Versnelde economische ontwikkeling ZATERDAG 28 APRIL 1956. waarin opgenomen HET NOORD-BRABANTS LANDBOUWBLAD plaatst landbouw voor moeilijke keuó. Zitdagen Boekhoud- Bureau. Gras-, Klaver en Bietenzaden Gehrs De Jongh - Goes No. 2324. Frankering bij abonnement: Terneuzen 44e Jaargang; ZEEUWS LAHBBOUWB LAD Officieel Orgaan van de ZEEUWSE LANDBOUW MAATSCHAPPIJ de Noord-Brabantse Mij van Landbouw en andere Verenigingen TERWIJL van alle kanten de roep klinkt om de landbouw door middel -!• van hogere prijzen te beschermen tegen de neergaande conjunctuur, hield Professor Dr. E. de Vries voor vele van onze leden welbekend door zijn rede op de Algemene Vergadering te Oostburg in 1951 ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Nederlandse Christen Studenten Vereniging afd. Wageningen een rede. waarin hij waarschuwde tegen een systeem van steun in de vorm van bescherming der prijzen dat de ontwikkeling van de landbouw zou stagneren en niet tot het doel zou voeren dat we ons gesteld hebben. „De plaats van de landbouw in de versnelde economische ontwikkeling had Prof. De Vries als titel boven zijn rede geplaatst. Tijdens deze lezing heeft hij deze versnelde ontwikkeling laten zien aan de hand van het steeds verder stijgende inkomen per hoofd van de bevolking, dat landen te zien geven die een industrie-ontwikkeling doormaken. Landen waar nog 60 der bevolking van de landbouw moet leven, hebben een inkomen per hoofd van de bevolking van omstreeks 40 dollar (ƒ150,per jaar, terwijl in een ontwikkeld land als de Verenigde Staten dit gemiddelde inkomen 40 keer zo groot is. In dit laatste land werkt echter nog maar 9 van de bevolking in de landbouw. In ons land zitten we daar met 12 niet meer zo ver van af en bevinden we ons tussen Frankrijk 20 en Amerika 9 Doch naarmate dat gemiddelde inkomen van de bevolking stijgt, blijkt het in alle landen ook weer dat de boer niet best mee kan komen met deze stij ging. Dat komt aldus Prof. De Vries omdat van de toenemende koop kracht maar heel weinig aan de landbouw ten goede komt. daar een hoger inkomen slechts voor een zeer gering deel aan voedsel wordt besteed. Vooral de granen zijn een voor beeld van produkten die vrijwel niet onder invloed staan van een grotere koopkracht. Aan de andere kant han gen de positie en het inkomen van de boer ook weer in sterke mate af van de wijze waarop de overtollige bevol king uit de landbouwsector afvloeit door industrialisatie, daar deze indu strialisatie koopkracht en werkge legenheid schept en zodoende ook weer de welvaart in de landbouwge bieden doet stijgen. Deze welvaart kan alleen maar op het eerste gezicht bevorderd worden door het geven van steun aan de land bouw. Werkelijke hulp kan echter alleen gegeven worden door subsidies te geven aan organisaties en kredie ten aan de landbouwers om de tech niek te verbeteren. We moeten al dus Prof. De Vries er steeds weer op uit zijn de wet van het minimum op te heffen door te zoeken naar wegen om de produktiemiddelen en de produktiemèthoden te verbeteren. Tenslotte trok hij een parallel tus sen de verhouding van stad en platte land en die van West-Europa en Ame rika tot de onontwikkelde gebieden van Azië en Afrika. Zoals goede transportmiddelen en goede wegen onmisbaar zijn om de wisselwerking tussen de landbouwgebieden en de grote steden in evenwicht te houden, zo hebben in het licht van de wereld historie gezien West-Europa en Ame- KOUDEKERKE: Woensdag 2 mei in hotel „Nieuw Walcheren", van 9 tot 1.30 uur. OOSTBURG: Woensdag 2 mei in café De Windt." ZIERIKZEE: Donderdag 3 mei in hotel „Huis van Nassau." MIDDELBURG: Donderdag 3 mei in café „De Eendracht." ST. MAARTENSDIJK: Donderdag 3 mei in hotel „Hof van Holland." SEROOSKERKE: Vrijdag 4 mei in café „Huijsse," van 91.30 uiir. IJZENDIJKE: Zaterdag 5 mei in hotel „Lievense." rika eenzelfde taak in de onontwik kelde gebieden, omdat momenteel de landbouw daar steeds maar op het zelfde lage peil blijft. In deze landen staat geen industrie gereed om het bevolkingsoverschot op te vangen en de grotere produktie van de boer af te nemen. De boer zorgt daar in hoofdzaak voor de voe ding van zijn eigen gezin, terwijl de boer in de landen met een hoog ont wikkelde landbouw voor vele mon den voedsel moest verschaffen. Met de ons ten dienst staande tech nische hulpmiddelen moeten we daar om met kracht deze gebieden met een laag levenspeil voor verpaupering behoeden. EEN PIJ NUUK VOORBEELD. Het gezegde van Prof. De Vries over de steun aan de boeren vindt een pijnlijke bevestiging in de land bouwpolitiek van de Verenigde Sta ten van Noord-Arrierika. President Eisenhower heeft de moed opgebracht ziin veto uit te spre ken over een landbouwwet die het Congres had aangenomen. Deze wet beoogde de hoge steunprijzen ten minste nog een jaar te handhaven, zodat terecht gevreesd mocht worden dat de toch al schrikbarende over schotten van landbouwprodükten nog meer zouden toenemen. De president heeft daardoor onge twijfeld gehandeld in het belang van het gehele land, al is het tegelijkertijd een harde pil voor de Amerikaanse boeren dat hun een miljard dollar door de neus geboord is. Deze be slissing is des te merkwaardiger, om dat half maart de Senaat een voor stel verwierp dat er op gericht was de starre prijssteun, lie in 1954 was afgeschaft, weer in te voeren. De ommekeer was een gevolg van het houden van tussentijdse verkie zingen in een landbouwprovincie, die had laten zien dat de boeren erg on- Aan de vooravond van Haar jaardag bieden we H. M. Koningin Juliana onze eerbiedige gelukwensen aan en spreken de wens uit dat ze deze dag nog vele jaren temidden van land en volk zal mogen gedenken. (foto myeboom) tevreden zijn met het huidige beleid. Dat president Eisenhower in hei zicht van de verkiezingen, deze daad gesteld heeft, bewijst dat het hem ernst is de kwestie van de landbouw overschotten zo doeltreffend mogelijk aan te pakken. Daar staat voor de boeren tegen over, dat hun een bedrag van 500 miljoen gulden in uitzicht is gesteld, wanneer ze door het gedeeltelijk braak laten liggen van de grond de produktie inkrimpen. Deze maat regelen hebben echter tevens tot doel de vruchtbaarheid van de grond en de bebossing die verband houdt met de waterbeheersing te bevor deren en te verbeteren. Op de lange termijn gezien zullen deze maatregelen de landbouw zeker ten goede komen, omdat een goed kopere en betere produktie voor een groeiende bevolking er het gevolg van zullen zijn. Over de grootte van de overschotten heeft Minister Mansholt onlangs de Eerste Kamer nog mededelingen ge daan, waarbij o.a. de volgende cijfers werden overgelegd. (Zie tabel onder aan.) Opvallend is dus wel, dat de zuivel- produkten met uitzondering van de kaas geen probleem van betekenis meer vormen, zulks in tegenstelling met de granen. Hier wordt dus op overtuigende wijze bewezen, dat de consumptie van granen zich tussen Zie verder volgende pagina (Advertentie) Voorraadsituatie van enige landbouw- en veeteeltprodukten eigendom van de C. C. C. (in 1000 m.t.) Datum Tarwe Mais Katoenzaadolie Boter Kaas Magere melkp. 1 jan 1954 12.199 9.183 430 117 116 196 1 juli 1954 21.081 9.270 402 200 187 139 1 jan. 1955 20.380 15.390 269 121 152 42 1 juli 1955 26.561 9.671 116 77 120 65 1 jan. 1956 24.183 19.244 8,1 21,7 116,6 1,4 Voor Uw benodigde INLANDSE EN IMPORT naar Import - Export POSTBUS 35 „Zaait „VICTORIA" zaden"

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1956 | | pagina 1