DE VLEESPOSITIE VAN NEDERLAND. Groei in verscheidenheid. Bond van veefokkers op Schouwen-Duiveland ZATERDAG 23 JUNI 1958 Rede van de heer JOH. DE VEER, voorzitter van het productschap voor vee en vlees, gehouden op de Algem. Vergadering JVfEDERLAND is een exporterend land van agrarische produkten. 11 Daarom moeten wij kunnen concurreren in kwaliteit en in prijs. Met de huidige welvaart is de levering van kwaliteitsprodukten een eerste vereiste. Nederland heeft een goede naam en wij kunnen trots zijn op onze boeren en tuinders, maar ook het buitenland gaat steeds vooruit. Willen wij onze voorsprong bewaren, dan zullen wij aan de kwaliteit alle aandacht moeten bestedep. Bij de uitvoer van fokvee was in 1952 en 1953 van de 11.000 uitge voerde dieren 30 stamboekvee en 70% gebruiksvee; in 1955 werden 33.500 dieren geëxporteerd, waarvan 70 stamboekvee en 30 ge bruiksvee. Aan de gezondheidstoestand worden steeds grotere eisen gesteld en in ieder geval moeten de dieren geënt zijn tegen mond- en klauwzeer en vrij van tuberculose en abortus zijn. Bij het mond- en klauwzeer heeft men de verplichte enting in het voor jaar, maar in de herfst moet men voorzichtig zijn met het aankopen van kalveren en is enting in de herfst aan te bevelen. Voor de abortusbestrijding bestaat nog geen nationaal plan: in het oosten van het land is men begonnen om via de Zuivelfabrieken de veestapels met subsidie voor uitgestoten besmette dieren te saneren. De geschiedenis van de tuberculosebestrijding herhaalt zich. De oostelijke provincies gaan zich saneren en de kopende westelijke provin cies gaan zich besmetten, tenzij men dieren aan koopt, waarbij de t.b.c.-verklaring is voorzien van een stempel, dat het betreffende dier abortus- vrij is. Vooral de bedrijven, die naast mestvee fokvee hebben, wordt dringend aangeraden uitsluitend abortus-vrij vee aan te kopen. DE VLEESPRODUCTIE IS OPGELOPEN. De totale vleesproductie is van 396.000 ton in 1950 opgelopen tot 554.000 ton in 1955; de rund veeproductie steeg van 133.000 ton in 1950 tot 205.000 ton in 1955, De binnenlandse consumptie steeg in deze jaren van 358.000 ton tot 433.000 ton. Er is een toenemende vraag in het binnenland en in het buitenland naar vers mager vlees tegen hoge prijzen. Zowel bij koeien als bij varkens is uitsluitend een vraag naar mager vlees, terwijl spek en vet alleen voor zeer lage prijzen zijn te verkopen. De Nederlandse veestapel is niet alleen zeer pro ductief als melkvee, maar levert ook vlees, dat naar de huidige smaak zeer gewild is. Voor de vleesvoorziening is het roodbonte veeslag het meest geschikt. Daarna de blaarkoppen, maar zeker ook de zwart-bonte, mits men deze niet te vet laat worden en tijdig aflevert. Er is de laatste tijd veel te doen geweest over de hoge rundvleesprijzen. Het consumentencontactorgaan, gevormd door de consumentenbond en de vakbonden, verlangden maatregelen. Daardoor begon de pers zich met de kwestie te bemoeien, ook het Ministerie van Econo mische Zaken, maar het Productschap voor Vee en Vlees heeft in zijn laatstgehouden vergadering besloten voorlopig geen maatregelen te nemen. DE PRIJS VAN HET RUNDVLEES. De stijging van de rundvleesprijzen had verschil lende oorzaken. Ie. De verliesgevende mesterij in de winter 1954/ '55 hetgeen ook blijkt uit het rapport van het Zeeuwse Veeteeltconsulentschap waar door minder koeien zijn opgezet. 2e. De geringe hoeveelheid rundvlees, die uit de herfstuitstoot van 1955 is ingevroren, daar men aan de invries van 1954/'55 eveneens had ver loren. 3e. De toegenomen consumptie van vlees, die in het eerste kwartaal van 1956 124.000 ton be droeg tegen 110.000 ton in 1955, dus een stij ging van 13 De vraag van het publiek richtte zich in het bij zonder naar de fijnere soorten rundvlees, waar door deze sterker in prijs opliepen. De consumentenprijzen liepen van 1954 tot 1956 op voor biefstuk met 98 cent, voor doorregen lap pen met 40 cent en voor gehakt en poulet met 16 cent. Met de toenemende vraag naar mager rundvlees, zowel in het binnen- als in het buitenland, lijkt mij een uitbreiding van de rundvleesproductie mogelijk en rendabel. Nederland is door zijn ligging in staat om met koelwagens vers vlees door geheel Europa te vervoeren en wij zien dan ook een toenemende vraag naar verschillende landen, zowel naar vlees als naar eerste kwaliteit slachtvee. De vraag is, welk prijspeil nodig is om tot een rendabele mesterij te komen. Een mestproef van 12 roodbonte stiertjes tot de leeftijd Van 1 jaar gaf de volgende opstelling van kosten: Gemiddeld per stuk: Aankoopkosten 65, Melk- en ondermelk 150, Krachtvoerkosten 215, Ruwvoederkosten 115, Weidegeld over 3 maanden 40, Verzekering- en veeartskosten 40, Renteverlies 13, Slachtveeverzekering 7, Totale directe kosten 645, Arbeidsloon 56 uur 1,70 95, Kosten onderhoud en afschrijving gebouwen 40, Totaal 780,— De dieren wogen geslacht gemiddeld 247 kg, zo dat de productiekosten 3,16 per kg koud geslacht gewicht bedroeg. De opbrengst was 825,of 3,34 per kg, zo dat de winst 45,in totaal, 0,18 per kg, of 5,7 bedroeg. De proef in Zeeland op de Scheldemonden te Bruinisse van 9 koeien gaf bij een gemiddelde ver koopprijs van 2,90 een verlies van 379,21. Waren deze koeien verkocht tegen een prijs van 3,34, dan zou dit een meerdere opbrengst hebben ge geven van 1.323,08, dus een winst van 943,87, of 10 van de kosten. Bij de proef op het bedrijf van de heer Bom te Colijnsplaat was de opbrengst per kg geslacht ge wicht ook ongeveer 2,90. Omgerekend tegen 3,34, zou dit een opbrengstvermeerdering hebben gegeven van 2.716,12, waardoor, gerekend met een verlies van 560,10, de winst zou zijn 2.156,02, of ruim 11 Hoewel het moeilijk is een bepaalde conclusie te trekken, daar de aankoop een zeer belangrijke factor is, moet toch aangenomen worden, dat de slachtveeprijzen in de mestperiode zich zullen moe ten bewegen tussen 3,25 en 3,50 geslacht ge wicht. Voor een goede voorlichting van de consumen ten is het zeer aan te bevelen deze proeven en be rekeningen voort te zetten. VARKENSSTAPEL VAN WEINIG BELANG. De varkensstapel is in Zeeland niet van over wegend belang, maar ook hier is het parool vlees en geen vet. Aan het type varken met een goede vlees-vet verhouding moet alle aandacht worden besteed, terwijl aflevering op een te zwaar gewicht boven 125 kg moet worden ontraden. De vooruitzich ten voor de varkenshouderij lijken, na de lage prij zen in het afgelopen jaar, gunstiger. Ook aan het voederverbruik mankeert nogal eens iets. Uit een ingesteld onderzoek in Friesland bleek per kg groei gemiddeld 4 kg voeder te worden ver bruikt. Bij de L. E. I.-bedrijven was dit gemiddeld 3,84 kg, bij de selectie-mesterijen 3,36 kg. Indien men een te hoog voedergebruik consta teert, is het aan te bevelen overleg te plegen met het Veeteeltconsulentschap. SCHAPENHOUDERIJ ZEER LONEND GEWEEST. De schapenhouderij is de laatste jaren zeer lonend geweest en de exportmogelijkheden laten zeker een uitbreiding van de schapenstapel toe. Moeilijkheden met leverbotziekte kunnen worden opgevangen door het bespuiten met D.N.C. of het strooien van zout, waarover de Landbouwvoorlieh- tingsdienst inlichtingen kan verschaffen. PAARDENSTAPEL VEROUDERT. De paardenstapel krimpt nog steeds in; 241.000 in mei 1954 en 220.000 in 1955. Maar de paarden stapel veroudert ook in sterke mate. Waren er in 1953 27.500 paarden van 12 jaar en ouder, op een kleinere paardenstapel zijn het er nu 50.000. In diezelfde jaren zijn de paarden van 5 tot 8 jaar teruggelopen van 80.000 in 1953, tot ruim 40.000 thans. De uitvoer neemt daarentegen toe; in 1954 werden 1421 paarden geëxporteerd, in 1955 2218. Tot 2 juni 1956 1082 tegenover 677 in dezelfde periode van 1955. Daarbij komt, dat de'slachtpaarden hoog in prijs zijn, daar het steeds moeilijker wordt slachtpaarden te importeren. Deze factoren wijzen in de richting, dat de paardenstapel moet worden uitgebreid en het fokken van paarden weer lonend zal worden. 40 Jaar Eiland Walcheren" De vooroorlogse „bestelverenlgingen" zijn in 40- jaar tijd uitgegroeid tot het machtige lichaam ^Eiland Walcheren", dat niet alleen op het gebied van aan- en verkoop een ruime verscheidenheid van produkten en benodigdheden kent, doch ook een aantal dienstbedryven, die de leden helpen hun pro dukten zo goed mogelijk op de markt te brengen. De ongeveer 1000 leden, die zorgen voor de jaar- omzet van ongeveer 5 miljoen gulden, hebben daar door een verlengstuk van hun bedryf gekregen dat niet meer gemist kan worden. Op 24 juni 1916 werd op initiatief van wijlen de heer C. Zwagerman de Coöperatieve Landbouwver- eniging „Eiland Walcheren" ter overkoepeling van de dorpsverenigingen opgericht. Heden ten dage beschikt deze vereniging op het 2yz ha grote terrein over een kunstmestloods, die 2500 ton kan bevatten, een graanschuur van 18 bij 36 meter met moderne machines en voorraad, bun« kers, een hooi- en stroloods van 65 bij 18 m en een aardappelkoelhuis met een capaciteit van 1500 ton, waaraan een aardappelsorteerloods van 25 bij 15 m. Evenals de grote graansilo en het Coöperatief Peulvruchtencentrum, is het aardappelkoelhuis in feite een zelfstandige vereniging. Doch de banden die met deze verenigingen bestaan zijn zó nauw, dat een scheiding moeilijk aan te brengen is. De in 1947 gestichte groenvoederdrogerij is we gens gebrek aan grondstof opgeheven en als werk plaats ingericht. Het is een van de vele dienstbedrij- ven die deze Coöperatie kent en waarvan wij nog noemen: malerij en mengerij, graan drogen en scho nen, ontsmetten, aardappels sorteren, hooi en stro persen, inkuilen, zakken stoppen en loslaat- en over slagbedrijf. Zo kan men deze goed geoutilleerde coöperatie zien als een lichaam dat vooral na de oorlog activi teiten heeft ontwikkeld op die gebieden die moeilijk voor de individuele boer te betreden zijn. Moge in de komende periode dit machtig bolwerk van de Walcherse land- en tuinbouwers een verdere groei in verscheidenheid beleven. Op 29 mei j.l. kwam de oprich. ting tot stand van de „Bond van veefokkers op Schouwen Duive- land". In het bestuur hebben zitting de volgende personen: A. Hanse; A. Meerdink; L. M. Moermond; E. Verburg; J. der Weduwen; H. A. v. d. Werf. Het ontstaan van deze organisatie is vanzelfspre kend het gevolg van de gunstige ontwikkeling, die de laatste jaren in de veehouderij is opgetreden. Deze ontwikkeling kenmerkt zich vooral door 2 factoren 1. een vrij gunstige tendens in de export van het vee; 2. een steeds grotere vraag naar stamboek- en stamboekwaardige dieren. Het is bekend, dat de export voor ons land van grote betekenis is. Nu de gehele Nederlandse rund veestapel t.b.c.-vrij is en men met de arbortus-be- strijding is begonnen, mag men aannemen, dat de afzet van ons vee naar het buitenland ook in de toe komst een vrij stabiele mogelijkheid zal bieden. Met de jaarlijkse aanvulling van jong fokmateriaal in eigen land en de bovengenoemde export-mogelijk heden, is in de vraag naar goede fokdieren de ko mende jaren geen daling te verwachten. Het is dan ook toe te juichen, dat men ook op Schouwen wil komen tot een organisatie, waardoor en waarmee een opvoering van de produktie en kwalitatieve verbetering van de fokdieren mogelijk zal blijken te zijn. Uiteindelijk kan Schouwen-Duive land een gebied worden, waar exporteurs en hande laren het door hun vereiste rundvee kunnen vinden. Het eerste werkterrein van de nieuwe bond van veefokkers ligt in de organisatie van de Fokveedag 1956, welke waarschijnlijk in september a.s. te Zie. rikzee zal worden gehouden. Voor iedere veehouder kan een fokveedag zeer nuttig zijn. Men ziet zowel de gebreken als de mogelijkheden. Veehouders, wanneer men straks een verzoek tot U richt om Uw goede dieren te laten registreren voor deze fokveedag, aarzelt dan niet U als inzender van een of meer dieren te laten inschrijven. Zeer waarschijnlijk zullen hiervoor alleen in aan merking komen zij die zich hebben aangesloten of willen aansluiten bij de nu bestaande bond. De contributie, verbonden aan dit lidmaatschap bedraagt 5,per jaar, per lid. Ook niet-veehouders kunnen de bond financieel steunen. Het donateursgeld is vastgesteld op tenminste 2,50 per jaar, per lid. Voor verdere inlichtingen wende men zich tot on derstaand adres of tot de reeds eerder genoemde bestuursleden. Het spreekwoord „Eendracht maakt macht" is cok hier van toepassing. Succes gewenst en tot ziens op de fokveedag 1958. Secr. H. A. v. d. WERF, Kerkplein 22 Tel. 138 Oosterland.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1956 | | pagina 5