Rijst de onwrikbare Leeuw boven 't nieuwe land. Someren. (N.-Br.) MARIE KRUYF.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1956 | | pagina 11