WEER AAN DE ZEE auw ONTRUKT. ZATERDAG 31 MAART 1956. waarin opgenomen HET NOORD-BRABANTS LANDBOUWBLAD Gras- en klaverzaden Bietenzaden en Pootaardappelen Gebrs De Jongh - Goes No. 2320. Frankering bij abonnement: Terneuzen 44e Jaargang» ZEEUWS LANDBOUWBLAD Officieel Orgaan van de ZEEUWSE LANDBOUW MAATSCHAPPIJ de Noord-Brabantse Mij van Landbouw en andere Verenigingen Voor Uw benodigde INLANDSE EN IMPORT naar Import - Export POSTBUS 35 „Zaait „VICTORIA" zaden" ber in de krant moest lezen, dat op 28 november de polder gedeeltelijk ingestroomd was. Er was geen bestuur van de polder, en maatregelen werden niet genomen, behalve dat een dijkje rondom de be drijfsgebouwen werd opgeworpen, dat echter in 1906, bij de reeds genoemde stormvloed, bezweek. De geschiedenis herhaalt zich vaker, dan wij mensen denken. Doch wat de zojuist herstelde Calandpolder betreft, kunnen de initiatiefnemers van 1956, héél wat geruster zijn dan hun voor gangers een halve eeuw geleden. Want het Drie-eilanden-plan werpt reeds schaduwen over de dijken van de Calandpolder, die geheel op kos ten van de heer Van 't Westeinde, her steld zijn. In ruil daarvoor verkreeg hij een 30-jarige erfpacht, waarop een normale pacht zal volgen. De schaduw van de plannen valt echter ook reeds binnen de polder, omdat een subsidie voor het egalisatie- werk geweigerd is. Erg logisch is dit niet, als men eens een kykje in de polder heeft genomen, die ook na de totstandkoming van het Drie-eilanden plan één geheel zal bleven vormen. Maar heeft de historie ook niet vele gevallen laten zien, waarbij het parti culier initiatief van Overheidswege maar matig gewaardeerd werd B. (Advertentie) „Laten we hopen dat binnen afzienbaren tijd de Calandpolder met om liggende gronden weer eens opnieuw zal kunnen worden ingedijkt," schreef de heer F. P. Polderdijk in een verhandeling over inpoldering in het Noord-Sloe (1932). In dit boekje behandelt hij o.a. de bewogen geschiedenis van de Ca landpolder, waarvan de vergunning tot indijking juist 100 jaar geleden werd gevraagd door de heren D. Dronkers en H. D. Fock te Middelburg. Doch laten we de heer Polderdijk aan het woord laten: „In 1856 werd de Oranjeplaat door de heeren Dronkers en Fock ver kocht aan den heer Jacobus Bernardus Thomaes, grondeigenaar te Biervliet, voor de som van ongeveer 72.000,De heer Thomaes ondernam de bedijking in 1857, welk werk eveneens ongeveer 72.000,kostte. De bedijkingswerken werden in hetzelfde jaar, 1857, voltooid, maar door storm vloeden werd er in het najaar een schade aan de nieuwe dijken aangericht van ongeveer f30.000,en in het jaar na de bedijking moest er weer een bedrag van ongeveer f25.000,tot herstel van den nieuwen dijk besteed worden. De nieuwe eigenaar had alzoo van begin af aan met veel tgenspoed bij zijn onderneming te kampen. Ook was hij, in de eerste jaren, met den verbouw van veldvruchten in den nieuwen polder niet gelukkig, want het koolzaad mislukte voor een groot deel. Later is de toestand veel ver beterd en leverde de polder vrij goede oogsten op. De grond bestond uit lichte klei, op sommige plaatsen zelfs zeer licht. De polder kreeg den naam van Calandpolder, naar den toenmaligen Hoofd-Ingenieur van den Waterstaat, Abraham Caland." Er is in de honderd jaar, die liggen tussen de indijking en de dag van vandaag, heel wat gebeurd, want de Calandpolder is een halve eeuw lang aan het water ten offer gevallen. Totdat de heer J. van 't Westeindè te Nieuwdorp in 1953 de concessie aanvroeg de polder te herstellen en hij, ondanks alle moeilijkheden, op 29 april 1955 de dijk weer wist te sluiten. De vorige herfst zaaide hij als eerste gewas koolzaad, doch er kwam weinig van terecht, door uitvriezen en vreterij van de vogels. Hij laat zich als pas benoemde dijkgraaf van de polder door deze tegenslag echter niet uit het veld slaan. Deze week trok de zaaimachine nieuwe voortjes in de klei en straks zal er 60 ha gerst groeien, die, naar wij hopen, vruchten zal ^afwerpen als een beloning voor de initiatieven en de volharding om deze tot uitvoering te brengen. De heer van 't Westeinde bestudeert de kaart, terwijl de dragline van 40 ton ge duldig even wacht heel wat hoger geweest, want er waren 4 draglines, 2 buldozers en 4 zware vrachtwagens die alle per schip aangevoerd moesten worden nodig, om de dijken te herstellen, het land te egaliseren en de dam naar de vaste wal te herstellen. Deze dam werd in 1879 voor het eerst gelegd, doch bezweek in de loop der jaren. Deze week lukte het een trekker, voorzien van 4 kooiwielen, en een zaaimachine, de dam over te komen en daarmee is het vervoer te water weer van minder belang geworden. Toch zal een groot gedeelte van de produkten, ook in de toekomst dit schiereiland te water verlaten, daar het haventje in de toekomst schepen van 100 ton zal kunnen bergen. Het haventje vormt tevens het punt, waar het overtollige water van de pol der, in het buitenwater verdwijnt. Het peil kan door middel van de aange brachte sluis heel goed geregeld wor den en dit is wel de reden, dat de ontzilting reeds vrij ver is voortge schreden. Het zoutcijfer (C-cijfer), dat op 18 november nog variëerde van 8,8 tot 22,1, was naar het onderzoek van 14 maart leerde reeds sterk gezakt (1,9 a 11,4). Daardoor is de heer Van 't Westeinde met een gerust hart aan het draineren geslagen. De reeksen liggen op een onderlinge afstand van plm. 19 meter in de slootjes, die het bedrijf vroeger doorsneden. Nu is het één grote vlakte, die straks afgewisseld zal worden door tenminste 2 bedrijfs gebouwen. Daarmee bouwt de heer Van 't Westeinde vervangers van de gebouwen, die na de stormvloed van 1906, voor f 1250,werden verkocht aan een timmerman uit Krabbendijke. Toen werd de geschiedenis van de Calandpolder voorlopig afgesloten. Het onheil was echter reeds in 1901 aangekondigd, toen de ingenieur van de provinciale Waterstaat op 3 decem Het beeld, dat de polder nu biedt, is dat van een goed geëgaliseerde vlakte van 300 tot 600 meter breed, en 1500 meter lang, omsloten door een dijk, die 5,20 meter boven N. A. P. ligt en die bedekt is met 15.000 m2 kram- mat. Doordat geen vergunning werd gegeven, om zand te zuigen uit nabij gelegen kreken, moest voor de dijken veel schorklei wolden gebruikt. De dijk is aanzienlijk hoger dan in het verleden het geval geweest is, daar in 1895 verhoging en verzwaring van de dijk van de Calandpolder tot 3,60 meter aan de orde kwam, door dat de aangrenzende Bastiaan de Lange-polder die reeds lang nood lijdend was dreigde onder te gaan. Deze verhoging kostte in die dagen f 5495,doch was wel noodzakelijk, als we zien, dat twee jaar later de Bastiaan de Lange-polder geïnundeerd werd. De kosten zijn deze keer zeker De werktuigen en vrachtauto's werden alle over zee" aangevoerd Foto's H. Nieuwenhufts,

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1956 | | pagina 1