Noord-Brabantse Maatschappij van Landbouw. 9 ZATERDAG 7 JANUARI 1956 Met dankbaarheid en blijdschap geven wij kennis van de geboorte van ons zoontje en broertje ARIE JAN A. KORTEWEG, L. C. KORTEWEG—MUNTERS, Anton, Bets, Wim. Zevenbergen, 30 December 1955. Stationslaan 4. Tijdelijk: Diaconessenhuis, Breda. ZITDAG BOEKHOUDBUREAU ZEVENBERGEN: Donderdag 12 Januari van 11— 12.30 uur in Hotel Tholenaar. DE NIEUWE MELKPRIJS Het nieuwe jaar (of eigenlijk nog de laatste dagen van het oude jaar) begint voor de melkvee houders al direct met een onaangename verrassing. Men heeft het reeds in de dagbladen kunnen lezen, Min. Mansholt heeft gemeend de melkprijs voor het jaar 1955-1956, ondanks de gestegen kos ten en in afwijking van het advies van het Land bouwschap, te moeten vaststellen op 22,4 cent per kg, met een toeslag van 1,7 voor de duurder pro ducerende gebieden. Door het Landbouwschap was voorgesteld een algemene garantieprijs van 22,7 cent met een toe- lag van 2,2 cent voor de minder vruchtbare gron den, uitgaande van een vetgehalte van 3,7 De garantieprijs voor het afgelopen melkprijs jaar bedroeg 22 cent, met een toeslagsysteem tot 1,7 cent per kg. De thans door de Minister genomen beslissing betekent een ernstige teleurstelling niet alleen, maar doet ook het ergste vrezen voor de verder te volgen landbouwpolitiek. De beslissing t.a.v. het koolzaad ligt ons nog vers in het geheugen, over de tarweprijs is nog steeds niets bekend en wat zal de beslissing inzake de suikerbietenprijs ons brengen Steeds meer maakt zich een gevoel van onbe hagen van onze boeren meester en wanneer we dan in onze dagbladen optimistische berichten lezen over de economische welvaart, waarin de meeste bedrijfstakken zich mogen verheugen, dan moet men met een zekere bitterheid vaststellen, dat de landbouw daar blijkbaar niet bij behoeft te behoren. Wanneer U dit bericht leest, zal intussen een bespreking van het Dag. Bestuur van het Land bouwschap met de Minister hebben plaats gehad. De resultaten daarvan zullen we met belang stelling afwachten. Het laatste woord zal in dezen zeker nog niet gesproken zijn, doch zonodig zal de georganiseerde landbouw een fel protest moeten laten horen tegen de ontwikkeling van het re geringsbeleid, zoals zich dit de laatste tijd steeds duidelijker aftekent. Het gaat cr daarbij om, dat een wezenlijke in houd moet worden gegeven aan de mooie toezeg gingen van een redelijke bestaanszekerheid voor onze boeren. MOEILIJKE TOESTAND VAN DE BIESBOSCH Het Landbouwschap heeft de aandacht van de Minister van Verkeer en Waterstaat gevestigd op de moeilijke toestand waarin het gebied van de Biesbosch zich bevindt. Hierbij verwijst het naar de mededeling in de Memorie van Toelichting bij de begroting van Verkeer en Waterstaat 1956, dat in een bescheiden tempo zal kunnen worden voort gegaan met de uitvoering van de werken voor de watervrijmaking van het gebied van de Brabantse Biesbosch, van de Donge en het Oude Maasje, op dat deze gebieden, zodra zulks verantwoord is, van wateroverlast worden bevrijd. De toenemende frequentie van de hoge water standen in de Biesbosch met de daaruit voort vloeiende rampzalige gevolgen voor de exploitatie van de landbouwgrond, het gevoel van persoon lijke onveiligheid, de uiterst slechte ontsluiting, de hiermee verband houdende moeilijkheden met de arbeidsvoorziening, al deze factoren verwekken onder de inwoners van dit gebied een sterke on gerustheid. Het vooruitzicht dat er waarschijnlijk nog 8 a 10 jaar mee gemoeid zal zijn voordat de Biesbosch geheel zal zijn ingedijkt, draagt er aller minst toe bij om deze verontrusting te vermin deren. Op grond van deze omstandigheden verzoekt het Landbouwschap de uitvoering van de be- dijkingswerken zoveel mogelijk te versnellen, met behoud uiteraard van de vereiste openingen. Vooral ware, uit een oogpunt van bevordering van de arbeidsvoorziening en veiligheid, de be dijking van het zuidelijk en oostelijk gedeelte zo veel mogelijk te bespoedigen, waardoor betere ver bindingen worden geschapen. Ten tijde van de sluiting van de Biesbosch zul len de interne werken in dit gebied gereed moeten zijn, waaronder de aanleg van wegen, daar anders het verkeer binnen de Biesbosch onmogelijk dreigt te worden wegens het dan heersende peil. Dit brengt o.a. mede, dat zo spoedig mogelijk met de ruilverkavelingsprocedure voor de Bies bosch voortgang gemaakt moet worden. Het is het Landbouwschap bekend dat de belangen van de landbouw en van de natuurbescherming en re creatie hierbij een nauwgezette afweging vereisen. Het moet echter niet zo zijn dat zulks op de ruil verkaveling een sterk vertragende invloed zal uit oefenen. Tenslotte acht het Landbouwschap het dringend gewenst dat voor een doelmatige uitvoering en coördinering van de verschillende werkzaamheden het gebied van de Biesbosch bestuurlijk één geheel vormt, hetzij in de vorm van een tijdelijk fun gerend openbaar lichaam dat belast wordt met de taakvervulling van de bevoegde gemeenten, hetzij in de vorm van een nieuwe gemeente. De Bra bantse Biesbosch ressorteert thans hoofdzakelijk onder een drietal gemeenten. Een afschrift van deze brief is gezonden aan de Ministers van Landbouw, Visserij en Voedselvoor ziening, en van Binnenlandse Zaken, alsmede aan Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant. TUINBOUWTEELTREGELING 1956 De in 1950 of daarna uitgereikte gewone tuin bouwteeltvergunningen met opdruk 1950, zullen ook voor 1956 en tot nadere aankondiging geldig blijven. Alle bijzondere vergunningen, uitgereikt in 1955, komen per 1 Januari 1956 te vervallen. Aardbeien Degenen, die in 1954 een bijzondere vergunning hebben gehad voor aardbeien, krijgen bericht hoe zij moeten handelen. Zij, die gedurende het laatste teeltseizoen een dergelijke vergunning niet hebben gehad en in 1956 aardbeien op bijzondere vergunning willen telen, kunnen hun aanvrage daartoe indienen bij hun bureauhouder. De teelt van aardbeien onder glas is alleen toe gestaan op een blijvende A-vergunning met teelt- recht onder groep IV. Spruitkool en boerenkool Voor spruitkool en boerenkool kunnen weder om bijzondere vergunningen worden aangevraagd bij de bureauhouder. Later zal worden medege deeld of en tot welke oppervlakten spruiten resp. boerenkool kunnen worden toegewezen. Vroege aardappelen Evenals voorgaande jaren kunnen ook voor 1956 weer bijzondere vergunningen voor vroege aardappelen worden aangevraagd. Voor een bijzondere vergunning voor vroege aardappe len met nateelt van spruiten, bonen en bloemkool kunnen uitsluitend in aanmerking komen aange slotenen A, wier totale bedrijfsgrootte maximaal 5 ha bedraagt. Bedrijfsgenoten A met een totale bedrijfsgrootte van meer dan 5 ha en verder alle landbouwers, komen alleen in aanmerking voor de teelt van vroege aardappelen zonder nateelt. Aanvragen voor bijzondere vergunningen voor vroege aard appelen moeten vóór 1 Maart 1956 bij de bureau houder zijn ingediend. Ook wanneer vroege aard appelen worden geteeld voor pootgoed, moet deze teelt door een blijvende of bijzondere vergunning gedekt zijn. Omwisseling vroege aardappelen in verband met de wet „Bestrijding Aardappelmoeheid" Telers van vroege aardappelen op een blij vende vergunning, die als gevolg van genoemde wet in moeilijkheden komen, kunnen een verzoek indienen bij de bureauhouder om de op hun blij vende teeltvergunning aangegeven oppervlakte vroege aardappelen geheel of gedeeltelijk om te wisselen in de teelt van groenten. Teelt van rode peen voor veevoeder Ook voor het telen van rode peen voor vee voeder is een bijzondere vergunning vereist, aan te vragen bij de bureauhouder. Uitbreiding boomgaarden Voor uitbreiding van een bestaande boomgaard door aanplant of overname is toestemming van het Bedrijfschap vereist. Aanvragen hiertoe indienen bij de bureau houder. Tijdelijke tuinbouwteeltvergunningen voor fruittelers, die een perceel verouderde boomgaard hebben gerooid Fruittelers, die door het rooien van een opper vlakte oude boomgaard land vrij krijgen en deze oppervlakte niet direct kunnen inplanten, kunnen onder bepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor een tijdelijke vergunning voor de teelt van vroege aardappelen, al of niet met nateelt. Aanvragen vóór 1 April indienen bij de bu reauhouder. Sluitingsdata Deze zijn als volgt samengesteld: Datum Aanvragen erkenning groenteteler; aan vragen toew. nieuw teeltrecht l-2-'56 Aanvragen erkenning fruitteler; aan vragen uitbreiding boomgaarden l-3-'56 Aanvragen bijz. tuinb. teeltrecht voor vroege aardappelen met nacultuur, spruitkool en boerenkool l-3-'56 Aanvragen bijzonder teeltrecht voor rode peen voor veevoeder l-4-'56 Aanvragen overschijving teeltrecht tus sen bedrijfsgenoten A l-3-'56 Alle aanvragen moeten worden ingediend bij de bureauhouder, waar tevens de nodige inlich tingen zijn te verkrygen. De Voedselcommissaris voor Noord-Brabant, L. DE BEKKER. RONDOM DE BOERDERIJ De Westhoek Dat 1956 voor U allen gelukkig en voorspoe dig mag zijn. 't Is maar gelukkig dat de minister bij het bekend maken van zijn melkprijs nog het jaar 1955 gekozen heeft, anders zouden we al kun nen zeggen: dat is de eerste tegenvaller al in het nieuwe jaar, welke zullen er nog volgen Voor het Landbouwschap houdt het echter al in dat er in het nieuwe jaar al direct werk aan de winkel is. We zullen hopen, dat zij het er met meer succes afbrengen dan verleden jaar Overigens is my weer opgevallen dat de regionale bladen terloops melding gemaakt hebben van de nieuwe prjjs, terwijl verschillende grote dagbladen er niet eens melding van maakten. Weer eens een bewijs hoe men in het algemeen met de landbouw meeleeft Men vergeet zeker dat 17 van onze bevolking 40 van de export voor zijn rekening neemt. Maar men stemt stilzwijgend toe dat die 17 in 1954 slechts voor 12 deel had in ons nationaal inkomen. We durven nog maar niet te spreken hoe deze cijfers voor 1955 zullen liggen. We kunnen 's avonds aan de dagen al weer zien dat ze gaan lengen. En met het lengen van de dagen komen we ook weer dichter bij het voor jaar. We kunnen ons op het ogenblik ternauwer nood voorstellen dat straks onze akkers weer het zaaibed zullen zijn voor de nieuwe oogst. Maar het is zo, dat weten we en reeds zijn we in de tweede phase met de voorbereidingen hiervoor. Na eerst ons zaaiplan gemaakt te hebben, gaan we thans ons zaaizaad bestellen, zo wij het nog niet besteld hebben en reeds zijn enkele zaaizaden op onze bedrijven gearriveerd. Het kopen van zaai zaad heeft weer zijn aparte moeilijkheden. Graag slaan we de rassenlijst eens op of er soms „nieuw tjes" zijn die we gerust kunnen proberen en dan speelt de tijd van kopen een belangrijke rol in onze portemonnaie. De avonden zijn nog lang genoeg om deze met zorg te besteden. Wanneer er geen vergaderingen zijn, dan hebben we thuis nog diverse andere mo gelijkheden om ons bezig te houden. Begin Januari hebben we vooral met onze ad ministratie de nodige drukte en we zijn dan wel eens blij wanneer we eens rustig in een goed boek kunnen duiken, om al die cijfers uit ons hoofd weg te lezen. Hebt U het landbouwverslag van West-Brabant en de Zeeuwse eilanden „Arbeid en Bouwplan" al gelezen Lichte lectuur kunnen we het niet noemen, maar wel lectuur die we niet kunnen missen en die we zeer zeker nodig hebben om de oogst 1956 mede te doen helpen slagen. (Dit zeer leerzame verslag is zo lang de voor raad strekt te bestellen door storting van f 1, op postrekening 67646 ten name der Noord-Bra bantse My. van Landbouw te Zevenbergen. - Red.) VEILINGBERICHT Veiling „de Langstraat" te Drunen d.d. 2 Januari 1956 Appelen 20-42 ct. per kg; peren 20-37 ct. per kg; andijvie 50-75 ct. p. kg; boerenkool 7-12 ct. p. kg; rode kool 6-16 ct. p. kg; savoy kool 7-15 ct. p. kg; witte kool 6 ct. per kg; kroten 8-14 ct. per kg; knol rapen 4-9 ct. per kg; prei 9-16 ct. per kg; spruiten schoon 30-74 ct. per kg; spruiten vuil 20-57 ct. per kg; schorseneren 28-29 ct. per kg; uien 10-30 ct. per kg; waspeen 10-23 ct. per kg; wortelen-B.C. 4-8 ct. per kg; witlof 25-55 ct. per kg; knolselderij 3-19 ct. per stuk; sla 10-18 ct. per stuk; selderij 4-6 ct. per bos.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1956 | | pagina 9