rAARP'£N5PORT—m 341 DE KOMENDE WETTELIJKE OUDERDOMSVOORZIENING DUITSE POOTAARDAPPELEN BRANDNETELS en BRAAMSTRUIKEN LANDBOUWBUREAU WIERSUM - GRONINGEN ZATERDAG 2 JUNI 1956 Toen de beide Kamers der Staten-Generaal in 1947 zonder hoofdelijke stemming de Noodwet Ouder domsvoorziening aanvaarden een noodwet, wel ke in de volksmond weldra uitsluitend werd ge noemd naar zijn initiatiefnemer dr Drees was een belangrijke stap gezet op de weg naar oplossing van het probleem „oud en arm". Een der belangrijkste kenmerken van de Noodwet was het ontbreken van de verzekeringsgedachte. Uit de staatsmiddelen, d.w.z. zonder dat hiervoor premie werd betaald, werden aan hen, die de leef tijd van 65 jaar hadden bereikt en die niet over vol doende eigen inkomsten beschikten, uitkeringen verstrekt. Hoewel de uitkeringen van betrekkelijk bescheiden omvang bleven, betekenden zij toch een zekere garantie voor een minimum toestaan, terwijl het bezwaar van de beperkte kring van verzeker den, zoals de Ouderdomswet van 1919 die kende, was opgeheven, doordat iedere Nederlander voor de uitkeringen in aanmerking kwam. Meer dan een „noodwet" was de „Drees-regeling" echter niet en sterk waren de bezwaren, die zich in de praktijk ten aanzien van de aftrek van de eigen inkomsten deden gevoelen. De aftrek van deze eigen inkomsten leidde er immers toe, dat de spaarzin en het zuinig-zijn voor de oude dag werden gestraft. De Noodwet, die ook momenteel nog van kracht is, doordat haar werkingsduur enkele malen werd verlengd, zal waarschijnlijk per 1 januari 1957 wor den vervangen door de definitieve wet, die inmid dels door beide Kamers der Staten-Generaal is aan vaard. Kort geformuleerd, komen de hoofdpunten uit de nieuwe wet op het volgende neer: Grondslag van de wet is de verplichte verzeke ring; d.w.z. dat in principe iedere Nederlander pre mie zal moeten betalen, teneinde na het bereiken van de 65-jarige leeftijd het recht tot uitkering te verkrijgen. De uitkeringsregeling geldt voor alle ingezetenen, voor gelijke bedragen, ongeacht de bron en de hoogte van eigen inkomsten. Het eerste betekent, dat geen enkele vorm van eigen inkomsten ook niet die inkomsten, die een gevolg zijn van particu lier gesloten verzekeringen recht geeft op vrij stelling. Het tweede betekent, dat de millionair evengoed als de berooide zwerver zijn ouderdomsuitkering ontvangt. Gemeenteclassificatie vindt niet plaats. Een steen des aanstoots van de Noodwet is hiermede wegge nomen. Het bodempensioen een aanvaardbare bena ming voor de uitkeringen is wisselend en wordt aangepast aan het loon- en prijsniveau. Bij het loon. en prijspeil, dat ten tijde van het indienen van het wetsontwerp gold, zullen de uitkeringen bedra gen 1.338,voor een echtpaar en 804,voor on- gehuwden. Door de hoogte van het bodempensioen te laten variëren de uitkeringen worden n.l. ver hoogd of verlaagd als de z.g. regelingslonen met 3 of meer stijgen of dalen is het gelukt een in koopkracht gelijkblijvend bodempensioen in uit zicht te sfellen. Maar zoals alle medailles heeft ook deze medaille een keerzijde, want het is zonder meer duidelijk, dat de nodige middelen voor deze regeling ook door de gehele Nederlandse bevolking moeten worden opgebracht. De wet gaat ervan uit, dat ieder in beginsel pre. mie zal moeten betalen. Gehuwden, die minder dan 2.100,per jaar verdienen (ongehuwden 1.500, per jaar) zijn echter vrijgesteld van premiebetaling; bedraagt het inkomen minder dan 3.100, (ƒ2.500,voor ongehuwden) dan wordt een gelei delijk oplopend percentage geheven; voor inkomens tussen de 3.100,en 6.000,bedraagt de premie voorshands QV2 a 7 van het inkomen. Inkomens groter dan 6.000,worden niet zwaarder belast dan volgens de norm van 6.000,—. Het lijkt waar schijnlijk, dat een gehele of gedeeltelijke looncom- pensatie de betaling der premie door de niet-zelf- standigen mogelijk zal moeten maken. Door het laten vervallen' van de vereveningsheffing hoopt men deze looncompensatie voor de werkgevers mo gelijk te maken. (In de toelichting tot het wetsont werp wordt zeer laconiek opgemerkt, dat voorzover de loonsverhoging uitgaat boven de 4 vereve ningsheffing, die vervalt... de ondernemers zullen trachten en er ook in zullen slagen dit verschil in de prijzen hunner produkten of diensten door te berekenen!) Tot zover de hoofdpunten uit de Wet op de Al. gemene Ouderdomsverzekering. Deze export was in 1955 20 kleiner dan in 1954, terwijl in 1954 reeds: een achteruitgang van 14 in vergelijking met 1953 viel te constateren. De reden hiervan schijnt niet zozeer te zitten in de prijzen, doch eerder in de verhouding tussen binnen- en buitenlandse markt. Terwijl de export prijzen daalden, stegen de binnenlandse prijzen aanzienlijk. Wat zijn nu de belangrijkste gevolgen van deze wet voor de Nederlandse boer en tuinder? Zoëven noemden wij al een waarschijnlijk gevolg ten aan zien van het prijsniveau. Deze „doorberekening" zal door de Nederlandse agrariërs minder eenvou dig kunnen worden uitgevoerd, dan in andere sec toren van het economisch leven, omdat de wereld markt voor tal van agrarische produkten langza merhand het karakter aanneemt van een overschot- tenmarkt. Wij stellen ons dan ook voor, dat de standsorganisaties de kostenstijging, die uit invoe. ring van de ouderdomsverzekering voortvloeit, vol ledig in de garantieprijzen doorberekend willen zien, al is hiermee het vraagstuk uiteraard niet vol ledig opgelost. De invoering van de ouderdomsverzekering zal voor het gehele land het vraagstuk van de „door stroming" waarschijnlijk eenvoudiger maken. Wij doelen hier op het verschijnsel, dat tal van oudere boeren lang veelal te lang hun bedrijf vast houden, gedeeltelijk omdat de middelen ter verzor ging van de oude dag ontbreken. De kansen voor de duizenden jongeren, die vaak al jarenlang op een bedrijf wachten, zullen ongetwijfeld toenemen. Bovendien kan gemakkelijker een oplossing wor den gevonden voor het verschijnsel der samenwo ning, zoals dat in het oosten van ons land op nog vrij grote schaal voorkomt en waardoor een ratio nalisatie van het bedrijf veelvuldig wordt belem merd, nog afgezien van de spanningen, die ook anderszins vaak tussen jong en oud optreden. De Nederlandse boer, die vóór 1940 slechts op bescheiden schaal tot het zelfstandig afsluiten van levensverzekeringen kwam, is in en vooral na de tweede wereldoorlog veel meer „verzekeringsmin- ded" geworden en vele tienduizenden agrariërs heb ben in de afgelopen jaren een, zij het vaak beschei den voorziening voor de oude dag en het gezin op gebouwd. Zal het gevolg van invoering der wette lijke ouderdomsvoorziening nu niet zÜn en deze vraag is volkomen logisch dat de geneigdheid tot het zelfstandig afsluiten van verzekeringen sterk zal afnemen? Hoe onwaarschijnlijk het op het eerste gezicht moge klinken, toch geloven wij niet, dat de geneigdheid tot het afsluiten van ver zekeringen zal verminderen. Het tegendeel zou wel eens het geval kunnen zijn. Wij gronden deze ver onderstelling op de volgende omstandigheden De wettelijke regeling geeft slechts een bodem pensioen, afgestemd op het meest noodzakelijke aan voedsel, kleding en huisvesting. Het wordt aan de zelfwerkzaamheid van de individuen overgelaten door eigen voorzieningen dit minimum te brengen op een niveau waarbij men enigermate behoorlijk kan leven. (Wij gebruiken hier niet onze eigen woorden, maar toijna letterlijk de toelichting van de Regering bij het wetsontwerp). De wettelijke regeling voorziet uitsluitend in een stukje oudedagsvoorziening. Het blijft geheel een particuliere aangelegenheid of en hoe men de ver zorging van het gezin bij eventueel overlijden wil regelen. De al sterk gegroeide gezindheid ten aanzien van het moderne sparen, zoals de verzekering wel wordt genoemd, zal verder toenemen, doordat ieder indi vidu voortaan met de verzekering in aanraking komt en de ontoereikendheid van de wettelijke re geling zal onderkennen. Onder het huidige fiscale stelsel biedt de verzeke ring een relatief uiterst goedkope combinatie van sparen en risicodekking. Betekent dit, luisteraars, een pleidooi voor het ongelimiteerd afsluiten van verzekeringen? Zeker niet, want men zal ook nu al ernstig rekening moeten houden met de premie last van de wettelijke ouderdomsvoorziening en men zal het totaal van de premie-uitgaven moeten af stemmen op 'n niveau, waarvan men mag verwach ten, dat men het kan blijven dragen. Bovendien doet men er goed aan, de vorm van verzekering zodanig te kiezen, dat een relatief belangrijk deel gezins verzorging wordt gecombineerd met een relatief minder belangrijk deel voor aanvullende oudedagsvoorziening. De Regering is eveneens van mening, dat het zelfstandig verzekeren niet zal worden afgeremd. In de toelichting op het wetsontwerp schrijft zij n.l. het volgende: „Het is niet onwaarschijnlijk, dat de invoering van Domburg komt nu snel nader. Het programma is al ter perse; de inschrijvingen laten niets te wen sen over. Als het weer geen spaak in het wiel steekt, zal Domburg een machtige demonstratie van onze geliefde levende have te zien geven. De landelijke ruiters hebben al een oefen-con cours achter de rug en wel op Tweede Pinksterdag in Dordrecht. De Oranjeruiters en de rijvereniging Walcheren lieten nette verrichtingen zien, maar vielen door de grote deelname buiten de prijzen. A. Crucq hield de eer van Walcheren hoog, door bij de individuele dressuur de tweede prijs te win nen, en v. d. Slikke had bij het barrière-springen succes door tussen de sterke burgerruiters ook de tweede plaats te bezitten. Als ik het goed gevolgd heb, was dit zijn tweede concours dit jaar en had hij in Bennekom ook al fraaie successen geboekt: eerste prijs dressuur en zesde bij het lichte spring, concours met een foutloos parcours. En vandaag is de jeugd aan het oefenen in Nieuw- en St. Joosland. Het streekcohcours voor de jeugd heeft ook niet te klagen over belangstel ling. We zien met veel verwachtingen deze wed strijd tegemoet. En nu nog iets heel anders. We lazen in de Plat telandspost van 24 mei dat in de bestuursvergade ring van het produktschap voor Vee en Vlees op 15 mei het probleem van de hoge slachtprijzen aan de orde is geweest. Ook de grote behoefte aan paardenvlees was voor de slagers een reden om aan te dringen op stopzetten van de uitvoer van paarden, evenals die van slachtvee. Weliswaar mo gen slachtpaarden niet worden uitgevoerd, maar België, en thans ook Frankrijk, koopt hier geregeld dikbevleesde paarden, die als werkpaard ons land verlaten, maar die ongetwijfeld in hun nieuwe va derland spoedig voor de slachtbijl gaan. „Zet die uitvoer van de beste onzer slachtpaar den toch stop, want ze wordt niet opgevangen door de invoer van zeer lichte slachtpaarden uit Hon garije, Joegoslavië en enkele betere uit Denemar ken", aldus betoogden de paardeslagers bij het Produktschap. De voorzittter zag geen kans op grond van de bestaande overeenkomsten met België de uitvoer van paarden tegen te gaan. Gaat men de van hier betrokken paarden daar slachten, dan is hier niets tegen te doen. Hier te lande worden ook genoeg paarden geslacht, die voor het werk nog goed ge schikt zijn. Het is een gelukkige omstandigheid dat er uit voer van paarden is, al zouden we liever zien, dat deze paarden ook werkelijk voor het werk bestemd bleven. Op de algemene vergadering van ons trekpaar denstamboek is ook de invoer van paarden ter sprake gekomen. De heer Wagenvoort heeft daar medegedeeld dat er grote kans bestaat, dat de invoer geheel verboden zou worden in verband met een nieuwe zeer besmettelijke paardenziekte. Hoe het nu met die ziekte zit, weet ik niet, maar het zal wel niet zo erg zijn, want de balans slaat nu naar de totaal andere kant uit: geheel vrije invoer zonder beper kende bepalingen. We zijn erg benieuwd, waar de balans in rust komt! Tot de volgende keer. TOONTREDER. de wettelijke ouderdomsverzekering een stimulans zal betekenen voor het treffen van aanvullende par ticuliere voorzieningen". Als bewijs hiervoor wordt de ontwikkeling in de Verenigde Staten genoemd. Wij kunnen dichter bij huis blijven en dit in dubbele betekenis door te wijzen op de ontwikkeling in En geland. De Mutual Farmers' Insurance Society of the Farmers Union de onderlinge boerenverzeke- ringsmaatschappij van de Engelse Boerenbond heeft haar ledental en haar verzekerd kapitaal met grote sprongen zien stijgen na de invoering der wettelijke ouderdomsvoorziening in dit land. Er is geen enkele grond voor de veronderstelling, dat de reactie van de Nederlandse boer anders zou zijn dan die van zijn collega in Engeland en tal van andere landen. (Uit de A. V. R. O. rutoriek „Voor het platteland" 1 y C kt "V A 1i I II:I 1i Ji kunt U radicaal bestrijden door toepassing van ons middel I racist i u leverancier of (Advertentie).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1956 | | pagina 5