EMIGRANT
scam vccRncfimcn
Klimaatverschillen tussen Zeeland, de N. O. P.
en het N. O. Kleigebied
CAO. Tuinbouw goedgekeurd
Tips van de Hoofdinseminaior.
Dr. R. J. MANSHOLT's
L LL I YV S L A NUBO Lf vV 111 AD
WIJZIGING LOONBEREKENING
VOOR DE LANDBOUWLONEN
Zoals de vorige week werd medegedeeld is de
voorgestelde loonsverhoging in de landbouw, door
het College van Rijksbemiddelaars goedgekeurd.
Wat de loonberekening betreft' kunnen we vast
stellen, dat een vereenvoudiging heeft plaats ge
vonden. De compensatietoeslag voor de Wachtgeld
en Werkloosheidsverzekering is n.l. in het loon ver
werkt en behoeft dus niet meer apart berekend te
worden.
Hieronder volgen enkele voorbeelden hoe de
Joenberekening nu verloopt:
Voorbeeld I.
Vaste paardenknecht, ouder dan 23 jaar, gehuwd,
2 kinderen.
r
Winterweekloon f 60,38
Af: arbeidersaandeel pensioenpremie f 1,50
Premieloon f 58,88
Af: loonbelasting f
Af: soc. verz. vaste arbeider 4,2% f2.47
f 2,47
Uit te betalen loon f 56,41
Voorbeeld 11.
Vaste arbeider, ouder dan 23 jaar, gehuwd,
2 kinderen.
Wintcruurloon f 1,16 (44 X f 1,16) f51,04
Af: arbeidersaandeel pensioenpremie f 1*50
Premieloon f 49,54
Af: loonbelasting f
Af: soc. verz. vaste arbeider 4,2 f 2,08
f 2,08
Uit te betalen loon f 47,46
Voorbeeld III.
Losse arbeider, ouder dan 23 jaar, gehuwd,
2 kinderen.
Uurloon f141 (44 X f 1,11) f48.44
B>j: halve waarde vak-antiebon f 245
f 50,59
Af: arbeidersdeel pensioenpremie f 1,50
Premieloon f 49,09
Af: loonbelasting f
Af: soc. verz. losse arbeider 7,5 f 3,68
Af: halve waarde vakantiebon f 2,15
I 5,83
Uit te betalen loon f 43,26
Wij zouden wel Uw speciale aandacht willen
vragen voor de wijziging in de waarde van de
vakantiebonnen.
Tot nu toe had een losse vakarbeider (ouder dan
23 jaar) recht op 4,vakantiebonnen, maar in
het i>ervolg moet men 1,30 aan vakantiebonnen
verstrekken.
Om de waarde van de vakantiebonnen te vin
den moet men n.l. het uurloon, verminderd met
de helft van de pensooenpremie, met vier vermenig
vuldigen, dus in dit geval (f 1,11 - f0,03) x 4
afgerond f 4,30.
Voor alle losse arbeiders kar. men op deze
manier de waarde van de vakantiebonnen be
palen, waarbij men er mee rekening moet houden
dat voor arbeiders die 21 jaar of ouder zijn, f 0,03
van hel uurloon moet worden afgetrokken, ter
wijl voor arbeiders die nog geen 21 jaar zijn f 0,015
van het uurloon moet worden afgetrokken.
Tenslotte willen wij U rop wijzen, dat U voor
adviezen over loonberekeningen zich altijd kunt
wenden tot het Landbouwhuis te Goes.
Kor male arbeidstijd
De normale arbeidstijd bedraagt voor de periode
15 februari tot en met 16 november:
A. Voor alle arbeiders, uitgezonderd degenen die
belast zijn met de verzorging van vee en/of
paarden: per week 5 werkdagen van gemiddeld
9 uur en zaterdag 5 uur.
B. Voor arbeiders die belast zijn met de verzorging
van vee en/of paarden: per week 5 werkdagen
van gemiddeld 10 uur en een zaterdag van 6 uur.
Normaal tijdloon
Het normaal tijdloon bedraagt:
A. Voor vaste vakarbeiders indien zij nimmer
In akkoord werken, per week:
B. Voor vaste vakarbeiders, werkzaam in het
boomkwekersbedrijf, die niet kunnen snoeien, enten
en oculeren of geen bijzondere verantwoordelijkheid
dragen en nimmer in akkoord werken, per week:
Leeftijd Tijdloon
17 jaar f36.26
18 jaar f36,79
19 jaar f42,45
20 jaar f46.98
21 jaar f50.94
22 jaar f53,77
23 jaar en ouder f56,60
C. Voor de ongeschoolde arbeiders, wanneer zij
nimmer in akkoord werken, per week:
Leeftijd Tijdloon
17 jaar f31.04
13 jaar f35,39
19 jaar f 40,84
20 jaar f45,19
21 jaar f 49.
22 jaar f51,73
23 jaar en ouder f 54,45
D. Voor arbeiders, belast met de verzorging van
vee en/of paarden, indien zij nimmer in akkoord
werken, per week:
Leeftijd Tijdloon
17 jaar f36,25
18 jaar f41,34
19 jaar f47,70
20 jaar f52,79
21 jaar f 57.24
22 jaar f60,42
23 jaar en ouder f 63,60
E. Voor losse arbeiders, per uur:
Leeftijd vakarbeiders ongeschoolden
17 jaar 58V4 ct. 54; ct
18 jaar 67 ct. 6214 ct.
19 jaar 7714 ct'. 72 ct.
20 jaar 85^ ct. 7914 ct.
21 jaar 92 ct. 86Yt ct.
22 jaar 9» ct. 91 ct.
23 jaar en ouder 103 ct 96 ct.
Leeftijd
Tijdloon
17 jaar
f 33,27
18 jaar
f 37,94
19 jaar
f 43,78
20 jaar
f48,45
21 jaar
f52,53
22 jaar
f 55,45
23 jaar en ouder
f 58,37
De Gewestelijke Raad voor Zeeland van het
Landbouwschap cleelt mede, dat het College van
Rijksbemiddelaars met beschikking van 3 febru
ari 1956, de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor
de Tuinbouw in Zeeland voor het contractjaar
1955-1956 heeft goedgekeurd. De oorzaak dat de
goedkeuring van deze C.A.O. zo lang op zich heeft
laten wachten, was gelegen in het feit, dat over de
lonen van de losse vakarbeiders verschil van
mening bestond, hetgeen er toe heeft geleid dat
diverse voorstellen moesten worden ingediend.
Uiteindelijk is het College van Rijksbemidde
laars accoord gegaan met een verhoging van het
uurloon der losse vakarbeiders van 5 cent per uur,
terwijl de toeslag voor het fruitplukken voor deze
categorie is teruggebracht van 10 cent op 5 cent
per uur. k
In de weeklonen voor de vaste vakarbeiders zijn
geen wijzigingen aangebracht. Hetzelfde geldt
voor de uurlonen der ongeschoolden en de toe
slagen.
De goedkeuring van genoemde C.A.O. brengt
dus enkel wijziging met zich mee voor wat betreft
«Ie uurlonen voor de losse \rakarbeiders, en de
toeslag voor het fruitplukken.
Voor de losse vakarbeiders gelden thans de
volgende uurlonen:
17 jaar 61 Vi cent
18 jaar 70 cent
19 jaar 81 cent
20 jaar 89 cent
21 jaar 97 cent
22 jaar 102 cent
23 jaar en ouder 108 cent
De redactie van dc toeslag voor het fruit
plukken is als volgt, geworden:
Plukken van fruit 10 cent per uur extra, alleen
voor zover het ongeschoolden betreft; voor de vak
arbeiders bedraagt deze toeslag 5 cent per uur.
Met nadruk zii er op gewezen, dat de tussen
tijdse- loonsverhoging in de Landbouw, die met in
gang van 13 februari j.l. van kracht is geworden,
vooralsnog geen gevolgen heeft voor de lonen in
de Tuinbouw.
Zeer binnenkort zullen de besprekingen over
de lonen in de Gewestelijke Sociale Commissie van
het Landbouwschap worden voortgezet.
IJIT de oude aardrijkskundeboekjes leerden wij dat Nederland een zeeklimaat heeft, maar veel
verder dan een korte omschrijving (zachte winters, koele, regenrijke zomers) tegenover het
landklimaat gaan deze boekjes als regel niet.
In een serie korte bijdragen willen wij trachten duidelijk te maken, dat er zelfs binnen een klein
land als Nederland nog klimaatverschillen bestaan, die voor de bedrijfsvoering in de landbouw
van belang kunnen zijn.
Alvorens meer in bijzonderheden in te gaan op de klimaatverschillen tussen een drietal belang
rijke kleigebieden, will i wij, om misverstand te voorkomen, enkele algemene opmerkingen maken.
Weer en klimaat
Allereerst willen wii duidelijk onderscheid
maken tussen weer en klimaat, twee termen, die
nogal eens door elkaar gebruikt worden.
Het weer geeft de toestand van de dampkring
op èen bepaald moment aan. Deze toestand ver
andert van uur tot uur en daarmee dus ook het
weer. Weer is iets onstandvastigs; men weet dit
uit de ervaring, die is neergelegd in de uitspraak:
Niets veranderlijker dan het weer.
Het klimaat is het gemiddelde over een groot
aantal weerstoestanden over een groot aantal
jaren. Het klimaat is meer blijvend, het is karak
teristiek voor een bepaalde landstreek.
Wat betekent zeeklimaat
Wanneer wij dus schrijven dat Nederland een
zeeklimaat heeft, dan betekent dat, dat, gezien over
een reeks van vele jaren, de gemiddelde tempera
tuur, neerslag, zonneschijn e.d. weersfactoren een
beeld geven van een klimaat dat als regel in de
naaste omgeving van grote wateroppervlakken
wordt gevonden.
Deze wateroppervlakken zijn zeer belangrijk
voor het klimaat van het aangrenzend land. Zij
oefenen n.L een matigende invloed uit op het
tempera tuurverloop.
In het voorjaar, wanneer de zon meer kracht
krijgt, wordt het land sneller opgewarmd dan de
zee. Dicht btf zee blijven de
temperaturen gedurende een
door groot deel van het voorjaar dan
*>r i i pact °°k belangrijk lager dan in meer
ur. 4. ii. landinwaarts gelegen gebieden.
In het najaar en in de winter
is het juist andersom: de zee
geeft de in de zomer opgespaarde warmte veel
langzamer terug dan het land. In het kustgebied
komen dan ook 's winters hogere temperaturen
voor dan meer landinwaarts. Voorbeelden hier
van beeft men tijdens de laatste vorstperiode
regelmatig kunnen beluisteren I
Volledigheidshalve delen wij nog mee, dat
twee andere factoren van veel belang zijn voor
het klimaat van een landstreek. Dat is in de
eerste plaats de geografische breedte. In het al
gemeen geldt, dat, hoe verder men van de
evenaar afwoont, hoe kouder het klimaat is. In
ons kleine land speelt het verschil in breedte
(bijv. tussen Vlissingen en Den Helder) geen
rol van betekenis, maar in de Skandinavische
landen bijv. wel degelijk. Dan is er tenslotte nog
de hoogte boven de zeespiegel. Hoe hoger boven
de zeespiegel, hoe koeler het klimaat. Ruwweg
daalt de temperatuur met bijna le C per 100 m
stijging boven zeeniveau.
Vergelijking tussen 3 gebieden
Voor onze vergelijking hebben wij ons be
perkt tot drie belangrijke kleigebieden: Zeeland,
de N.O.-Polder en de kleistreek van Noordelijk
Groningen. Dit neemt niet weg, dat wjj in be
paalde gevallen zullen wijzen op enkele typische
verschillen met andere landbouwgebieden.
No. 11
In voorgaande tips hebt U gelezen, dat het
aantal geinsemineerde dieren weer belangrijk toe
neemt. De inseminatoren hebben het hierdoor
vanzeijsprekend nog weer drukker dan vorig jaar.
Wanneer U de inseminator hebt gevraagd te
komen, wilt U dan zorgen dat alle benodigde papie
ren gereed liggen
Het bespaart hun tijd, waardoor ook de nog vol
gende boodschappen tijdig kunnen worden afge
werkt.
Zif zijn er U zeer dankbaar voor.
(Advertentie)
De schokker met de hoogste opbrengst
Veredelingsbedrijj N.V.
WESTPOLDER - GRONINGEN