IDRÖIT DE POSITIE VAN DE ZAAIZAADMARKT Volkshogeschool in het zilver lionen, en maïs 33 «HilUHIILm ARNHEM Dure stemmen Ministeriële openhartigheid ZATERDAG 21 JANUARI 1956 De voor veldkeuring aangegeven oppervlakte zo mergranen en peulvruchten was in 1955 belangrijk groter dan in 1954, hetgeen uit onderstaande opstel ling blijkt: 1955 1954 Zomertarwe 2615 ha 1787 ha Zomerrogge 71 lia 53 ha Zomergerst 5208 ha 3538 ha Haver 8298 ha 5176 ha Ronde groene erwten 4499 ha 4033 ha Schokkers 2087 ha 1581 ha Overige peulvruchten 594 ha 688 ha Deze toeneming van de zaaizaadoppervlakte is wel voornamelijk te wijten aan de schaarste aan goed zaaizaad in het vorige seizoen en het daardoor veroorzaakte hoge prijspeil. Het is nu eenmaal een bekend feit, dat veelal achter de markt aan gezaaid wordt, waardoor een seizoen van schaarste gevolgd wordt door een seizoen met ruim aanbod met een redelijke kans, dat zulk een seizoen weer gevolgd wordt met een inkrimping der zaadteelt. Het is te begrijpen, dat hierdoor de prijzen van b.v. zaaigranen in Nederland van jaar tot jaar aan grote schommelingen onderhevig zijn. De nadelen van deze situatie springen direct in het oog. In een jaar van overvloed worden de zaai- zaadprijzen zodanig gedrukt, dat de producenten geen enkele beloning ontvangen voor de zorg, die zij aan hun product hebben besteed, zelfs in vele gevallen met extra-kosten, die zij gemaakt hebben, zoals keuringskosten en meerprijs voor het uit gangsmateriaal, niet vergoed krijgen. In een jaar van schaarste zijn de prijzen zodanig, dat de ver bruikers slechts met tegenzin tot het aanschaffen van nieuw zaaizaad overgaan. Ook internationaal komt een dergelijke onregel matige prijsstelling onze positie niet ten goede. Kun nen we het ene jaar goed concurreren met andere productielanden, b.v. Denemarken, en slagen de exporteurs er in afzet te vinden in een bepaald land, dan moet zo'n afzetgebied het volgende jaar weer aan de concurrentie overgelaten worden om dat we met onze prijzen eenvoudigweg niet mee kunnen. Er zit dus geen continuïteit in onze export en we moeten steeds weer opnieuw trachtten het Nederlandse zaaizaad te introduceren. En introdu ceren kost nu eenmaal meer moeite dan regelmatig verkopen. Nu is ook de import van zaaigranen in vele landen een incidentele zaak en voor die landen geldt het bovengenoemde bezwaar in mindere mate, maar voor andere landen kxv. Zwitserland, dat elk jaar behoorlijke hoeveelheden zaaihaver importeert, is het bovengeschetste toch een reëele belemmering. Hoe staan de zaken er nu dit jaar voor? Zoals boven reeds opgemerkt, zijn de gekeurde opper vlakten belangrijk groter dan vorig jaar. Daar komt nog bij, dat de geoogste kwaliteit in 't alge meen stukken beter is dan vorig jaar, zodat een niet onaanzienlijk grotere hoeveelheid zaaizaad ter beschikking staat. Over de gehele linie kan gezegd worden, dat voor een normale binnenlandse voor ziening meer dan voldoende beschikbaar is en er ook voor export nog wel het een en ander over blijft. Daar er minder wintertarwe is uitgezaaid dan er verwacht mocht worden, zal er vermoedelijk weer een flinke oppervlakte zomertarwe komen. Zonder export zal het evenwel niet moge.ijk zijn de gehele (Advertentie). De enige juiste bescherming voor tegen bodemschimmels met ue nieuwste zaadbeschermer Geen kiemremming bij voorraadontsmetting. Geen prikkelende werking op huid en slijmvliezen. Hoge kiemkracht ook bij zwak zaad. door C. KARSBERGEN opbrengst gekeurde zomertarwe als zaaizaad te ruimen. Tot dusver schijnen de exportkansen niet groot te zijn. Zomergerst bracht dit jaar goede prijzen op, zo wel voor voer- als voor brouwdoeleinden. Vooral voor brouwgerst bestond grote belangstelling. Naast de voorziening van de binnenlandse brouw- industrie kon een belangrijke hoeveelheid worden bestemd voor export. De Nederlandse brouwgerst kreeg in het buitenland, in 't bijzonder in Duitsland, een goede naam. De Nederlandse Baldergerst, welk ras men in practisch geen enkel land kan kopen, was zeer gewild. Verwacht mag woruen, dai de teelt van zomergerst enige uitbreiding zal onder gaan. In het zuidwestelijk deel van het land, waar de meeste brouwgerst geteeld wordt, zal de belang stelling zich ongetwijfeld Wijven richten op het ras Baider. Hoewel van haver een voldoende grote opper vlakte voor zaaizaad werd gekeurd, is de situatie minder overzichtelijk. Er komt dit jaar veel broei in de haver voor, wat ener. jds tot gevolg heeft dat vele partijen ongeschikt zijn voor zaaizaad terwijl er anderzijds een grotere vraag door veroorzaakt wordt. Ook zijn reeds belangrijke exporttransacties afgesloten voor sommige rassen. Volgens officiële schattingen ligt de erwtenop brengst per ha in 1955 circa 23 hoger dan in 1954. Dit gevoegd bij een groter areaal veroorzaak te een totale meeropbrengst van ca. 30.000 ton Te genover vorig jaar. Verwacht wordt een export van^consumptie-erwten, die ongeveer op dezelfde hoogte ligt als vorig jaar. Onder druk van de grote voorraden is de prijs van de erwten in vergelijking met vorige jaren aanzienlijk gedaald. Momenteel zijn de Nederlandse erwten de goedkoopste peul vruchten ter wereld. Andere exportlanden, zoals de Verenigde Staten en Marokko, hadden een slechte ervvtenoogst, waartegenover staat dat onze groot ste afnemer van vorig jaar, Engeland, een uitste kende oogst had. Het is niet aan te nemen, dat dit jaar het gehele exportoverschot weggewerkt zal kunnen worden, zodat voorshands geen grote prijs stijgingen verwacht worden. Onder invloed hiervan zal de oppervlakte erwten vermoedelijk iets terug lopen. Van schokkers is eveneens een belangrijk grotere hoeveelheid geoogst dan vorig jaar. Ook hier werk ten een grotere oppervlakte en een grotere ha-op brengst samen. Schokkers is uitsluitend een export artikel. De voornaamste afnemers zijn Engeland en Noorwegen. De totale export is tot eind decem ber groter geweest dan in de overeenkomstige periode van de vorige oogst, niettegenstaande En geland zelf een zeer goede heeft. Het overgrote deel der schokkers is echter nog onverkocht. De zaaizaadpositie van de schokkers baart geen zor gen, althans niet van de behoefte-kant bekeken. Na de grote tekorten aan capucijners en rozijn erwten in het vorige jaar is de teelt belangrijk uitgebreid. Gevolg: belangrijk lagere prijzen. Het is moeilijk, te komen tot een oppervlakte, die aangepast is aan de behoefte. De opbrengst en de kwaliteit van de bruine bonen was dit jaar zeer goed. De weersomstandigheden waren voor de teelt bijzonder gunstig. Hieraan is het te danken, dat het slechte, meestal zieke, zaai zaad van vorig jaar niet tot grote teleurstellingen heeft geleid. Onder minder gunstige omstandighe den kan echter het gebruik van ongekeurd zaad tot ernstige teleurstellingen aanleiding geven. Met het bovenstaande hebben we getracht enig inzicht te geven in de zaaizaadpositie voor het a.s. seizoen. Er is van de meeste rassen voldoende zaaizaad. Door tijdig bestellen kan men hiervan profiteren. (Van Redactiewege bekort.) President Eisenhower heeft het Congres voorge steld de bebouwde oppervlakte met 20 te beper ken en de boeren hiervoor in natura en in geld schadeloos te stellen. Deze maatregel zou ten doel hebben de enorme voorraden aan landbouwproduc ten, die de waarde van 30 miljard gulden hebben overschreden, te doen verminderen. Men schat dat het inkomen van de Amerikaanse boeren hierdoor met 1 miljard dollar zal toenemen. (3,8 miljard gulden). In verband met de komende verkiezingen kan men dus wel zeggen dat de stemmen van de Ame rikaanse boeren nogal kostbaar zijn. B. (Vervolg van 3e kolom.) niet bepaald malse verwijten in de schoenen schuift. Maar intussen zijn we het eerste jaar al ongeveer een jaar achtergeraakt op het schema van 7 jaar, dat in gemeenschappelijk overleg was opgezet om het landbouwbeleid in de betrokken landen te har moniseren. Gezien deze ontwikkeling kan men de Nedetland- se bewindsman zijn openhartigheid maar moeilijk kwalijk nemen. B. De vorige week zaterdag is het 25-jarig bestaan van de Vereniging tot Stichting van Volkshogescho. len herdacht, waarbij verschillende vooraanstaande figuren het woord hebben gevoerd. Terwijl het biad „De Volkshogeschool" met een uitnemend ver zorgd herdenkingmimmer uitkwam. Dat nummer lezende, hebben we beseft hoezeer de opdracht van deze instelling dezelfde gebleven is, ondanks de zo geheel andere omstandigheden. In 1931 werd de Volkshogeschool geboren in het dieptepunt van de crisis en het valt dan ook niet te verwonderen, dat vóór de oorlog de activiteit in hoofdzaak gericht was op het sociale vraagstuk, wat zich toendertijd toespitste op de strijd voor de gelyke rechten van arbeiders en boeren. Velen zijn op allerlei wijze met deze vraagstukken in kennis gebracht en uit het werk voor de werk loze jeugd op de Volkshogeschool Allardsoog groei de het huidige werk op zeven volkshogescholen in Nederland en één in Frankrijk, waarmee als het ware de internationale betekenis van het werk wordt onderstreept. Onfcmoetings- en gesprekscentrum voor mensen van verschillend geloof en geestesrichting, doch óók van uiteenlopende maatschappelijke groeperin gen wil de Volkshogeschool zijn. Dat gesprek moet plaatsvinden in een rustige om geving, waarin een ieder zich kan thuisvoelen, om dat hij weet dat z'n levensovertuiging gerespecteerd wordt. Ook nu nog speelt de Volkshogeschool een grote rol voor het platteland, want zijn de speciale cur sussen voor larïdkouwjongeren vooral de winter- school voor jonge boeren en de plattelandsmeisjes- cursus van 6 weken niet bedoeld als school voor het leven? Hoeveel jongeren bewaren aan een der gelijke cursus niet de beste herinneringen! Ook in ons werkgebied, waarin een eigen Volks hogeschool na korte oplevingen nooit zodanig vast in liet zadel is komen te zitten, dat deze een positie in de agrarische samenleving inneemt als in andere provincies. Komt dat door het ontbreken van een goed con ferentieoord, of is de tijd er nog niet rijp voor door dat het eilandenbesef te sterk is om tot een sterkere band met anderen te komen? Doch wat doet het er ook toe, want het gemis blijft er hetzelfde om. Op de herdenkingsbijeenkomst vroeg de heer H. D. Louwes zich af cf de Volkshogescholen nog een grote taak hebben t.o.v. de boeren- en tuinders stand. Het bevestigend antwoord, dat door deze spreker werd gegeven, kwam voort uit het besef dat er nog grote behoefte aan vorming en verdie ping bestaat, omdat door gebrek aan een werkelijke levensinhoud velen oppervlakkig en materialistisch leven, vaak doordat ze niet in aanraking komen met personen en mogelijkheden tot ontwikkeling en verdieping. Daarom is de voortzetting van het werk aldus de heer Louwes een duidelijke plicht. Lr'~n we hopen, dat dit mooie werk, dat 25 jaar geleuen in het Noord-Oosten van ons land ontstond, in de komende 25 jaar zich nog verder in Zuid-Wes telijke richting zal verbreiden en daar niet alleen materïëel een steunpunt zal vinden in de vorm van een eigen gebouw doch bovenal in de harten van vele Volkshogeschoolvrienden, B. Minister Mansholt was de vorige week niet in Brussel, waar weer eens een bijeenkomst van Be nelux-ministers werd gehouden. Hij was die dag in Heerenvecn om te spreken op het congres van zijn eigen partij. Ook daar is de Benelux ter sprake gekomen, waarbij Minister Mansholt vrijmoedig zijn hart heeft gelucht. Hij betreurde het, dat de Belgische boeren nooit serieus getracht hadden een oplossing van de pro blemen aan de hand te doen. In wezen zag hij hier het saboteren van de samen werking. „Wij hebben genoeg geduid betoond zo zei hij en als het moet zullen wij nog meer geduld beto nen, maar de Belgische boeren zullen toch moeten tonen, dat zij de ernst van het vraagstuk zien". Dit is duidelijke taal, die in Heerenveen zeker bij gedragen zal hebben tot het applaus. Maar was het niet beter, dat de bewindsman dat zelfde in wat meer diplomatieke termen in Brussel ter tafel gebracht? Wat de genomen besluiten betreft heeft hij daar bepaald weinig gemist. Want het uitgegeven kom- muniqué is vooral voor de landbouw dermate te leurstellend, dat men zich afvraagt of we zo door moeten blijven sukkelen. Nu eens zijn het de tomaten, die een spaak in het wiel steken, en dan weer de condensmelk waar ein deloos over getwist moet worden, eenvoudig omdat er geen deugdelijke afspraken zijn. De Belgen vertonen een grote aarzeling om het beleid voor lange termijn vast te leggen. Begrijpelijk is deze houding zeker als men weet hoe de Belgische Boerenbond de regering op het gebied van de landbouwpolitiek iedere keer weer (Zie verder 2e kolom.j

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1956 | | pagina 5