Nieuwe slootgraafmachine. De industrie ontwerpt practische hulpmiddelen. uit een geheim £jt weekboek van ofsukmlx Parasitoskoop en nutrigraaf 54 ZEEUWS LANÜBOUvVBL AD YU EGENS de schaarste aan arbeidskrachten en de huidige loonverhoudingen is men wel genoodzaakt ook de cultuur-technische werken op de boer derij waaronder ook het onderhoud van de sloten gerekend kan wor den zoveel mogelijk te mechaniseren. In dit licht moet dan ook gezien worden het grote belang van een werktuig, dat geschikt zou zijn om er alle voorkomende sloten mee te reinigen. Een goede universele slootreinigingsmachine behoort dan ook tot de wen sen van ons allen, die met het reinigen en het onderhoud van sloten te maken hebben. De Bedumer Machinefabriek N.V., te Bedum, die zich sedert 1950 heeft ge specialiseerd in de fabricage van mobiele ^en stationaire hydraulische kranen en o.a. een 4-tal types autokranen, al dan niet voorzien van grijpers op de markt brengt, heeft ongeveer twee jaar geleden ook een hydraulische sloot- graafmachine ontwikkeld. De eerste machine van dit type werd ruim een jaar geleden in gebruik genomen in Friesland, om in de praktijk beproefd te worden. Deze kraan wordt niet alleen voor het schoonmaken van sloten gebruikt, doch evenzeer bij het vervoer en overslaan van mest, grond, vezels, bieten, schuimaarde enz. De ervaringen waren van dien aard, dat men dit type kraan thans in serie gaat vervaardigen. In de loop van 1955 werd ook in Groningen een dergelijke machine in be drijf gesteld en ook hiermede zijn behoorlijk wat ervaringen opgedaan. Aangezien deze machine op verschillende punten afwijkt van de reeds be staande slootgraafmachines, zullen wij haar in het kort bespreken. De constructie van de machine. Het geheel is gebouwd op een half- truck; daardoor heeft men de moge lijkheid in vrijwel elk terrein te kun nen werken. De opbouw is als volgt: Op een vaste plaats bevestigd op de truckbodem is een zware kogel- draaikrans aangebracht. Deze draagt een platform, waarop de werkende delen van de machine zijn gemon teerd. Zo draagt dit platform een die selmotor van pïm. 10 pk, die een 6- plunjer hogedruk oliepomp aandrijft. Voorts is een cabine aangebracht, van waaruit men goed zicht op het werk heeft, een olietank, alsmede verschillende drukcilinders. Twee dezer verzorgen het zwenken van het platform, met een bereik van 2 x 180 gr. Met een volgend stel drukcilinders wordt een 7 meter lange giek in de gewenste stand gebracht, waarbij deze aan zijn ondereind scharnierend op het platform is bevestigd. Via een stelsel schijven loopt door deze giek een staalkabel, welke door een vierde drukcilinder gehesen resp. gestreken wordt en die via een schijf aan het einde van de giek een hydrau lische grijper draagt met een inhoud van 300 liter. De grijperschalen worden hydrau lisch geopend en gesloten door een daartoe ingebouwde dubbelwerkende hydraulische cilinder. De hogedruk- slang waardoor de onder druk staan de olie aan- resp. afgevoerd wordt, wordt door een veertrommel omhoog gehouden, zodat deze slang niet be kneld kan raken of op andere wijze het werk hinderen. Een speciale snelsluitkoppeling sluit slang en leiding af, indien men zonder grijper wil werken, waardoor MAX. LAST I 600 KG het aan- resp. ontkoppelen het werk van enige seconden is geworden. De giek, die door 2 drukcilinders gedra gen wordt, kan zo in horizontale stand gebracht worden, dan wel wor den getopt tot een hoek van 60 gr. Een ingebouwd veiligheidsventiel voorkomt overbelasting. Het geheel werkt zeer soepel en is volkomen regelbaar van uiterst lang zaam tot zeer snel werken, al naar gelang men „olie geeft". De machine is geconstrueerd voor ruw bedrijf. Er bestaat veel belangstelling voor deze hydraulische machine, ook in het buitenland waar de fabriek een belangrijk afzetgebied heeft. Wordt de installatie op een vrachtwagen ge plaatst, dan is het gebruik van uit zetters of steunen nodig. De hierbij afgebeelde machine wordt geëxploiteerd door een combinatie van loonwerkers te Appingedam, welke er in zeer uiteenlopende sloten tot volle tevredenheid mee heeft gewerkt. De capaciteit is naar haar oordeel voldoende, doch deze hangt natuurlijk ten nauwste samen met de toestand van de te schonen sloot, grondsoort, enz. Het bovenste deel van het talud wordt met de hand even bijgewerkt en de sloten behoe ven niet te worden drooggepompt. De lengte van de giek maakt het mogelijk ook vrij brede sloten van één kant af te werken. H SCHERINGS. (Overgenomen uit het Groninger Landbouwblad. ARMLENGTE 7000 IVTAARMATE onderwijs en voorlichting hun sporen dieper in de landbouwsector hebben ge- trokken, wordt de -behoefte aan practische hulpmiddelen, om langs eenvoudige weg de wetenschap in praktijk te kunnen brengen, groter. De industrie van benodigdheden voor het land bouwbedrijf heeft hier een open oog voor en zo kunnen we dan melding maken van twee hulpmiddelen, die resp. door de Geigy-fabrieken in Bazel en Twijnstra's oliefabrieken in Maarssen ontwikkeld zijn. Ze hebben in feite niets met elkaar te maken, de parasitoskoop en de nutrigraaf, omdat de eerste een handwijzer is bij de bestrijding van ziekten en plagen, terwijl de tweede bedoeld is om op eenvoudige wijze uit te rekenen hoeveel krachtvoer en van welke soort aan een bestaand voederrantsoen moet worden toegevoegd. We zijn er van overtuigd, dat beide hulpmiddelen, ondanks de niet erg aantrekkelijke naam, hun weg in de praktijk wel zullen weten te vinden. Dat de industrieën deze hulpmiddelen afstemmen op eigen produkten, kan men moeilijk euvel duiden, al wordt het gebruik zodoende toch wel geremd. Dit geldt wel speciaal voor de nutri graaf, daar van de genoemde mengvoeders de samenstelling niet zonder meer bekend is. Dit neemt niet weg, dat deze initiatieven van de industrie op hoge prijs gesteld moeten wor den, omdat ze een waardevolle bijdrage beteke nen tot het goed-geleide landbouwbedrijf. VOOR DE^AK^JBOUWRR PARASITOSKOOP Van geen enkele boer mag verwacht worden, dat hij op de hoogte is van alle bestrijdingsmoge lijkheden van de ziekten en plagen die in zijn ge wassen voorkomen, noch dat hij alle middelen uit elkaar weet te houden. Nu zijn er intussen voldoende boekjes en tabel len verschenen, doch het nadeel van deze dingen is, dat het overzicht zoek is en dat systematisch zoeken niet mogelijk is. De parasitoskoop nu is een ronde schijf met een los en draaibaar middenstuk. Men kan aan de hand van de vastgestelde beschadiging zoeken, welk insect aan de gang geweest is, doéh ook als men het insect gezien heeft kieken uit de. 112 mooi gekleurde afbeeldingen die op de schijf voorkomen. Is men eenmaal zo ver, dan is de rest maar kin derspel meer. Men draait het gevonden nummer voor en leest dan aan de ene kant direct af in welke gewassen de schade voor kan komen en hoe deze schade er uit ziet. Aan de andere kant van de schijf leest men direct de te gebruiken midde len af en de methode die gebruikt moet worden. Daar het een Zwitserse uitgave is, valt het te be grijpen, dat het geheel op Zwitserse omstandig heden is ingesteld, al kan men de parasitoskoop in Nederland ook wel gebruiken. Het is niet onmogelijk, dat de N.V. Insecto in Oss, die heel goede betrekkingen onderhoudt met de Zwitserse fabriek, dit hulpmiddel in Nederland zal introduceren. Daarmee zou een enorm stuk werk aan meer boeren ten goe^e komen. VEEHOUDERMTRIGRAAF Deskundigen .zeggen, dat er op de veevoeding in Nederland nog heel wat aan te merken valt. Er wordt nog al te veel „raak" gevoerd en al is dan het vóóroorlogse krachtvoerverbruik niet terugge keerd, toch werd er het afgelopen seizoen (1 mei '541 mei '55) al weer 3 miljoen ton mengvoeder ter waarde van 1 miljard gulden verbruikt. Dit mengvoeder heeft de markt wel erg snel veroverd, zodat men tegenwoordig wel kan aannemen, dat 80 van het gebruikte krachtvoeder er uit be staat. Dat de keuze uit de aangeboden soorten wel eens moeilijk is, wordt het best geïllustreerd door de strijd die nu al jaren lang gaande is over de ver melding van de samenstelling. Een even belangrijk vraagstuk wordt gevormd door de kwestie van de hoeveelheid. Het berekenen van de voederrantsoenen is nu eenmaal geen een voudige zaak en al leert iedere leerling het op de landbouwschool, van toepassing komt niet alles. De nutrigraaf nu bestaat uit een boekje met doorschijnende bladen, waarvan men een vel uit- scheurt. Eerst wordt de zetmeelwaarde en het ver teerbaar ruw eiwit van het grondrantsoen uitge rekend. Aan de hand van de uitkomst wordt een punt op het doorschijnend vel gezet, waarna deze over een grafiek wordt gelegd, zodat men direct kan zien of een krachtvoer moet worden gekocht en welk soort het meest geschikt is voor het doel. De hoeveelheden worden dan afzonderlijk aange geven voor volwassen runderen en eerste kalfs- dieren. B. 24 januari. Stormen, gepaard gaande met regen teisterden vorige week ons land en vele mensen hebben naai de weerberichten geluisterd en ook wel des nachts wakker gelegen, toen de wind over hunne huizen joelde. Ja, de schrik zit er nog in. Wat niet te verwon deren is. Gelukkig was het in de dode tijen en is het water niet uitzonderlijk hoog geweest. Er is ruim 20 mm neerslag gevallen en de bui zen lopen al weer goed. Een bewijs dat het grond water zóveel is gestegen om de buizen te doen lo pen. Het is nu stil en verlaten op de akkers; een en kele haas probeert achter een hoge ploegsnede een droog leger voor de nacht te formeren. Een koppel patrijzen schiet in de lucht om ergens verder weer wat voedsel op te scharrelen. De houtduiven blijven in de buurt van he^ koolzaad wonen, waarvan ze menen het alleen-pliikrecht te hebben. Er is deze winter buiten veel werk verzet, wat in geen jaren is gebeurd. Het land was fijn droog en het nazien der draineerbuizen ging prima. Ook het delven van sloten en watergangen kon met het wei nige opperwater nauwkeurig worden gedaan. Je kunt soms in de winter door het hoge water buiten geen steek uitvoeren, maar nu ging het fijn. Er begint een beetje meer leven in de aardappels te komen. Deze week waren velen bezig om de op het land liggende hopen op te ruimen. De prijs is ook wat beter geworden; wij hadden zo'n stille hoop van 't najaar al, dat het nog eens goed zou gaan met de aardappels, omdat er vele buren zijn die er niet zo goed in zaten. Laten we hopen dat we goed hebben geraden. Van het najaar is ons wel gebleken, dat de ket tingrooiers, die overigens prima werk leverenden, toch nogal beschadigingen aan de aardappelhuid hebben doen ontstaan. Dit is ons tegengevallen. Het moet worden toegeschreven aan het te snelle rijden en dat de grond er te vlug uitgeschud was. Ze waren dan te schoon, vielen op en over elkaar en dit moet de oorzaak zijn. Met een kettingrooier zou men hoogstens 4 a 5 km mogen rijden en daar is nogal eens tegen gezondigd. Vooral het buiten land ziet streng op deze kleine foutjes. Dit jaar dus beter geprobeerd; misschien is de grond dan ook niet zo los en rijdt ze langer mee op de ketting. Enfin een gewaarschuwd man geldt voor twee.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1956 | | pagina 10