292
UIT EEN geheim
Weekboek
BRAMujt SFSUKHQE&
HET OPTREDEN VAN GELE ROEST
IN TARWE
RECORD IN DE
WERELD VLEESHANDEL
INVOER VAN NEDERLANDSE
VAARZEN IN BELGÏE
••s».
DE STAND VAN DE
LANDBOU WGE WASSEN
Tegen onkruid in
gras- en graanland
DE LOONBEDRIJVEN IN DE
TOEKOMSTIGE LANDBOUW
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
VAN
8 mei.
De meimaand is in 't land, lief kind,
Kom bü me, kom naar buiten
Dan zal ik vrolijk, haar ter eer,
Een lustig deuntje fluiten
Dit schoolversje, dat we, jaren geleden, op de
schoolbanken leerden, hooide ik deze week zingen,
toen ik voorbij een school kwam. Het heeft nog
niets aan waarde verloren. Men kon dat horen
aan het zingen, de stemming zat er in.
Wat is alles als met een toverslag veranderd
Vrijdag waren er aan de iep en de populier haast
geen bladeren te zien en nu, dinsdag, is de iep met
mooie lichtgroene en de populier met lichtbruine
bladeren versierd. Het is in een paar dagen onge
looflijk gegroeid. Het vlas, waardoor we vorige
week de grond nog goed konden zien, is nu een
mooi lichtgroen kleed geworden, dat als een dik
wollen tapijt ligt uitgespreid.
Het is nu alles mooi geworden; kijk naar de
fruitbomen, die overtogen worden met een waas
van kleine witte bloempjes, een overdaad waarvan
een tiende gedeelte nog een grote oogst zou geven.
Het mooie weer lokte dan ook het laatste week
eind iedereen naar buiten. Het zat in de lucht, men
moest er eens uit en de wegen waren dan ook druk
bezet door auto's, motoren, brommers, fietsers 'en
een enkele voetganger, die de drukke wegen meed
en misschien nog het meeste genoot van wat
Moeder Natuur ons zonder kosten voorzet.
De vroege peren en pruimen met de kersenbomen
vormen nu nog de hoofdschotel, maar over een
week, als alles bloeit, zal ons eiland weer op een
sprookjeseiland gelijken. Rond de bloeiende bon
gerds, de malse groene weiden, die met hun prach
tig afstekend rood- of zwart bont vee, zo dromend
staande te kijken in een wijde waterplas of weel,
zal dit, zo vanaf een hoge dijk bekeken, op een
schilderij gelijken.
We zien dan ook onze kleinheid tegenover de
grootheid van de Schepper, Die dit alles zó deed
veranderen De mens, die zich nogal eens op de
borst durft slaan, is toch maar een nietig schepsel.
Welk een voorrecht om van dit alles te kunnen
en te mogen genieten; voorrechten waarvoor we
toch veel te weinig dankbaar zijn
We zagen vorige week een blinde man, geleid
door zijn trouwe hond, stappen langs een bloeiend
boomgaardje, waarvan hij wél de bloesem rook,
maar deze niet kon zien
Als het 's morgens nog nat is van de dauw, die
door het opkomend zonlicht als parels blinkt op
het gras of het jonge groen, stapt de boer over de
akker en geniet van dit alles. Hij geniet van het
groeiende vlas, dat zo veranderd is, van de tere
bietenplantjes, die nu bijna vier blaadjes hebben,
van de kruipende gerst en de steil staande zomer-
tarwe, van de reeds opkomende donkergroene
aardappels en van zijn mooi beroep, een beroep,
waarop de natuur soms meedogenloos kan beuken,
doch dat hem nu, om deze tijd, ongelooflijk veel
moois geeft
In de afgelopen weken deed het gerucht de ronde,
dat hier en daar reeds gele roest zou zijn aange
troffen in de wintertarwe. Het Nederlands Graan-
centriun te Wageningen heeft al deze geruchten
tot aan de bron nagegaan, waarbij is gebleken, dat
IN GEEN ENKEL GEVAL sprake was van het
optreden van gele roest.
In het kader van het tienjarenplan voor graan-
onderzoek is men echter begonnen met een uitge
breid onderzoek naar de levenscyclus van de gele
roest en naar het tot stand komen van een gele-
roestepidemie. Dit onderzoek is nodig om tot een
doeltreffende bestrijding van de gele roest te ge
raken.
Wil dit onderzoek echter slagen, dan is het nood
zakelijk, dat het eerste optreden van gele roest in
de verschillende delen van ons land zo spoedig
mogelijk wordt gemeld.
Daarom wordt tot alle tarwetelers en alle assis
tenten van de Landbouwvoorlichtingsdienst het
dringend verzoek gericht om bij de eerste waar
neming van gele roest in tarwe de Plantenziekten-
kundige Dienst te Wageningen, tel. 2741, daarvan
In kennis te stellen.
De totale export van alle landen steeg in 1955
tot 1.848.000 ton wat in vergelijking met het voor
gaande jaar een toename betekent van ruim 100.000
ton.
De grootste stijging viel bij het rundvlees te con
stateren, terwijl de export van ingeblikt vlees wat
terugliep.
Wat de landen betreft had Argentinië de groot
ste toename evenals de Verenigde Staten. Afname
viel te constateren bij Ierland en Uruguay.
De Nederlandse export van vlees nam ongeveer
met 50 toe,
In verband met het opruimen van t.b.c.-vee heeft
de Belgische regering de invoer van een kontingent
Nederlandse vaarzen toegestaan.
De vaarzen mogen niet meer dan twee tanden
hebben en tenminste één jaar het eigendom blijven
van degene die ze invoert.
Verder is de invoer nog aan een aantal bepalingen
gebonden, die verband houden met de grootte van
de veestapel op de Belgische bedrijven.
(Adv.)
In het algemeen vertonen de landbouwgewassen
ten opzichte van het gemiddelde van de laatste 10
jaren een minstens even achterlijke stand als in
1955. De eerste ontwikkeling heeft, als gevolg van
het koude, schrale weer, tot dusverre een zeer
traag verloop gehad. Dit neemt niet weg, dat de
gewassen bij gunstige weersomstandigheden
warmte en regen zich nog wel kunnen herstel
len.
De wintertarwe staat er momenteel niet gunstig
voor. De stand is in het noorden en midden van het
land beter dan in het zuiden. De wintertarwe heeft
in het begin van de vorstperiode veel geleden. Ge
middeld over het gehele land zal slechts de helft
van de uitgezaaide oppervlakte kunnen blijven
staan. In. de noordelijke gebieden is de uitgevroren
oppervlakte door de grotere sneeuwval beperkt
gebleven. In het zuidwesten van het land zal slechts
ongeveer 25 van de gezaaide oppervlakte kunnen
blijven staan. De meeste wintervaste rassen bleven
voor het grootste deel behouden. Van de minder
wintervaste is plaatselijk sorns 90 verloren ge
gaan. De zwaarst ontwikkelde percelen hadden in
het algemeen meer te lijden dan de minder ontwik
kelde. Zo heeft hier en daar een laat gezaaid ma
tig wintervast ras minder schade geleden dan een
zwaar ontwikkeld goed wintervast ras.
In het algemeen zal de uitgewinterde oppervlakte
gebruikt worden voor de teelt van zomergraan,
vooral zomergerst.
Het standcijfer van de rogge is weliswaar hoger
dan in april van het vorige jaar doch lager dan het
gemiddelde van de laatste 10 jaren.
De stand van het koolzaad is weinig beter dan de
gemiddelde aprilstand in de laatste 10 jaren. In het
zuidwesten zijn vele percelen aangetast door de
koolzaadaardvlo. De vorstschade zal zich bij dit
gewas waarschijnlijk beperken tot een vijfde van
de uitgezaaide oppervlakte. Ook hier trad in de
zwaarst ontwikkelde percelen de meeste schade op.
Van het karwijzaad is het standcijfer thans gelijk
aan dat van november 1955 en aan het gemiddelde
aprilcijfer van de laatste 10 jaren. In Noord-Holland
komen hier en daar percelen voor met te dunne
stand. Van de vorst heeft dit gewas niet veel ge
leden.
Hoewel de aanvankelijk zeer pessimistische ver
wachtingen over de vorstschade in de loop van de
maand maart bij bijna alle landbouwgewassen te
somber bleken, is dit niet het geval bij de klaver.
Nog omstreeks half maart werd verondersteld, dat
bij de ki&ver de vorstschade zeer beperkt was
gebleven. Thans blijkt echter, dat tal van percelen,
waarvan men aanvankelijk nog goede verwachtin
gen had, door de nachtvorst zoveel hebben geleden,
dat een veel grotere oppervlakte dan oorspronkelijk
werd gedacht zal moeten worden omgeploegd. In
alle gebieden, waar dit gewas enigermate van be
lang is, is de stand veel lager dan in de voorgaande
jaren in dezelfde periode. Vooral in de rode klaver
is de schade groot. Het verschil in standcijfer met
de opname van november 1955 spreekt hier wel
duidelijke taal.
Hoewel de lucerne eveneens van de vorst heeft
geleden, is bij dit gewas de schade toch veel min
der groot. Het aprilcijfer is gelijk aan het gemiddel
de van de laatste 10 jaren en belangrijk gunstiger
dan in april 1955.
(Advertentie)
Vloeibaar en in
poedervorm
„Een schone
belofte99
De lente met haar blauwe I
luchten en geurende bloe- j
sems maakt opgewekt en
zorgeloos. De landman laat
zich echter niet misleiden.
Deze pracht is lijdelijk, de
vruchten ervan zijn voor de
koude wintertijd.
Zo is het ook in een mensen
leven: Lente, zomer, herfst,
winter. Laat de NATIONALE
U in de lente terzijde staan
vóór die winter gekomen is.
Koopt op tijd uw zekerheid!
Er ligt bij ons een aardig boekje
voor U klaar over he leven op de
boerderij en de zorg voor de toekomst
van U en de Uwen.
„Het wisse'en der seizoenen".
nee) het.
Wanneer U de vier onderstreepte
woorden even op een briefkaartje
schrijft en met Uw naam en adres
erbij aan ons zendt, sturen wij U
dit boekje graag zonder kosten o'
verplichtingen toe.
1 3 ML YSÉ I
jTèTJ
V
2 72 milliard verzekerd bedrag
WMmï.
Een product vanN.V NOURY VAN DER LANDE'* EXPLOITATIE MIJ. Deventer
Verkrijgbaar bij.:Jebo-Depots, Verdugt- Agenten en Plaatselijke Coöperaties..
Ter gelegenheid van het vierde lustrum van. de
Bond van Agrarische Loonbedrijven heeft de Direc
teur-Generaal van de Landbouw op 2 mei j.l. m
Zwolle over de toekomstige positie van het loon
bedrijf gesproken.
Uitvoerig stond ir A. W. v. d. Plassche stil bij
het samenspan van ontwikkelingen, die. zich in onze
landbouw aan het voltrekken zijn. De invloed van
de industrie op de arbeidsmarkt ten plattelande, de
sociale achtergrond van landarbeid, verhoging van
de arbeidsproduktiviteit, mechanisatie tegen inves
teringsmogelijkheden van de boer, efficiency in de
bedrijfsvoering, de arbeidsbesparing uit ruilverka
veling en het streven naar verbetering van oe-
staansmogelijkheid in de landbouw met daaraan
verbonden produktieverhoging en het scheppen
van meer afzetmogelijkheden.
De loonbedrijven komen tegemoet aan de mecha
nisatie van de menselijke arbeid, wanneer deze
laatste te duur of niet beschikbaar is. Het is moei
lijk te zeggen, welk de«g de loonbedrijven in de
voortschrijdende mechanisatie zullen hebben. Er is
een wisselwerking tussen het uitvoeren van werk in
eigen beheer en wat men door anderen laat doen.
De kwaliteit van het werk en de prijs van de dien
sten zullen in de toekomst van grote invloed zijn.
Om aan problemen bij de mechanisatie een op
lossing te geven, werkt de boer samen met collega's
in een coöperatie. Toch, aldus ir v. d. Plassche, heb
ben we in de loop der jaren kunnen waarnemen, dat
men voorzichtig moet zijn om een bepaald principe
te ver door te voeren en op verschillend terrein
hebben we gezien, dat naast de coöperatieve vorm
ook die van de particuliere ondernemer is blijven
bestaan. Het is in zekere zin een gezonde ontwikke
ling, dat deze beide vormen naast elkaar voorkomen
en de toekomstige boer en tuinder zullen zeker vol
doende nuchter zijn om die ontwikkeling te steunen,
die het meest in hun belang is.
Met een opwekking, aan vakbekwaamheid en
kennis van de landbouw alle aandacht te besteden,
zei de Directeur-Generaal van de Landbouw o.m.
in zijn slotwoord: De ervaring in de afgelopen jaren
heeft bewezen, dat de boer van de diensten van de
agrarische loonbedrijven een nuttig gebruik kan
maken.