Klimaatverschillen tussen Zeeland, de N.O.P. en het N. O. Kleigebied 126 WIE'T WATER ONTBEERT, DIE T WATER BEHEERT. UIT DE INHOUD UIT EEN geheim WEEKBOEK van bramujt dtsl/khoeks WIJZIGING TOESLAG LICHTE VARKENS (Vervolg van le pagina.) Gedeeltelijk zal dit water wel aan de grond ont trokken kunnen worden, daar datgene wat er 's zomers onttrokken wordt, in de winter wel weer wordt aangevuld. Zo komt men, er van uitgaande dat U van de oppervlakte niet voor wateraanvoer van buiten in aanmerking komt, tot de conclusie, dat er voor 500.000 ha verdrogende gronden een 200 m-Vsec. nodig zouden zijn. Samen met 35 m3/sec. voor de drinkwatervoorziening komt men op een totale behoefte van 1170 mVsec., terwijl er door het afvoerwater van Rijn en Maas maar ongeveer 1000 m3/sec. beschikbaar zijn. Het Noorden van het land zou geholpen kunnen worden met een tijdelijke verhoging van het IJssel- meerpeil van 1 meter. Onderhandelingen hierover zijn reeds gaande, daar het in de bedoeling ligt in het kader van de RijnLek kanalisatie de afvoer van de Gelderse IJssel op te voeren tot 250 a 350 mVsec. Tezamen met de mogelijkheid de hoeveelheid nodig voor het zout water terug te dringen, zou in het Noorden van het land het probleem vrijwel op gelost zijn. In het Zuiden ligt deze situatie minder gunstig, omdat ook wanneer het 40.000 ha grote Zeeuwse meer in het voorjaar 1 meter opgezet zou worden, het tekort wel teruggebracht maar niet opgeheven zou worden. Alleen een andere oplossing voor de problemen rond de Nieuwe Waterweg zou voor de zoetwater voorziening van het Zuiden de perspectieven ope nen waar de rapporten van spreken en waar de landbouw ook graag van zou profiteren. KWALITEIT GAAT ACHTERUIT. Het afvalwater van de industrie vormt in ons land een bron van verontrusting. De vervuiling van kanalen en polderwateren is plaatselijk al zo sterk, dat ze een belemmering vormt voor een ver dere uitbreiding der industrie. We kennen dit ook in Zeeland wat de vlasnijver heid betreft en de uitspraak van de heer Mesu, dat de landbouw die grote belangen heeft bij liet zuiver houden van beken en polderwateren, behoort tot de grootste vervuilers, komt ons dan ook niet vreemd voor. Vooral de aardappelmeelfabrieken moeten grote kapitalen uitgeven voor onderzoek om het eiwit althans .gedeeltelijk uit het afvalwater te halen Daarnaast geeft ook de stijging van het zoutge halte van het Rijnwater veel zorgen, speciaal om dat dit in ons land in toenemende mate voor drinkwater gebruikt moet worden en voorraad- vorming in gunstige perioden uitgesloten is. Op dit gebied zullen daarom nog heel wat rege lingen nodig zijn, die bij voorkeur genomen dienen te worden door zuiveringswaterschappen, die de reiniging van het afvalwater voor de kosten der betreffende industrieën op zich nemen en daarbij rekening houden met hoeveelheden, concentratie en aard van het afvalwater. Tot nu toe hebben de waterschappen zich be perkt tot het verbieden van lozing van afvalwater, doch daar schieten we niet veel mee op. Wie 't water ontbeert, die 't water beheert. Pas bij gerst op voor rasvermenging Klimaatverschillen tussen Zeeland, de N.O.P. en het N.O. Kleigebied. Bram uit de Slikhoek. De arbeidsvoorziening in de landbouw. Een sociaal bedrijf. De arbeidsvoorziening in de landbouw. Wanneer U dit voorjaar gaat zaaien, denk er dan aan Enkele K. I.-stieren in Zeeland. De teelt van blauw maanzaad. Eregalerij - Verpl. voorjaarsstierenkeurin- gen - Uit de Kringen en Afdelingen - Radio Zitdagen - Korte wenken. Onder de Tuinbouwlantaarn. Gladiolenteelt. De Boerenjeugd. Invloed van de vorst op de zaaizaadvoorzie ning. Resultaten voorbeeldbedrijf 't Hof Zwager man. Marktberichten Noord-Brabantse Mij van Landbouw. o Dit blad verschijnt elke ZATERDAG. Over name van artikelen is slechts geoorloofd met duidelijke bronvermelding. Leden van de Z. L. M. en N.-Br. Mij van Landbouv ontvan gen het blad gratis. ABONNEMENTSPRIJS voor niet-leden, niet- grondgebruikers, bedraagt 10,per jaar bij vooruitbetaling. ADVERTENTIETARIEF: Per mm 18 cent; minimum per advertentie 2,70. Incasso kosten 0,20. Regelabonnementen tegen speciaal tarief, inzending van advertentiën uiterlijk Dinsdag avond aan de Uitgeefster N.V. h Firma P. J. VAN DE SANDE te Terneuzen. Redactie: Secretariaat der Z. L. M. Landbouwhuis Goes Tel. K. 11002345 WIE T WATER OOTBEERT, Tenslotte kunnen we de uitvoerige rede van Dr. Van Veen niet beter weergeven, dan door zijn eigen conclusies hier af te drukken: le. Onze oude watergrondwet: „Wien 't water deert, die 't water keert" moet vervangen worden. Wateroverlast bestaat nog wel in Nederland, doch zou met niet al te veel moeite verholpen kunnen worden. Het „deren" is dus in belangrijke mate afgelopen, dank zij onze gemalen, graafwerktuigen en staatsinstelling. Een andere reden voor het doen verdwijnen van die „grondwet" is de barbaarsheid er van. 2e. Thans moet vooral rekening gehouden wor den met watergebrek en met de tegenstrij dige belangen die daaruit voortvloeien. 3e. De veiligheid van de bevolking zal bij de technische ontwikkeling van de waterhuis houding steeds voorop moeten staan; veilig heid gaat zelfs boven economische voordelen. De drinkwatervoorziening dient dus een voor keurspositie te hebben. Zij zou zich in geval van nood op grondwaterreservoirs moeten kunnen terugtrekken. 4e. Het „eigen" water van onze beken dient zorg vuldig beheerd te worden, daar men niet zeker is van de kwantiteit en kwaliteit van het water, dat onze grenzen passeert. 5e. Het verdient aanbeveling het Nederlandse oppervlaktewater in compartimenten geschei den te houden. Ieder compartiment zou in beginsel zijn eigen vuil-water kwijt moffen raken en zijn buurman daarmee niet móeten belasten. 6. Het verspillen van onze zoet-waterbudget moet zoveel mogelijk worden tegengegaan. De Ne derlandse kust moet zoveel als economisch verantwoord is worden gesloten en de zout- penetratie belemmerd. 7e. Grondwater- en meren-reservoirs moeten op zo economisch mogelijke wijze worden benut. 8e. Ons zoetwater-kapitaal mag in beginsel niet worden aangesproken. Gebeurt dit toch dan moet daarvoor een geldige reden zijn. 9e. De neerslag moet zo weinig mogelijk tot af voer worden gebracht als economisch verant woord is. 10e. Er dient een systeem van slagaders en aders te worden ontworpen. 11e. De volgende waterhuishoudstudies worden door de Rijkswaterstaat ondernomen: A. door de Directie Algemene Dienst en Wa terhuishouding: a. Frequenties afvoeren Rijn en Maas (basisgegevens afkomstig van de Direc tie Bo venrivieren) b. Afvoerbepaling en algemene studie der Kleine Rivieren; c. Spuihoeveelheden van zeesluizen en -duikers; d. Algemene studies (hoogtebepaling grondwaterbuizen, zoutgehaltebepalin gen in rijkswateren, verdampingsbepa lingen) Voorts worden vervaardigd: e. Hoogtekaarten, schaal 1 10.000. B. door de R. I. Z. A.: a. Kwaliteitsbepalingen oppervlaktewater; b. Zelfreinigingsstudies. B. 28 februari. De grootste koude schijnt over te zijn en het weerbericht meldt doorgaande dooi. Het zal dus het eind worden van een 4 weken lange vorstpe riode. Ongekend koud is het geweest en het had veel weg van een ouderwetse winter. Wanneer we 30 jaar ouder mogen worden, zal de winter van '55'56 zeer zeker nog wel eer,s opgehaald worden. Je kon het gisterenmorgen voe len zodra je buiten kwam en aan de loop van de mensen kon je het ook zien. Vorige week liepen ze allen in hun schouders en maakten zich zo klein mogelijk. Maar nu lopen ze weer rechtop. „De iestied is verbie", zei buurman Willem, „en ik vind het welletjes ok, het ei me a lang genoeg geduurd. Ik verlang der nae om wee over gewone grond te lopen, da witte gedoe begon me lelik te vervelen." „Jae," zei Plone, „je begon et an de mensen te zien. Ze wieren olmae grauwer van de kou en d"n iesval. Et wier knap tied, dat 't veranderde." We liepen maandag al over de akkers, maar alles is nog bedekt met sneeuw, maar het pak is toch wat dunner geworden. De tarwe en 't koolzaad zitten er nog onder, dus nieuws was er nog niet, alleen een gi'ote plant witte muur was nog niet dood, want van binnenin was ze nog groen. Ja, onkruid vergaat niet. De sloten liggen nog vol sneeuw; je zou er zó in lopen. Mooi kan je op de akkers de sporen (prenten) van veel dieren en vogels afgetekend in de sneeuw zien. Aan de watergang, die nog open gebleven was, zaten vele soorten zeevogels. Er waren maar 4 dode vogels te vinden; dat liep dus nog al af. We hebben er goed voor gezorgd. Ze zullen nu wel zo netjes zijn, dat ze van de zomer onze erwten stilletjes laten groeien. We hadden er toch geen vrede mee en wanneer een mens goed doet, goed ontmoet. Het was toch mooi om ze naar het gestrooide voer te zien komen, de eerste dag heel schuw, doch de tweede al heel wat vlugger. We moeten toch ook niet tè materialistisch wor den. We moeten toch altijd hulp bieden wanneer het nodig is en dit van ons wordt gevraagd. We herinneren ons van vroeger ook nog, dat we zwakke buitenlandse jongens en meisjes verpleegden tot ze wat sterker waren en weer gezond naar huis konden terugkeren. Later zijn ze misschien nog wel eens ons land binnen gekomen in de oorlog van '40'44. Ze kwamen toen voor wat anders Doch ik maak me sterk, dat we het weer zouden doen, wanneer het nodig mocht zijn, en de verjaag den uit het Oosten vinden hier toch ook weer steun en voedsel. We hebben dit mooie menslievende werk altijd gedaan. III. JANUARI. Li deze koudste maand van het jaar zijn de tem peratuurverschillen van dezelfde orde als in decem ber. Zeeland heeft een gemiddelde overdag-tempera- tuur van 3.0° C, de N. O. P. van 1.7° C, terwijl de gemiddelde overdag-tempcratuur voor noordelijk Groningen ongeveer 2.0° C bedraagt. Het verschil ZeelandGroningen is dus iets kleiner dan in de cember. Belangrijk is het verschil in aantal vorstdagen; voor Zeeland (waarvan wij de cijfers van Vlissin- gen geven) bedraagt het aantal vorstdagen gemid deld 9, voor noordelijk Groningen meer dan het dubbele, n.l. 19. Dat dit verschil zeker niet elk jaar zo groot is, bewijst o.m. januari 1954, toen in Vlissingen het kwik 17 nachten onder het vries punt daalde en in Eelde 18. Ook wat het gepiiddeld aantal ijsdagen betreft, vinden we in de veeljarige gemiddelden grote ver. schillen tussen Zeeland en Gro ningen. Vlissingen telt gemiddeld slechts 3 dagen, waarop de tempe- s ratuur de gehele dag onder 0 blijft, tegen Eelde 6. Voor de N. O. P. is de reeks weergegevens niet lang genoeg om betrouwbare gemiddelden te kun nen berekenen. Het aantal vorstdagen kan in dit gebied echter betrekkelijk veilig worden geschat op 15, het aantal ijsdagen op 5. Evenals in december treden ook in januari geen belangrijke verschillen in de hoeveelheid neerslag naar voren. Voor het westelijk deel van Zeeland be- Door Dr. Ir. J. J. POST. draagt de gemiddelde hoeveelheid neerslag 4050 mm, het oostelijk deel (Oost Zeeuws-Vlaanderen, ten oosten van het kanaal door Zuid-Beveland en Tholen zijn gemiddeld iets natter (gem. neerslag hoeveelheid 5060 mmV Hieruit leze men vooral niet, dat b.v. het kanaal door Zuid-Beveland een scheidingslijn zou vormen tussen W. en O. Zuid- Beveland In de N. O. P. en in noordelijk Groningen valt in januari gemiddeld 4050 mm. Hoewel het verschil niet groot is, willen wij toch even wijzen op het aantal uren zonneschijn in Vlissingen en in Groningen. In Vlissingen vertoont de zon zich gemiddeld 51 uren, in Groningen 44; gemiddeld krijgt Zeeland in januari dus bijna een kwartier zon per dag meer dan Groningen. De verbeterde afzetmogelijkheden van bacon op de Engelse markt hebben het Produktschap voor Vee en Vlees aanleiding gegeven wijziging te bren gen in het tarief van de uit het Vleesfonds te De- talen toeslag op het slachten van varkens. Voor varkens, welke op of na maandag 27 febru ari werden geslacht en niet voor de bereiding van bacon worden bestemd, zullen tot nader order de volgende toeslagen worden betaald: varkens met een koud geslacht gewicht van 65 t/m 72 kg, 15 cent per kg; varkens met een koud geslacht ge wicht boven 72 t/m 77 kg, 10 cent per kg.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1956 | | pagina 2