Wie 't water ontbeert, die 't water beheert
Pas bij GERST op voor RASVERMENGING!
waarin opgenomen
HET NOORD-BRABANTS
LANDBOUWBLAD
ff
De korting zit in een klein hoekje
Zitdagen
Boekhoud-
Bureau.
Gras- en Klaverzaden
Bietenzaden
en Pootaardappelen
Gebrs De Jongh Goes
No. 2316. Frankering bij abonnement: Terneuzen ZATERDAG 3 MAART 1956-
41e Jaargang»
Officieel Orgaan van de
ZEEUWSE LANDBOUW MAATSCHAPPIJ
de Noord-Brabantse Mij van Landbouw
en andere Verenigingen
[ET was een goede gedachte van de Nederlandse vereniging voor Land
aanwinning op de laatstgehouden Algemene Vergadering de landaan
winning eens niet in de breedte te bekijken, maar in de diepte. Want waar de
mogelijkheden om nieuw land te winnen in de toekomst maar zeer beperkt
zijii? zal vooral getracht moeten worden het oude land op alle mogelijke
manieren op te knappen. Eén van de middelen die hiervoor nodig zijn is zoet
water, dat kan dienen voor irrigatie en beregening van land dat aan droogte
of zoutschade lijdt.
Vooral voor het Zuidwesten van het land zullen, nu de afsluiting van de
zeegaten en de vorming van het Zeeuwse meer, nieuwe mogelijkheden ont
staan.
Op de vergadering van de Vereniging voor Landaanwinning is ons wel
duidelijk geworden dat er niet voldoende zoet water beschikbaar is en dat er
dus een soort distributie plaats zal moeten vinden tussen alle belanghebben
den. De landbouw is daar één van, doch ook de industrie, de drinkwater
voorziening en de scheepvaart willen graag hun aandeel van het totaal hebben.
Eerst wanneer er een afdoende andere oplossing gevonden zou worden
voor het terugdringen van de zouttong op de Nieuwe Waterweg zou de positie
zodanig worden, dat de landbouw ten volle van alle voordelen kan profiteren.
In dit licht gezien is de uitspraak van Dr. Van Veen, van de Rijkswaterstaat,
dat de vanouds bekende grondwet: „Wie 't water deert, die 't water keert"
vervangen moet worden door: „Wie 't water ontbeert, die 't water beheert"
dan ook volkomen begrijpelijk en acceptabel. Dat hiervoor nieuwe wegen
ingeslagen zullen moeten worden, ook wat het vermijden van de toenemende
vervuiling betreft, is wel duidelijk.
Want alleen dan zal Nederland in de toekomst ten volle kunnen profiteren
van de drie kunstmatige zoetwatermeren IJsselmeer, Zeeuwse meer en
Waddenmeer die in de verre toekomst de zomervoorraad zullen moeten
bevatten.
Ook hier geldt het motto van de voorzitter van deze vereniging ten aanzien
van de uitvoering: Niet uitstellen maar uitvoeren.
DE DRINKWATERVOOR
ZIENING VAN HET PLAT
TELAND.
Het overzicht dat de heer Mesu
hierover gaf, kan niet erg bemoedi
gend genoemd worden, vooral niet nu
een wet die enige weken geleden
over deze zaak werd ingediend, niet
in de behoeften van het platteland
blijkt te voorzien.
Omstreeks 1950 waren 82 van
alle gebouwde percelen aangesloten
op de drinkwaterleiding, de landbouw
bedrijven brachten het echter niet
verder dan 37
Het tienjarenplan dat van 1954 tot
1964 uitgevoerd zal worden, laat
150.000 percelen die in 1950 boven
de 1000 aansluitkosten lagen bui
ten beschouwing, waaronder naar
schatting 122.000 landbouwbedrijven
of 43 Vo van het totaal.
In de Zuiderzeepolders en bij de
verplaatsing van bedrijfsgebouwen in
het kader van de ruilverkaveling
worden vrijwel alle bedrijfsgebouwen
voorzien van waterleiding. Doch daar
zullen vele bedrijven tevergeefs op
moeten wachten.
Dr. Mesu achtte het gewenst, dat
de gemeentebesturen bij de vaststel
ling van de uitbreidingsplannen be
palen, dat het bouwen van bedrijfs
gebouwen alleen langs bepaalde
wegen plaats mag vinden, om zo
doende te verhinderen dat weer
nieuwe niet-aansluitbare percelen
gaan ontstaan.
Als één der hoofdoorzaken voor
deze onbevredigende toestand noem
de hij het te grote aantal waterlei
dingbedrijven (200), waarvan vele
niet in staat of bereid zijn hoge in
vesteringen te doen voor de vèrafge-
legen landbouwbedrijven.
Terecht wees Dr. Mesu er op, dat
deze politiek wel heel scherp afsteekt
legen die welke het Rijk volgt bij ie
P.T.T. De post bezorgt een druk
werkje voor 2 cent even goed op een
afgelegen boerderij als in de kom
van het dorp en de boer die telefoon
aansluiting krijgt, betaalt alleen de
aansluitkosten van de boerderij naar
de openbare weg.
Eenzelfde service voor het platte
land zou daarom betekenen dat tot
een concentratie van de bestaande
bedrijven overgegaan zal moeten
worden, mede omdat de tarieven uit
een lopen van 8 tot 50 cent per m3
en er dus niet van enige lijn gespro
ken kan worden.
ZOUTGEVAAR DREIGT
STEEDS STERKER.
Het zout dringt steeds sterker Ne
derland binnen en vooral het voor
beeld van de Nieuwe Waterweg is
typerend voor deze strijd die zich
steeds verder landinwaarts verplaatst.
Vooral het waterschap Delfland
heeft de laatste jaren kostbare voor
zieningen moeten treffen om de tuin
ders in dit gebied aan voldoende zoet
water te kunnen helpen.
Er zijn nog andere redenen aan te
wijzen voor het binnendringen van
het zout sluizen, de wateronttrek
king in de duinen door de waterlei
dingbedrijven, afgraven van de dui
nen voor de industrie, gaswellen in
de polders zodat tezamen aanzien
lijke hoeveelheden zout water weer
teruggedreven moeten worden. Voor
dit terugdringen, dat op de Zeeuwse
en Zuid-Hollandse eilanden pas na
afsluiting van de zeegaten mogelijk
zal zijn, zijn enorme hoeveelheden
zoet water nodig, in totaal zelfs 935
m3 per seconde. Daar alleen de Wa
terweg al 725 m3/sec. vraagt, valt
het te begrijpen, dat men er aan
denkt de Waterweg maar verder zout
te laten worden en het zoete water
voor de Zuid-Hollandse tuinders door
een apart kanaal ten Noorden van
Rotterdam aan te voeren. Het zal
aldus Dr. Mesu wel heel wat moei
te kosten om Rotterdam te overtui
gen van de noodzaak de Waterweg
af te sluiten. Al zou deze mogelijk
heid voor de landbouw de beste zijn.
WATER VOOR DROGE
GRONDEN.
Een onderzoek heeft aangetoond,
dat 180.000 ha regelmatig waterover
last hebben en 120.000 ha zo nu en
dan. Rekent men anderzijds dat
800.000 ha regelmatig verdrogen of
droogtegevoelig zijn, dan heeft men
een indruk van de grote oppervlakte
cultuurgrond in Nederland die vraagt
om beheersing van het water.
De droogtegevoelige gronden kun
nen door infiltratie of bevloeiing ge
holpen worden, waarvoor als gemid
delde resp. 150 a 250 mm en 100 a
150 mm toegevoegd zullen moeten
worden.
(Zie verder volgende pagina.)!
DAT er heel wat wintertarwe de koude niet doorstaan zal hebben, staat
wel vast. Daarmee is tevens het probleem van de vervanging door
andere gewassen aan de orde gesteld. Het valt te verwachten, dat hier
ook gerst bij zal zijn. Zodoende komt dus direkt de vraag naar voren of
dit nu brouwgerst of voergerst zal moeten worden.
Daar het laatste jaar een hoog percentage van de gerst in de brouwgerst-
sector verdwenen is wat mede beïnvloed is door de uitvoer naar Duitsland
en België mag verwacht worden, dat er ook dit jaar vooruitzichten voor
de afzet zijn.
Om de mogelijkheid open te houden voor afzet in de brouwgerstsector, zal
men echter een aantal voorzorgen in acht moeten nemen om latere teleur
stellingen te voorkomen.
HULST: Maandag 5 maart in „De
Graanbeurs" van 3 tot 5 uur.
KOUDEKERKE: Woensdag 7 maart
in Hotel „Nieuw Walcheren"
van 9 tot 1.30 uur.
OOSTBURG: Woensdag 7 maart in
Café „De Windt".
WISSEKERKE: Woensdag 7 maart
in Hotel „De Kroon".
ZIERIKZEE: donderdag 8 maart in
Hotel „Huis van Nassau".
MIDDELBURG: Donderdag 8 maart
in Café „De Eendracht".
ST. MAARTENSDIJK: Donderdag 8
maart in Hotel „Hof van Hol
land".
Waken tegen rasvermenging.
In de eerste plaats zal gewaakt
moeten worden tegen rasvermenging.
Dit kan door tarwe gebeuren, die de
vorst doorstaan heeft en bij de grond
bewerking niet afdoende onderge
werkt is. Doch ook door andere
gerstrassen, die door onzuiverheid
van het zaaizaad of ook later tijdens
het dorsen, wanneer de dorsmachine
of maaidorser niet voldoende ge
schoond is, in het zaaizaad terecht
gekomen zijn.
Voor de eerste maanden hebben we
alleen te maken met een doeltreffen
de grondbewerking, waardoor de ver
menging met tarwe zo goed mogelijk
wordt tegengegaan, daar op dit punt
hoge eisen gesteld worden.
Doch ook de vermenging van het
ene gersteras met het andere is in dit
opzicht funest. Men kan immers bij
raszuiverheid een toeslag van 3
ontvangen, wat zeker de moeite
waard is om zich hiervoor in te
spannen.
Als men niet tevreden is met de
beloning van het extra werk dat vast
zit aan het klaarmaken van brouw
gerst, moet men nog niet direct de
conclusie trekken: „Dan maar geen
brouwgerst".
Het is toch veel logischer de ver
schillende mogelijkheden open te hou
den en later de beslissing te nemen
aan de hand van de toestand van dit
moment.
Dit houdt in, dat het zaaizaad, voor
al wat de raszuiverheid betreft aan
behoorlijke eisen moet voldoen. Spe
ciaal als men eigen zaaizaad gebruikt
en er is het voorgaande jaar meer
dan één ras op het bedrijf verbouwd,
worden in vele gevallen onnodige
risico's genomen, terwille van een
besparing die nog maar zeer twijfel
achtig is. Ditzelfde geldt wanneer
tijdens het dorsen vermenging heeft
plaats gevonden met granen afkom
stig van andere bedrijven waar de
machine heeft gewerkt. Laat daar
om de keuze van een brouwgerstras
steeds gepaard gaan met goed ras
zuiver uitgangsmateriaal.
Ook het zaad dat Uw huurman kan
bieden, kan aan dezelfde euvels
lijden, afgezien van het feit, dat deze
transactie niet wordt toegestaan
krachtens de reglementen van de
N.A.K., omdat op deze manier de
kweker van het betreffende ras niet
z'n gerechtvaardigde beloning ont
vangt. Daarom liever niet het hele
perceel nog dezelfde dag zaaien, dan
een zak van een ander ras bij de
buurman te halen, om het werk toch
vooral maar zo gauw mogelijk klaar
te maken. De zaaikoorts kan erg
hoog oplopen, maar heeft dan ook
erg kwalijke en niet weg te werken
gevolgen als het na de oogst blijkt
dat de waarde door onzuiverheid
sterk gedaald is.
We gaan ook in de landbouw steeds
verder in de richting van gestandari-
seerde produkten. De boer die hier
niet aan meewerkt doet zichzelf
meer schade dan hij op het eerste
gezicht kan beseffen.
B.
(Advertentie)
Voor Uw benodigde
INLANDSE EN IMPORT
naar
Import - Export
POSTBUS 35