Zelfstandigheid met toeslagen
Koninklijke onderscheiding
waarin opgenomen
HET NOORD-BRABANTS
LANDBOUWBLAD
No. 2325. Frankering bij abonnement: Terneuzen ZATERDAG 5 MEI 1956.
44e Jaargang
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
Officieel Orgaan van de
ZEEUWSE LANDBOUW MAATSCHAPPIJ
de Noord-Brabantse Mij van Landbouw
en andere Verenigingen
De landbouwpolitiek van het Financieel Dagblad
"WfE behoren niet tot de regelmatige lezers van het Financieel Dagblad,
zodat we door relaties opmerkzaam moeten worden gemaakt op
artikelen in dit blad die op de landbouw betrekking hebben.
Hoewel we het op zichzelf zeer op prijs stellen dat de redactie van dit
blad dat zich richt tot de kringen van handel, industrie, scheepvaart en
cultures zich verzekerd heeft van de medewerking van een landbouw-
redacteur, moet tegen de wijze waarop deze redacteur zijn landbouwkennis
aan de man brengt toch wel bezwaar worden gemaakt. Dat is reeds meerdere
keren gebeurd o.a. het vorig jaar door de algemeen voorzitter op de Alge
mene Vergadering doch gezien het artikel dat opgenomen is in het blad
van 16 april lijkt het erop dat we hier met een opklimmende reeks te maken
hebben wat het zwartmaken van de landbouw betreft.
Het beeld dat van de Nederlandse landbouw en de Nederlandse boeren
wordt opgehangen, is wel dermate triest en perspectiefloos dat de doorgaans
op landbouwgebied niet-deskundige lezer wel tot de conclusie moet komen
dat alle steun die aan de boerenstand in wat voor vorm dan ook verleend wordt,
boter aan de galg is.
Dat de Nederlandse landbouw behoort tot de goedkoopst producerende
van de wereld en de Nederlandse boer zich in vakkennis kan meten met
collega's in andex-e landen, schijnt van geen belang meer te zijn.
Terwijl andei'zijds toch ook getracht wordt om deze vooraanstaande positie
te handhaven door produktieverhoging en arbeidsbesparingen die tot
kostprijsverlaging kunnen leiden.
Men zou van de schrijver die lange tijd op het ministerie van landbouw
met de voorlichting belast geweest is en voldoende op de hoogte kan zijn
een wat juister beeld van de situatie hebben mogen verwachten. Men kan
het daarom alleen maar betreuren dat door leidinggevende personen buiten
de landbouw dit verwrongen en onjuiste beeld van de landbouw opgediend
wordt onder het mom van deskundigheid.
De grote belangstelling voor trekkers en de daarbij behorende landbouwwerktuigen
doet velen tentoonstellingen en de veelal daaraan verbonden demonstraties bezoeken.
Op 15 mei zal te Liempde (N. B.) een werktuigendag worden gehouden waar vooral voor
het gemengde bedrijf en het tuinbouwbedrijf weer veel toepassingsmogelijkheden van
de mechanisatie te zien zullen zijn.
Intussen komen de Z. L M.-dagen in Domburg, die op 21, 22 en 23 juni worden
gehouden, ook weer binnen onze gezichtskring als een mogelijkheid om op dit gebied
veel te zien. «foto instituut voor tuinbouwtechniek, wageningen
Geen plaats
„Er is in ons land geen plaats voor
boeren, wier kunde, bedrijfsomvang
en instelling ontoereikend zijn om naar
de eisen van de tijd te produceren."
Op zichzelf bevat deze zin weinig
reden tot aanstoot, omdat de huidige
tijd nu eenmaal veel van de capa
citeiten van de zelfstandige onder
nemer, dus ook van de boer vraagt.
Al hadden we liever het woord
„plaats" vervangen gezien door „be
staan".
Doch wanneer men deze uitspraak
stelt tegen de achtergrond van de in
houd van dit ai'tikel en van voor
gaande, wordt het duidelijk dat het
blad hier niet een aantal uitzonde
ringen mee bedoelt, doch de gehele
Nederlandse boerenstand over één
kam wil scheren. Men oordele zelf:
„Het is in dit blad al meermalen
betoogd dat de agrarische prijspoli
tiek, die in de afgelopen tien jaren in
ons land is gevolgd, de voedingsbron
is geweest en nog is van een men
taliteit onder de boeren die op zijn
zachtst gesproken bedenkelijk kan
worden genoemd. Hoe goed ook be
doeld en hoezeer ook gezien als een
poging om het inkomen van de land
bouwers voor een catastrofale daling
te behoeden, heeft dit beleid in de
praktijk de uitwerking gekregen van
een rijksbeloning voor een noch naar
eigen inspanning noch naar structurele
aanpassing gekwalifceerde prestatie.
De boeren hebben zich aangewend
de garantieprijzen voor bepaalde basis-
produkten als een plicht van de ge
meenschap jegens het agrarische be
volkingsdeel te beschouwen."
Even verder vervolgt het blad:
„Door het stelsel van de garantie
prijzen als blijvend en alleenzalig
makend te aanvaarden, loopt de land
bouw de kans de zozeer geprezen zelf
standigheid van de boer voor altijd
prijs te geven. Men weigert de nood
zaak van een structurele aanpassing
in de landbouw te erkennen, omdat in
wezen in de tekortkomingen van de be
staande structuur de onhoudbaarheid
van deze zelfstandigheid wordt aan
getoond."
En nadat de hierboven weergege
ven conclusie getrokken is \rervolgt
het blad met de waarschuwing:
„Zolang dit in leidende agrarische
kringen niet openlijk wordt erkend
en als uitgangspunt wordt gekozen
voor een constructief programma „tot
heil van de boerenstand" zijn alle ini
tiatieven uit de landbouwhoek met het
afdwingen van rechten jegens de ge
meenschap, die in feite op verlooche
ning van de zelfstandigheid neer
komen."
Ziezo, daar kan de landbouw het
voorlopig mee doen. De zelfstandig
heid wordt verkocht tegen garantie
prijzen die in feite neerkomen op het
accepteren van een rijksbeloning en
ieder initiatief doden.
Het blad haalt cis een tekort
koming van het huidige stelsel van
garantieprijzen de actie van een groep
jonge boeren in de veenkoloniën aan,
waarbij de veronderstelling wordt uit
gesproken dat het hen erom te doen
zal zijn de garantieprijzen op een dus
danig niveau vast te stellen, dat ook
de boeren met de hoogste kostprijzen
kunnen uitkomen. Wanneer men dit
comité, dat geheel buiten de stands
organisaties om werkt, als de spreek
trompet van de boerenstand wil be
schouwen, protesteren we omdat
slechts weinige weldenkende boeren
hun handtekening zouden willen zet
ten onder de onlangs rondgezonden
circulaire. Wanneer dan verder het
K. N. L. C. ten tonele wordt gevoerd
als een organisatie die „een dergelijk
streefpunt" in haar programma heeft
opgenomen, verwijzen we het blad
naar het onlangs uitgebrachte rapport:
„De toekomstige landbouwpolitiek",
waar de aangehaalde stelling dat de
consument in elk geval de kostprijs
moet betalen aldus nader gespecifi
ceerd wordt:
„De gewogen gemiddelde landelijke
kostprijs is derhalve als het juiste
uitgangspunt te beschouwen."
We behoeven daarom in dit blad
de onhoudbaarheid van de gedachten-
gang niet in den brede uiteen te
zetten. We zullen alleen de vraag stel
len wat het wegvallen van deze ga
ranties zou betekenen in een wereld
waarin helaas een overschot aan
voedsel iedere juiste prijsvorming op
de wereldmarkt onmogelijk maakt,
zodat de wereldmarktprijzen minder
bepaald worden door de kostprijzen
van de boeren, dan door de subsidies
die de regeringen bij de export willen
verlenen.
Dat deze prijzen, ondanks de lage
kostprijzen van de Nederlandse boer,
ontoereikend zijn om hem een drage
lijk ^bestaan te geven, realiseert deze
landbouwmedewerker zich wel.
Vandaar dat hij in het blad van
24 januari j.l. schreef: „De enige op
lossing ligt dan in x-echtstreekse-
sociale-toeslagen uit de schatkist.."
We veronderstellen dat de Neder
landse boeren de zelfstandigheid van
het Financieel Dagblad die recht
streeks gekoppeld is aan sociale bij
stand niet bijzonder op prijs zouden
stellen.
Tien jaar geleden hadden de Ne
derlandse boeren meer voor dit
systeem gevoeld, omdat toen de
schaarste aan voedingsmiddelen de
pxnjzen tot ongekende hoogten had
laten stijgen. Die kans hebben ze niet
gekregen, omdat de overheid ove
rigens volkomen terecht de prijzen
aan banden heeft gelegd terwille van
het algemeen welzijn.
Heeft het dan ook niet weinig zin
te gaan praten over de tegengestelde
situatie die we nu beleven
Zo is de zelfstandigheid die het
Financieel Dagblad de boer in uitzicht
stelt een duurgekochte en halve zelf
standigheid, die weliswaar in de krin
gen van handel, industrie, scheepvaart
en cultures met instemming zou wor
den begroet, doch die door de boeren
stand niet geaccepteerd kan worden
omdat ze in wezen het begin is van
de weg die leidt naar een boeren-
bezoldigingsbesluit.
B.
Coöperatie (C.Z.A.V.), de boerenleen
bank en van verschillende polders.
Verschillende van deze functies be
kleedt hij nog, terwijl zijn leidingge
vende functies op kerkelijk en maat
schappelijk gebied laten zien, dat zijn
persoon in all® kringen waardering
geniet
Ter gelegenheid van de verjaardag
van H. M. de Koningin werd de heer
L. Th. Vogelaar te Krabbendijke be
noemd tot Ridder in de Orde van
Oranje-Nassau.
Wij voegen gaarne onze gelukwen
sen, namens alle leden, toe aan die
van zovelen, die reeds van hun be
langstelling iblijk gegeven hebben.
De heer Vogelaar heeft zich in z'n
huidige woonplaats Krabbendijke op
velerlei gebied gegeven aan de belan
gen van de Zeeuwse landbouw in de
ruimste zin. Wie in Krabbendijke aan
fruitteelt denkt verbindt daar auto
matisch de naam Vogelaar aan,, want
de gebroeders Vogelaar waren niet
alleen de initiatiefnemers voor de
fruitteelt in Krabbendijke, ze zijn ook
heden ten dage nog richtinggevend.
Van zijn functies noemen we uiter
aard het eerst het voorzitterschap
van de plaatselijke Z. L. M.-afdeling.
Daarnaast kan de heer Vogelaar op
een rijk organisatieleven terugzien
als voorzitter van de Zuid Bevelandae