NOORD-BRABANTSE
MAATSCHAPPIJ VAN LANDBOUW,
r ONZE PACHTWETGEVING
UIT DE
HER VERK AVELIN GSGEBIEDEN.
HET PROCES-VERBAAL VAN
SCHATTING
ZATERDAG 5 MEI 1956
285
(Vervolg van pagina 283).
maar verder geboerd met dieren, waarvan de pro
ductie absoluut onvoldoende is.
De verbetering van de productie-aanleg van de
veestapel is echter een moeilijke opgave die niet
zo maar in een paar jaar te volbrengen is. Ver
betering door aankoop geeft ook nog wel eens
teleurstellingen. Een goede veestapel moet groten
deels uit de eigen aanfok worden opgebouwd. Dit
laatste zal wel de reden zijn, dat in ons gebied
nogal veel jongvee op de bedrijven aanwezig is.
Het is echter zeer twijfelachtig of het aanhou
den van zoveel jongvee het resultaat gunstig zal
beïnvloeden, de selectie kan beter als kalf ge
schieden.
2. Een tweede oorzaak van het verschil in
resultaat is vooral gelegen in de veebezetting. Het
ene bedrijf heeft per koe de dubbele oppervlakte
grasland nodig van het ander bedrijf. De vee
bezetting bepaalt zeer sterk het bedrijfsresultaat.
Is de verbetering van de veestapel een kwestie
die de boer niet geheel in handen heeft, de vea-
bezetting kan de boer zelf grotendeels bepalen.
Op onze Brabantse bedrijven ontmoeten we veel
bedrijven met een zeer matige veebezetting. In
dien het mogelijk is een of twee koeien op uw
bedrijf meer te houden, betekent dit ongeveer
600 gulden respect. 1200 gulden méér inkomen.
Het is nu weer de tijd dat de boer plannen gaat
maken voor de nieuwe groeiperiode. Het is goed
ook hier uw gedachten eens over te laten gaan.
Bereken voor uw eigen bedrijf ook eens de cijfers
van veebezetting en melkproductie per ha gras
land. Het zal U een inzicht geven over de gang
van zaken in uw eigen bedrijf. Zoudt U om een
of andere reden tot de minder goede groep be
horen, dan is een betere graslandexploitatie drin
gend nodig. Bent U niet in de gelegenheid meer
vee aan te zétten, dan zal scheuren van een min
der goed perceel grasland de aangewezen weg zijn.
Vernieuw bovendien regelmatig uw grasland. Nu
er echter steeds meer melkmachines ook op de
kleine bedrijven komen, zal het raadzamer zijn
op dezelfde oppervlakte grasland door een goed
graslandgebruik en een goede bemesting een paar
koeien meer te houden.
Een flinke veestapel zal bovendien de vrucht
baarheid van de grond gunstig beïnvloeden.
Het verbeteren van de kwaliteit van onze vee
stapel zal de grootste aandacht moeten hebben.
Dit streven naar beter vee mag echter niet tot ge
volg hebben, dat er te weinig koeien worden ge
houden, waardoor het resultaat van uw bedrijf
geremd wordt.
Er zijn bedrijven van 10 ha, die zes koeien
houden, maar er zijn er ook waar 10 koeien ge
houden worden. Een ruime melkveestapel zal de
vaste basis voor een goed bedrijf moeten zijn.
Vaak wordt maar overgegaan tot uitbreidingen van
de varkens- en kippenstapel, terwijl de mogelijk
heid om de vaste basis van het bedrijf te ver
stevigen onbenut wordt gelaten. De andere be
drijfstakken (varkens en kippen) zullen toch
steeds meer riskante onderdelen van het bedrijf
blijven. Schenk daarom eerst de aandacht aan
een goede en ruime veestapel.
C. VAN BA VEL, Tilburg.
Het inscharen van vee.
Elk voorjaar treft men in de landbouwbladen
advertenties aan waarin door eigenaren van wei
land wordt bekend gemaakt, dat zij vee ter inscha-
ring willen aannemen. Later in het jaar ziet men
vaak advertenties, waarin hooigras te koop wordt
aangeboden.
In verband met deze wijze van exploitatie van
grasland lijkt het mij dienstig de wettelijke voor
schriften met betrekking tot verkoop van hooigras
en inscharing van vee onder de aandacht te bren
gen.
In artikel 75 van het Pachtbesluit wordt het vol
gende voorgeschreven:
„De Grondkamer kan bepalen hetzij voor de
gehele provincie, hetzij voor een gedeelte daarvan
dat het zonder haar voorafgaande goedkeuring
verboden is:
1. gras of hooi, anders dan per gewicht te ver
kopen of ten verkoop aan te bieden;
2. op grond van een overeenkomst tegen ver
goeding vee in een weide ter inscharing aan te ne
men.
In artikel 76 van het Pachtbesluit wordt bepaald,
dat de Grondkamer voor het verkopen van hooi
gras en voor het inscharen van vee, richtlijnen kan
vaststellen. Deze richtlijnen betekenen in de prak
tijk een beheersing van de prijzen van hooigras en
beheersing van de vergoedingen voor het inscharen
van vee.
De Grondkamer vow Noord-Brabant heeft op
grond van voornoemde wetsartikelen in haar werk
gebied verboden, om gras of hooi anders dan per
gewicht te verkopen of vee tegen een vergoeding
ter inscharing aan te nemen.
In artikel 78 van het Pachtbesluit wordt o.a. be
paald, dat overtreding van dit verbod wordt ge
straft met hechtenis van ten hoogste een jaar of
een geldboete van ten hoogste vijfduizend gulden.
Als men om bepaalde redenen hooigras wenst te
verkopen of vee ter inscharing wil aannemen, kan
men bij de Grondkamer een verzoek om ontheffing
yan het desbetreffende verbod indienen. Opgemerkt
wordt, dat, ingevolge het bepaalde in artikel 75 van
het Pachtbesluit de ontheffing van de Grondkamer
moet worden verkregen vóór men tot inscharing
yan hooigras mag overgaan.
In principe verleent de Grondkamer geen ont
heffing van het verbod om hooigras te verkopen
of vee in te scharen. Slechts in bijzondere gevallen
wordt ontheffing verleend.
Bijzondere omstandigheden zijn b.v. het feit, dat
men door brand zijn veestapel heeft verloren en
men derhalve tijdelijk niet voldoende vee heeft.
Ontheffing zal ook wel worden verleend als door
ziekte onder de veestapel tijdelijk een overschot
aan grasland aanwezig is.
Geen motief voor het verkrijgen van ontheffing
is b.v. de omstandigheid, dat inscharing of verkoop
van hooigras een hogere winst oplevert dan nor
male verpachting.
In die gevallen, waarin op redelijke gronden kan
worden verlangd, dat het grasland normaal wordt
verpacht, zal geen goedkeuring tot verkoop van
hooigras of inscharing van vee worden verleend.
Opgemerkt wordt nog, dat aanvragen om ont
heffing door de Grondkamer zorgvuldig worden
onderzocht.
Het valt te verwachten, dat in het komende sei
zoen ten aanzien van de naleving van het onder
havige verbod door de Algemene Inspectie Dienst
een verscherpte controle zal worden uitgeoefend.
Bij overtreding loopt men dus grote kans een
proces-verbaal te krijgen.
Zoals gemeld, is de straf, welke kan worden op
gelegd, ten hoogste een jaar hechtenis of ten hoog
ste vijfduizend gulden boete. Deze straffen zij:i
zwaar
Diegene, die hooigras wenst te verkopen of vee
Wil inscharen, wordt dan ook in zijn eigen belang
(Vervolg van pagina 279.)"
In verband met verschillende vragen drukken
we hier het belangrijkste deel af van het proces
verbaal van de schatting, zoals dit voor het ge
bied Schouwen geldt.
Voor zover men in Waarde deze tekst wil toe
passen, zal men het cursief gedrukte deel weg
moeten laten en inplaats van het vet gedrukt
deel over de waarde van de percelen het volgen
de moeten inlassen:
Het bouwland wordt ingedeeld in klassen, op
klimmend met 100,per ha van 800,tot
2500,per ha en met 200,van 2500,
per ha tot 4500,per ha.
In dit gebied komen gronden voor met verschillen
de profielbouw en met verschillende gebruiksbestem-
ming.
De waarde van de gronden werd door de schatters
op grond van eigen onderzoek en met gebruikmaking
van de resultaten van de kartering door de Stichting
voor Bodemkartering vastgesteld.
De waarde van de grond wordt bepaald uit:
1. de optimale waarde, gerekend op 31 januari 1953
en voor de ruilverkavelingsgebieden Schelphoek,
Ellemeet en Vier Bannen van Duiveland naar de
toestand van vóór de uitvoering van deze ruilver
kaveling, ervan uitgaande, dat de nadelige fac
toren, welke de hieronder te noemen aftrek be
palen, zijn geëlimineerd en dat de lasten op de
grond gelijk zijn;
2. een eventuele aftrek, toegepast op de onder 1 ge
noemde optimale waarde, voor de nadelige facto
ren, welke ten opzichte van de grond en de per
celen gelden.
Onder optimale waarde wordt verstaan de land
bouwkundige waarde, welke verkregen wordt als ge
volg van de uitvoering der verschillende werken.
De optimale waarde zal dienen als basis voor de
ingevolge artikel 5 van de Herverkavelingswet te be
palen waarde van de opgenomen onroerende goede
ren en voor de toedeling van de kavels. Daar, waar
de stormvloed van 31 januari 1953 direct of indirect
een blijvende waardeverandering van de gronden
heeft veroorzaakt, zal bij toepassing van het bepaalde
in artikel 5 der Wet, met name het vierde lid, als
basis voor de toedeling van deze gronden gelden, de
optimale waarde en de waardeverandering, gelijk
deze in de betreffende gebieden wordt vastgesteld.
De aftrek sub 2 vormt een wezenlijk bestanddeel
van de schatting en levert met de optimale waarde
en de waarde volgens de later ingevolge art. 78 der
wet uit te voeren herschatting de basis voor de ver
goeding in geld volgens art. 6 der wet.
Het bouwland wordt ingedeeld in klassen, opklim
mend met 100,per ha van 400,per ha tot
2400,per ha en met 200,per ha van 2400,
per ha tot ƒ4000,per ha.
De aftrek wordt, rekening houdend met verschil
lende nadelige factoren, eveneens ingedeeld in klas
sen beginnend bij 0,per ha en opklimmend met
100,per ha.
De nadelige factoren, welke de onderlinge verhou
ding van de aftrekken van verschillende percelen of
perceelsgedeelten bepalen zijn:
waterbeheersing (sloten, watergangen, bemalingen)
maximaal 1000,per ha;
aangeraden tijdig een verzoek om ontheffing bij
de Grondkamer in te dienen.
Een dergelijk verzoek moet inhouden naam en
adres van de verzoeker, de kadastrale aanduiding
van het perceel, waarop het verzoek betrekking
heeft, alsmede de motieven waarom men het hooi
gras wil verkopen of vee ter inscharing wil aan
nemen.
De bedoeling van de onderhavige wettelijke be
palingen is, de prijzen, welke voor hooigras en
inscharing worden bedongen, te beheersen.
Indien deze wijze van „verpachten" vrijelijk
zou zijn toegestaan, zouden van lieverlede steeds
meer eigenaren tot dit systeem overgaan. De be
doeling van het beheersen van de pachtprijzen zou
daardoor worden doorkruist.
Het is te verwachten, dat, in verband met de
grote landhonger, de gegadigden voor hooigras en
inscharing prijzèn zullen betalen waarbij een deel
van het arbeidsinkomen van de boer naar de eige
naar van het land gaat.
In streken waar inscharing vanouds veel voor
komt, b.v. in het Lage Maaskantgebied, werden
vroeger op de openbare verpachtingen vaak buiten
sporig hoge prijzen geboden uit angst, dat men
anders voor liet vee niet voldoende hooi kon win
nen of geen grasland beschikbaar had.
Het Pachtbesluit beoogt bestaande wantoestan
den op dit terrein te doen beëindigen en tracht uit
breiding van het systeem van hooigras verkopen
en inscharing van vee te voorkomen.
De desbetreffende voorschriften moeten worden
gezien als een sluitstuk van de pachtprijsbeheer-
sing. Het is dus niet mogelijk, door middel van
het hier besproken systeem, de pachtwetgeving
legaal te ontduiken.
LEENAARS.
detailontwatering (drainage, b*.^ -.mg) maxi
maal ƒ400,per ontsluiting (bereikbaarheid vanaf
de openbare weg, de toestand van deze weg, ligging
ten opzichte van de bedrijfsgebouwen) maximaal
ƒ400,per ha;
perceelseigenschappen (bewerkbaarheid, onegale
ligging, perceelsvorm, perceelsgrootte, afdracht, uit
baning ten behoeve van achtergelegen percelen)
maximaal ^lOOO,per ha;
zoetwatervoorziening van weilanden en boomgaar
den (perceelsaansluiting aan waterleidingnet, drink
put) maximaal 200,per ha;
aanwezigheid van andere nadelige factoren (bun
kers, telefoonpalen enz.) maximaal ƒ400,per ha.
De beste bouwlanden worden gekenmerkt door een
profiel, dat in de bovenste 30 cm circa 30 opslib-
bare delen bevat en naar beneden tot op ongeveer
1 meter diepte een gelijkblijvend of afnemend per
centage afslibbare delen echter niet minder dan
circa 15 bevat. Het kalkgehalte in de bouw-
voor dient tenminste 3 te bedragen. Het gehele
profiel rust op kalkhoudend zand.
Voor het gebied, gelegen ten noordwesten van de Laone
te Renesse, de Hoge Zoom van Renesse tot Haamstede
en de provinciale weg van Haamstede tot Westerschouwen,
woedt een waarde vastgesteld overeenkomende met het
verschil van de optimale waarde en de aftrek zoals hier-
voor vermeld is. Het bedrag zal dienen als basis voor
de inbreng van de oude percelen en voor de toedeling
van de kavels. De waardevermeerdering voor de gronden
als gevolg van de uitvoering van de herverkaveling zal in
de herschatting ingevolge art. 78 der wet tot uiting komen.
In dit gebied worden zeer doorlatende zandgronden
aangetroffen, al dan niet met een humushoudende boven
laag. Rekening houdend met het voortbrengend vermogen,
de waterhuishouding, de ontsluiting, de perceelseigen
schappen en eventuele aanwezigheid van andere nadelige
factoren, worden deze gronden geschat in klassenop
klimmend met f 100,— per ha van'W*.per ha tot
f2000.— per ha.
Grasland, tuingrond en boomgaai den worden ge
schat als bouwland met dien verstande, dat hiervoor
een door de schatters te bepalen toeslag kan worden
vastgesteld. Erven en tuinen worden geschat als
aangrenzende gronden.
In te dijken schorren worden geschat als bouwland.
De aftrek voor de nadelige factoren wordt vastge
steld op overeenkomstige wijze als voor het bouw
land.
Onverharde landwegen, stranden, duinen, bosgron
den, rietlanden, te handhaven schorren en dijken
worden geschat in klassen, opklimmend met 100,
per ha van 100,per ha tot 1000,per ha.
Verharde wegen, onverharde openbare en ken
nelijk als zodanig in gebruik zijnde wegen en
trambaan worden geschat op 10,per ha.
Water wordt geschat op 1,per ha.
Houtopstanden, vruchtbomen, gewassen, gebouwen
en kunstwerken worden voorlopig niet geschat. Wan
neer deze naderhand krachtens het plan van toe
deling van eigenaar veranderen, wordt de waarde af
zonderlijk bepaald en in de lijst van geldelijke ver
rekeningen opgenomen.
De verzorgingstoestand van de gronden zal bij de
schatting niet in aanmerking genomen worden. Toe
slagen voor extra verzorgde en aftrekken voor
verwaarloosde percelen deze laatste op grond van
art. 17 der wet zullen vóór de kavelindeling wor
den vastgesteld. Met deze bedragen wordt rekening
gehouden bij het opmaken van het plan van toedeling
en van de lijst van geldelijke regelingen.
Aldus zijn overeenkomstig art. 22 tweede lid der
wet, de gronden in de^ herverkaveling Schouwen-Dui-
veland ingedeeld.
Zierikzee, 12 maart 1956.