DE TEELT VAN VEZELVLAS 160 DE MAAN EN HET WEER NIEUWE LONEN VOOR DE TUINBOUW ZEEUWS LANDBOUWBLAD II BEMESTING. A. De stikstofbemesting. In de volgende tabel zien we hoeveel en welke soort stikstof gemiddeld na de voornaamste voor vruchten werd gestrooid in kg per ha. Als in de voorvrucht een groenbemesting werd verbouwd, is dit aangegeven met de letter der voorvrucht g, b.v. Gerst g gerst met groen bemesting. Voor vrucht kas ks fas kas ks chs Tarwe (4) 357 (3) 340 (2) 255 Tarwe g (3) 290 (5) 272 Gerst (3) 300 (7) 248 (2) 400 (1) 150 170 Gerst g (1) 227 (2) 216 (1) 182 Aardap pelen (3) 236 (2)148 (1) 227 Stam- bonen (2) 268 (5) 236 - (1) 227 Gemiddeld 281 280 279 227 Gemiddeld zuiver kgn 56 44 56 58 45 We zien, dat op de tarwestoppel gemiddeld meer stikstof wordt gestrooid, dan op de gerstestoppel. Dit houdt waarschijnlijk verband met het feit, dat de tanvestoppel over het algemeen droger is, dan de gerstestoppel. Is in de voorvrucht een groenbemesting inge zaaid. dan blijkt, dat er plm. 70 k.a.s. per ha min der wordt gestrooid. Van de 55 deelnemers, die de gegevens der be mesting verstrekten, bleken er 26 alleen kalksal- peter te stroien en 21 k.a.s. Gemiddeld werd, omgerekend iq kg zuivere stik stof, meer kalkammonsalpeter dan kalksalpeter ge strooid. Een groot deel van de deelnemende landbouwers strooide de stikstof vóór het zaaien, een klein deel op de dag van het zaaien en de rest één of enkele dagen na het zaaien. Over het algemeen mogen we zeggen, dat, af gezien van de grondsoort, voorvrucht e.d., de stik stofbemesting aan de hoge kant is. B. Fosfaat. In de nu volgende tabel is de fosfaatbemesting vermeld. Hierbij is, voorzover bekend, de fosfaat toestand opgegeven. Tevens is in deze tabel op genomen de door de R. L, V. D. geadviseerde hoe veelheden iosfaat per ha. Vol- P-toestand Arm Matig doende Ruim Rijk Aantal 0 24 18 2 2 Niet bemest 0 1 0 0 0 Gemiddelde gift 570 425 470 170 300 Advies R.L.V.D. 550 450 350 350 110 De indruk wordt verkregen, dat er met de ad viezen, behorende bij het grondonderzoek, niet zo heel veel rekening wordt gehouden. In 24 van de .54 gevallen werd de alom bekende 2 baal per gemet, is 450 kg/ha, gestrooid. Het overgrote deel der deelnemers strooide fos faat in de vorm van super, het meest in poeder- vorm. Slechts in 8 gevallen werd de fosfaat in de herfst aangewend, alle in West Zeeuwsch-Vlaanderen. Het overgrote deel strooide de fosfaat in het voorjaar en dan bijna steeds vóór het zaaien. In enkele gevallen op de zaaidata en in een enkel geval daarna. De weersomstandigheden in de herfst 1954 zullen wel de hoofdoorzaak zijn geweest, dat zo weinig fosfaat in de herfst is gestrooid. C. Kali. De resultaten van de kalibemesting zijn in onder staande tabel vermeld. Vol- Kaligehalte Arm Matig doende Ruim Rijk Aantal 3 18 21 4 2 Niet bemest 0 3 4 1 2 Gemiddelde gift 290 335 325 210 0 Advies R.L.V.D. 450 350 225 225 0 Het blijkt, dat de adviezen behorende bij het grondonderzoek, wat de kalibemesting betreft, beter worden opgevolgd, dan voor de fosfaatbe- mesting. Opvallend is, dat nog 21 van de 56 percelen een te lage kalktoestand hebben. In 7 gevallen werd patentkali gestrooid; het overgrote deel gebruikt kali 40%. Zeven deelnemers strooiden de kali in de herfst. De rest strooide meest vóór het zaaien. In enkele gevallen tijdens of vlak na het zaaien. D. Organische bemesting. Slechts door 1 deelnemer werd in de herfst stal mest aangewend. In 13 gevallen werd het vlas in groenbemesting verbouwd. RASSENKEUZE. Van de 56 deelnemers werd door 47 deelnemers Wiera verbouwd. 5 verbouwden Solide, 2 Concur rent, 1 Diana en 1 Hollandia. ZAAIEN. m. Zaaizaad. Men dient bij vlas, evenals bij alle gewassen, uit te gaan van gezond kiemkrachtig zaaizaad. Ie 2e oudere origineel nabouw nabouw nabouw 1 6 9 26 Eigen zaad le 2e oudere nabouw nabouw nabouw 2 3 6 Door P. G. W. van Huisseling Hierbij heeft men de keuze tussen: 1. Aangekocht door de N. A. K. gekeurd zaad; 2. Eigen zaaizaad door de N. A.K. gekeurd; 3. Eigen zaaizaad ongekeurd. Uit de enquête bleek, dat slechts 2 deelnemers ongekeurd zaaizaad uitzaaiden. 43 deelnemers ver- zaaiden aangekocht lijnzaad. 11 deelnemers eigen gekeurd zaad. In onderstaande tabel is aangegeven, welke klas sen gebruikt werden. Aangekocht zaal Aantal Klasse Aantal Uit deze tabel zien we, dat het vlas door de land bouwers weinig verbouwd wordt als leverancier van zaaizaad, maar hoofdzakelijk als lintproducent, gezien de vele partijen oudere nabouw, welke zijn uitgezaaid. Door 38 deelnemers werd opgegeven, dat het vlas was aangegeven voor de keuring. b. Zaaszaadbehaiidelin»-. Door 55 van de deelnemers werd het zaaizaad ontsmet met TMTD. In 1 geval werd ontsmet met kwik. 14 deelnemers hebben zelf hun lijnzaad ontsmet. De rest is ontsmet door zaadfirma's, coöperaties e.d. c. Zaaizaadhoeveelheid en standdichtheid. Het zou gewenst zijn, dat elke teler bij het vast stellen van de hoeveelheid zaaizaad rekening zou houden met: 1. dë korrelgrootte van het zaad (1000-korrelge- wicht) 2. de kiemkracht; 3. de gezondheid van het zaad; 4. cultuurtoestand van de grond; 5. tijd van zaaien. In de praktijk komt het hier op neer, dat met de punten 2, 3, 4 en 5 wel enigszins rekening wordt gehouden. Met het 1000-korreIgewieht wordt echter te wei nig rekening gehouden. Dit zou men zelf moeten bepalen, daar dit door de keuringsinstanties niet wordt gedaan. Wel bekijkt de teler de grootte van het zaad en als het erg groot zaad is, zet men de zaaimachine wel eens wat wijder. Samengevat kunnen we zeggen, dat elke teler er naar streeft een zekere standdichtheid te ver krijgen. Dit moet voor vlas nogal secuur zijn, want bij een te dichte stand bestaat er kans op: a. meer ondervlas; b. slap gewas; c. grotere vatbaarheid voor ziekten, terwijl we bij een te dunne stand gemakkelijk veel te grof en enigszins houterig vlas kunnen krijgen. Hot 1000-korrelgewicht liep voor de verschillende partijen uiteen van 4,76 tot 6,79 gram Een ver schil dus van 2,03 gram per 1000 korrels. Dat is per kg een verschil van 72.700 zaden. Wordt b.v. van beide partijen 158 kg- verzaaid, dan worden in het ene geval 33.075.000 zaden uitgezaaid en in het andere geval 23.200.000. Men ziet dus enorme ver schillen. De zaaizaadhoeveelheden liepen uiteen van 132 tot 188 kg per ha. Het 1000-korrelgewicht was voor deze uiterste gevallen ongeveer gelijk. De kiemkracht was voor de partij met 132 kg 98 en voor de andere partij 99%. Theoretisch zijn er van de partij van 132 kg 2173 zaden per m2 uitgezaaid, van de andere 3233. Er werden geteld op deze percelen resp. 1734 en 2230 planten per m2. De ene partij stond aan de dunne kant, de andere had een mooie stand. We zien dus, dat er grote verschillen zijn in de hoeveelheid uitgezaaide zaadjes per m2 en dat er een vrij groot deel verloren gaat. Gemiddeld is het verlies 2025 Op enkele percelen was voor dit jaar het grootste plantenverlies te wijten aan het optreden van nachtvorsten. De voornaamste oorzaken zijn echter het te droog liggen van het zaad, vooral op de wat dieper be werkte percelen; het niet voldoende inwerken op de ondiep bewerkte percelen, rotting van het zaad en minder goede kiemenergie, waardoor vooral wat te diep gezaaid zaad te gronde gaat. Gemiddeld werd 163 kg lijnzaad per ha uitge zaaid. Enige weken geleden werd in ons blad de invloed van de maan op het weer aan de orde gesteld. We hebben al van verschillende zijden gehoord, dat men het niet eens was met de inhoud van dit ar tikel. We geven de „tegenstanders" gaarne de gelegen heid deze zaak eens van de andere kant te belich ten en hopen een aantal reacties van de lezers te mogen ontvangen. REDACTIE. Aangezien in het veneden de lonen in de land en tuinbouw ir. Zeeland steeds op elkaar waren af gestemd, is in de Gewestelijke Sociale Commissie van het Landbouwschap overeenstemming bereikt over een verhoging van de lonen in de tuinbouw, zulks op basis van de tussentijdse loonsverhoging die in de landbouw is toegepast. Via de Hoofdafdeling Sociale Zaken zal aan het College van Rijksbemiddelaars worden verzocht de hierna genoemde lonen te willen goedkeuren en deze lonen te laten ingaan op 19 maart 1956 Evenals bij de landbouwlonen is ook de com pensatietoeslag voor de Wachtgeld- en Werkloos heidsverzekering in de nieuwe lonen voor de Tuin bouw verwerkt. A. Voor de vaste vakarbeiders, indien zij nimmer in akkoord werken: 17 jaar 35,06 per week 18 jaar 39,98 per week 19 jaar ƒ46,13 per week 20 jaar 51,05 per week 21 jaar 55,36 per week 22 jaar 58,43 per week 23 jaar en ouder ƒ61,51 per week B. Voor de vaste vakarbeiders, werkzaam in het boomkwekersbedrijf, die niet kunnen snoeien, enten en oculeren of geen bijzondere verant woordelijkheid dragen en nimmer in akkoord werken 17 jaar 34,04 per week 18 jaar 38,82 per week 19 jaar 44,79 per week 20 jaar 49,57 per week 21 jaar 53,75 per week 22 jaar 56,73 per week 23 jaar en ouder 59,72 per week C. Voor de ongeschoolde arbeiders, indien zij nim- in akkoord werken: 17 jaar ƒ31,38 per week 18 jaar 35,78 per week 19 jaar 41,29 per week 20 jaar 45,69 per week 21 jaar 49,55 per week 22 jaar 52,30 per week 23 jaar en ouder 55,05 per week D. Voor arbeiders, belast met Je verzorging van vee en of paarden, indien zij nimmer in akkoord werken: 17 jaar 38,25 per week 18 jaar 43,62 per week 19 jaar 50,33 per week 20 jaar 55,69 per week 21 jaar 60,39 per week 22 jaar 63,75 per week 23 jaar en ouder 67,10 per week Voor de losse arbeiders de volgende uurlonen: Vakarbeiders Ongeschoolden cent 66 75 V2 87 96% 104'/2 110 E 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 22 jaar 110 23 jaar en ouder 116 cent 57 65 75 83 90 95 100 KRING THOLEN EN ST. PHIUPSLAND DER Z.L.M. Algemene Kringvergadering te houden op vrijdag 23 maart a.s. des avonds om 7.30 uur bij P. W. A. Mees te Oud-Vossemeer. Agenda Opening. Notulen. Mededelingen. Rekening en verantwoording over 1955, Bestuursverkiezing wegens periodiek aftreden van de heren J. A. Stols, C. van Putte, D. Dor- mar, J. F. Brooymans en A. J. Groenewege. Allen zijn herkiesbaar. Inleiding: Als spreker is uitgenodigd de Kring en Algemeen Voorzitter Ir. M. A. Geuze met als onderwerp „Toekomstmogelqkheden voor onze landbouw". Rondvraag. Sluiting. Wij verwachten zoveel mogelijk leden ter ver gadering. Namens het bestuur, Ir. M. A. GEUZE, voorzitter. A. J. GROENEWEGE, secretaris.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1956 | | pagina 4