Wat kan mijn zoon worden?
De rijtoer door Walcheren
Programma voor de Z. L. M.-dagen
339
ONTHEFFING VAN DE
VRUCHT WISSELIN GBEPALIN GEN
TEELT VROEGE AARDAPPELEN
DENK NOG STEEDS OM DE
RUNDERHORZEL
De tentoonstelling is op 21,22 en 23 juni
vanaf 9 uur geopend.
De nieuwe naam voor bekende
zaken
ZATERDAG 2 JUNI 1956
EEN FUNCTIE IN DE SECTOR VAN DE DIERZIEKTEBESTRIJDING.
TN de na-oorlogse jaren heeft de georganiseerde dierziektenbestrijding in ons land een belang-
rijke uitbreiding ondergaan.
Door de oprichting van de gezondheidsdiensten kreeg iedere provincie een orgaan, van waaruit
de dierziektebestrijdmg in georganiseerd verband werci uitgevoerd.
In hoofdzaak is de dierziekteoestrijaing het werk van de practiserende dierenarts en van de
dierenartsen verbonden aan de Gezondheidsdiensten.
Om dierenarts te worden is in de eerste plaats een middelbare schoolopleiding vereist, waarna
nog een studie van minstens 6 jaar aan de Diergeneeskundige faculteit in Utrecnt moet volgen.
In de na-oorlogse jaren was het
aantal studenten in de diergenees
kunde steeds groot. Men is dus
ook terecht bevreesd, dat er in de
nabije toekomst wel eens teveel
dierenartsen kunnen komen.
Dit neemt niet weg, dat er altijd
wel behoefte zal zijn aan goede
dierenartsen, die bereid zijn zich
volledig voor hun vak te geven.
Aan iedere Gezondheidsdienst
zijn meestal een aantal bed rijf s-
voorlichters werkzaam. Voor deze
functie wordt als regel een diplo
ma Landbouwwinterschool vereist,
waarna een verdere opleiding in
dienstverband bij de Gezondheids
dienst plaats vindt. Het aantal van
deze bedrijfsvoorlichters is zéér be
perkt, zodat de kans niet zo groot
is om een dergelijke functie te ver
krijgen.
Tijdelijk kunnen in de winter
vrij veel boerenzoons worden inge
schakeld bij het schetsen en regis
treren van de veestapel voor de
t.b.c.-bestrijding en mond- en
klauwzeerenting. Dit is echter
slechts los werk, dat alleen als
overbrugging van de minder druk
ke wintermaanden zin heeft.
Wat apart van de dierziektebe-
strijding staat de groep van inse-
mina toren.
Momenteel zijn er in onze pro
vincie 6 inseminatoren in vaste
dienst, terwijl er 3 andere al regel
matig meewerken. Zowel landelijk
als provinciaal bezien, zijn wy ze
ker nog niet aan het einde van de
uitbreiding van de Kunstmatige
Inseminatie.
Voor de opleiding tot insemina-
tor is een diploma Landbouwwin
terschool vereist. Daarna voigt een
cursus aan de Gezondheidsdienst,
die recht geeit op een diploma.
Alvorens de inseminatoren prac-
tisch gaan werken, is het noodza
kelijk dat zij nog enige tijd een
meer op de praktijk gerichte op
leiding ontvangen.
Het werk van een inseminator
vereist in het algemeen een grote
nauwgezetheid, terwijl er, vooral
in het voorjaar, zéér hard moet
worden gewerkt.
W.
Voor de telers van vroege aardappelen, die vóór
28 juni a.s. hun aardappelen zullen rooien bestaat
de mogelijkheid dat zij op die grond reeds in 1958
weer aardappelen kunnen verbouwen.
De daarvoor door de Directeur van de Planten-
ziektenkundige Dienst te Wageningen te verlenen
ontheffing dient echter vóór 7 juni a.s. schriftelijk
te worden aangevraagd, opdat kan worden gecon
troleerd of de aardappelen inderdaad op 28 juni
zijn gerooid, bij de Gewestelijke Raad voor Zeeland
van het Landbouwschap, Grote Markt 28a, Goes.
Bovenstaande ontheffingsmogelijkheid geldt al
leen voor beroepstelers, dus niet voor volks, en par
ticuliere tuinen.
Deze week kregen wij het volgende geval onder
ogen.
Een veehouder had in de laatste dagen van maart
zijn runderen laten wassen.
Voor de tweede maal waren ze op zijn verzoek
gewassen juist voordat ze in de weide gingen op 20
april.
Op 25 mei werden er levende horzelibulten bij zijn
pinken geconstateerd.
In een dergelijk geval is de bestrijding onvoldoen
de geweest.
De veehouder had óf omstreeks 20 mei een derde
wassing moeten laten doen, óf de 2e behandeling
moeten uitstellen tot de eerste week van mei. Mo
gelijk was dan de derde behandeling niet meer
noodzakelijk geweest.
Nadrukkelijk wijzen wij de veehouders er op, dat
het beslist noodzakelijk is om na de 2e wassing te
gaan controleren of dit afdoende geweest is. Twij
felt men aan het resultaat, laat dan de, runderen
nog eens wassen. G. W.
Op vrijdag 22 juni a.s. zal ter gelegenheid van
de landbouwdagen te Domburg de traditionele rij
toer door het werkgebied van de Kring Walcheren
worden gemaakt.
De af te leggen route is met Domburg als punt
van vertrek en aankomst circa 75 km lang.
De start is bepaald op 9.30 uur precies. Men dient
derhalve met eventuele passagiers uiterlijk te 9.15
uur op de plaats van opstelling aanwezig te zijn.
Hoe dient men te handelen:
Deelname met eigen auto
Degenen, die met een eigen personenauto aan
de rijtoer wensen deel te nemen, dienen dit per
briefkaart aan het Secretariaat der Z. L. M.,
Landbouwhuis te Goes op te geven. Tevens ge
lieve men hierbij op te geven of men nog
plaatsen voor anderen beschikbaar heeft.
De autoibezitters ontvangen enkele dagen vóór
de 22e juni de volgnummers en de routeschets.
Briefkaarten inzenden vóór 13 juni a.s.!
2. Afdelingen die met een bus deelnemen
De Secretarissen der afdelingen, waarvan men
met een bus naar Domburg komt en aan de
rijtoer deelneemt, dienen dit eveneens aan het
Secretariaat der Z. L. M. te Goes op te geven.
Zij moeten duidelijk opgeven of men met 1 of
meer bussen komt. Opgaven inzenden vóór
13 juni a.s.!
De volgnummers der bussen zullen enkele da
gen vóór de 22e juni aan de afdelingssecretaris
sen worden toegezonden.
3. Leden, die niet met eigen auto en niet met een
afdelingsbus komen
De leden der Z. L. M. en hun huisgenoten, die
niet over een eigen auto beschikken en ook
niet met een bus van hun afdeling meerijden,
kunnen zich, wanneer zij toch de rijtoer willen
meemaken, hiervoor opgeven bij het Secreta
riaat der Z.L. M. te Goes tegen betaling van
ƒ1,per persoon of door storting of over
schrijving van 1,— per persoon op postreke
ning 172503 der Z. L. M.
Men ontvangt dan tijdig een kaart, waarop is
aangegeven in welke auto of welke bus men is
ingedeeld. Opgaven en stortingen, welke na
13 juni binnenkomen, kunnen niet meer in be
handeling worden genomen.
ALLE OPGAVEN GAARNE ZO SPOEDIG
MOGELIJK AAN DE Z. L. M. INSTUREN. U
HELPT HIERMEDE DE ORGANISATOREN HET
BESTE.
DONDERDAG 21 JUNI.
's Morgens Hoofdbestuursvergadering.
's Middags: Algemene Vergadering.
13.30 uur: Officiële opening van de Ten
toonstelling door de Voorzitter Ir. M. A. Geuze.
VRIJDAG 22 JUNI.
'sMorgens: Rijtoer over Walcheren en vóór
keuringen van rundvee, warmbloed- en koud-
bloedpaarden, alsmede van pony's, geiten en
varkens.
's Middags: Défilé van de bekroonde dieren
in de ring.
's Avonds: Demonstraties in het africhten
van honden.
ZATERDAG 23 JUNI.
'sMorgens: Sportwedstrijden van de leer
lingen der Z. L. M.-Landbouwhuishoudscholen
en dressuurwedstrijden van de Landelijke
Ruiters Gewest Zeeland.
's Middags: Finales van de sportwedstrijden,
demonstraties en wedstrijden van de Lande
lijke Ruiters, versierde ponywagens, ringrij-
den per sjees en warmbloeds, gespannen voor
landbouwwagens.
Agrarisch-sociaal is een nieuw woord in de land-
bouwwereld. Wanneer men echter nagaat wat daar
in feite bij thuishoort, komt men tot de conclusie
dat vele bekende, doch weinig beoefende activi
teiten nu onder één naam worden samengevoegd,
yyaarbij al deze zaken te maken hebben met de
maatschappelijke positie van het boerengezin en de
leden daarvan. Doch al zijn het dan bekende be
grippen, deze bundeling onder een nieuwe naam
heeft ongetwijfeld het voordeel er de aandacht op
te richten dat het hier gaat over een aantal hoogst
belangrijke zaken, die vooral voor de toekomst van
de landbouwsector van het grootste belang zijn.
Voor de man zal daarbij de vererving en bedrijfs-
splitsing wellicht het belangrijkste zijn, voor de
vrouw de inrichting van de woning en de voorzie
ning met elektriciteit en waterleiding, terwijl de
kinderen i.v.m. hun toekomst belangstelling kun
nen hebben voor de beroepenvoorlichting en be
roepskeuze.
Doch uiteindelijk heeft het gezin als eenheid
met al deze vraagstukken te maken. Zodat het on
getwijfeld ook juist is, dat de Z. L. M. commissie
die met deze voorlichting belast is, op een tweetal
forumavonden, zowel de bestuursleden van de
L. J. G., als die van de Bond van Plattelandsvrouwen
en Z. L. M. had uitgenodigd.
Hoewel men de vreemdheid van beide zijden om
over dit onderwerp te spreken waardoor men
licht afdwaalt naar beter bekende onderwerpen
niet uit het oog mag verliezen, kan men toch wel
zeggen dat beide avonden aan hun doel beantwoord
hebben.
Er is gesproken over de bedrijfssplitsing en de
mogelijkheden deze tegen te gaan, over woning
inrichting en de aanleg van utïliteitswerken, over
het maatschappelijk werk en de beroepskeuze.
Maar ook over de rol van de bevolking bij de tot
standkoming van zovele dingen, waai het platte
land nog behoefte aan heeft.
Door één der vragenstellers in Tholen werd ge
vraagd of in het komende winterseizoen niet de
meeste aandacht aan de beroepenvoorlichting ge
geven zal moeten worden. Deze vraag kon beves
tigend worden beantwoord, al moest daar vrijwel
direct aan worden toegevoegd, dat de uitvoering nog
niet geheel klaar is. Vooral wat de beroepenvoor
lichting betreft het uitstallen van alle moge
lijkheden voor hen, die niet in de landbouw een
plaats kunnen vinden moet gezegd worden, dat
er nog veel voorbereidend werk nodig zal zijn om
verantwoorde voorlichting te kunnen gaan geven.
Er zijn niet alleen lezingen nodig van mensen die
weten waar de knelpunten in de landbouw liggen,
maar ook tentoonstellingen en andere vormen van
voorlichting, waardoor gewezen wordt op de moge
lijkheden die alom buiten de landbouwsector, maar
ook nog daarbinnen aanwezig zijn.
Ook kwam het werk ter sprake dat gelegen is
rondom de inrichting van de woning, en het belang
dat ook hier goede voorlichting door deskundige
krachten wordt gegeven, speciaal voor bedrijven die
nieuw worden gebouwd, dan wel verplaatst moeten
worden.
Dat de maatregelen die nodig zijn om de split
sing van bedrijven tegen te gaan ook aan de orde
kwamen, is niet verwonderlijk. De vraagpunten
van de Z. L. M. zijn deze winter een eerste stimu
lans geweest, terwijl ook verwacht mag worden dat
binnenkort een speciale commissie van de Z. L. M.
rapport over deze zaak zal uitbrengen.
De t aakverdeling met de overheid is in dit op
zicht belangrijk. Men kan eenvoudig zeggen, dat de
agrarisch-sociale voorlichting de taak van het be
drijfsleven is, doch mag niet over het hoofd zien,
dat men er met voorlichten alléén niet komt. Als
het goed is komt het zover, dat de voorlichting
bepaalde behoeften in het leven roept, die om ver
vulling vragen.
Het stichten van dorpshuizen b.v. kost veel geld,
evenals de aanleg van elektriciteit en waterleiding
en het aanstellen van maatschappelijke werksters
en andere onmisbare krachten.
De bevolking dient, door de voorlichting wakker
gemaakt, een verlanglijstje in te dienen bij de Over
heid, die dan nagaat wat er gebeuren kan en onder
welke voorwaarden. De bevolking kan dan vanuit
haar eigen organen nagaan of ze van deze, op grond
van haar eigen suggesties in het leven geroepen
mogelijkheden, gebruik wil maken.
Zo moet er sprake zijn van een wisselwerking
tussen beide, waarbij het ons enerzijds een voor
waarde lijkt dat de wensen van de bevolking ge
bundeld kunnen worden, terwijl anderzijds de Over
heid de bereidheid zal moeten hebben in allerlei
opzichten te steunen. Dat de provincie Zeeland,
vooral in vergelijking met een provincie als Gelder
land, in dit opzicht niet uitblinkt, werd ter vergade
ring nog eens nadrukkelijk naar voren gebracht.
moet daar direct aan worden toegevoegd, dat de
bevolking ook nog niet voldoende heeft gedaan om
zich als een eenheid te presenteren.
Hoewel in eerste aanleg deze eenheden in de
vorm van een „Stichting Gemeenschap Eiland Tho
len" en een „Stichting Nieuw Schouwen-Duiveland'*
reeds aanwezig zijn en er schijnbaar alleen op
wachten, door een enthousiaste groep bestuursleden
bemand te worden.
B.